W29
I nu zelf met de heer Muller gaat kijken morgenochtend, dan kunt u het probleem samen oplossen.)
vervoer, dus dat geeft ook geen problemen. Blijft nog over een aantal auto's en die kunnen beter weg
blijven, want er zijn geen parkeergelegenheden bij de ziekenhuizen.) Afgezien van het feit of er wel
of geen parkeerplaatsen zijn is het zo dat degenen die de zieken gaan bezoeken een relatie hebben
met de familie van de patiënt en dat betekent dat zij zich best op de hoogte kunnen stellen in welk
deel van de stad het ziekenhuis ligt en hoe zij de afslag kunnen vinden. (Mevrouw Zondag—Demes:
Hoe komt het dan dat deze vraag steeds weer terugkomt?) Er zijn veel meer vragen die jaarlijks in
een raadsvergadering terugkomen. Wat dat betreft maakt deze vraag geen uitzondering. (Mevrouw
Zondag—Demes: Wat betreft de gelegenheid tot parkeren bij de ziekenhuizen moet ik u zeggen dat dit
toch wel erg meevalt bij Triotel en het BonifatiushospitaalIk wil toch graag punt 143 omtrent de be
wegwijzering naar de ziekenhuizen claimen.)
De heer De Jong: Ik vraag mij af of de wethouder het door mij gedane voorstel om het hek dat voor
Amicitia staat te verplaatsen, kan betrekken in het onderzoek dat zal worden gedaan naar de situatie
op het kruispunt Beursplein.
Van de voorzitter heb ik begrepen dat men maar niet naar de ziekenhuizen moet gaan, omdat er
toch geen parkeerruimte is. Aan hem wil ik dan ook vragen of hij van mening is of dit gegeven een
facet kan zijn waarom de winkeliers in de binnenstad het zo rustig hebben tegenwoordig.
Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Ik heb nog geen antwoord gekregen op mijn vraag wanneer een
moderne automatische verkeerslichtinstallatie bij de Plantage wordt geplaatst.
De heer Rijpma (weth.): U krijgt hierover een voorstel in de volgende raadsvergadering.
Punten 145 t.e.m. 150.
De heer Janssen: Ik wil graag inhaken op punt 145. Terugkomend van een vergadering van de
Commissie Openbare Werken zag ik tot mijn verbazing in plaats van de gebruikelijke met reclame
versierde auto een versierde fiets op de pijp bij de Wortelhaven staan en ik vraag mij af waar dit
naar toe moet. (De heer Ten Brug (weth.): De sandwichman.) Ja, de sandwichman komt terug en mis
schien de Persilman op hoge stelten ook, maar ik ben van mening dat het er niet beter op wordt Is wij
dergelijke dingen toestaan. Ik wil er daarom op aandringen dat de herziening van de Politiewet zeer
snel aan de orde komt, zodat in ieder geval aan dit soort zaken iets kan worden gedaan.
In punt 148 wordt de klacht geuit dat er veel te snel wordt gereden op de Brandemeer in Bilgaard,
Hierover zou ik een opmerking willen maken. De te snelle rijders zijn meestal mensen die in de vijk
thuishoren. Ik kan mij niet voorstellen dat er veel doorgaand verkeer op die plaats is. Zou het net
veel zinvoller zijn dat de wijkbewoners een actie beginnen tegen hun eigen te snelle rijders? Moge
lijk kunnen zij in het wijkorgaan een stuk schrijven over deze problematiek, zodat de daar wonende
automobilisten er rekening mee kunnen houden dat er spelende kinderen kunnen zijn. Ik zie niet in
wat de gemeente aan dit probleem zou kunnen doen. Het gaat mij veel te ver om een wegversmalling
aan te leggen, want dan zou men praktisch op alle wegen wel obstakels kunnen aanbrengen.
De heer De Jong: Naar mijn mening is uw antwoord op vraag 147 wat te eenvoudig. De lantaarn
palen op de Troelstraweg richten zich duidelijk op de straatweg. Zowel op het fietspad als op het
trottoir is er perse te weinig licht en ik wil daarom met klem verzoeken dit punt toch maar eens
de Commiss' Openbare Werken aan de orde te stellen.
Mevrouw Zondag—Demes: Punt 146 bevat een heel lange vraag en ook een heel lang antwoor U
heeft inmiddels opdracht gegeven de struiken in de middenberm van de Dammelaan tot op een afstand
van 50 meter vanaf het kruispunt te verwijderen. Mag ik hieruit concluderen dat een en ander op zeer
korte termijn gaat gebeuren en mag ik dan zelfs zo vrij zijn om op korte termijn te vertalen in volgende
week? Tot nu toe is er niets gebeurd.
De heer Rijpma (weth.): Ik wil ten aanzien van vraag 146 het antwoord graag overlaten aan de
directeur Openbare Werken.
De heer Muller: Tenzij ik verkeerd ben ingelicht, is het verwijderen van de struiken aan de am-
melaan al minstens drie weken geleden gebeurd. (De Voorzitter: Ik stel voor dat mevrouw Zondag en de
heer Muller er morgenochtend samen heengaan.) (Mevrouw Zondag-Demes: Ik heb vanmorgen de omwo
nenden gebeld, maar er is sinds twee maanden niets aan de situatie veranderd.) (De Voorzitter: Als u
I (Mevrouw Zondag—Demes: Dan moet ik denkelijk ook nog 50 meter vanaf het kruispunt gaan afmeten.)
