93
94
steld om yn echt hiel slimme gefallen de Volkscredietbank en dêrmei harren klanten, dy't as regel
by de finansieel legere en middengroepen sitte, it risiko te besparjen te folie te ferliezen. Wy bin-
ne fan betinken dat de oplossing fan it probleem der't ik myn ferhaal niis mei begun der socht wurde
moat. Wy fine dat Frigas net earder de gaskraan ofslute mei dan nei't probearre is om op de wize dy't
ik krekt neamd haw ta in oplossing te kommen.
Mei it ofsnijen fan it Ijocht soe ik noch wat minder muoite hawwe as mei it ofsnijen fan it gas.
Yn it tsjuster sitte is sa slim net as sunder gas en sunder waarm iten sitte. Guon fan us witte dat by
underfining. Wy leauwe, mynhear de foarsitter, dat de gebruker echt it best holpen wurdt wannear't
de wurkwize tapast wurdt dy't ik niis sketste. Troch de helpferlienende ynstellingen sil der yn üs op-
fetting ta it uterste gien wurde moatte. len en oar betsjut dat neffens üs de moasje fan PAL te folslein
is. De yn de moasje brukte formulearring is foar üs om dy reden net akseptabel. Wy miene dat wy in
bettere wei oanjun hawwe.
Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Bij de beantwoording van de schriftelijke vragen is er ook ge
antwoord in de geest zoals de heer Jansma dat zojuist heeft gedaan. Wij weten dat afsluiten dus niet
rigoureus gebeurt. Verder staan wij wel achter de intentie van de motie, maar wij vinden dat de laat
ste zin in de motie te absoluut is. Wij stellen een amendement voor op die laatste zin van de motie
en zouden het zinsgedeelte "niet langer toegepast wordt" willen veranderen in "met uiterste terug
houdendheid wordt toegepast".
Mevrouw De Jong: Met het door mevrouw Brandenburg voorgestelde amendement kan ik volledig
instemmen. Volgens mij is afsluiting van de energietoelevering een zeer ernstige zaak. Ook ik vind
dat in eerste instantie de hulpverlenende instanties de uiterste mogelijkheden moeten zien te benut
ten om afsluiting te voorkomen. Met inachtneming van de wijziging van de motie zoals is voorgesteld
door mevrouw Brandenburg is de motie voor mij aanvaardbaar.
De heer Bijkersma: De heer Jansma heeft op uitstekende wijze verwoord hoe er gehandeld zou moe
ten worden bij achterstallige betalingen. Mevrouw Brandenburg heeft een amendement op de motie in
gediend, hetgeen de motie maakt tot datgene wat de heer Jansma duidelijk heeft verklaard. Tegen die
verandering hebben wij geen bezwaar, hoewel wij die verandering niet zinvol vinden als het gemeen
tebestuur handelt zoals de heer Jansma heeft gezegd.
De Voorzitter: Het is jammer dat wethouder De Vries er niet is, want die had in eerste instantie I
op deze problematiek zullen reageren. De heer Jansma heeft het ons erg gemakkelijk gemaakt. De
heer De Vries had precies hetzelfde willen zeggen als de heer Jansma, met de aanvulling dat de er
varing die inmiddels is opgedaan bijzonder gunstig is met betrekking tot de mensen waarop de heer
Jansma heeft gedoeld. Het gaat dan in het bijzonder om mensen, zoals ook in de PAL-motie staat,
die de energierekening niet meer kunnen betalen. Voor degenen die deze kosten niet meer kunnen
betalen wordt de door de heer Jansma geschetste methode gevolgd. Ten opzichte van anderen waar
een en ander geen betrekking op heeft kunnen wij een andere houding aannemen. Als de motie wordt
gewijzigd op de manier zoals door mevrouw Brandenburg is gesuggereerd, dan hebben wij daar geen
moeite mee. Er wordt namelijk zo reeds de facto gehandeld.
