52
Het is mijns inziens zinvol om morgen bij het laatste geclaimde punt op deze vraag nader terug te ko
men. Wij kunnen dit onderwerp dan mogelijk completer behandelen.
Dan stap ik over naar het probleem Hippo. Alle spreeksters en sprekers hebben op dit probleem ge
wezen. Mevrouw Brandenburg heeft melding gemaakt van onrust die is ontstaan naar aanleiding van de
financiële toestand. De heer Heere heeft een aantal problemen genoemd: geluidsoverlast, drugshandel,
huisvesting, financieringstekorten. Hij heeft deze problemen in een algemeen kader gezet door te zeg
gen dat er eigenlijk eens heroverwogen moet worden wat wij aan moeten met het open jeugd- en jonge
renwerk. Ik kan de raad meedelen dat er inderdaad problemen bij Hippo zijn. Er zijn al eerder gesprek
ken geweest over de rekening van 1979. Toen zijn er afspraken gemaakt die wel zijn nagekomen. Bij de
rekening van 1980 liepen wij toch weer tegen problemen aan. Het was duidelijk dat de stichting er niet
in is geslaagd om het tekort in de activiteitensector te compenseren door middel van eigen inkomsten uit
de buffetexploitatie. Verder heeft men niet-subsidiabel personeel in dienst en heeft men te maken met
naheffing over de jaren 1978 en 1979 van belastingen en sociale lasten inzake beloningen aan artiesten
en schoonmaakpersoneel. Al met al heeft dit geleid tot een behoorlijk tekort op de rekening 1980. B.
en w. hebben een dergelijk tekort natuurlijk niet geaccepteerd. Begin september heeft er een gesprek
plaatsgevonden met het bestuur van Hippo. Dat gesprek heeft zich niet alleen beperkt tot financiële
zaken. Ook het gehele beleidsinhoudelijke werk van Hippo is aan de orde geweest. Er is namelijk een
heel grote relatie tussen hetgeen het centrum als doelstelling heeft en de financiële uitkomsten. Men
heeft ons gezegd dat een en ander erg veel met elkaar te maken heeft. Het bestuur van Hippo wil graag
op papier zetten welke bedoeling men heeft met het centrum. Hieraan zal tegelijkertijd een sanerings-
beleid ten aanzien van de financiën worden gekoppeld.
Naar aanleiding van diverse gesprekken is afgesproken dat Hippo begin januari met een plan en
een programma zal komen, waarin aangegeven wordt hoe men beleidsinhoudelijk het werk van Hippo
ziet en hoe men denkt tot sanering van de financiën te komen. Tot die tijd zal men ervoor zorgen dat er
geen uitgaven gedaan worden die niet op de een of andere wijze gedekt worden. Het tekort zal dus niet
groter worden. Men is zeer intensief met de zaak bezig en ik heb begrepen dat het bestuur van Hippo
eind deze week of begin volgende week het plan en het programma zal vaststellen. Ik denk dat het op
die manier mogelijk is om de problemen onder de knie te krijgen. De heer Heere heeft er al op gedoeld
dat er dienaangaande een vrij zware discussie gevoerd moet worden. Is het zo dat de sociaal-culturele
functie zich verdraagt met bijvoorbeeld de café-functie? Is het zo dat de sociaal-culturele functie zich
verdraagt met de drugspreventie-functie? Dit zijn allemaal problemen die in het door mij genoemde
plan aan de orde zullen komen. Wij zullen hierover op zeer korte termijn, dat is dan begin januari,
met het bestuur van Hippo praten. Mevrouw Waalkens wil nog verder gaan en zij zegt de begrotingspost
niet goed te willen keuren als er niet meer klaarheid in de zaak komt. Ik denk dat wij die stap niet
moeten nemen. Ik kan u verzekeren dat wij in zeer serieus overleg zullen proberen de problemen op te
lossen, hetgeen naar mijn overtuiging mogelijk moet zijn.
Een andere vraag is of men de hele discussie rond de open jongerencentra weer moet heropenen. De
heer Heere heeft een opmerking in die richting gemaakt. Wij hebben bij de bezuinigingsronde op zes
juli gezegd dat Hippo zich op een heel duidelijke doelgroep richt, hetgeen ook voor het Vliet geldt.
