r 11
10
De heer Sterk: In het antwoord op vraag 45 wordt gezegd dat besprekingen gaande zijn over de mo
gelijkheden voor het voormalige politiebureau. Welke bezetting heeft het voormalige politiebureau op
dit moment en zijn al nadere voorstellen bekend omtrent verhuur of verkoop van dit pand?
De Voorzitter: Eerst zal ik de vraag van de heer Buising beantwoorden over het verhuren of afstoten
van de panden Wissesdwinger 1 en Jacobijnerkerkhof 50. Voor beide panden worden op het ogenblik be
sprekingen gevoerd met potentiële belanghebbenden en ik heb de indruk dat de belangstelling erg seri
eus is. Het grote probleem is echter dat wij het eens moeten worden over de bedragen die moeten worden
betaald. Wij zijn bezig met enkele instellingen waarvan ik liever geen namen noem op dit moment. Voor
Wissesdwinger 1 lijkt het ons qua huisvesting een erg goede zaak, maar het te verwachten rendement zou
in dat geval lager liggen dan het rendement waarmee in het beleidsplan rekening is gehouden. U voelt
daarom wel waar de schoen ietwat wringt. In het geval Jacobijnerkerkhof 50 ben ik een tikkeltje opti
mistischer, maar ook daar zou dit punt een rol kunnen spelen. Het pand is echter veel kleiner dan Wis
sesdwinger 1 en dan komt men wellicht wat dichter bij het streefbedrag. (De heer Buising:Heeft u enig
idee hoe lang de door u bedoelde onderhandelingen nog zullen duren?) In beide gevallen heb ik dein
druk dat de beslissing op vrij korte termijn kan worden gerealiseerd. (Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma:Ik
wil nog graag een opmerking maken over Jacobijnerkerkhof 50. Hier was de Sociale Dienst gevestigd
Het is nu maar de vraag hoe de raad in het geheel van het bestemmingsplan Rondom de Grote Kerk de
bestemming van dit pand vaststelt.) Dat is inderdaad waar, maar dat zijn twee verschillende zaken. (Me
vrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Als een woonfunctie op dit pand wordt gelegd, zoals gisteravond naar vo
ren kwam in de Commissie RO, wordt de situatie anders.) De vraag is wel gemakkelijk, maar het ant
woord is wat moeilijk. In het algemeen is het zo dat bestemmingen, die liggen op een pand op het mo
ment dat het bestemmingsplan wordt vastgesteld, blijven gelden tot aan het tijdstip van vertrek van de
bewoner van het pand. Pas daarna komt de nieuwe bestemming er op. (Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma:
Dan moeten wij dus opschieten.) Ik heb al tegen de heer Buising gezegd dat wij ons uiterste best zullen
doen snel tot resultaten te komen.
Dan zijn wij nu toe aan de vraag van mevrouw Zondag over het Woningbedrijf in Oldegalileè'n. Om
een aantal redenen zijn wij momenteel zeer intensief met deze kwestie bezig en ik heb de indruk dat
wij toch wel binnen vrij afzienbare tijd tot een eindbeslissing kunnen komen voor wat betreft het Wo
ningbedrijf. Ik kan u ook wel zeggen waarom wij nog niet tot een beslissing zijn gekomen. Wij weten
dat andere woningbouwcorporaties op dit moment ook zoeken naar nieuwe of andere kantooraccommoda
tie en werkplaatsen en wij vinden het zinvol om met deze woningbouwcorporaties overleg te plegen.
Niet met de bedoeling om één groot woningbedrijf te worden, maar het zou om praktische en economi
sche redenen een goede zaak kunnen zijn om bijelkaar te zitten. Wellicht zouden wij van beide kanten
daarvan voordeel kunnen hebben. Wij willen deze kans niet voorbij laten gaan. Wethouder Geerts werkt
hard aan deze zaak en hoopt op vrij korte termijn de besprekingen te kunnen afronden. Wij hebben een
bepaald beeld voor ogen wat er met het Woningbedrijf moet gebeuren en ik verwacht derhalve dat wij
binnen afzienbare tijd tot een beslissing kunnen komen.
De heer De Jong heeft een vraag over St. Jacobsstraat 25„ De heer De Jong is wel goed op de
hoogte, maar hij heeft zijn zaken niet helemaal bijgehouden. Wat hij ons zojuist vertelde is nog geen
prehistorie, maar toch wel historie. De door de heer De Jong aangehaalde motie is later achterhaal
door andere beslissingen van de raad. Op het moment dat besloten werd geen kantoren te huren in de
eventuele nieuwbouw op de hoek van de St. Jacobsstraat/Gouverneursplein, hebben wij geconcludeerd
dat wij het pand St. Jacobsstraat 25 niet zouden kunnen verlaten. Dit punt is aan de orde geweest en de
raad heeft hiermee destijds ingestemd. Zo ligt thans de situatie. (De heer De Jong: In de motie was ech
ter duidelijk gesteld dat, zodra het winkelcentrum op de hoek van de St. Jacobsstraat/Gouverneursplein
gereed zou zijn, aan het pand St. Jacobsstraat 25 weer een winkelfunctie zou worden gegeven. Wellicht
is deze zaak achterhaald, maar ik vroeg mij af of de in vraag 44 aan de orde gestelde kwestie niet in
strijd is met de destijds aangenomen motie.) Deze kwestie is niet in strijd met de motie, doch was in
strijd daarmee. De motie bestaat niet meer, omdat de strijd gestreden is.
