cussie houden over het tijdstip waarop wij in Wiardaburen zullen beginnen.) Inderdaad is het volkshuis vestingsplan dan nog niet klaar en zullen wij het nog moeten doen op de manier waarop wij het tot nu toe altijd hebben gedaan. U ziet in de aanbevelingen in de concept-raadsbrief bij de RIGO-nota dat het college ook voor de korte termijn voorstellen heeft gedaan. Het in de totale context brengen van de verschillende aspecten moet inderdaad gebeuren nadat het volkshuisvestingsplan gereed is. Tot aan die tijd zullen wij de oude procedures moeten volgen. Ik zie dat ik een vraag van de heer Boelens heb overgeslagen. Hij vraagt of ook speciale aandacht wordt besteed aan de huisvesting van studenten. Ik denk dat hij bedoelt te zeggen dat de groep studen ten voor Leeuwarden een zeer belangrijke groep is. Alleen zijn er in Leeuwarden meer belangrijke groepen, waaraan wij in het kader van de volkshuisvesting wat moeten doen. Wij hebben getracht de prioriteitstelling tussen de verschillende groepen vast te leggen in de puntenwaardering zoals die is ver meld in het Centraal Toewijzingssysteem en ik zie geen aanleiding om een bepaalde categorie zeer bij zondere aandacht te geven. Vermoedelijk zouden er dan zeer gerichte bezwaren komen van alle andere categorieën. Ik ben van mening dat het puntensysteem een vrij evenwichtig systeem is, alhoewel er hier en daar nog wel wat aan kan worden gesleuteld. Wij zullen nog eens een keer moeten bekijken of er een goed evenwicht bestaat tussen de harde en de zachte sector en zo zou ik nog wel een aantal opmer kingen kunnen maken. Het lijkt mij echter minder juist om bepaalde categorieën naar voren te halen, (De heer Boelens: Mag ik mijn vraag nog even toelichten? Op bladzijde 9 van de concept-raadsbrief bij de Knelpuntennota wordt erover gesproken dat onderzoek is gedaan naar de huisvestingsbehoeften van studenten en van werkende jongeren. De uitkomsten van deze onderzoeken zouden ons worden aangebo den, doch wij hebben deze nog niet gekregen. Ook wordt vermeld dat de uitkomsten uit deze onderzoe ken zullen worden gebruikt bij de ontwikkeling van het vervolg op de Knelpuntennota ter onderbouwing van de bepaling van de woningbehoefte van deze categorieën. In dit licht moeten mijn vragen worden gezien.) Deze twee rapporten worden op dit moment behandeld in de Stuurgroep HAT. De resultaten van deze onderzoeken zullen eveneens worden gebruikt bij het later, op basis van de RIGO-nota, te schrijven totale volkshuisvestingsplan. In zoverre komen de groepen studenten en werkende jongeren apart aan de orde dat er onderzoek is verricht naar hun huisvestingsbehoeften, zodat wij hierin een goed inzicht hebben. (De heer Boelens: Gaat u voor de groep studenten wel een beleid inbrengen?) Jawel. Ik meende even uit uw vraag te begrijpen dat de groep studenten een aparte behandeling zou moeten hebben bij het toewijzingsbeleid, maar dan heb ik uw vraag niet goed begrepen. De heer Van der Wal stelt een vraag over het gebied Cambuur en dan met name over de flats aan de Archipelweg. Op het ogenblik worden deze flats voor een belangrijk deel bewoond door krakers. Er is nog geen enkele zekerheid over wat er in de toekomst met die flats zal gebeuren. Er zijn hierover bin nen de Federatie van Woningcorporaties wel gesprekken geweest en plannen om op die plaats tot nieuw bouw te komen zijn wel aanwezig. Het is alleen nog niet zo ver en er zullen binnen de federatie ook gesprekken moeten worden gevoerd of een van de corporaties bereid is om op die plaats te bouwen. In dien dit niet het geval is, bestaat de kans dat het Woningbedrijf daar gaat bouwen. Overigens