Daarnaast is er een witte vlek die door een combinatie van Krats en Biels opgevuld zou moeten worden.
De raad is met deze gedachte akkoord gegaan door dit voorstel in de derde fase van de bezuinigingsron
de op te nemen. Op basis hiervan hebben ook gesprekken plaatsgevonden met Krats en Biels. Deze twee
instellingen zijn momenteel met elkaar in overleg. Volgens mij bestaat er wederzijds een goed stuk
welwillendheid en zijn er in de door mij geschetste richting toch wel resultaten te verwachten. Men is
aan het praten over onderwerpen als: huisvesting, op welke doelgroep moet men zich richten, werkwij
ze, werkplan en statuten. Dit zijn toch zaken die volgens mij positief gewaardeerd moeten worden.
Men heeft gereageerd op indicaties vanuit de raad. Ik wil voorstellen om te blijven bij onze volgende
uitgangspunten. Hippo zal zich blijven richten op de doelgroep waarop het centrum zich thans ook
richt, de financiële positie van het centrum moet worden gesaneerd en er moet duidelijkheid komen
over de wijze waarop de functie van het centrum moet worden ingevuld. Voor het Vliet geldt hetzelfde
uitgangspunt als voor Hippo, met dien verstande dat er bij het Vliet geen financiële problemen zijn.
Krats en Biels zullen de witte vlek moeten opvullen die tussen de doelgroepen waarop Hippo en het
Vliet zich richten overblijft.
De extramurale gezondheidszorg heeft ook de aandacht van verschillende spreeksters en sprekers
gekregen. De heer Heere heeft gevraagd wanneer er dienaangaande concrete voorstellen komen. De
drie beleidsnota's zijn inmiddels in concept gereed. De derde deelnota die handelt over de activiteiten,
de prioriteiten van de activiteiten en de financiële invulling daarvan, is in de Commissie voor Volksge
zondheid en Milieuhygiëne behandeld. De nota zal, met de aangebrachte correcties vanuit de eerder
genoemde commissie, het veld ingaan. Men zal in ruime mate op de nota kunnen reageren. De drie
53
deelnota's zullen tot één nota worden gemaakt, waarna de raad deze nota kan vaststellen. Het is de
verwachting dat het vaststellen van de nota door de raad omstreeks mei zal plaatsvinden. Ik denk dat de
raad dan ook concrete voorstellen met betrekking tot de nota kan verwachten. Het is evenwel de vraag
- het college heeft zich daarover nog niet beraden - of deze voorstellen al in het beleidsplan 1983
meegenomen kunnen worden. Binnenkort zal over een en ander binnen het college overleg moeten
plaatsvinden.
In de genoemde nota is ook het wijkgezondheidscentrum in Camminghaburen vermeld. Men heeft
getracht prioriteiten te stellen op basis van een aantal criteria. Deze criteria zijn ook uitgebreid aan
de orde geweest in de Commissie voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne. Op basis van die criteria
blijkt dat het wijkgezondheidscentrum een hoge prioriteit heeft. Ik ben het dan ook niet eens met het
geen de heer Bijkersma over dit onderwerp heeft gezegd. Hij heeft iets gezegd in de trant van "dit is
een onverantwoorde uitgave". Mevrouw Brandenburg denkt meer in de lijn zoals ik ook denk. Het is
namelijk een project dat bij uitstek geschikt is voor het bieden van een samenhangende eerste lijns ge
zondheidszorg met invloed van de gebruikers op die zorg. Mevrouw De Jong heeft dit uitgangspunt ook
gesteund. Het stichtingsbestuur is momenteel hard bezig met de zaak. Men vergadert wekelijks. Offici
eel is er nog geen sprake van een stichting, want om de een of andere formele reden is de akte nog niet
gepasseerd. Ik neem aan dat het project in de eerste helft van 1982 gereed zal zijn. Er zal dan ook in
Camminghaburen, zoals de heer Bijkersma zegt, een verantwoorde medische zorg kunnen plaatsvinden.
Ik ben overigens van mening dat die verantwoorde medische zorg daar momenteel ook wel plaats vindt.