Mevrouw Van der Werf: De heer Jansma heeft al gezegd dat een oplossing van dergelijke proble
men op een andere manier gezocht moeten worden. Dat is ook de intentie van onze motie. Wij vin
den het afsluiten van het gas en het electrisch geen goede manier om achterstallige rekeningen te la
ten betalen. In geval mensen de achterstallige rekeningen niet kunnen betalen kan dat tot heel schrij
nende toestanden leiden. Op dit moment schijnt in sommige gevallen de oplossing van de heer Jansma
al aardig te functioneren. In andere gevallen van achterstallige betaling staan daartoe de normale
juridische wegen open. Wij willen alleen maar zeggen dat de Frigas zich door de mogelijkheid die
zij heeft om tot afsluiting over te gaan in een monopoliepositie bevindt. De Frigas hoeft van die po
sitie niet altijd verkeerd gebruik te maken, maar wij willen uitsluiten dat een en ander zou kunnen
gebeuren en het daardoor Frigas onmogelijk maken om tot afsluiting over te gaan. Dat is de strekking
van onze motie, die ik zal handhaven.
De Voorzitter: Wij stellen voor verder niet op de motie in te gaan. Wij zullen doorgaan op de
manier zoals de heer Jansma zojuist heeft verwoord, welke woorden ik heb bevestigd. Als men een en
ander wil verwoorden in een motie op de manier zoals door mevrouw Brandenburg is voorgesteld, dan
hebben wij daar geen moeite mee. Ik stel echter voor om te handelen zoals ik aan het begin heb ge
zegd. Mag ik dan nu de motie van PAL in stemming brengen?
bi
Itichten
De motie van mevrouw Van der Werf en de heer Van der Wal wordt verworpen met 32 tegen 2 stemmen.
De Voorzitter: Aan de orde is nu de motie van mevrouw De Jong en de heer Van der Wal waarin
de regering op wordt aangedrongen Leeuwarden aan te wijzen als vestigingsplaats voor de te
=n Postbank en waarbij het college wordt opgedragen de inhoud van deze motie ter kennis van
jde regering te brengen. Voordat ik de raad het woord geef moet ik u zeggen dat wij het met de strek
king van de motie volledig eens zijn, want u hebt in het verleden ook al moties met dezelfde bewoor
dingen aan de regering en het parlement toegestuurd. Wij zijn echter van mening dat het thans niet het
Beschikte tijdstip is om deze motie te versturen. Wij zijn alert op deze zaak en zodra er over deze aan-
[elegenheid iets in behandeling komt, dan zal de motie of een brief met argumenten onmiddellijk wor-
Uen verstuurd. Op het ogenblik wordt er binnenskamers gestudeerd over de spreiding van de rijksdien-
[ten L:«'«t» Fi^kpnd. dus zou het verzenden van de motie ook geen ef-
s»"..-.-
verstuurd. Op het ogenblik wordt er a
Naar buiten toe is hierover nog niets bekend, dus zou het verzenden van
Ifecf hebben. Het is ook gewoon verstandiger om de motie te verzenden op het moment dat er enig re
sultaat kan worden verwacht. Ik kan u toezeggen dat wij, wanneer vestiging van de Postbank actu
eel vordt, direct alert zullen zijn. Het kan dan inderdaad verstandig zijn dat niet alleen het colle
ge maar ook de raad de motie verstuurt. Als mevrouw De Jong hiermee kan instemmen, dan zou ik de
motie in portefeuille willen houden. (Mevrouw De Jong: Ik kan met uw voorstel instemmen, mijnheer
ne voorzitter.)
De motie van mevrouw De Jong en de heer Van der Wal wordt door het college in portefeuille gehou-
Ben.
