77
hebben van een vergunning voor het maken van muziek in het openbaar te laten. Ik wijs er echter op
dat de raad daarvan dan ook de consequenties moet aanvaarden. Controle is dan praktisch niet meer
mogelijk. Het is een afweging van belangen. Ik verzeker u dat wij nooit bezwaren hebben tegen het
maken van muziek op straat. Ik zeg nogmaals dat de politie hieromtrent bijzonder soepel is. Men isni
lastig en mensen die een vergunning moeten hebben, krijgen een vergunning. Buiten het festival kent»
wij geen mensen die een jaarvergunning willen hebben, maar misschien komen die ooit nog wel eens.
Misschien kan de heer Van der Wal daar nog wat aan doen.
Ik kan niet anders dan de raad voorstellen de motie maar niet aan te nemen. Ik breng de motie
thans in stemming.
De motie van de heer Van der Wal en mevrouw Van der Werf wordt verworpen met 20 tegen 'f 3 stem
men.
Par. 5. Beleidssector Volkshuisvesting.
De Voorzitter: De heer Van der Wal zal spreken over het vergelijkend onderzoek met betrekking
tot het nieuwbouwplan c.q. renovatieplan Cambuursterpad
De heer Van der Wal: Tijdens de afdelingsvergadering bleek dat er over deze zaak veel onduide
lijkheid bestond. Er werden hier en daar wat briefjes doorgegeven en het leek erop dat men de zaakwo
had laten sloffen. Ik heb inmiddels begrepen dat het college, met name de betreffende wethouder, het
geheel weer op het juiste spoor heeft gezet en ik heb derhalve op dit moment geen behoefte dit punt
verder uit te diepen.
De Voorzitter: Dank u wel, mijnheer Van der Wal.
Voordat thans de heer Van der Wal gaat spreken over de onderhoudstoestand van de panden aan de
Kanaalstraat, wil ik graag eerst de heer Geerts het woord geven om een toelichting op dit onderwerp te
geven. Mogelijk kan dit het gesprek bekorten.
De heer Geerts (weth.): In de afdelingsvergadering heb ik al meegedeeld in hoeverre wij met deze
zaak bezig zijn. Er is een aantal panden waaraan inderdaad wel wat moet gebeuren. Het bedrag dat is
gemoeid met het glas- en waterdicht maken van alle panden zit in de orde van grootte van lOó.OOO,--.
Als ook enkele elementaire verbeteringen moeten worden aangebracht gaat het om een bedrag, zoals
het nu lijkt, van 257.000,Het is echter niet onwaarschijnlijk dat de bewoners vragen nog het een
en ander op te knappen en dan spreken wij inderdaad over bedragen in de orde van grootte van
300.000,Voordat men dergelijke bedragen uitgeeft, moet men er zeker van zijn dat die uitgaven
rendabel kunnen worden gemaakt, oftewel dat de investering die men pleegt niet meteen weer wordt te
niet gedaan omdat de panden worden afgebroken. U weet allen wat hier speelt. In de taakopdracht van
de projectgroep Tulpenburg-Klanderijbuurt is de mogelijkheid van invulling van een ruimteclaim van
het Lienward College opengehouden. Er zouden uitspraken moeten worden gedaan op welke wijze die
claim moet worden ingevuld. Dat was een probleem waarop niet meteen een antwoord te geven was.
Het college heeft zich inmiddels nader beraden over deze problematiek en uit het overleg is naar voren
gekomen dat de ruimteclaim voor het Lienward College in ieder geval de zuidelijke panden aan de Ka
naalstraat zal betreffen; dat zijn de panden 20 tot en met 26. Het lijkt er niet op dat men de betreffen
de panden op korte termijn, zeker niet binnen vijf jaar, nodig zal hebben. Daarmee wordt dan voldaan
aan de termijn van twee jaar die nodig is voor de instandhoudingsregeling. Het is derhalve de bedoeling
dat de panden Kanaalstraat 20 tot en met 26 glas- en waterdicht worden gemaakt en dat voorts een aan
vraag zal worden ingediend om de instandhoudingsregeling toegepast te krijgen. Het tussenliggende huis
is particulier bezit. Dan komen wij bij de noordelijke panden, de panden 2 tot en met 16. Het ziet er
niet naar uit dat deze panden zullen vallen onder de ruimteclaim van het Lienward College, dat wil
zeggen dat deze panden kunnen blijven bestaan. Er zijn ooit wel eens onderzoekingen naar gedaan of
er mogelijkheden tot rehabilitatie waren, maar in eerste instantie was de uitkomst dat dat niet mogelijk
was. Uit een nader onderzoek blijkt echter dat het met toepassing van de Van Dam-regeling inderdaad
te realiseren lijkt in deze panden in totaal 18 rendabele wooneenheden te maken voor huisvesting van
een- en tweepersoonshuishoudens. Dit onderzoek is nog niet afgerond. Als inderdaad blijkt dat deze
panden voor dit doel op rendabele basis geschikt kunnen worden gemaakt voor bewoning, zal ook daar
voor een aanvraag bij het ministerie worden ingediend en zal worden overgegaan tot rehabilitatie van
deze panden op basis van de Van Dam-regeling. Een en ander zal dan op zo kort mogelijke termijn ge
beuren
De heer Van der Wal: Het ging mij in eerste instantie om het glas- en waterdicht maken van de
enden en ik mag aannemen dat ook de noordelijke panden, de panden 2 tot en met 16, voor zover no-
igonder het glas- en waterdicht maken vallen. Wat betreft de verdere plannen ben ik ervan uitgegaan
lat die wel binnen afzienbare tijd in de raad zullen komen. Nu het college de toezegging heeft gedaan
|epanden aan de Kanaalstraat glas- en waterdicht te maken, dien ik de door mij voorbereide motie
[iet in en lijkt het mij niet nodig drt punt verder te behandelen.