is de vraag of er wordt gebouwd of dat de huizen, die niet behoeven te worden afgebroken vanwege de aan leg van de slinger, blijven staan, ook nog niet beantwoord. De zaak is in onderzoek. De kans dat de gemeente met voorstellen komt om op die plaats nieuwbouw te plegen is wel aanwezig, maar er is hier over bijvoorbeeld nog niet met de h.i.d. gepraat. Het is nog zeer onzeker wat er in de toekomst gaat gebeuren. (De heer Van der Wal: Maar er wordt wel gesloopt!) Ik heb even om mij heen gekeken, maar bij ons weten wordt er niet gesloopt. (De heer Van der Wal: Ik lees het ook pas vanavond in de krant. Overigens is er ook al twee keer brand uitgebroken in die flats. Het wordt daar een wel zeer onveilige toestand. Ik heb echter gevraagd of b. en w. bereid zijn via Bouw- en Woningtoezicht een onderzoek in te stellen naar de in die flats aan de gang zijnde sloopwerkzaamheden. Ik vraag dit in verband met het handhaven van de Bouwverordening en meer specifiek de Sloop verordening. Misschien kan ik beter van Anti-sloopverordening spreken, want kennelijk loopt de woningstichting in haar beheersbeleid al vooruit op de nog niet genomen definitieve beslissing aangaande nieuwbouw op die plaats. Naar mijn mening heeft het college hier een taak.) Ik ben wel bereid om over het door de heer Van der Wal aan gevoerde punt eens met de corporatie te praten en eens te kijken wat er op het ogenblik precies aan de hand is. Zoals ik al zei, ben ik op dit moment niet op de hoogte van de exacte feiten, maar ik zeg toe dat ik hierover met de corporatie zal spreken. Ik zie dat ik nog een vraag van de heer Boelens heb overgeslagen en dat is de vraag hoevee! wo ningzoekenden momenteel per categorie staan ingeschreven in het centraal registratiesysteem. Hef ant woord hierop is te vinden op bladzijde 6 van de concept-raadsbrief die bij de Knelpuntennota is ge voegd. Hier staan de aantallen woningzoekenden per categorie aangegeven. Ik wil het nog wel eens een keer oplezen, maar ik neem aan dat u het zelf ook kunt lezen. 5 B. Woningtoewijzingsbeleid en leegstand. De hear Bilker: Ik haw inkelde fragen oangeande de punten 199 en 200. Is it op dit momint wol sa dat de sintrale tawizing yndied ek sintraal bart? Mei oare wurden, halde alle wenningkorporaasjes har ren oan de makke ofspraken? By it ynskriuwen foar in hierwenning kin men op grun fan in tal punten in hierwenning tawiisd krije, mar is it ek sa dat men, as men fan buten Ljouwert komt en hjir ekonomysk bun is, mear punten garje kin dan dyjingen dy't fan buten de gemeente komme mar net ekonomysk bun binne? As der no gjin ferskil yn sit, soe it dan ek yn berie nommen wurde kinne dizze regel wol ta te passen? Yn it ynskriuwformulier kin ik hjirfan neat weromfine. Myn tredde fraach, dy't wat oanslüt op de fraach fan de hear Boelens en it antwurd dêrop fan de wethalder niis, giet oer de kategory studinten. Ik kin ek fan dizze groep net sa goed yn it ynskriuwformulier weromfine dat hja miskien mear punten krije kinne. De wethalder hat al sein gjin foarkarsbehanneling jaan te wollen, mar it is wol sa dat de groep studinten fansels in mobile groep is. It binne minsken dy't hjir sa'n fjouwer oant seis jier wenje en ik haw heard dat 40% fan de nij-ynkommen studinten sa'n seis moanne lang sykje moat nei geskikte wenromte. Is der op dit momint alhiel neat oan te dwaan? It antwurd fan it kolleezje op punt 201 liedt my ta in fraach oer de froulju fan it "Blijf van mijn lijf"-hus. Falie de froulju dy't fan buten Ljouwert komme ek under de sosiaal-maatskiplike urginsjekrite- ria? Binne dizze froulju, dy't sa't wy wol witte yn slimme