42 Dit zou er, gelet op de ontwikkeling in het kader van de hele energiebesparing, toe kunnen leiden - dit kan als reëel worden verondersteld - dat de winstuitkering-Frigas na 1984 minder zal dalen, het geen twee ton en daarna, in 1985, vier ton kan schelen. Als wij dit optellen bij de rente-opbrengst uit het fonds voor onderhoud en vernieuwing van het hoogspanningsnet, komen we uit op vijf ton. Ik kom vervolgens bij motie 7 van PAL, waarin wordt voorgesteld de electriciteitstarieven voor grootverbruikers te verhogen. Mevrouw Van der Werf merkte op dat nooit is bewezen dat dat bij de grootverbruikers problemen zou geven, zodat daartoe zou kunnen worden overgegaan. Als dat over de hele linie zou gebeuren, zou dat vermoedelijk ook problemen geven, omdat dan het product dui delijk duurder wordt, de onkosten stijgen en de concurrentie met het buitenland moeilijker zal wor den, maar de concurrentie binnenslands zou er niets van merken. Ook wanneer dit provinciaal zou gebeuren, zou dat verschijnsel voor zover het zich binnen de provincie afspeelt weinig gevolgen heb ben, terwijl hetzelfde ook nog het geval zou zijn als een plaatselijk bedrijf, dat uitsluitend zijn pro duct in die ene plaats afzet, daartoe zou overgaan. Moeilijker wordt het echter als het provinciaal niet, maar plaatselijk wel zou gebeuren; er ontstaat dan een trek naar buiten. Bovendien zou het Mi nisterie van Economische Zaken dit waarschijnlijk nooit goedkeuren. Daarnaast - bij herhaling is dat hier in de raad aan de orde geweest - paren wij onze tarieven aan die welke door de provincie wor den vastgesteld-. Gelet op dit alles heb ik de moed te zeggen dat het door PAL voorgestelde zeker niet moet gebeuren. Ik ontraad aanvaarding van die motie dan ook ten sterkste. De Voorzitter. Wethouder De Vries zou alleen opmerkingen naar voren behoeven te brengen over de herwaarderingsprojecten, maar zoals ik al heb gezegd zullen wij daarop nu niet inhoudelijk ingaan. De heer Bijkersma. Ik zal graag nog een korte verduidelijking van u ontvangen. U hebt gezegd dat de fasen 0, 1 en 2 zullen worden verwerkt in het beleidsplan en bij de behandeling daarvan zal er naar ik aanneem nog wel enige ruimte zijn om daarover te discussiëren. Mijn fractiegenote heeft namelijk op bepaalde punten in de fasen 0, 1 en 2 de aandacht gevestigd, waarop de wethouder nu niet is in gegaan. Ik neem aan dat bij de behandeling van het beleidsplan daarop zal mogen worden teruggeko men. Onder meer heeft mijn fractiegenote gezegd dat de risico-reserve met terughoudendheid dient te worden benut, waarop de wethouder niet heeft geantwoord. (De heer Ten Brug(weth.): Ik heb gezegd dat daarover een nota zal worden uitgebracht.) Akkoord. Ik neem aan dat ook op de kwestie van de kinderboerderij nog zal kunnen worden teruggekomen. Voor wat betreft het wijkgezondheidscentrum heeft de heer Geerts opgemerkt dat hij daarop niet wilde ingaan, omdat daarover al zo veel is gezegd, maar ik ga ervan uit dat bij de behandeling van het beleidsplan daarover toch wel weer mag worden gesproken De Voorzitter: Ik heb zojuist duidelijk aangegeven wat er zal gebeuren. Ten aanzien van het wijk gezondheidscentrum is 'een voorstel onzerzijds gedaan en als met betrekking daartoe geen motie wordt aangenomen, zal over dat wijkgezondheidscentrum niet meer kunnen worden gepraat, omdat de raad daarover dan een uitspraak zal hebben gedaan. Wij hebben nu geantwoord en de fracties zullen thans de balans moeten opmaken. Indien u meent dat wij onvoldoende of niet naar uw genoegen hebben ge antwoord ten aanzien van punten waarover naar uw mening thans een beslissing moet worden genomen, zult u voor die punten met moties moeten komen. U moet hierover als fracties maar even piekeren in de pauze. De heer Bijkersma: In tweede instantie kom ik hierop nog wel terug, want het is me nog niet hele maal du.T.delijk; het gaat me nu te snel. - De Voorzitter: Goed, maar we gaan nu eerst koffiedrinken. De Voorzitter schorst, om 21.40 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 22.15 uur, de vergadering. De Voorzitter: Ik neem aan dat over de algemene filosofieën nu wel voldoende is gezegd en ik hoop dat we thans zo spoedig mogelijk tot concrete beslissingen kunnen komen. Mevrouw Waalkens: Ik wil een voorstel van orde doen. Voordat met de tweede instantie wordt be gonnen, wil ik graag een paar moties indienen, want anders zal dat niet meer mogelijk zijn. 43 De Voorzitter: U l^unt dat toch ook dadelijk doen, wanneer u in tweede instantie het woord krijgt? Over moties mag altijd nog afzonderlijk worden gediscussieerd. De heer Van den Eist: Ik wil allereerst nog iets zeggen over de "PALternatieven"De PAL-fractie heeft haar visie niet alleen in haar nota neergelegd, maar ook nog in een groot aantal moties uitge werkt. Ik meen dat wij daarover vrij kort kunnen zijn. In eerste instantie heb ik opgemerkt dat, toen een begin werd gemaakt met de bezuinigingsvoor stellen in fase 0, een zeker gebrek aan