52 op het feit dat op dat moment nog geen verplichtingen waren aangegaan, niet ter heroverweging aan de raad moest worden voorgelegd. Kunt u mij zeggen waarom het college dat niet heeft gedaan? Ik wil vervolgens nog iets zeggen over de subsidie van 2.000,-- voor de ontwikkelingssamenwer king van de stichting die inmiddels is opgegaan in het KOS. PAL stelt voor die subsidie te handhaven en in principe voelen wij daarvoor ook wel iets, maar ik meen dat die stichting er nu beter van wordt, Aan alle gemeenten in Friesland is verzocht een subsidie van 0,02 per inwoner beschikbaar te stel len en Leeuwarden is een van de weinige gemeenten die daaraan voldoen. De 2.000,die nu wordf geschrapt, was in feite een extra subsidie, omdat de secretariaatswerkzaamheden van de voormalige stichting door de gemeente Leeuwarden werden uitgevoerd, waarvoor 4.000,in rekening werd ge bracht. Die uitgave kan nu vervallen, zodat de stichting er in wezen 2.000,— beter van wordt. (Me vrouw Van der Werf: Er zijn mijns inziens in de Derde Wereld projecten genoeg, zodat dit geen reden kan zijn om die subsidie af te voeren.) De Voorzitter: Ik constateer dat niemand vanuit de raad meer het woord wenst te voeren. Ik stel in de eerste plaats voor dat wij geen tweede pauze houden, maar dat wij hier een glaasje fris later, brengen. Wij hebbén met grote belangstelling geluisterd naar de verschillende filosofieën die op tafel zijn gelegd. Het is erg nuttig dat u die naar voren hebt gebracht, want op die manier moeten wij stap voor stap onze weg vinden om uit deze moeilijke situatie te komen. Ik meen evenwel dat het niet erg zin vol zou zijn daarop nu opnieuw in te gaan. Hopelijk zal het verslag van deze vergadering op een zo danig tijdstip gereed zijn dat het zal kunnen worden betrokken bij de verdere discussie over de totaal- problematiek, die tijdens de begrotingszitting in de afdelingen zal kunnen plaatsvinden. Wij zullen al les in het werk stellen om te bereiken dat het verslag van deze vergadering zo tijdig gereed is dat u de tijd zult hebben om rustig na te lezen hoe de verschillende visies liggen. Zoals ik al heb gezeg wordt een groot aantal van de beslissingen in dit verband niet vandaag genomen - wij geven nu met name een bepaalde richting aan - maar te zijner tijd, bij de behandeling van het beleidsplan. Wel moet u vandaag een besluit nemen over de diverse moties, want op basis daarvan en op basis van hetgeen wij u hebben voorgelegd, zullen wij het beleidsplan gaan uitwerken. Het is voor mij wat moeilijk bij het grote aantal moties dat nu op tafel ligt de goede volgorde te kiezen, in die zin dat eerst de verst strek kende moties in stemming worden gebracht, met name ook omdat verschillende moties elkaar overlap pen. Ik stel dan ook voor dat de moties in stemming komen in de volgorde waarin zij zijn ingediend. Allereerst kom ik dan bij het document dat de Partij van de Arbeid heeft ingediend en dat is on dertekend door mevrouw Brandenburg en de heer Van den Eist. Dat document bevat een aantal moties die ik, gelet op de discussie die is gevoerd, niet in één keer in stemming zal brengen. Ik zal steed: duidelijk proberen aan te geven welk punt aan de orde is, waarover men zich dan kan uitlaten. Mevrouw Van der Werf: Ik meen dat onze motie 2 het eerst in stemming moet worden gebracht, om dat die onder meer afwijzing van de verhoging van de gemeentelijke belastingen inhoudt. De Voorzitter: Inderdaad zijn de eerste twee moties van uw fractie verreweg het verst strekkend. Ik heb er geen enkel bezwaar tegen de moties 1 en 2 van PAL het eerst in stemming te brengen, waar na de volgorde kan worden aangehouden die ik zojuist aangaf. De eerste twee moties van PAL zijn de enige die de hele materie betreffen. Ik stel dan eerst aan de orde motie 1 van de PAL-fractie, waarvan het besluit als volgt luidt: "het beleid van de rijksoverheid ten aanzien van de gemeenten af te keuren en hiervan blijk te geven bij het parlement en de regering." Wethouder Ten Brug en ik hebben al uiteengezet waarom wij van me ning zijn deze motie te moeten ontraden. Motie 1 van mevrouw Van der Werf en de heer Van der Wal wordt met 31 tegen 3 stemmen verw- rpen. De Voorzitter: Vervolgens