38
langere termijn te realiseren. De bezuinigingen die wij noodgedwongen aanbrengen, zullen wij over
wegend nodig hebben om de begroting sluitend te houden. Dit beeld is voor bestuurders bijzonder frus
trerend, maar vooral ook voor degenen die verwachten dat het bestuur bepaalde taken zal aanvatten of
aan bepaalde taken meer zal doen. Wij trachten voor het grote tekort nog in deze beleidsperiode ineen
aantal fasen oplossingen te vinden. Mevrouw Brandenburg heeft gezegd dat wij daarvoor reeds in een
speciale raadsvergadering op zes juli van dit jaar de grote lijnen hebben uitgezet. Een aantal toen ge
nomen beslissingen is in dit beleidsplan verwerkt. De moeilijkste operatie hebben wij nog voor de boeg,
namelijk die van de herwaarderingsvoorstellenHet ligt in de bedoeling de herwaarderingsvoorstellen in
een speciale raadsvergadering op 19 april 1982 aan de orde te stellen. Verschillende spreeksters en
sprekers hebben erop gewezen dat zij het van belang achten om het in de toekomst als een normale aan
gelegenheid te beschouwen dat er een discussie plaatsvindt in de raad ten aanzien van de voorstellen in
het beleidsplan, voordat er dienaangaande beslissingen worden genomen. Gelet op de moeilijke situatie
waarin wij nu verkeren en stellig voorlopig ook wel zullen blijven verkeren, neem ik aan dat deze dis
cussie een goede zaak is die op weinig bezwaren hoeft te stuiten. Integendeel, ik zei reeds dat ik die
discussie een goede zaak vind om mee door te gaan.
Verschillende spreeksters en sprekers hebben reeds opmerkingen gemaakt over objecten die zijn ge
markeerd voor de herwaardering of daaromtrent reeds schoten voor de boeg gegeven. Over het algemeen
zullen wij daarop vandaag niet reageren. Wij zullen de gemaakte opmerkingen echter meenemen bij het
uitwerken van de nadere voorstellen. Als voorbeelden wil ik noemen de subsidie voor de VW, waar
over de heer Bijkersma heeft gesproken, en de Piter JeIlesprïis, waarover verschillende spreeksters en
sprekers opmerkingen hebben gemaakt. De leden van het college zullen wel ingaan op opmerkingen
over herwaarderingsprojecten die tot misverstanden aanleiding zouden kunnen geven of waarvan het ge
wenst is in deze vergadering meer duidelijkheid te krijgen. Ook suggesties voor nieuwe taken zullen bij
de herwaardering afgewogen moeten worden tegen andere prioriteiten. Deze suggestie zult u ten aan
zien van een aantal geuite wensen vandaag of morgen vanachter deze tafel te horen krijgen, omdat wij
helaas geen andere mogelijkheid zien. Verschillende spreeksters en sprekers hebben terecht uiteengezet
dat de moeilijke situatie waarin wij verkeren moet worden gezien in het perspectief van de internatio
nale en nationale ontwikkelingen. Vooral de heer Heere is nogal uitvoerig op een en ander ingegaan.
Dat het probleem van vrede en veiligheid ook locale bestuurders ernstig bezighoudt, is begrijpelijk
en terecht. Ik druk mij heel voorzichtig uit als ik zeg dat de perspectieven weinig rooskleurig zijn.
Hoewel maatregelen, die de ontwikkelingen in gunstige zin kunnen bewerkstelligen, op internationaal
niveau getroffen moeten worden - een primaire taak ligt hier voor regering en parlement - kan en mag
niemand zich van deze problematiek distantiëren. Door de fracties van de PvdA en het CDA zijn hier
over moties ingediend. Ook de andere fracties hebben aan deze zaak aandacht besteed. Ik stel voor om
de moties te behandelen bij punt 1b. van onze agenda. Het punt met betrekking tot het voeren van een
gemeentelijke vredespolitiek is door mevrouw Van der Werf geclaimd. Zij heeft zojuist aangekondigd
dat zij een motie zal indienen bij de behandeling van agendapunt lb. De nu reeds gemaakte opmerkin
gen behoeven dan natuurlijk niet meer te worden herhaald.
