26
lege dat een keuzemogelijkheid ten aanzien van overgaan naar de B3-stichting of bij de gemeente blij
ven voor ons personeel op dit moment niet meer valt te rechtvaardigen. Uitgangspunt voor ons is dat wie
het meerdere krijgt, het mindere niet meer moet mogen willen. Ik merk in dit verband op dat verschil
lende drempels die het ambtenarenrecht kent in de rechtspositie van werknemers van de nieuwe stichting
zijn weggenomen. Of dat door alle leden van het college in het Georganiseerd Overleg voldoende hel
der uiteen is gezet, is een andere vraag waarop wij hier niet ingaan.
Een punt is ook de overdracht van bevoegdheden. Met hetgeen u daarover in het raadsvoorstel zegt,
zijn wij het eens. De oprichting van de stichting zou om wat voor reden dan ook administratief enigszins
kunnen worden vertraagd; de procedures zijn nu eenmaal langgerekt. Om de zaak echter wel sluitend te
houden, stellen wij het op prijs over een periode van bijvoorbeeld drie maanden van het college te ho
ren hoe de zaak er juridisch voor staat. In dit verband mag worden herhaald dat alles er op wijst dat
aanwijzing tot de B3-stichting er staat aan te komen zo gauw de oprichting zal hebben plaatsgevonden.
De pensioenbreuk, een verhaal apart, heeft de gemoederen danig verhit. Ons personeel heeft er
echter in het geheel geen last van, want het blijft bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds verzekerd.
Ten aanzien van het personeel van de andere ziekenhuizen hebben wij als gemeente geen taak en kun
nen wij ook geen garanties bieden. Het Centraal Orgaan Ziekenhuistarieven en het departement geven
niet thuis. Een vage belofte naar dat deel van het personeel neemt al snel de gedaante aan van de nieu
we kleren van de keizer. Daar zijn de mensen allesbehalve mee geholpen.
Ten aanzien van de overdracht van het vermogen aan de nieuwe stichting blijft één kort vraa' e
over. Wij hebben uiteraard geen enkel bezwaar tegen overdracht van onze eigendommen tegen boek
waarde naar de nieuwe stichting. Ik vraag mij wel af in hoeverre de inventarisatie van de bezittingen'
en schulden bij de gemeente nog vragen heeft opgeroepen, met name de voortzetting van geldleningen.
De oprichting van de nieuwe stichting betekent een grote stap vooruit. Sommigen van ons hebben
wel eens betwijfeld of de oprichting ooit zover zou komen. Welnu, het resultaat van wat soms zware
onderhandelingen zijn geweest ligt voor ons. Het is goed om op te merken dat een en ander niet alleen
de verdienste van dit college is geweest. Ik wil met name de beide voorgangers van de huidige wethou
der van Volksgezondheid, de heren Schaafsma en De Pree, noemen die erg veel activiteiten hebben
ontplooid. Niet in de laatste plaats wil ik noemen de heer Addens, de huidige voorzitter van de Com
missie Samenwerking Leeuwarder Ziekenhuizen. Wat de heer Addens in zijn hoedanigheid van onafhan
kelijk voorzitter heeft gedaan is in bestuurlijk opzicht niet gering. Ik stel u daarom voor hem daarvoor
nadrukkelijk te bedanken.
Ik heb één schoonheidsfoutje geconstateerd. Het is qua procedure niet zo erg fraai dat wij van
avond een beslissing nemen over de ontwerp-statuten, terwijl de Commissie Samenwerking Leeuwarder
Ziekenhuizen helaas pas donderdag zich daarover kan uitspreken. Ik doel op de aanpassing van artikel
vier. Van principiële orde is een en ander overigens niet. Het bewijst alleen dat wij misschien iets te
gretig in het startschot vallen.
Samenvattend en tot slot, mijnheer de voorzitter, onze fractie stemt van harte in met het voorstel.
