10 Niet onvermeld mag blijven dat tot nu toe aanzienlijke financiële bijdragen van het rijk werden verkregen of door het rijk werden toegezegd voor projecten die van groot belang zijn voor de ontwikke ling van Leeuwarden. Ik noem er een aantal. In het raam van het Integraal Structuurplan een 3-tal be langrijke wegen waaronder Rijksweg 9: 54 miljoen gulden. Aanzienlijke bedragen voor versnelde scho lenbouw ten behoeve van de Agogische Akademie en Ubbo Emmius in Camstraburen-Noord. Via regio nale fondsen is er een toezegging van 25 miljoen gulden voor uitbreiding van de universitaire vestiging. Voor de zuidtangent is 60 miljoen uitgetrokken, voor de oosttangent 27,25 miljoen en voor de le fase Hemrik 4 miljoen. Voor de restauratie van de Bonifatiuskerk kwam circa 2,4 miljoen uit de monumen- tenpot van CRM. Voor circa 3.800 woningen in 1980 in Camminghaburen is een locatiesubsidie van 616,per woning toegezegd, hetgeen overigens meer zou moeten worden. De Interim Saldo Regeling levert voor Oldegalileën, Cambuursterpad en binnenstad 52,5 miljoen op en voor overige wijken voor lopig nog eens 18 miljoen. Van het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne krijgen wij ten behoeve van rioleringen 24 miljoen. Het bedrijfsleven kreeg in het eerste halfjaar van 1981 8,5 miljoen aan investeringspremies toegekend op een investeringsbedrag van circa 87 miljoen. Het heeft dus wel degelijk zin om bij het rijk aan te kloppen. Vanzelfsprekend is daarbij een goede voorbereiding en pre sentatie van de plannen op ambtelijk en bestuurlijk niveau van doorslaggevende betekenis. Dat Leeu warden op dit gebied succesvol heeft geopereerd is een stimulerende gedachte en een compliment waard aan alle betrokkenen. Wat kan Leeuwarden zelf? Inspelen op wat ik hiervoor sterke troeven noemde. Wij moeten zorgen voor goede vestigingsmogelijkheden voor de dienstensector, voor kantoren en voor voldoende industrie terrein. De laatste 4 jaren werd 100.000 m2 kantoor-vloeroppervlak gerealiseerd. In dit verband zijn de verplaatsing van de Reiniging, een goede ontsluiting van het Lijempf-terrein en de Oude Veemarkt in teressante punten. Wanneer krijgen wij hierover nadere mededelingen? Wij hebben op dit moment nog 70 ha industrieterrein uit te geven in de Hemrik. Dat is voor enige jaren voldoende bij het huidige ge middelde uitgiftetempo van ongeveer 15 ha per jaar. Een taakstellend werkgelegenheidsbeleid dient daaraan tot 1995 nog ongeveer 100 ha toe te voegen. Hoe kunnen wij een en ander realiseren? Bij dit alles hoort een offensief wervingsbeleid, goede relaties met het bedrijfsleven en zo weinig mogelijk for mele belemmeringen. Mijn fractie is verder zeer belangstellend naar de ontwikkelingen rond het Jonge Bedrijven Centrum. Werken geschiedt niet als een geïsoleerde activiteit, maar vindt plaats binnen het samenhangende kader van wonen, studeren, recreëren, reizen en winkelen. Beslissingen van bedrijven om Leeuwarden te kiezen als vestigingsplaats kunnen mede door het instandhouden van een goed voorzieningenniveau gunstig worden beihvloed. Het aantal woningzoekenden is nog steeds hoog. Het aantal ingeschreven woningzoekenden be draagt circa 4.500. Er is vraag naar goede, betaalbare huisvesting. Dat betekent voor mijn fractie dat de continuïteit van de woningbouw met kracht moet worden nagestreefd. Wij weten dat de bouwmarkt ernstige tekenen van inzakking vertoont, dat de rente zeer hoog is en dat de kosten sterk zijn gestegen. Maar wij weten ook uit het vrij recente verleden wat een breuk in het woningbouwprogramma betekent en wat de negatieve effecten daarvan voor latere jaren zijn. Aantallen voltooide woningen in 1978 en 1979 van respectievelijk 227 en 322 noem ik als voorbeeld