Mevrouw Brandenburg heeft opgemerkt dat er nog steeds geen voldoende erkenning bestaat voorde
centrumpositie van Leeuwarden binnen Friesland. Zij heeft daarbij in het bijzonder de verschillende
premie- en toeslagregelingen genoemd, die het rijk heeft ingesteld voor nieuwe vestigingen en uitbrei
dingen van bedrijven. Helaas moet ik de zienswijze van mevrouw Brandenburg bevestigen voorzover het
de rijksoverheid betreft. Het provinciaal bestuur staat wat dat betreft volledig achter ons. Naar aanlei
ding van de Nota regionaal sociaal-economisch beleid 1982-1985 is deze problematiek momenteel in
behandeling in de Tweede Kamer. Wij hebben ons dezer dagen nogmaals tot de Tweede Kamer gewend
met het klemmende verzoek ook Leeuwarden voor de Bijzondere Regionale Toeslag in aanmerking te
doen komen. Wellicht hebt u in de krant gelezen dat minister Terlouw daar niets voor voelt en dat hij
in dat opzicht het voetspoor van zijn voorganger Van Aardenne volgt. Uit contacten die wij inmiddels
weer met Tweede Kamerleden hebben gehad moeten wij de bittere conclusie trekken dat er buiten de
Friese Kamerleden niet zo heel veel Kamerleden zijn die zich zullen scharen achter een inmiddels door
de Kamerleden Scherpenhuizen en Evenhuis ingediende motie, waarin de regering wordt verzocht de
BRT ook voor Leeuwarden van toepassing te verklaren. Misschien kan mevrouw De Jong, die het met
onze zienswijze eens blijkt te zijn, haar partijgenoten in het Haagse circuit verzoeken het de partijge
noot-minister bijzonder moeilijk te maken. Uit een bespreking die wij enige dagen geleden hebben ge
voerd met de plaatsvervangend directeur-generaal voor regionale economische politiek van het Ministe
rie van Economische Zaken, de heer De Ruiter, is wel gebleken dat de regering het toekennen van de
hele in plaats van de halve Ruimtelijke Ordeningstoeslag voor Leeuwarden inmiddels bij de Europese
Commissie aanhangig heeft gemaakt. Deze Ruimtelijke Ordeningstoeslag slaat alleen op nieuwe bedrij
ven die bijvoorbeeld uit het Westen van het land naar Friesland overkomen. In de praktijk zal deze
39
toeslag echter weinig zoden aan de dijk kunnen zetten. De correlatie, waarop mevrouw Van der Werf
meende te moeten wijzen, tussen verstrekte premies en de daarmee te verkrijgen extra arbeidsplaatsen
gaat in zijn algemeenheid niet op. De premies zijn bedoeld om de investeringen te bevorderen en daar
door werkgelegenheid te versterken of te behouden. Uit het gesprek met de heer De Ruiter - bij het ge
sprek waren ook vertegenwoordigers aanwezig van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en van het
provinciaal bestuur - is overigens wel gebleken dat de regering bereid is, niettegenstaande de bezuini
gingen, financiële middelen beschikbaar te blijven stellen voor de verbetering van de infrastructuur
voor Leeuwarden. Verwacht mag worden dat de nodige subsidiebeschikkingen met betrekking tot de
zuidtangent, met inbegrip van de tweede Van Harinxmabrug en de nodige aanpassingen bij het Ooster-
goplein en de Aldlansdyk, spoedig zullen afkomen. Zodra wij meer inzicht hebben in de financiële
consequenties voor de gemeente, zullen wij u daaromtrent onmiddellijk informeren. Ook de raad zal in
dezen een aantal beslissingen moeten nemen.