is aan de orde motie 2 van de PAL-fractie, waarvan het besluit als volgt luidt: "het ontwerp-dekkingsplan 1982-1986 vast te stellen overeenkomstig de door de PAL-fractie n haar notitie "Een politiek antwoord op de bezuinigingen in Leeuwarden" voorgestelde wijze." Motie 2 van mevrouw Van der Werf en de heer Van der Wal wordt met 32 tegen 2 stemmen verworpen. De Voorzitter: Ik keer thans weer terug naar het document van de Partij van de Arbeid, ondertekend door mevrouw Brandenburg en de heer Van den Eist. Ik stel in de eerste plaats aan de orde de motie, omschreven onder 1.1, waarvan de inhoud luidt: "De subsidies voor het Kreativiteitscentrum, de Stichting Culturele Centra en de Stichting Théskinke- rij te bevriezen op het niveau 1981Het college heeft u met klem aanvaarding van deze motie ont raden. Wij hebben begrip voor de inhoud ervan, maar wij zijn van mening dat het hier gestelde thuis hoort in fase 2, met name bij de gesubsidieerde instellingen. Motie 1 .1 van de heer Van den Eist en mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma wordt met 25 tegen 9 stemmen aangenomen. De Voorzitter: Wij zijn thans toe aan motie 1.2, inhoudend: "De subsidie commissie E— 10 te doen vervallen." De heer Van den Eist heeft voorgesteld die motie in fase 3 op te nemen. De gewijzigde motie 1 .2 van de heer Van den Eist en mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma wordt met algemene stemmen aangenomen. De Voorzitter: Ten aanzien van motie 2.2 kan ik bevestigen hetgeen de heer Van den Eist heeft uiteengezet. Wanneer dit probleem op de helling staat, zullen wij niet wachten tot het jaar 1983 is aangebroken, maar reeds in 1982 van start gaan. Ik meen dat gelet op deze verklaring de motie over bodig is geworden en ik constateer dat de heer Van den Eist het daarmee eens kan zijn. Op het gestelde in motie 3.1 zullen wij nader ingaan in de nota herwaardering bij het punt be lastingen, dat in die nota het laatste punt zal zijn. Ik concludeer dat ook deze motie niet in stemming behoeft te komen Ik kom voorts bij motie 3.2, een motie die geen directe consequenties heeft, maar die de heer Van den Eist wel wil handhaven. Ik meen dat hij die motie bedoelt als een steun in de rug voor het col lege Ik laat nu maar even de vraag of wij die steun al of niet nodig hebben buiten beschouwing. Motie 3.2 van de heer Van den Eist en mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma wordt met algemene stem men aangenomen. De Voorzitter: In motie 3.3 is een aantal projecten genoemd ten aanzien waarvan de indieners voorstellen die in de herwaarderingsnota op te nemen, naast de projecten zoals die door ons zijn aan gedragen. Ik heb begrepen dat wij die projecten dienen te bekijken en mee te wegen, waarna wij er commentaar op moeten geven. De beslissing zal dan kunnen worden genomen op het moment waarop de nota herwaardering aan de orde is. Ik begrijp dat de raad over de elf in deze motie genoemde pun ten afzonderlijk wil stemmen. Punt 1 van motie 3.3 van de heer Van den Eist en mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma wordt met alge mene stemmen aangenomen. Punt 2 van motie 3.3 van de heer Van den Eist en mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma wordt met alge mene stemmen aangenomen. ^unt 3 van motie 3.3 van de heer Van den Eist en mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma wordt met 29 tege^ 5 stemmen aangenomen. Punt 4 van motie 3.3 van de heer Van den Eist en mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma wordt met alge mene stemmen aangenomen. Punt 5 van motie 3.3 van de heer Van den Eist en mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma wordt met alge mene stemmen aangenomen Punt 6 van motie 3.3 van de heer Van den Eist en mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma wordt met 18 tegen 16 stemmen aangenomen. Punt 7 van motie 3.3 van de heer Van den Eist en mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma wordt met 29 tegen 5 stemmen aangenomen. Punt 8 van motie 3.3 van de heer Van den Eist en mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma wordt met algemene stemmen aangenomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 28