hardheid niet aan die fase 0 kon worden ontzegd. PAL had dat heel goed begrepen en heeft via haar vertegenwoordiger, de heer Van der Wal, op 8 mei nog in de com missie verklaard dat fase 0 niets anders was dan drijfzand. Wie schetst onze verbazing nu PAL, dit overi gens wel op uitnodiging van het college, naast het kleine zandkasteeltje of luchtkasteeltje van het col- leg: nog een heel bouwwerk optrekt van dezelfde materie! Zo gaat PAL ervan uit dat het rijk de onder- wijstekorten op zijn nek zou moeten nemen. Ook wij zijn die mening toegedaan, maar enig realisme daarbij is nooit weg. Verder heeft PAL onder meer bepaalde veronderstellingen naar voren gebracht over de rentetarieven. In de Commissie voor de Financiën spreken wij, als het gaat om de berekening van effecten van maatregelen van het rijk voor de gemeente, vaak over de IJsbrandy-normDat is een soort van vuistregel waarmee je kunt bepalen welke doorwerking bepaalde maatregelen van het rijk voor de gemeente zullen hebben. Als je die norm in omgekeerde zin hanteert, kun je stellen dat de PAL-fractie ongeveer 500 miljoen extra aan uitkeringen van het rijk in de richting van de gemeenten vraagt. Een Engelsman, Malcolm Muggeridge - hij is geen opbouwwerker -, heeft eens gezegd dat het niet erg is als politici luchtkastelen bouwen, maar dat het pas erg wordt als anderen er hypotheken op verstrekken. Ik meen dat dit citaat wel op zijn plaats is, nu ik spreek over de veronderstellingen wel ke PAL in fase 1 heeft neergelegd. Mevrouw Van der Werf heeft aangegeven wat wij naar haar oordeel van ons collegeprogramma hebben gemaakt. Het doet mij in elk geval deugd dat zij heeft begrepen dat het uitgangspunt van een sluitend beleidsplan - in het collegeprogram wordt dat nastrevenswaard genoemd - overeind is gehou den. Misschien wil mevrouw Van der Werf ook eens de pagina's 2 en 25 en 26 van de juli-circulaire lezen, waar zij kan vinden wat er zal gebeuren als wij in een artikel-12-situatie terecht zouden ko men, beter gezegd: wat er dan niet zal gebeuren. Het rijk zegt daar met zoveel woorden dat de ge meenten niet aan de noodzakelijk geachte ombuigingen kunnen ontkomen door zich in een artikel-12- situatie te manoeuvreren; populair gezegd: zij kunnen het schudden voor wat betreft de toekomstige extra uitkeringen. Wie dan nog bepaalde illusies op dat punt meent te kunnen hebben is of een naieve- ling, of kan niet lezen, of heeft het stuk niet bij de hand gehad. Wij blijven dan ook staan achter de uitgangspunten zoals die in grote lijnen aan ons zijn voorgelegd. Het heeft ons verbaasd dat D'66 zich heeft ontpopt als een vrij rigoureuze aanhanger van het pro fijtbeginsel, daarin voorgegaan door de VVD-fractie, die zelfs meende te moeten stellen dat voor wat betreft de rioolbelasting en andere belastingen het draagkrachtbeginsel wel geheel als uitgangspunt kan worden verlaten. Met zoveel woorden werd van die kant uitgesproken dat wij geen inkomenspoli tiek mogen bedrijven. Onze uitgangspunten, die ik ook heb kunnen terugvinden in de voorstellen van het college, zijn duidelijk andere. Hoewel PAL stelt dat de werkgelegenheid haar zeer dierbaar is, heeft zij toch gemeend als dek kingsmogelijkheid nog een extra tariefsverhoging voor grootverbruikers van electriciteit te moeten op voeren van 1 cent per kWh. Weet PAL dat bedrijven die stroom verbruiken ook mensen in dienst heb ben, dat ook in Leeuwarden een aantal bedrijven gebukt gaat onder de sociaal-economische situatie, dat de verhoging die PAL voorstelt in de tarieven en producten gewoon zal worden doorberekend, dat indien dat problematisch is omdat het bedrijf al in de problemen zit dit weer tot verlies van arbeids plaatsen aanleiding zou kunnen geven? Bovendien probeert het college, daarin gesteund door een meerderheid van de raad, sinds jaar en dag, gelet op de sociaal-economische situatie van Leeuwarden in de provincie Friesland, via een bijzondere regionale toeslag allerlei maatregelen van de grond te tillen ter verbetering van die sociaal-economische situatie voor de inwoners van Leeuwarden, daarbij in acht nemend het feit dat 25% van de industriële werkgelegenheid van Friesland in Leeuwarden is ge vestigd. Dit allemaal wetend komt PAL toch met het voorstel om Leeuwarden voor wat betreft de tarief stelling in de electriciteitssector op een eiland te plaatsen. Zoiets kan toch niet en als je iets derge lijks voorstelt, ben je toch niet van deze tijd? len aanzien van de moties meen ik het kort te kunnen maken, omdat het college met betrekking daartoe al enig maaiwerk heeft verricht, waarbij het grotendeels voor onze fractie heeft gesproken. De uitzettingen van het budget, zoals aangegeven in een aantal moties van het PAL, zijn geba seerd op een inkomensontwikkeling, die niet realistisch kan worden genoemd. Reële dekking is daar bij niet aangegeven en het wordt daarom toch wel heel moeilijk om zonder meer te zeggen dat de per-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 23