22
tige discussies en volzinnen over de vermaatschappelijking en de uitbreiding van de dienstverlenende
taak van de politie, doen daar niets aan af. Het politiebeleid en het politiegebeuren zijn op die manier
vol tegenstrijdigheden. Met de mond wordt meer openheid beleden. In de dagelijkse praktijk sluit het
wereldje zich als een oester. Gepraat wordt over uitbreiding van de dienstverlenende taak van de poli
tie, maar in de praktijk ontstaan goed uitgeruste arrestatieteams. Gediscussieerd wordt over de decentra
lisatie van het politie-apparaat, maar in de praktijk worden er wettelijke maatregelen voorbereid die
ertoe leiden dat de besluitvorming zich op een hoger niveau en met grotere eenheden zal gaan afspelen,
In het beleidsplan van de Leeuwarder politie wordt deze tegenstrijdigheid bevestigd op de meest een
voudige wijze, namelijk door niet te praten over de tendens van centralisatie, specialisatie en vermili
tarisering. Er wordt in het beleidsplan maar één ontwikkeling in doelstelling en organisatie beschreven,
namelijk die met betrekking tot de dienstverlenende taak. Een en ander is een tendens naar meer open
heid, een vertrouwensrelatie met de bevolking en een horizontale gedespecialiseerde organisatiestruc
tuur. Wij vinden dat een ongerijmdheid. Mijn fractie is voor meer openheid, is ervoor dat de politie
dichter bij de bevolking wordt gebracht en is voor een horizontale en democratische besluitvormingen
organisatiestructuur bij de politie. Wij zijn ook voor despecialisering van de politie. Een en ander moet
dan gelden voor het hele politie-apparaat en niet voor enkele taken. Wij zijn dus voor afschaffing van
de speciale eenheden, zoals de ME en anderen. Elke ontwikkeling in de richting van specialisatie en
centralisatie moet volgens ons worden tegengegaan. Mijn fractie vindt ook dat openheid geen op zich
zelf staande zaak is, maar onlosmakelijk verbonden is met zaken zoals openbaarheid van de politie en
democratische zeggenschap over de politie. Twee zaken die ook in het beleidsplan niet aan de orde ko
men, hetgeen wij een ernstig tekort vinden. Wij zijn voorstanders van openbaarheid van politietaken,
taktieken, —instructies en dergelijke. Ook vinden wij dat het onmogelijk gemaakt moet worden dat de
politie informatie verwerft via oncontroleerbare kanalen en gegevenssystemen die niet voor dat doel zijn
opgezet. Het betekent ook dat iedereen te allen tijde inzage moet kunnen krijgen in de gegevens die de
politie over de betrokkene heeft. Democratische controle is er nu niet. Wat betreft de gemeentelijke po
litietaken staat de burgemeester aan het hoofd van de politie. De Leeuwarder politie heeft op dit beleid
geen directe invloed of controle, laat staan op de taken die onder de bevoegdheid van de minister van
Binnenlandse Zaken vallen. Wij vinden dat alle taken gedecentraliseerd moeten worden en dat de ge
meenteraad hoofd van de politie behoort te zijn. Daarmee zijn wij er natuurlijk nog niet, want de demo
cratische controle van de bevolking vraagt meer dan alleen maar een controle van de gemeenteraad. Het
zal u duidelijk zijn waar het om gaat. Dichter bij de burger staan, zonder dat die burger weet wat de
politie uitspookt en zonder dat die burger greep heeft op de politie, zou kunnen uitdraaien op infiltratie
in plaats van integratie en tast bovendien de privacy nog verder aan.
Naast alles wat ik al genoemd heb missen wij nog meer in het beleidsplan. Men mag toch van een
poli tie-beleidsplan meer verwachten dan een organisatieplan? Er staat in het beleidsplan niets over het
klachtenbeleid bij de politie, over het geweldaspect bij de ordehandhaving, over prioriteitenstelling bij
het opsporingsbeleid, over de signaleringsfunctie van tekorten in het gemeentelijk beleid, over wenselijk
geachte vorming en training, over privacy bij de persoonsregistratie en over de functie van de gemeen
telijke Commissie voor de Openbare Orde. Kortom, een organisatorisch maar inhoudelijk leeg verhaal.
