de. Politiek wordt er nauwelijks bedreven. Overigens worden er vanuit de meeste andere fracties vrij
wel geen alternatieven aangedragen. De discussies in de Commissie voor de Financiën hebben wat dit
aangaat ook weinig opgeleverd, of het zou moeten zijn dat één lid - een PvdA-er nog wel - zo ver ginc
dat hij zei dat er maar eens een sterke man aan te pas moest komen om de personeelssanering door te
voeren. Deze gang van zaken heeft ons als politieke - uit twee personen bestaande - fractie gedwongen
een deel van het ambtenarenwerk nog eens over te doen: post voor post het beleidsplan doorvlooien; uit
zoeken welke flexibiliteit daarin zit; nagaan wat de consequenties van bezuinigingen zijn en hoe posten
onderling samenhangen. Daarbij waren wij dan ook nog met handen en voeten gebonden aan raadsuit-
spraken die forse kapitaallasten met zich meebrachten en die door ons niet werden gesteund, denk maar
aan de parkeergarage en de evenementenhal. Dit heeft geresulteerd in het voorstel zoals het hier opta
fel ligt en dat alle raadsleden ook toegestuurd hebben gekregen.
In ons voorstel hebben wij willen aantonen, ten eerste, dat er wel degelijk alternatieven mogelijk
zijn en, ten tweede, dat er ook nog ruimte kan worden geschapen voor een nieuw beleid, waarvoor wij
een aantal suggesties hebben gedaan op bladzijde 16 van ons voorstel. Deze suggesties zullen wij in het
najaar, bij de behandeling van het beleidsplan 1982-1986 inbrengen als nieuw beleid. Voor ons is het
heel belangrijk om dit te laten zien, want het is per slot van rekening het perspectief van waaruit wij
werken: het bewerkstelligen van een uitbreiding van die collectieve taken die het meest ten goede ko
men aan grote groepen van de bevolking - in het bijzonder aan de laagst betaalden - en een verschui
ving van bestedingen naar die taken welke ten goede komen aan een zo groot mogelijk deel van de be
volking. Wij zijn per slot van rekening bezig met politiek bedrijven en dat is nog altijd iets anders dan
met links en rechts samen zo goed mogelijk passen op een winkeltje dat door rijksbeleid voortdurend
wordt afgekalfd.
Een ander belangrijk element waarop ons voorstel is gebaseerd, is de afwijzing van de verhoging
van de gemeentelijke belastingen. Uitvoerig hebben wij aangegeven wat de nadelen ervan zijn: grote
ongelijkheid tussen forensengemeenten en grote steden en vooral, door het ontbreken van de mogelijk
heid deze belastingen progressief te heffen, een onevenredige verzwaring voor de lagere inkomensgroe
pen.
Onlangs, toen wij een motie indienden om de aardgasprijzen te bevriezen, heb ik er al op gewezen
dat de laatste jaren het aandeel van de woonlasten in het totale uitgavenpakket bij de laagste inkomens
tot een onaanvaardbare hoogte is gestegen. Door het gebruikersaandeel van de onroerend-goedbelcsting
te verhogen, de huisvuilrechten te verhogen en een rioolretributie in te voeren, stijgen de woonlasten
voor met name deze groep relatief nog sterker en dat wijzen wij volstrekt van de hand. Omdat ook wij
begrijpen dat je niet alles kunt willen - afwijzen van verhoging van belastingen, nieuw beleid, afwij
zen van inkrimping van het personeelsbestand, handhaven van bepaalde taken die wij in onze nota na
der hebben omschreven -, zijn wij gaan zoeken hoe dan wel op een aanvaardbare wijze de inkoms-en
van de gemeente verhoogd kunnen worden. Dat heeft bij ons geleid tot het voorstel de e lec tri cite ifsta-
rieven voor grootverbruikers te verhogen. Sommigen zeggen: "Men schaadt daarmee de werkgelegen
heid, want de productiekosten stijgen." Anderen zeggen: "Men heeft ook daarmee alleen de consu
ment, want als de productiekosten stijgen, stijgt daarmee de prijs van het product." Beide consequenties
zijn echter speculatief. Dergelijke directe relaties kunnen niet worden gelegd. Is ooit aangetoond dat
de bevoordeling van het bedrijfsleven heeft geleid tot goedkope producten of meer werkgelegenheid?