Ook de problematiek rondom de Postbank doemt weer op. Over de ontwikkeling van de gelddien-
sten van de PTT in Leeuwarden kunnen wij tot dusverre tevreden zijn. De samenwerking met de hoofddi
rectie van de PTT is zonder meer goed, hetgeen ook geldt voor andere vestigingen van de PTT in Leeu
warden waarover wel het een en ander in de molen zit. Of dit ook zal gelden voor de vestiging van de
Postbank is nog moeilijk te beoordelen, want er zijn meer kapers op de kust. Mevrouw Brandenburg
heeft gezegd dat het Tweede Kamerlid Sytze Faber over de vestiging van de Postbank in Leeuwarden
optimistisch Is gestemd. Ik hoop dat hij de hele CDA-fractie in Den Haag zover kan krijgen. De heer
Faber zet zich wel eens meer furieus in voor zaken waarvoor hij, wat mij betreft, wel eens wat minder
actief zou mogen zijn. Als nog enige andere fracties hem volgen en dan niet alleen de Friese leden van
de fracties - die hebben gezamenlijk helaas te weinig stemmen in Den Haag -, dan zou het perspectief
kunnen zijn dat het hoofdkantoor van de Postbank in Leeuwarden wordt gevestigd. In ieder geval zullen
wij blijven doen wat in ons vermogen ligt met betrekking tot het verkrijgen van een wezenlijk deel van
een eventuele Postbank in de Friese hoofdstad. Mevrouw De Jong heeft over de Postbank een motie in
gediend. Op de procedure met betrekking tot de verschillende moties kom ik direct nog terug.
Veel spreeksters en sprekers zijn ingegaan op de problemen die samenhangen met de werkgelegen
heid. Wij zijn het volledig met hen eens dat wij grote prioriteit zullen moeten blijven geven aan het
scheppen van werkgelegenheid en het bestrijden van het afschuwelijke fenomeen van de werkloosheid.
Het is ellendig en droef te moeten constateren dat allerlei maatregelen, die wij gedwongen zijn zelf
te nemen, zonder meer een vermindering van arbeidsplaatsen ten gevolge zullen hebben. Het be
perken van investeringen en het verminderen van allerlei taken kunnen slechts vermindering van werk
gelegenheid ten gevolge hebben. In feite is dit een absurde situatie. Om hierin verbetering te brengen
zullen degenen die wel werk en andere inkomens hebben heel wat zwaardere offers moeten brengen dan
waartoe men kennelijk tot dusverre bereid is. De heer Heere heeft namens zijn fractie een motie inge
diend, waarbij ons wordt opgedragen een beleidsplan op te stellen over een gecoördineerd werkgele
genheidsbeleid, de werkgelegenheid in het totale gemeentelijke beleid centraal te stellen en daarvoor
een speciale commissie in te stellen en dienaangaande extra middelen uit te trekken. Ook mevrouw Van
der Werf heeft over deze aangelegenheid een motie ingediend. Ik heb reeds gezegd dat ook wij aan ge
noemde problematiek hoge prioriteit menen te moeten geven. Het lijkt mij een goede zaak om ons ge
zamenlijk nogmaals te bezinnen op de vraag of wij, naast hetgeen het college reeds doet, meer kunnen
doen om de werkgelegenheid te bevorderen. Het betreft hier niet alleen een belangrijke doch tevens
een nogal gecompliceerde materie. Ik zou u dan ook willen voorstellen om over de ingediende moties
niet zonder meer in deze begrotingsvergadering te beslissen. Het lijkt mij juist dat wij op de moties
commentaar geven en dat door de raad wordt beslist, nadat men ook van ons commentaar op de gedane
voorstellen kennis heeft kunnen nemen. Ik stel u daarom voor die moties met een preadvies van het col
lege in een volgende vergadering, zo mogelijk in februari van het komende jaar, te behandelen.
V/at de andere moties betreft stel ik u voor deze niet vandaag maar morgen te behandelen. Wij
kunnen als college dan morgenochtend nog overleg plegen over de door ons over die moties in te nemen
standpunten. Als u met deze procedure instemt zullen wij vanavond niet op de ingediende moties reage
ren en behoeft u er in tweede instantie niet op in te gaan. U kunt dat morgen dan doen bij de behande
ling van de moties.
zo wel mevrouw Brandenburg als de heer Heere hebben opmerkingen gemaakt over het functioneren
van de Regio Friesland-Noord. Wij zijn het er volledig mee eens dat dit verlengd locaal bestuur moet
blijven en dat het zich niet mag ontwikkelen tot een zelfstandig functionerende bestuurslaag. Het ge
zamenlijk overleggen en uitbrengen van adviezen over gemeenschappelijke belangen heeft zich goed
ontwikkeld in deze regio. Toegegeven moet worden dat iedere gemeente bij gemeenschappelijke aanpak
'ets van haar zelfstandigheid moet prijsgeven. Het behoeft niet te betekenen dat besluitvorming en con
trole zich aan de gemeenteraden onttrekken. Men moet er dan zelf echter wel de nodige aandacht aan