Aan een dergelijk beleidsplan hebben wij geen behoefte. De deelnota's die nog moeten verschijnen,
zullen wat ons betreft anders van opzet moeten zijn. Ten eerste zal in die deelnota's de wijze waarop
inhoud gegeven kan worden aan artikel 129 van de gemeentewet, voorzover het het bestuur van de bur
gemeester betreft, aan de orde moeten komen. Voor ons betekent het in ieder geval dat, vooruitlopende
op wettelijke veranderingen, de Commissie voor de Openbare Orde in het openbaar moet vergaderen en
in het openbaar betrokken moet worden bij de controle op het beleid, het beheer en de exploitatie van
het politie-apparaat. Ten tweede zal in de deelnota's ingegaan moeten worden op de verhouding tussen
de politionele taakopvatting op gemeentelijk gebied en de landelijke tendens naar centralisatie, specia
lisatie en militarisering. Als onze opvatting geldt daarbij dat de bewapening van de politie moet worden
afgebouwd, traangas, automatische wapens en honden onmiddellijk moeten worden afgeschaft, de sur
veillance op straat ongewapend moet gebeuren, de bijstand aan andere gemeenten alleen is toegestaan
na toestemming door de gemeenteraad, de registratie bij de politie wordt beperkt, het inzage- en cor
rectierecht bij de registratie wordt geregeld en de BVD-taken door de politie worden geweigerd.
(Applaus op de publieke tribune)
Mevrouw De Jong: Het beleidsplan voor de politie is een nieuw fenomeen, zo stelt de raadsbrief. Ik
vind het daarom des te meer prijzenswaardig dat wij dit beleidsplan voor ons hebben liggen. Wat ik be
langrijk vind, is dat het een aanzet wil geven tot het halen van de politie uit het gegroeide isole
ment. Het is op zich al een compliment waard dat het beleidsplan qua taal duidelijk is. Hoewel in het
beleidsplan de organisatiestructuur behoorlijk is uitgespit en de beleidszaken wat minder aan de orde
komen, wordt ook gesteld dat het niet meer wil zijn dan een aanzet tot een discussie rond de politionele
zorq in Leeuwarden. Wij kunnen allemaal constateren dat de maatschappijverandering een enorme taak
verzwaring voor de politie met zich meebrengt. Daar staat meen ik geen redelijke uitbreiding van man
kracht tegenover. Ik wil dat toch wel even onderstrepen. Er wordt dus een sterke wissel getrokken op de
individuele politieman. Aan het wegnemen van oorzaken van knelpunten in onze maatschappij wordt
volgens mij in het beleidsplan te weinig aandacht besteed. Ik vind ook dat het beleidsplan een aanzet
kan zijn tot het dichter bij brengen van de politie bij de bevolking.
Toch heb ik nog een paar punten die ik in het beleidsplan graag genoemd had willen zien. Die pun
ten zijn: meer openheid, inzage door betrokkene zelf in eigen gegevens die bij de politie aanwezig zijn
en privacy van de persoonsregistratie.
De Voorzitter: Ik ben blij dat het beleidsplan voor de Leeuwarder politie door u allen, met uitzon
dering van mevrouw Van der Werf, positief is ontvangen. Ik zou willen beginnen met te zeggen dat ik de
woorden van mevrouw Willemsma onderlijn. Zij heeft gezegd dat voor het eerst een dergelijk beleids
plan voor de politie in een openbare vergadering van de gemeenteraad aan de orde komt. Dat is niet al
leen voor Leeuwarden een unicum, er zijn praktisch nog geen gemeenten in Nederland waar een be
leidsplan voor de politie in het openbaar aan de orde is geweest. Wel zijn er deelnota's aan de orde
geweest. Men tracht ook in verschillende met name grote gemeenten tot beleidsplannen te komen. Ons
beleidsplan is een van de eerste beleidsplannen voor de politie dat in Nederland tot stand is gekomen.
Ik wil nogmaals herhalen dat het de eerste keer is dat de gemeenteraad over een stuk als dit discussieert.