tegenover een productie van 685 en 752 in 1980 en 1981. Mijn fractie is van oordeel dat wij door moeten gaan met de voorbereiding en uitvoering van bouwprogramma's. Camminghaburen moet worden afgerond en Wiardaburen opgestart conform de ge nomen raadsbesluiten. Sociale woningbouw in een sobere, energiebesparende uitvoering ligt daarbij voor de hand. Bij de voorbereiding en de uitvoering dient rekening te worden gehouden met de geringe re financiële ruimte. Bij planopzet, bebouwingsdichtheid, groenvoorziening, grondaankopen, inspraak en dergelijke dient men nadrukkelijk uit te gaan van de financiële haalbaarheid. De tijden van meer en beter zijn ook hier voorbij. Bij de stadsvernieuwing, die zo goed op gang is gekomen, begint de vaart er wat uit te raken door een te aarzelend optreden in Haagse contreien. Hiervan dreigen de woonwijken Molenpad en Vegeiin- Achter de Hoven het slachtoffer te worden. Het elan raakt er in die buurten wat uit. Gevreesd moet worden dat achter de temporisering het bezuinigingsmes zichtbaar zal worden. Verwacht het college de beslissing van de minister nog dit jaar en bestaat er enige indicatie over de inhoud van die beslissing? Het lijkt verstandig om aan de nog resterende wijken van de Schil-Oost met volle kracht door te wer ken, opdat uiterlijk in 1985 startklare plannen aan de minister kunnen worden aangeboden. Die niet waagt, die niet wint! Wij zijn belangstellend naar uw reactie. Intussen zal de bevolking moeten worden voorbereid op een mogelijk langere periode van in de rij staan. Verder vragen de wijken die in de vijf tiger jaren zijn gebouwd onze aandacht. De woningen in deze wijken naderen het 25e levensjaar en dan is de fase van groot onderhoud of renovatie aangebroken. Ook de woonomgeving moet een opknapbeurt krijgen. Wij moeten voorkomen dat deze wijken de voormalige Linnaeusbuurt achternagaan. Welke visie 11 heeft Het college op de aanpak voor de komende jaren? Zijn er rijksgelden verkrijgbaar voor woningen en omgeving? Naar verluidt vertonen de desbetreffende regelingen lacunes. Is het college bereid om, eventueel via de VNG, bij de ministeries aan te dringen op het tot stand brengen van sluitende regelin gen? Op onderwijsgebied heeft Leeuwarden inmiddels een gevarieerd en hoogwaardig pakket van moge lijkheden te bieden. Uitbreiding van het hoger onderwijs en van het hoger beroepsonderwijs (HEAO) zou daaraan een belangrijke toevoeging geven. Daarbij dient de gemeente te voorzien in de behoefte aan huisvesting voor de studenten. De winkelstand van onze goede stad biedt een rijk geschakeerd en hoogwaardig assortiment aan diensten en goederen. Mede met het oog op de onder druk staande rendementen in deze sector dient het gemeentebestuur optimale medewerking te verlenen bij het bevorderen van een goed ondernemingskli maat. Het aanzien van onze stad wordt mede bepaald door parken, tuinen en andere groenvoorzieningen. Een te ver doorgevoerd bezuinigingsbeleid op de Plantsoenendienst zal dat aanzien doen verminderen. Een en ander moet worden voorkomen. Op het terrein van de volksgezondheid en de milieuhygiëne vragen wij ons af wanneer de verschil lende in bewerking zijnde deelrapporten tot een afronding zullen worden gebracht en in hoeverre deze deelrapporten kunnen worden ingepast in de totale planning. Enkele zaken zijn onvermijdelijk, andere zaken behoren een hoge prioriteit te krijgen. Wij denken hierbij met name aan crisisopvang, de bevor dering van samenwerkingsverbanden en de totstandkoming van een regionaal instituut voor ambulante geestelijke gezondheidszorg. Wanneer kan de raad hierover concrete voorstellen tegemoet zien? Ik sprak zoëven over werk en hoe onze werkgelegenheid kan worden behouden. Dat is van