De Voorzitter: Dan is thans aan de orde de motie van mevrouw De Jong en de heer Van der Wal
|over de privatisering.
ns inziens gisteren de motie voldoende toegelicht. Ik wil
1 1-- rlipnnnnnaande. Wii
Mevrouw De Jong: Ik heb mij
ide
okk~.. a
wat de te verwachten gevolgen
er toch
hebben
r
noc even op wijzen dat wij duidelijk hebben gevraagd naar one
hierbij ook heel duidelijk betrokken de gevolgen die bepaalde groeperingen bij toepassing van priva-
I 1 /Jp u/orl,npipnpn-
iderzoek dienaangaande
gen bij toepa
jtisering zullen ondervinden en "",f verwachten aevolqen zi|n voor met name de werkgelegen
heid en de inkomensverdeling.
De heer Bijkersma: Ik heb er behoefte aan om in te gaan op de motie, want er is mij iets nie
r\izz ijrt nnnr epn onderzoek omtrent de mogelijkheden voor het afstoten dan
iets niet dui-
wel
uitbesteden van
zeggen
ïtt gevraagd naar een onaeizue IS S/I llll Villi W
gemeentelijke activiteiten, de zogenaamde privatisering. Ik moet de D'66-fractie
-tpmno/Jmn In dp afaeloDen iaren ons nu niet direct de indruk heeft gegeven dat men
delijk. D'66 heeft gevraagd naar een
best
gger
ze k
n ander standpunt heeft ingenomen, lensiorre is riei ueio ic.i
eerste instantie gaat het mij daar niet om. (De heer Ten Brug(weth.): Maar het is mooi meegeno-
--...p. h Mowrnuw Dp Jona is aisteren in haar algemene beschouwingen begonnen
den van gemeenreii|Ke u<-.v.. a
dat hun stemgedrag in de afgelopen jaren ons nu niet direct
11 1D'66 misschien door inspanningen van onze kant
s het beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.
Maar het is mooi meegeno-
blCIIiyCUIuy in viv
deze kant uit wilde. Het zou best kunnen zijn dat D'66 m
een ander standpunt heeft ingenomen. Tenslotte L_1,
In eerste instantie gaat het mij daar ni
ijnheer Bijkersma!) Mevrouw De Jong is g
1 II--rju:
men, mijr
een
IJ tv IC v I UU vv is w» 0
met te zeggen dat het wijkgezondheidscentrum binnen haar partij
gezondheidscentrum is een gemeentelijke activiteit en zal dus ook bij het door mevrouw De Jong ge
noemde onderzoek worden betrokken. Mevrouw De Jong heeft namelijk geen uitzonderinge
Als zou blijken dat het uitbesteden van de medische zorg via een wijkgezondheidscentrum veel duur
?impurnnw De Jong willen horen, in verband met onze stand
dei
is dan anders, dan zou ik graag van mevrouw
puntbepaling ten aanzien van de motie, hoe zij dan zou stemmen,
tie die zij heeft gegeven bij de algemene beschouwingen of vindt
Houdt zij dan vast aan de inten-
dan dat de privatisering niet
voorop moet staan?
Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Wij hebben niet zo'n behoefte aan deze motie. Enkele elemen
ten uit de motie zullen volgens ons vanzelf naar boven komen bij het vervolg van de herwaarderings
operatie.
zo-
Mevrouw Van der Werf: Ik heb gisteren al uitvoerig toegelicht waarom wij tegenstander zijn
wel van privatisering als van het profijtbeginsel. Wij zullen dan ook tegen de motie stemmen.
Mevrouw De Jong: In de eerste plaats wil ik mijn verwondering uitspreken over de heer Bijkersma
De heer Bijkersma haalt in lr :—n«rinn pn nrnfiltbeainsel aan. Ik heb een en ander
vastgelegd in een motie. Volgens m
g«zegd. Logischerwijs zou ik in dat geva
woord zouden zijn, meegaan.
jn betoog zelf privatisering en profijtbeginsel aan.
is deze motie niet in strijd met hetgeen de heer Bijkersma heeft
- 'rlAoVin \/pr-
I met een dergelijke motie, waarin mijn eigen ideeën ver-