Deze discussie is op zich een goede zaak. Wij constateren namelijk de laatste jaren een ontwikkeling
die het werk van de politie duidelijker wil maken en meer ter discussie wil stellen. Steeds meer mensen,
zowel in bestuur, in de samenleving als bij de politie zelf, zijn er van overtuigd dat het een erg goede
zaak is dat er een uitwisseling van gedachten plaatsvindt over de taak van de politie en haar wijze van
opereren in de samenleving. Met die uitwisseling van gedachten zijn wij vanavond bezig. Het beleids
plan pretendeert niet meer te zijn dan een aanzet om u en de politie een inzicht te geven in het func
tioneren van de politie. In hef verleden is nog nooit een poging gedaan om zo duidelijk op een rij te
zetten wat de politie doet. Waarom is een dergelijke poging in het verleden nooit gedaan? De politie
had en heeft een taak op grond van de Politiewet. Jn het verleden is vrij algemeen de houding geweest
dat de politie zowel preventief als repressief moest optreden tegen datgene wat in de maatschappij niet
als goed werd ervaren. Aan dit optreden hebben echter nooit beleidsnota's ten grondslag gelegen. In het
kader van de totaliteit trachtten de korpsen hun taken uit te voeren.
Mevrouw Van der Werf heeft gezegd dat haar kritiek niet zozeer tegen de politie is gericht als wel
tegen de totale opzet van onze huidige samenleving. Ik moet u er echter op wijzen dat wij, wanneer wij
praten over een beleidsplan voor de politie, te maken hebben met wetten en regelingen die in onze sa
menleving gelden. Een van die wetten is de Politiewet, daar kunnen wij niet omheen. Wij kunnen alleen
maar trachten om binnen het kader van de Politiewet in te vullen op welke wijze de politie zo goed mo
gelijk kan functioneren. Een aantal sprekers heeft er ook al op gewezen dat de politie om verschillende
redenen thans niet meer in staat is om te handelen zoals dat in het verleden werd gedaan. Ik heb zojuist
al gezegd dat de politie in het verleden tegen alles wat zich voordeed in de samenleving dat in strijd
was met de wetten en regelingen optrad. Een en ander is alleen al uit praktische overwegingen niet meer
haalbaar. De samenleving is zodanig veranderd dat het politie-apparaat in toenemende mate prioriteiten
moet stellen en keuzes moet maken. Een erg belangrijk facet is daarom om binnen de algemene kaders
van de Politiewet te trachten zich duidelijk voor ogen te stellen waar men mee bezig is.
Ik zou dan nu willen ingaan op een aantal concrete opmerkingen die uwerzijds zijn gemaakt. De
heer Buising heeft gesteld dat nog niet is uitgemaakt waar in de huidige samenleving de verantwoorde
lijkheid van de burgers eindigt en waar die voor de politie begint. Op dit punt wordt ook in het beleids
plan gewezen. Ik ben het met de heer Buising eens en vind het ook een belangrijk uitgangspunt. Volgens
mij kan men voor het punt van de verantwoordelijkheid geen algemene stelling poneren. Men zal hierbij
rekening moeten houden met de grote verschillen in de samenleving in de grote en middelgrote steden en
op het platteland. Daarom is het erg belangrijk dat er beleidsplannen worden gemaakt waarbij men
tracht zoveel mogelijk in te spelen op de plaatselijke omstandigheden. In Leeuwarden hebben wij niets
te maken met situaties zoals die zich voordoen in Amsterdam en op het platteland. Wij zitten daar als
gemeente Leeuwarden net tussen in en moeten daar dan ook rekening mee houden. Bovendien wil ik nog
opmerken dat over de vraag waar de verantwoordelijkheid van de burgers eindigt en die van de politie
begint door diverse groepen in de samenleving verschillend wordt gedacht. Ook daarop zal men moeten
proberen zo goed mogelijk in te spelen. Wij zijn met u van mening dat er naar gezocht moet worden
waar zowel voor de burgers als voor de politie de grens van de verantwoordelijkheid ligt. Er zal echter
nog veel studie zowel op landelijk als op gemeentelijk niveau nodig zijn om concreet aan te geven waar
die grens ligt.