Wij zijn er eigenlijk een beetje trots op dat op het gebied van de gezondheidszorg in Leeuwarden iets
goeds tot stand gaat komen zoals het er nu voor staat. Het nieuwe bestuur wensen wij sterkte, nadat het
is benoemd. Over de door de gemeente voorgedragen kandidaten één en twee hebben wij geen opmer
kingen. Wij gaan met hun benoeming van harte akkoord. Over voorgedragene nummer drie laat ik mij
Iiever niet uit.
De heer Bijkersma: De voorgaande spreekster en spreker hebben reeds naar voren gebracht dat wij
hier toch voor een zeer belangrijke beslissing staan. Het is niet alleen een belangrijke beslissing voor
de gemeente Leeuwarden, maar ook voor de provincie Friesland. Als gemeente Leeuwarden pretenderen
wij altijd dat wij een centrumpositie innemen. Ik ben van mening dat deze fusie - als zij tot stand is
gebracht - op allerlei gebied mee kan werken om de centrumpositie van Leeuwarden te versterken. Niet
alleen in de richting van de inwoners van Leeuwarden en de gemeente Leeuwarden op zich, maar het kan
ook voor de patiënten belangrijk zijn dat één instituut een groot aantal specialismen kan verenigen
Juist door de fusie kan het instituut misschien een groter aantal specialisten aantrekken. Ik heb er waar
dering voor dat men in de buitengemeenten van Leeuwarden alom heeft ingezien dat juist Leeuwarden
dit centrale ziekenhuis verdient.
De heer Pruiksma heeft reeds waardering uitgesproken in de richting van mensen die aan de tot
standkoming van de fusie hebben meegewerkt. Mevrouw Brandenburg heeft gezegd dat er argwaan was.
Zij die hebben meegewerkt aan de totstandkoming van deze fusie zijn in staat gebleken die argwaan
over en weer te overwinnen. Ik vind het belangrijk dat toch nog even te signaleren. Juist de leidingge
vende figuren in de procedure hebben een en ander tot stand gebracht. Ik wil mij graag aansluiten bij
de woorden van de heer Pruiksma dat waardering daarvoor dient te worden overgebracht aan de betrok
kenen. Het is waarlijk geen klein stuk werk dat er verricht is.
27
Met betrekking tot deze raadsbrief betreffende de deelname in de Stichting medisch centrum Leeu
warden, hebt u ons later een aanvullende raadsbrief, bijlage nr. 469a, gezonden. Ik wil uitdrukkelijk
stellen'dat de benoeming van de door u voorgedragen personen bij mijn fractie geen tegenstand zal on
dervinden. In de aanvullende raadsbrief komt u met een wijziging van de ontwerp-statuten. De statuten
zijn verder nog niet besproken dan alleen tussen het college en de overige twee participanten. Het is
mij opgevallen dat u bij de oorspronkelijk aangeboden statuten heeft gesteld dat bij het samenstellen
van het bestuur aandacht zal worden geschonken aan een mogelijke vertegenwoordiging in dat bestuur
van verschillende maatschappelijke stromingen. Als het college voorstellen doet en hij draagt personen
voor uit deze raad, dan mogen wij deze personen niet los zien van hun politieke afkomst. De raadsleden
moeten in de eerste plaats gezien worden als personen met een politieke afkomst. De politieke stromin
gen vindt men dan ook terug in de raad.
Het is mij opgevallen dat u bij de statutenwijziging onder artikel vier, lid drie, sub c, als een van
de uitgangspunten laat gelden dat bij de samenstelling van het bestuur aandacht wordt gegeven aan de
vertegenwoordigers daarin van de verschillende godsdienstige en maatschappelijke groeperingen, die de
stichting hebben opgericht. Ik kan mij voorstellen dat u zegt dat van de zijden van het Diakonessenhuis
en het Bonifatius Hospitaal een duidelijke vertegenwoordiging in het bestuur wordt gezien. Ik vraag mij
echter af hoe uw advies en voordracht voor de gemeentelijke delegatie tot stand is gekomen. Mijns in
ziens had u daarbij toch ook een politieke afkomst moeten betrekken. Het spijt mij dat de liberaal
maatschappelijke visie van een deel van de inwoners van de gemeente Leeuwarden niet op een duidelij
ke wijze in het bestuur tot zijn recht komt. Ik wil daarom aan het college vragen waarom op dit punt
van de statuten is afgeweken. Ik hoop ook van de wethouder te horen of hij een idee heeft op welke
wijze eventueel in de toekomst de liberale denkwijze in het bestuur kan worden ingebracht. Op het ge
bied van de gezondheidszorg heeft de VVD volgens mij ook een duidelijke visie.
