50
Inderdaad is over de erfpacht kort geleden een discussie gevoerd, maar dat geldt voor meer zaken,
ten aanzien waarvan nu toch wordt voorgesteld die bij te stellen, zodat dat argument op mij niet erg
overtuigend overkomt. De situatie is ook nogal gewijzigd sinds wij voor het laatst over de erfpacht
spraken.
In motie 12 hebben wij herwaarderingsprojecten aangegeven, waarover ik weinig meer behoef op
te merken. Wij willen die motie in ieder geval handhaven.
Motie 6 wordt door ons ingetrokken, aangezien de wethouder met betrekking tot de risico-reserve
een notitie heeft toegezegd die wij willen afwachten.
Wethouder Geerts heeft opgemerkt dat er met betrekking tot de wijkcentra slechts sprake is van
een versobering, maar ik vind het bedrag dat kennelijk kan worden bespaard wel erg groot. Ik heb ook
niet de indruk dat er tot nu toe van die luxe centra gerealiseerd zijn. Misschien is het mogelijk daar
op nog meer te bezuinigen, maar dit lijkt mij wel een van de herwaarderingsprojecten ten aanzien
waarvan nog maar moet worden afgewacht of die inderdaad uitvoerbaar zijn.
Met hetgeen is gezegd over rechtsgelijkheid tussen hogere en lagere ambtenaren zijn wij het niet
eens en wij hebben dan ook een voorstel daarover ingediend dat in de lijn van het voorstel van de
ABVA ligt. Onzes inziens is dat een heel aanvaardbaar voorstel, dat op termijn zal leiden tot een la
gere inschaling; een lagere salariëring van de hogere ambtenaren, wat mij helemaal niet onterecht
lijkt.
De moties van het CDA worden door ons afgewezen, wat eveneens geldt voor de moties van de
VVD.
Met motie 1 .1 van de Partij van de Arbeid kunnen we instemmen. Motie 1.2 is naar fase 3 ver
schoven, maar over dat punt hebben wij ook zelf een motie ingediend. Motie 2.1 wijzen wij af. Wij
hebben sowieso al een andere opvatting over de vacaturestop, maar bovendien lijkt het ons nogal moei
lijk een vacaturestop bij de gesubsidieerde instellingen in te stellen, omdat bij veel van die instellin
gen hooguit twee tot drie mensen werken, zodat een vacaturestop daar veel harder zal aankomen. De
heer Van den Eist: Dat onderdeel van de motie is vervallen.) Ik mag er dan toch nog wel even op in
gaan? Ik weet ook niet met wat voor voorstellen uw fractie binnenkort weer zal komen, want er za
nog wel het een en ander moeten volgen om het geheel sluitend te kunnen maken.
Ik wil vervolgens van het college nog een toelichting horen op de bezuiniging op de secundaire
arbeidsvoorwaarden, want ik weet niet wat die precies zal inhouden.
Motie 3.1 wordt in beginsel door ons afgewezen, maar wanneer onze motie over dat punt het n et
haalt, zullen wij wel voor die motie stemmen, omdat die toch nog een mogelijkheid biedt om tot een
verschuiving te komen en zij voorts aandringt op het bezien van bepaalde effecten.
Met motie 3.2 kunnen wij instemmen, wat ook geldt voor motie 3.3, uitgezonderd de punten Soort-
medisch Centrum en exploitatie botenverhuur en midgetgolfbaan. Verder zijn wij van mening dat he
Gemeentelijk Energiebedrijf niet moet worden afgestoten, omdat het in ieder geval nog de mogelijk
heid biedt tot een eigen tarievenbeleid, terwijl wij ook niet tot afstoting van het Gemeentelijk Wc
ningbedrijf willen besluiten. In de eerste plaats is het de vraag wie zoiets zou willen overnemen, maar
bovendien kunnen wij via dat Gemeentelijk Woningbedrijf tenminste nog een eigen beleid voeren met
betrekking tot zaken als huurdersparticipatie, die voor ons heel belangrijk zijn. (De heer Van den Eist:
Bij mevrouw Van der Werf heeft nu hetzelfde misverstand postgevat dat ook mevrouw Waalkens ten toon
spreidde. Wij hebben in motie 3.3 nader aan te wijzen herwaarderingsprojecten aangegeven en onze
bedoeling daarmee is dat het college ten aanzien van die punten nadere voorstellen gaat uitwerken en
gaat onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om met betrekking daartoe tot bezuinigingen te komen.
Dat wil niet zeggen dat wij nu al een waarde-oordeel uitspreken, zoals u suggereert, en aangeven wat
er exact moet gaan gebeuren. Wij zullen daarover pas een uitspraak doen naar aanleiding van de bi -
lage die bij het beleidsplan zal worden gevoegd, conform de toezegging van de wethouder.) Ik gee
nu alvast mijn waarde-oordeel door mee te delen welke zaken voor ons onaanvaardbaar zijn. Het
college weet op die punten dan al meteen waar het voor wat ons betreft aan toe is.
Motie 4 van de Partij van de Arbeid kan onze instemming niet hebben.
Mevrouw De Jong: Mevrouw Waalkens heeft al opgemerkt dat het college hoofdzakelijk is inge
gaan op de moties en ik wil daarom nog eens herhalen wat wij met onze opmerkingen concreet wilden
zeggen. Wij hebben voorgesteld een zitting als deze als vast onderdeel in het kader van het opstel
len van het beleidsplan op te nemen. Wij doen dit voorstel met het oog op de moeilijke situatie die
binnen onze gemeente in de komende jaren zeker nog zal voortduren.
Verder hebben wij opgemerkt dat wij voor openheid zijn, in welk verband wij kritiek hebben ge
uit op de procedure die aan deze zitting is voorafgegaan.