De heer Sterk heeft een vraag over het voormalige politiebureau naar aanleiding van punt 45. Ik
kan hierover zeggen dat het beter zou zijn geweest als wij het politiebureau wat eerder hadden kunnen
afstoten. Wij worden nu geconfronteerd met het feit dat men niet zo gemakkelijk meer van panden af
komt. Wij werken er wel aan. Ik moet u echter zeggen dat er op dit ogenblik geen enkel perspectief is
voor een bestemming van het voormalige politiebureau. Wij hebben voorlopig de Gemeentelijke Plant
soenendienst maar in het pand gehuisvest, omdat het ons niet verstandig leek het pand leeg te laten
staan. De Plantsoenendienst moet binnen enkele maanden toch verhuizen naar de nieuwe huisvesting in
Amicitia, vandaar dat wij deze dienst voorlopig in het oude politiebureau hebben ondergebracht. (De
heer De Jong: Zet de St. Jacobsstraat 25 er dan ook maar in.) Als de heer De Jong de dekking hiervoor
kan aangeven, zullen wij dit voorstel ernstig overwegen. (De heer Sterk: Ik begrijp dat de Plantsoenen
dienst wel eens langer in het pand kan blijven dan gewenst is.) Dat ben ik inderdaad met de heer Sterk
eens. De Plantsoenendienst zou wel eens langer in het pand kunnen blijven zitten dan gewenst is. (De
heer Sterk: Komt daarna ook kantoorruimte vrij voor het Gemeentelijk Woningbedrijf?) Formeel zou ik
[Doeten antwoorden dat inderdaad ruimte vrij komt voor het Woningbedrijf. Het zou echter geen goede
zaak zijn het Woningbedrijf in het voormalige politiebureau te huisvesten. Ik heb u al gezegd dat wij de
Plantsoenendienst niet in het voormalige politiebureau hebben ondergebracht omdat wij zo hoognodig
een andere huisvesting voor deze dienst moesten hebben, maar omdat het in onze huidige samenleving
nietzo'n prettig gevoel is om panden leeg te hebben staan, ook voor de gemeente niet.
E. Automatisering.
Mevrouw Otsen: Allereerst wil ik graag vragen wanneer het beleidsplan automatisering in de raad
aan de orde komt. Dan lees ik in het antwoord onder punt 2 dat nogal wat werkzaamheden zullen ver
dwijnen ten gunste van andere met de automatisering samenhangende werkwijzen. Naar mijn mening
komt in het beleidsplan erg summier aan de orde wat de gevolgen van automatisering zijn voor het per
soneel. Ik vraag mij af of deze gegevens niet wat duidelijker kunnen worden aangegeven in het plan.
Als het gaat om omscholing of begeleiding, kan onbekendheid met de feiten wellicht wat onzekerheden
geven bij die mensen voor wie de automatisering in belangrijke mate consequenties kan hebben. Ik zou u
derhalve willen vragen of u de toezegging kunt doen de gevolgen van automatisering voor het personeel
uitgebreider op te nemen in het beleidsplan.
De Voorzitter: Wij hebben hiervan nota genomen. Wij zullen trachten dit zo uitvoerig mogelijk te
doen.
G. Diversen.
Mevrouw Van der Werf: Ik wil graag een korte opmerking maken over het antwoord op vraag 54,
waarin u zegt het papier van de Memorie van antwoord niet tweezijdig te willen bedrukken, omdat de
raadsleden zo handig aantekeningen kunnen maken op de lege ruimten. Ik ben van mening dat 500,
toch een vrij fors subsidiebedrag is dat aan de raadsleden wordt gespendeerd. Deze mensen kunnen best
een schrijfblokje kopen om aantekeningen op te maken. Bovendien gaat het niet alleen om deze Memo
rie van antwoord. Ook bij andere nota's is het gebruikelijk slechts één kant van de bladzijde te bedruk
ken, vandaar onze vraag om het in het vervolg tweezijdig te doen. Het scheelt in de kosten en in pa
pier. Bovendien willen wij u verzoeken bij de eventuele aanschaf van een nieuwe reproductiemachine
erop te letten dat een machine wordt gekocht die wel kringlooppapier kan verwerken, want die zijn er
wel degelijk»
De Voorzitter: Ik ben van mening dat het praktisch is wat ruimte te hebben voor notities, maar als de
raad ons verzoekt het papier tweezijdig te bedrukken, hebben wij daar geen overwegende bezwaren te
gen. Als toch niemand ooit notities maakt, dan is het een goede zaak. (Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma:
Aantekeningen kunnen wel in de kantlijn.) Misschien dat wij wat meer op deze zaken moeten letten.
Wij hebben er al een paar keer over gesproken of wij ook niet op deze punten wat efficiënter kunnen
werken. Wij doen ons best. (Mevrouw Van der Werf: Ik vind het te gek om over dit soort zaken raadsuit-
spraken te vragen, maar als wij hier zo bij elkaar zitten zie ik maar een enkele keer een raadslid een
aantekening maken en dan kan het papier toch wel tweezijdig worden bedrukt. De stukken zijn ook weer
wat minder dik en dat scheelt weer in de portokosten.) (Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Ik ondersteun
het voorstel van mevrouw Van der Werf.) Ik zie de heer Van Kats hier de toezegging noteren dat meer
stukken aan twee zijden zullen worden bedrukt, dus ik denk dat het wel in orde komt.
PAR. 2. BELEIDSSECTOR OPENBARE VEILIGHEID.
A. Politie.
Punten 55 t.e.m. 58.
De heer Buising: Naar aanleiding van punt 56 wil ik graag een paar opmerkingen maken. Wij hebben
en'ge tijd geleden in de raad de beleidsnota voor de politie vastgesteld. Een van de stellingen waar wij
vanuit gingen en waar wij het overigens ook over eens waren was dat de beleidsnota in wezen nog maar