Mevrouw Van der Werf: Ook onze fractie is tevreden met het feit dat de onderhandelingen over de
fusie van de ziekenhuizen nu in een eindstadium is gekomen. Er is heel wat getouwtrek aan vooraf ge
gaan maar de fusie komt er dan nu toch. Het resultaat dat er nu ligt lijkt ons op dit moment het maxi
maal haalbare. Wij zullen dan ook voor het voorstel stemmen. Eén element missen wij nog wel in de
ontwerp-statuten, namelijk dat met betrekking tot de bestuurssamenstelling. Wij zouden graag de sug
gestie van de vakorganisaties volgen om twee bestuursleden te benoemen op voordracht van de onderne
mingsraden. Wij vragen ons ook af waarom die suggestie niet is gevolgd.
Mevrouw De Jong: De fusie tussen deze drie ziekenhuizen is een belangrijk gebeuren. Het is door
alle vorige spreeksters en sprekers al opgemerkt. Er moesten in het verleden nogal wat kreukels worden
weggestreken en het kostte de nodige tijd. Wij hebben het voorstel tot deelname in de stichting dan nu
voor ons liggen. Ik ben er bijzonder blij mee en stem dan ook van harte in met deze gang van zaken.
De heer Geerts (weth.): Ik ben van mening dat de raad vanavond gevraagd wordt om een bijzonder
belangrijk besluit te nemen. Het is de afronding van onderhandelingen, die een aantal jaren hebben ge
duurd, tussen drie partners. De onderhandelingen waren niet altijd even gemakkelijk. Zojuist is het
woord "argwaan" gevallen. Ik denk dat dat aspect naar voren kwam omdat de fusie ingewikkeld was en
er veel belangen op het spel stonden. Er is heel hard gewerkt om tot dit resultaat te komen en er heeft
volgens mij erg veel goede wil aan ten grondslag gelegen.
Door mevrouw Brandenburg is al gezegd dat er vanaf 1976 gestructureerd is samengewerkt in de Com
missie Samenwerking Leeuwarder Ziekenhuizen. Deze commissie heeft vijf taakgroeprapporten geprodu
ceerd. Over een en ander is intensief overleg geweest tussen de verschillende groeperingen die er mee
te maken hebben gehad. Het personeel, de medische staven, de medezeggenschapscommissie en de on
dernemingsraden zijn intensief bij dat overleg betrokken geweest, ik mag wel zeggen dat er door de
commissie hard, met veel ambitie en met veel doorzettingsvermogen gewerkt is. Een en ander heeft ge
resulteerd in het voorgestelde besluit tot het aangaan van een stichting. Een woord van grote waardering
is op zijn plaats voor het werk en het doorzettingsvermogen van de commissie en voor de bereidheid van
de partners om uiteindelijk tot dit resultaat te komen. Wij zullen denk ik in 1984 in staat zijn - over
eenkomstig het prioriteitenoverzicht van bouwinitiatieven in het kader van de Wet ziekenhuisvoorzie
ningen - met de bouw op de locaties te starten.
Na deze inleidende woorden wil ik graag ingaan op hetgeen de verschillende raadsleden over het
voorstel hebben gezegd. Mevrouw Brandenburg heeft gezegd dat aan het beleid in 1976 het rapport van
de Commissie Samenwerking Leeuwarder Ziekenhuizen ten grondslag heeft gelegen. Zij heeft ook de
moeilijke procedure genoemd die wij hebben moeten volgen. Uiteindelijk is er een goed resultaat uit de
bus gekomen. Wij kunnen nu streven naar een centrum dat een uitgebreid pakket aan voorzieningen kan