De heer Geerts (weth.): Ik heb nog een klein voorbehoud. De heer Van der Wal neemt aan dat de
loordelijke panden, voor zover nodig, ook glas- en waterdicht worden gemaakt. Als dat nodig is, moet
liet inderdaad gebeuren. Het moet echter niet zo zijn dat er bijvoorbeeld nieuwe daken op de huizen
(omen en dat het dakhout niet wordt vernieuwd, zodat straks met de renovatie alles weer los moet en
die verbeteringen die wij hebben aangebracht er weer uit moeten. Dat voorbehoud wil ik toch wel ma
liën.
De heer Van der Wal: Ik versta onder glas- en waterdicht maken het aanbrengen van een tijdelijke
voorziening, zodat het pand waterdicht is, en niet het vervangen van een dak of iets dergelijks.
De heer Pruiksma is inmiddels ter vergadering gekomen.
Par. 14. Beleidssector Samenlevingsopbouw en Jeugdwerk.
De Voorzitter: Mevrouw Otsen zal thans spreken over de instelling en de ambtelijke ondersteuning
van de Commissie Emancipatie-aangelegenheden.
Mevrouw Otsen: Emancipatiebeleid zou ik ook veranderingsbeleid willen noemen. Het betekent dat
er verandering op gang moet worden gebracht. In de algemene beschouwingen heeft onze fractievoor
zitster al gezegd dat wij een hogere prioriteit aan emancipatie zouden willen geven. In maart van dit
I jaar is de Emancipatienota aangenomen en dat gaf ons het gevoel dat er het een en ander op gang werd
gebracht. Er werd aangekondigd dat er met name op het gebied van personeelsbeleid nogal wat zou
moeten gebeuren om vrouwen een gelijkwaardige positie te geven binnen het gemeentelijk apparaat.
Wij moeten nu constateren dat hieraan niets of nauwelijks iets is gedaan. Alleen aan de deeltijdarbeid
is veei aandacht geschonken, maar verder is er eigenlijk ontzettend veel blijven liggen. Zoals reeds
door onze fractie gezegd is, zou vooral onderwijs als eerste beleidsonderdeel in een te ontwikkelen
emancipatiebeleid moeten worden aangepakt en voorts ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en nog
een aantal andere zaken.
Naar mijn mening was het meest belangrijke punt uit de nota de instelling van een Commissie
Emancipatie-aangelegenheden. De commissie zou enerzijds als taak krijgen het college van advies te
dienen over emancipatie-aspecten in beleidsvoornemens en anderzijds begeleiding te geven bij het na
der uitwerken van beleidslijnen. De bedoeling was hiervoor iemand aan te trekken in het kader van de
werk verruimende maatregel. Ik wil het college vragen hoe momenteel de kansen zijn om iemand aan te
stellen. In mijn achterhoofd weet ik het antwoord eigenlijk al, want ik heb mij laten vertellen dat die
kansen niet of nauwelijks aanwezig zijn. Dat zou natuurlijk ontzettend jammer zijn, want dan kunnen
wij vermoedelijk verder ook niets meer. In zo'n geval wordt altijd meteen gevraagd suggesties te geven
waar het geld voor dergelijke posten dan vandaan moet komen. Ik wil een paar suggesties geven. Ik
weet niet hoe re'éel ze zijn en ik laat het derhalve aan het college over om dat uit te maken. Ik heb
begrepen dat er binnen de afdeling KAZ, vanwege de overheveling van taken betreffende volksgezond
heid naar de afdeling SZW, tijd vrij zal komen. Die tijd zou misschien kunnen worden besteed voor
emancipatiezaken. Dat is een suggestie. Een andere suggestie is de post deeltijdarbeid. Het is waar dat
wij de deeltijdarbeid willen bevorderen. Ook in dit beleidsplan staat hiervoor weer een post van
ƒ95.000,1Het vorige jaar is een groot deel van dit bedrag opgegaan aan de kosten van het bezoeken
van een conferentiecyclus in het land door in totaal zo ongeveer zestig ambtenaren. (Wij hopen maar
bat er iets van de stof is blijven hangen.) Ik denk dat de thans opgevoerde post van 95.000,niet in
zijn totaliteit zal worden gebruikt, ook al omdat de kosten voor het doorvoeren van deeltijdarbeid zo
veel mogelijk binnen de diensten zullen kunnen worden opgevangen, naar men mij vertelde. Ik vraag
mij dan ook af of in deze post geen ruimte zit om iemand, eventueel voor een periode van twee jaar,
aan te stellen zodat in ieder geval de Commissie Emancipatie-aangelegenheden kan worden ingesteld.
Ik heb h iervoor een motie gemaakt die luidt als volgt:
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 15 december
1981.