Met dergelijke fabels zijn in de jaren vijftig en zestig de lonen van de Nederlandse arbeider achterge
bleven bij die van de ons omringende landen. Het is een variant op het "winst is werk"-thema, waarmee
het kabinet Van Agt-Wiegel ons probeert in te pakken.
Ons belangrijkste argument is dat, waar de rijksoverheid de bezuinigingsmaatregelen nu neer laat
komen op de consumptiehuishoudingen, de plaatselijke overheid dat ook niet nog eens moet doen en be
ter kan kiezen voor een lastenverzwaring van de productiehuishoudingen.
Daarstraks stelde ik dat een duidelijke politieke argumentatie bij het collegevoorstel ontbreek De
enige zinsnede in het ontwerp-dekkingsplan die erop wijst dat er een politieke afweging heeft plaa ige-
vonden is de volgende op blz. 4 onder d: "Bij de ontwikkeling van deze voorstellen hebben wij ons in
belangrijke mate gebaseerd op het collegeprogramma en de daarin vermelde prioriteiten. In aanslui 'ng
hierop hebben wij bij de beantwoording van de vraag, op welke uitgavenposten het verantwoord most
worden geacht bezuinigingen aan te brengen, de in het collegeprogram vermelde prioriteiten zoveel
mogelijk buiten beschouwing gelaten."
Wij hebben al eerder gesteld dat wij dit collegeprogram een flutprogram vinden waar je alle k nten
mee op kunt, en dat blijkt ook nu weer. Als het dan bovendien ook nog eens zo selectief gebruikt wordt
als hier is gedaan door het college, stelt het helemaal niets voor. Hoe moet ik de doelstelling in het
collegeprogram "de gemeente hoort geen gebruik te maken van commerciële uitzendbureaus" rijmen met
de verhoging van de post voor uitzendkrachten tot 100.000,Hoe de doelstelling "deeltijdarbeid
25
dient te worden bevorderd" met de verlaging van de raming voor de extra kosten voortvloeiende uit de
splitsing van bestaande banen in deeltijdbanen? Deze doelstelling wordt overigens volkomen aanvecht
baar beargumenteerdwant het beleid, waarin de splitsing in deeltijdbanen wordt gestimuleerd, moet
nog op gang worden gebracht.
Floe moet ik de passage in het collegeprogram over relatie automatisering-werkgelegenheid "auto
matisering mag niet de vermindering van het totale aantal arbeidsplaatsen ten doel hebben" rijmen met
de uitspraak in de nota voor de Commissie voor Georganiseerd Overleg, waarin met het oog op de in
krimping van het aantal arbeidsplaatsen wordt voorgesteld als maatregel waarvan op middellange termijn
effect wordt verwacht "een verdergaande automatisering"? Hoe moet ik trouwens die inkrimping met 40
d 50 arbeidsplaatsen zien in relatie tot de doelstelling in het collegeprogram: "gestreefd moet worden
naar versterking en uitbreiding van de werkgelegenheid"? Welke prioriteit heeft de doelstelling "steun
aan de zwakkeren in de samenleving", als wij kijken naar het collegevoorstel de gemeentelijke belas
tingen te verhogen? Hoe wordt de doelstelling in de onlangs vastgestelde uitgangspuntennota sociaal
i cultureel beleid, namelijk dat er in elk samenhangend woongebied een ruimtelijke voorziening voor so
ciaal-culturele activiteiten beschikbaar moet zijn of komen, uitgevoerd als wij kijken naar het voorstel
om in fase 2 de stelpost kapitaallasten investeringen wijkaccommodaties buiten stadsvernieuwingsgebied
te verlagen met 463.000,en in fase 3 om middels een herwaarderingsonderzoek naar de plaats en de
functie van wijkaccommodatie een verdere besparing te verkrijgen van 146.000,
Concluderend: slechts één uitspraak uit het collegeprogram is hard gebleven, namelijk het sluitend
maken van de begroting.