I|cwil wel een meetband meenemen. (Mevrouw Zondag—Demes: Ik laat het graag aan de directeur Open-
I bare Werken over.)
I Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Ik wil graag een opmerking maken over punt 148. Zowel in de
I Wollegaast als op het Luchtenrek zijn rode fietsstroken aangebracht, doch niet op de Brandemeer. Ik
I weet dat in het fietspadenplan het Ludinga, dat evenwijdig loopt aan de Brandemeer, als fietsroute
I is aangewezen, maar de praktijk is dat de mensen fietsen op de Brandemeer. Waarom kunnen daar
I geen rode fietsstroken worden aangelegd? Parkeren gebeurt op de Brandemeer in parkeerhavens bij de
I woningen. De auto's zullen dan wel even over het fietspad moeten rijden, maar dat lijkt mij toch
I beter dan helemaal geen fietspad.
De heer Rijpma (weth.): Het punt dat mevrouw Brandenburg aanroert zal snel worden bekeken.
I De heer Janssen vraagt naar de nieuwe APV. (De Voorzitter: Het zal nog wel een jaar of twee
I luren voordat die hier op tafel ligt. Ik wil de heer Janssen wel toezeggen dat ik het punt reclame-
I voertuigen nog een keer zal opnemen met de politie en KAZ, want dit verschijnsel neemt inderdaad
toe. Wij moeten overwegen of wij niet toch een tussentijdse wijziging moeten aanbrengen in de APV
of in de parkeerexcessenverordening, opdat wij aan dit probleem iets kunnen doen. In VFG-verband
ismen bezig met de APV en als men daar klaar is, moet het werkstuk hier nog weer door een commissie
worden bekeken. Zonder overdrijving kan ik zeggen dat het nog minstens twee jaar duurt voordat deze
zaak rond is. Ik zal echter met de politie en KAZ overleggen of wij toch niet tussentijds met een wij
ziging moeten komen.)
De heer Janssen geeft in zijn opmerkingen over het te snel rijden op de Brandemeer een suggestie
oan het wijkcomité Bilgaard. Ik wil best bevorderen dat men dit gewaar wordt. (De heer Van der Wal:
Verwacht u daar iets van?)
De heer De Jong is van mening dat de bomen "vol in blad" op de Troelstraweg te weinig kunst
licht doorlaten. Dit is waarschijnlijk een verschil in beoordeling. Persoonlijk beoordeel ik de noodzaak
om hier iets aan te doen als zeer gering. Aan de andere kant hebben wij in de Commissie Openbare
Werken best eens een ogenblikje tijd over en kunnen wij dit punt eens bespreken. (De heer De Jong:
Het is een feit dat een gedeelte van de Troelstraweg donker is en als ik u dan vraag of u dit punt in de
Commissie Openbare Werken aan de orde wilt stellen, zegt u dat u wel eens een zinnige reactie wilt
geven als er eens een momentje over is.) (De Voorzitter: Dit punt komt aan de orde in de Commissie
Openbare Werken. Daar wordt het nog een keer bekeken.)
G. Dienst Stadsontwikkeling.
De heer Van der Wal: Vraag 162 handelt over het secretariaat van de nieuwe Commissie Welstands-
zorg. Ik herinner mij dat dit punt indertijd in de Commissie Ruimtelijke Ordening een paar keer be
sproken is en dat erg veel nadruk werd gelegd op de onafhankelijke positie van het secretariaat. Voor
de aan te stellen secretaris zou een sollicitatieprocedure op gang worden gebracht. Inmiddels heb ik
gehoord dat het een interne sollicitatie is geworden en dat een ambtenaar van Bouw- en Woningtoe
zicht via een soort functieverdeling deze positie krijgt. Als dit feit juist is, is de sollicitatieprocedure
niet in overeenstemming met de bedoelingen van de Commissie RO verlopen. Later is dit punt wel in de
raad aan de orde geweest. B. en w. hebben toen echter toegezegd een sollicitatieprocedure op gang
te brengen en derhalve zijn hierover geen problemen gemaakt.
De heer Janssen: Ik wil graag iets zeggen over punt 161 betreffende de volkstuinen. Er zijn veel
mensen die uit liefhebberij tuinieren. De volkstuincomplexen liggen aan de rand van de wijken. Ik
ben van mening dat het een zinnige zaak zou zijn te proberen volkstuincomplexen binnen de wijken
te krijgen. De volkstuinliefhebber hoeft dan niet zo ver van huis voor zijn hobby. De stukken grond
die als volkstuinen uitgegeven zouden kunnen worden, zouden anders mogelijk worden bestemd als
openbaar groen. Enerzijds zou dit voorstel de gemeente een besparing opleveren op het onderhoud
van openbaar groen en anderzijds zou het voor de liefhebber enorm plezierig zijn de tuin wat dichter
bij huis te hebben.
De heer Rijpma (weth.): De heer Van der Wal kan ik meedelen dat een speciale advertentie is ge
plaatst voor het aantrekken van een secretaris van de Welstandsadviescommissie. Deze functionaris is
°p 1 oktober j.l. in dienst getreden en werkt zich nu in. Op 1 januari 1982 zal het welstandstoezicht
gaan functioneren op de wijze zoals de raad indertijd heeft vastgesteld.