De heer Heere heeft nog gewezen op de planningsprocedure specifiek welzijn. Hij heeft gezegd
dat wij maar eens moeten overwegen om de zaak te vereenvoudigen. Dat heeft zijn grenzen ook in ver
band met de rechtszekerheid en de inspraakmogelijkheden die de mensen moeten hebben. Ik ben het
volledig met de heer Heere eens. Momenteel is er een evaluatiecommissie bezig om te onderzoeken of
de hele planningsprocedure ook vereenvoudigd kan worden. Volgens mij is de noodzaak daartoe ruim
schoots aanwezig. Wat men hier op mijn tafel ziet liggen zijn de officiële nota's over het specifiek
welzijn. Deze nota's zijn echter een topje van de ijsberg. Aan de totstandkoming van deze nota's heeft
een tienvoudige stapel papier ten grondslag gelegen. Mijns inziens moeten wij toch eens nagaan of er
niet een eenvoudiger planningsprocedure is te realiseren, waarvoor minder papier nodig is, die op een
eenvoudiger wijze vragen aan het veld stelt en die misschien wat minder trappen heeft. De ondergrens
is echter duidelijk door de heer Heere aangegeven. Wij zullen toch de rechtszekerheid, de inspraakmo
gelijkheden en de beïnvloeding van het veld op het uiteindelijke resultaat goed in de gaten moeten
houden. De heer Bijkersma heeft gevraagd wanneer de subsidie-verordening afkomt. De subsidie-veror
dening had er eigenlijk al moeten zijn. Ik heb reeds gewezen op de stapel papier. Het gaat niet alleen
om een stapel papier, het papier moet ook volgeschreven worden. Een en ander heeft ontzettend veel
werk veroorzaakt. Aan de andere kant heeft ook de hele bezuinigingsoperatie hierin doorgewerkt, want
de resultaten van de bezuinigingsoperatie moesten ook verwerkt worden in de stapel papier. Een aantal
mensen van de afdeling SZW heeft zich met de planningsprocedure moeten bezighouden. De verorde
ning zal bestaan uit een algemene verordening en uit een aantal facet-subsidie-verordeningen voor de
verschillende werkvelden. Een en ander zal op elkaar afgestemd moeten worden, hetgeen niet zo'n
eenvoudige zaak is. In de subsidie-verordening wordt vermeld op welke wijze een subsidie technisch
wordt opgebouwd. In de programma's kan men de resultaten vinden van de concrete bedragen voor de
instellingen. Het is de bedoeling dat de evaluatie van de planningsprocedure nog tijdens deze zittings
periode aan de raad wordt aangeboden, opdat deze raad de beslissingen dienaangaande nog kan nemen.
Ik denk dat het zinvol is dat de resultaten van de evaluatie van de planningsprocedure in behandeling
worden genomen tegelijk met de resultaten van de evaluatie van de Commissie Een Goede Raad.
Dan stap ik over naar de vliegbasis. Mevrouw De Jong heeft een aantal vragen gesteld waarop ik
eigenlijk al geantwoord heb in de afdelingsvergadering. Ik denk dat het niet zinvol is dat ik de discus
sie die in de afdelingsvergadering is gevoerd nog eens herhaal. Als mevrouw De Jong geïnteresseerd is,
wil ik haar best eens persoonlijk vertellen wat er allemaal aan de hand is. Het is wel zo dat er voor één
januari 1982 op het Structuurschema Militaire Terreinen gereageerd had moeten worden. Het feit dat de
staatssecretaris zonder overleg met de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening uitstel van
de datum, waarop gereageerd had moeten worden, gegeven heeft is later weer rechtgetrokken. Inmid
dels hebben wij uitstel gekregen tot één april. Het is bekend dat het ETIF bezig is met een onderzoek
naar de gevolgen van de baanverdraaiingsvarianten, die ook voor Leeuwarden belangrijk kunnen zijn.
Mevrouw De Jong heeft daarbij een heel duidelijk uitgangspunt gekozen: het is onaanvaardbaar dat
Leeuwarden verdere overlast van de vliegbasis krijgt. Ik meen dat het door mevrouw De Jong genoemde
uitgangspunt ook al eens door iemand anders uit de raad is verwoord. Mevrouw Van der Werf heeft ge
zegd dat zij het model van de nul-optie mist. Ik kan de raad zeggen dat het college die optie niet