omstannichheden ferkere, ek by oare ge meenten ynskreaun? Mevrouw Wiel inga—Graansma: Mijn vraag gaat over punt 199. Hoe worden moeilijk plaatsbare ge zinnen over het Gemeentelijk Woningbedrijf en de woningcorporaties verdeeld? Is hiervoor een bepaal de verdeelsleutel? Men krijgt nu toch wel eens het idee dat grote gezinnen van buitenlandse werkne mers het meest in woningen van het Gemeentelijk Woningbedrijf zitten. De heer Schagen: In het antwoord op de vragen 199 en 200 spreekt het college over een door de corporaties en het Gemeentelijk Woningbedrijf te houden evaluatie. Mijn vraag is of het college bereid is deze evaluatie in de raad aan de orde te stellen. Punt 203 gaat onder anderen over de Leegstandwet. In het antwoord wordt gezegd dat er landelijk nog druk wordt gepraat over deze wet, onder anderen over de financiën. Inmiddels is wel bekend ge worden dat de Leegstandwet hoogstwaarschijnlijk per 1 juli 1982 zal worden ingevoerd. Ik merk op uit het antwoord van het college dat er, ook ambtelijk gezien, nog weinig zo niet helemaal niets is voor bereid in het kader van deze wet. Een van de belangrijkste instrumenten uit deze wet is natuurlijk het leegstandregister en de activiteiten die daaruit kunnen voortvloeien. Ik vind het toch wel wat magertjes dat hieraan nog helemaal niets is gedaan, tenminste als mijn indruk juist is. Ik ben ook bang dat wij, wanneer de Leegstandwet wordt ingevoerd, in Leeuwarden wel een prima anti-kraakwet hebben, maar datw:j de voordelen van de wet niet weten uit te buiten. Een ander punt dat in vraag 203 wordt genoemd is het systeem van centrale registratie en gemeen schappelijke toewijzing. In de vraag wordt de suggestie gedaan om particuliere woningverhuurders en makelaars in het systeem op te nemen. Het college antwoordt dat men hiermee al bezig is. Er wordt echter nog een suggestie gedaan, namelijk het voeren van een gezamenlijke administratie van alle wo ningen van de deelnemers aan het systeem. In het antwoord is op deze suggestie niet ingegaan. Ik zou dat bij dezen alsnog graag willen. Mevrouw Van der Werf: Ik wil mij aansluiten bij de vraag van de heer Schagen over de Leegstand wet. 'k ben het met hem eens als hij zegt dat er wel heel snel voorbereidingen moeten worden getroffen voor de uitvoering van de Leegstandwet, anders is per 1 juli 1982 de situatie zo dat eigenaren wel de ontruiming van hun panden kunnen afdwingen, maar dat de gemeente daarop niet kan inhaken met een actie: vorderingsbeleid en een actief beleid voor tijdelijke verhuur. In die zin wordt de Leegstandwet op dat moment inderdaad een anti-kraakwet en verder niets. Wij zijn er ook erg bang voor dat de wet, zonder financiële tegemoetkoming van het rijk, vrijwel onuitvoerbaar is. De VNG heeft daarover ook al haar standpunten bekend gemaakt en extra geld gevraagd. Het zou mij echter goed lijken als de ge meente Leeuwarden al begint met precies op een rijtje te zetten wat zij denkt nodig te hebben om deze wet te kunnen uitvoeren, bijvoorbeeld welke uitbreiding van het ambtelijk apparaat daarvoor nodig is en hoeveel geld. De gemeente Leiden heeft dat bedrag bijvoorbeeld becijferd op vier ton. De gemeente Utrecht komt op vijf ton en dat bedrag is dan nog exclusief de kosten van uitvoering van de controle op de leegstandsmelding. Het lijkt mij zinvol dat ook de gemeente Leeuwarden precies gaat becijferen wat het haar zal gaan kosten, zodat wat dit betreft de actie van de VNG goed kan worden onderbouwd. Misschien kan er ook alvast worden nagedacht over de vraag wat wij zullen doen als de wet in werking

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 33