36
het college ingespeeld en zijn aan het jongerencentrum voorwaarden gesteld om het jongerencentrum in
1980 financieel gezond te maken. Er werd beterschap beloofd en wij hebben dat afgewacht. Nu ook in
1980 een financieel wanbeheer is gevoerd, zoals uit de stukken blijkt, onthouden wij voorlopig onze
goedkeuring aan de toegekende subsidiepost ten aanzien van Hippo. Het betreft met name volgnummer
574D ten bedrage van 378.666,en 271.500,
Tenslotte wil ik hierbij alle ambtenaren van de afdeling Financiè'n bedanken voor de samenwerking
De Voorzitter: Ik constateer dat wij de eerste instantie kunnen afsluiten. Ik stel daarom voor om
vanavond acht uur onze werkzaamheden voort te zetten. Stemt de raad hiermee in?
De Raad stemt hiermee in.
De Voorzitter schorst, om 17.50 uur, de vergadering tot 20.00 uur.
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van maandag, 14 december 1981.
RAADSVERGADERING van maandag, 14 december 1981, aanvang 20.00 uur.
(vervolg van de middagvergadering van 14 december 1981)
Aanwezig: 36 leden.
PvdA de dames E. Brandenburg-Sjoerdsma, H.J. de Haan-Laagland, H.A. Munsterman-Schotsman,
C.J.M. Otsen, G. Visscher-Bouwer, G. VolIerna-Doevendans en T. Wielinga-Graansma en de
heren J. ten Brug (weth.), G. Buising (tot de tweede pauze), ir. C.G.H. Geerts (weth.), J.F.
Janssen, J. Knol, H. Meijerhof, A. Pronk, J. Schagen en G. de Vries (weth.).
CDA de dames A. Willemsma-de Jong en J.E.M.T. Zondag-Demes en de heren B. Bilker. T.A. Boe
lens, D.E. Heere, H. Jansma, C. de Jong, W. Miedema (weth.), mr. H.S. Pruiksma, ir. C.L.
Rijpma (weth.), N. Sterk, P.J. Sijbesma en L. Visser.
VVD de dames M.A. van Dijk-van Terwisga en M.A.D. Waalkens en de heren J. de Beer (vanaf
20.05 uur) en J.R. Bijkersma.
PAL mevrouw Jvan der Werf en de heer P. D. van der Wal
D'66 mevrouw J. de Jong.
Afwezig: de heer H. ten Hoeve (PvdA).
Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester.
Secretarisde heer mr. W.J.G. Reumer.
Vooris zijn aanwezig: de heren G.J.P. van den Berg, hoofd van de afdeling Sociale Zaken en Wel-
zijnsoangelegenheden, P. de Boer, plv. hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen, drs. A.J.
Burge', ambtenaar van de afdeling Financiën en Belastingen (vanaf de eerste pauze), mr. W.L. van
Harir.xma thoe Slooten, hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Zaken, mr. L.P.A. van Kats, lo
co-secretaris, mr. J. Knottnerus, hoofd van de afdeling Onderwijs, mr. H.A. Lassche, plv. hoofd van
de afdeling Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting, en drs. H. Sikkema, hoofd van de afdeling Eco
nomische Zaken, Beleidsplanning en Organisatie.
Punt la (vervolg).
De Voorzitter: Dames en heren, ik heb de indruk dat wij weer verder kunnen gaan met onze werk
zaamheden. Het is nu onze beurt om te reageren op hetgeen door u naar voren is gebracht. Ik zal be
ginnen met het maken van een aantal kanttekeningen en zo mogelijk zal ik een aantal vragen beant
woorden
ij hebben met belangstelling geluisterd naar de soms nogal uitvoerige algemene en financiële be
schouwingen van de fractievoorzitters en enige financieel deskundige raadsleden. Ik leg de nadruk op
financieel deskundige, want mijns inziens is het velen in deze raadzaal ontgaan wat precies door hen
naar voren is gebracht. In de loop van de discussie zal een en ander echter wel blijken.
Het was te verwachten dat de algemene beschouwingen, zoals dat ook bij het beleidsplan het geval
is, nogal in het teken zouden staan van de noodzakelijke bezuinigingen. Wat de financiële mogelijk
heden betreft zijn gemeentebesturen altijd al in een vrij nauw keurslijf gedrongen. De banden gaan nu
evenwel ernstig knellen en wij mogen ons geen enkele illusie maken dat hierin binnen afzienbare tijd
ook maar enige verbetering valt te verwachten. Integendeel, het is realistisch te bedenken dat de pro
blemen nog aanmerkelijk zullen toenemen. Wij zullen dat bij de opstelling van het beleidsplan 1983—
1987 zeker merken. De nieuwe raad die in september zal aantreden zal daarmee meteen worden gecon
fronteerd. Mogelijkheden om nieuwe taken aan te vatten of bestaande taken uit te breiden zullen tot
een minimum beperkt zijn. Hierbij moet worden bedacht dat de beleidsmarges toch al bijzonder klein
zijn en dat die door de bezuinigingen bijna volledig worden weggenomen. Het feit dat bestaande taken
maar ook subsidies in de meeste gevallen niet abrupt kunnen worden afgebroken of worden verminderd,
accentueert dat beeld nog eens extra. Wijzigingen van beleid zijn over het algemeen slechts op wat