belang voor de grote groep mensen in onze gemeente die hun werk zijn kwijtgeraakt, maar vooral voor hen die nog nooit hebben kunnen werken. De verlammende en ontwrichtende effecten die werkloosheid kan heb ben zijn bekend: verloren gaan van vakkennis, verlies van arbeidsritme, inkomen, status, sociale con tacten, toekomstperspectief en persoonlijke vrijheid. Het allergrootste aandeel in de bestrijding van de werkloosheid moet komen van de rijksoverheid. Daartoe zullen ingrijpende algemene maatregelen nodig zijn. i'en behoeve van de zwaarst getroffen regio's, waartoe ook het Noorden behoort, zullen extra voorzieningen moeten worden getroffen. Een gemiddeld werkloosheidspercentage van ongeveer 13 voor het Noorden ten opzichte van ongeveer 10 voor geheel Nederland rechtvaardigt die stelling. Hetgeen de gemeente in de voorwaardenscheppende sfeer daaraan kan bijdragen heb ik reeds genoemd. Maar daarmee zal niet kunnen worden volstaan. In onze samenleving veranderen de opvattingen over recht op arbeid, plicht tot arbeid, deeltijdarbeid, arbeidstijdverkorting, arbeid door vrouwen en vrijetijdsbeste ding, Die gedachten moeten worden geïntegreerd in een nieuwe arbeidsethiek, die op zijn beurt moet worden omgezet in concrete maatregelen. Het is voorzienbaar dat op termijn een fundamenteel andere visie op arbeid zal ontstaan. Maar zover is het nog niet. Sommige ideeën kunnen evenwel reeds nu wor den betrokken bij de bestrijding van werkloosheid. Bitter is de situatie voor de jongeren. Zij hebben een zwakke concurrentiepositie op de arbeids markt en vallen bij een groot aanbod het eerst uit de boot. Vooral de mensen met een niet afgemaakte ople'ding, schoolverlaters met alleen MAVO en HAVO, meisjes en buitenlandse jongeren komen vrijwel niet aan de bak. Werkloze jongeren worden onzeker, met alle mogelijke gevolgen daarvan voor hun houding. Veel jonge mensen krijgen het gevoel dat men hen als nietsnutten of profiteurs beschouwt, hetgeen op den duur zowel voor hen als voor de samenleving fnuikend is. Vv'ij moeten als gemeente ons hele beleid afstemmen op de bevordering van de werkgelegenheid. Dat is voor de mensen en voor de maatschappij van levensbelang. Kleinschalige projecten kunnen voor jonge werklozen maatschappelijk relevant werk opleveren. Wij hebben in Leeuwarden enkele van die projecten; er kunnen echter nog meer komen. De regeling Experimentele Arbeidsprojecten voor Jeugdi ge Werklozen had dit jaar ongeveer 35 miljoen gulden te verdelen. In totaal zijn met dit bedrag elders in den lande ongeveer 50 projecten met 800 arbeidsplaatsen van de grond gekomen. Het Europese So- ciaai onds kan iets doen voor projecten met een vernieuwend karakter. In Eindhoven zijn onder leiding van vakbekwame WAO-ers jonge metaalbewerkers aan de slag gegaan. Elders is het idee geopperd om werklozen te laten werken aan de restauratie van kerken. Kortom, er kan binnen de bestaande regelin gen met inventiviteit best wat worden bereikt. Een dergelijk beleid moet worden ontwikkeld en gedra gen. en breed samengestelde adviescommissie onder bestuurlijke leiding kan dat onontbeerlijke draag vlak bieden. Wij zijn bereid eventueel door een herschikking een bedrag beschikbaar te stellen ter be strijding van de aanloopkosten. Wij zijn realistisch genoeg om te beseffen dat op dit terrein de resulta ten zelfs bij een maximale inspanning niet spectaculair kunnen zijn. Maar elke werkloze minder is er één en ook van ons mag worden verwacht dat wij ons houden aan het motto: "Een ieder is tot het moge lijke gehouden." Om aan te tonen hoe ernstig wij dit vraagstuk nemen leg ik de raad namens mijn frac tie een motie voor van de volgende inhoud:

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 6