De PAL-fractie vindt een inkrimping van het bestaande personeelsbestand niet aanvaardbaar en
vindt zelfs dat uitbreiding van het personeelsbestand mogelijk moet zijn, indien wordt aangetoond dat
dit nodig is met het oog op de taakvervulling, en er zijn nogal wat nieuwe taken die op ons afkomen.
Om het verhaal niet langer te maken dan het al is, zal ik niet een uitvoerige toelichting geven op
de door ons voorgestelde wijzigingen. Een groot aantal daarvan spreekt voor zich. Ik zal volstaan met
de giobale uitgangspunten die eraan ten grondslag hebben gelegen.
- De uitgaven voor een aantal representatieve taken en propagandakosten laten wij vervallen.
- De burgemeester moet zelf maar met een frisse bezem over het tapijt of anders moeten wij maar op een
nieuwe burgemeester wachten. Ook dat levert een besparing op, hoewel wij dit per abuis cumulatief
hebben berekend, maar ik zei al hoe moeilijk het was. (Gelach)
-Wij handhaven de taken die het wijkgebonden welzijnswerk betreffen. Bij de uitgangspuntennota so
ciaal-cultureel beleid hebben wij dat beargumenteerd en dus zal ik er niet verder op ingaan.
-Wij handhaven uitgaven voor bestemmingsplannen, het stichten van projectbureaus en uitgaven voor
civieltechnische werken in stadsvernieuwingsgebieden en ten behoeve van het langzaam verkeer.
-Wi; schrappen subsidies aön organisaties die zeer veel subsidies vragen, maar slechts aan een heel be
perkte - vaak ook nog goed betaalde - groep ten goede komen.
-Wij willen, ondanks alle problemen die er zijn, de solidariteit met de Derde Wereld door middel van
een heel klein aantal projecten - ik meen dat het om 2.000,gaat - tot uidrukking brengen.
- De voorgestelde afbouw van de Stichting Biels willen wij na nadere discussie wijzigen. PAL is van
mening dat Biels in het verleden vaak moeizame pogingen heeft gedaan om haar doelgroep te berei
ken. Biels is daarin nooit erg overtuigend geslaagd. Dit blijkt ook uit het indertijd ingestelde onder
zoek naar het functioneren van de jeugd- en jongerencentra. Wij zijn van mening - wij sluiten daar
mee aan op de uitgangspunten in het sociaal-cultureel plan - dat de doelgroepen, waarop Biels zich
richt, nu juist de groep vormen die door het wijkgerichte jeugd- en jongerenwerk moet worden opge
vangen. Bij nader inzien vinden wij het dan niet juist om de bestaande activiteiten in Biels zonder
meer af te bouwen en het subsidie terug te laten vloeien in de algemene middelen, maar dat uit de
door ons voorgestelde herstructurering moet blijken welke bezuiniging dit oplevert. Wij hebben daar
om rase 2, b—1als volgt gewijzigd: herstructurering van de activiteiten van de Stichting Biels in
wijkgerichte activiteiten voor jeugd- en jongeren. Budgettair effect pro memorie.
Wat Krats betreft, het volgende. Voor de doelgroepen waarop dit centrum zich richt, ligt op stedelijk
niveau zeker duidelijke behoefte. Dit centrum bevindt zich nog in de start die bovendien moeizaam is
gev/eest door eindeloze ambtelijke procedures. Wij willen Krats een goede kans gunnen.
- Omdat wij het sterke vermoeden hebben dat de hoge presentiegelden en raadslidmaatschap ver
goeding niet beantwoorden aan het doel waarvoor ze zijn ingesteld, namelijk compensatie van
inkomstenderving in die gevallen waarin raadsleden een deel van hun 40-urige werkweek inleveren
ten behoeve van het raadswerk, willen wij deze post herwaarderen. Het betreft dan een herwaardering
in die zin dat deze vergoeding, wanneer niet aantoonbaar sprake is van een inkomstenderving, niet
geheel verstrekt wordt.