Vervolgens hebben wij gesteld dat wij in principe met een sluitend beleidsplan akkoord kunnen
51
gaan, dit echter niet tegen elke prijs. Aan hetgeen is voorgesteld ten aanzien van 1982 en 1983 hou
den wij onverkort vast. Naar onze mening kunnen bij een sluitende begroting voor 1982 gedeputeer
de staten geen goedkeuring weigeren.
Ten aanzien van fase 0 wordt uitgegaan van 2 miljoen, maar wij blijven de basis daarvoor wan
kel vinden.
Voor wat betreft fase 1 wil ik nog iets zeggen over de risico-reserve.Het is wettelijk toegestaan
een-dertigste deel daarvan op te nemen. Wij hebben u verzocht spoedig overleg met gedeputeerde sta
ten aan te gaan, ten einde te bekijken welke de maximale mogelijkheden in dezen zijn.
In fase 2 is uw voorstel inzake de vacaturestop aan de orde, waarover ik onze mening duidelijk
kenbaar heb gemaakt. Uw voorstel daaromtrent wordt, in de vorm waarin het is gegoten, door ons af
gewezen.
In fase 3 is een verhoging van de belasting tot 2 miljoen aangegeven en ook daartegen moeten
wij "nee" zeggen.
Naar aanleiding van de opmerkingen van wethouder Geerts over het democratisch servicebureau
kan ik zeggen dat ook wij de prioriteit willen geven aan uitvoerende werkzaamheden boven ondersteu
nende activiteiten.
Ik wil voorts iets zeggen over de PAL-nota, waarbij ik met name mijn waardering wil uitspreken
voor de inzet die deze fractie heeft opgebracht. De PAL-fractie heeft hiermee een duidelijke politie
ke visie neergelegd, ook al is het niet mijn visie. Ook naar mijn oordeel is die visie niet gebaseerd
op reële gegevens, maar niettemin betuig ik mijn waardering voor de inzet van deze fractie.
Het heeft de heer Van den Eist verwonderd dat D'66 zich heeft ontpopt als aanhanger van het pro
fijtbeginsel. Ik wil op hetgeen ik in eerste instantie heb gezegd nog wel een nadere toelichting geven.
Onderzoekingen hebben aangetoond dat toepassing van het profijtbeginsel zeker niet de denivelleren
de werking heeft waarvan men meent dat die ervan uitgaat. Bij het huidige subsidiebeleid komen veel
subsidies ten goede aan de financieel sterken. Wij willen daaraan iets doen en vandaar ook dat wij
ons duidelijk hebben willen ontpoppen als aanhanger van het profijtbeginsel.
Ik wil voorts ingaan op de moties. De moties van de VVD worden door ons afgewezen.
Wij hebben kritiek geuit op het rijksbeleid en wij kunnen in verband daarmee de eerste motie van
PAL dan ook ondersteunen, terwijl wij voorts kunnen instemmen met de punten g en i in motie 3. Aan
de verdere moties van PAL hebben wij geen behoefte.
De beide moties van het CDA worden door ons ondersteund.
Voor wat betreft de moties van de PvdA kunnen wij instemmen met motie 1 1 en motie 1 .2, die
naar fase 3 is overgebracht, maar de moties ten aanzien van fase 2 wijzen wij af. Met punt 1 van mo
tie 3.1 kunnen wij evenmin instemmen, maar met de punten 2 en 3 van die motie gaan wij wel akkoord.
Motïe 3.2 krijgt eveneens onze steun en wij kunnen er tevens mee instemmen dat de in motie 3.3 ge
noemde projecten in het kader van de herwaardering worden bekeken.
De heer Van der Wal: Mijn fractiegenote heeft nog één puntje vergeten en daarom ga ik daarop
nog even in. Wij zijn van mening dat het filmhuis er moet komen en wij zouden er ook mee kunnen
instemmen dat het binnen de financiële mogelijkheden van de Stichting Culturele Centra wordt gerea
liseerd, zodat wij punt 6 in motie 3.3 van de PvdA kunnen ondersteunen.
De heer Bijkersma: De heer Pruiksma heeft in onze richting opgemerkt dat er zijns inziens geen mo
tie meer moet worden ingediend met betrekking tot het wijkgezondheidscentrum, omdat dat ei al is ge
legd. Ik wijs er echter op dat u het op pagina 7 duidelijk weer ter discussie hebt gesteld bij de zaken
die nog kunnen worden gehandhaafd. Wij zijn echter van mening dat dat punt aan een herwaarderings-
onderzoek dient te worden onderworpen. Wij weten niet of u dat onderzoek ook wilt uitvoeren, maar
dat is een heel andere kwestie, zoals dat ook geldt voor de opmerking van de heer Pruiksma dat wij
hiermee ons gelijk willen proberen te halen. Wij zouden het wel jammer vinden als later blijkt dat wij
inderdaad ons gelijk hebben gekregen, in die zin dat het gezondheidscentrum wrange vruchten voor
Leeuwarden heeft opgebracht.
De heer Knol: Ik zit nog met een bepaalde vraag. Het vorig jaar hebben wij de stichting van de
evenementenhal behandeld en bij die gebeurtenis heb ik aangetoond welke luchtbellen in het toen voor
ons liggende beleidsplan zaten. Inmiddels zijn die luchtbellen zo'n beetje ontploft, maar ook bij mij
is nog wel de volgende vraag blijven hangen. De verplichtingen ten aanzien van de evenementenhal
zijn pas begin februari definitief geworden. De voorzitter heeft begin januari al de contouren aange
geven van het financiële débacle dat eraan zat te komen. Ik meen dat vlak voor die toespraak in het
college door de wethouder van Financiën de vraag aan de orde is gesteld of de evenementenhal, gelet