12 Ik heb met een van de reclamanten, de heer Fennema, gesproken. De heer Fennema woont nu aan de uiterste zuid-westpunt van het waterleidinggebied, men kan beter zeggen ergens midden in de lande rijen. Tot nu toe heeft hij geen andere geluidsoverlast gehad dan in het voorjaar van enkele kieviten. Van geluidsoverlast door het verkeer heeft hij tot nu toe weinig last gehad. Door aanleg van de weg krijgt de heer Fennema 100% meer geluidsoverlast. Ik kan mij dan ook best voorstellen dat de heer Fen nema gereclameerd heeft, want hij krijgt veel meer overlast dan hij ooit gehad heeft. Het geluidsniveau bij de heer Fennema zal door de aanleg van de weg dus toenemen. Ik verwacht dat er weinig snelver keer van de weg gebruik zal maken. Alleen de bewoners van het gedeelte tussen Werpsterhoek en de stad en mogelijk mensen die vanaf de afgetakte Boksumerweg binnendoor willen naar Wytgaard, zullen waarschijnlijk van de weg gebruik maken. Er is echter ook langzaam verkeer. Dat bestaat niet alleen uit fietsers, er zijn ook bromfietsers. Uit eigen ervaring weet ik dat een groot deel van de middelbare schooljeugd op de brommer naar school gaat. De bromfietsers komen iedere dag enkele keren voor mijn huis langs en een en ander geeft nogal een behoorlijk stuk geluidsoverlast. Net zo goed als een brom fiets voor mij een bron van lawaai is, zal dat straks ook stellig het geval zijn voor de heer Fennema. In de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening heeft de heer Fennema een betoog gehouden om een bepaald stuk van de weg te verleggen, zodat er minder geluidsoverlast is. Het gaat in hoofdzaak om de zuidelijke ventweg van de toekomstige zuidtangent, die dan aansluit op de bestaande Boksumerweg. Naast het terrein van de waterleiding maakt de weg een knik en komt dan vlakbij de woning van de heer Fennema langs. Tussen de woning van de heer Fennema en de weg blijft dan nog een stuk grond over van tien meter. Ik vind de afstand van de weg tot de woning nogal klein. De heer Fennema heeft in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening ook gevraagd of de weg kan worden verlegd. Ik heb daartoe een alternatief gemaakt dat de heer Fennema mogelijk ook in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening heeft aangedragen. Dit alternatief houdt in dat er niet een knik in de verlengde Boksumerweg wordt gemaakt, maar dat die rechtdoor komt te lopen. Wanneer wij het tracé van de Boksumerweg rechtdoor laten lopen, dan zal er in plaats van een strook grond van tien meter een strook grond van 25 30 meter liggen tussen de woning van de heer Fennema en de weg. Dit alternatief zal de gemeente bij realisering het minst kosten. Er is nog een ander alternatief. De gemeente kan ook het perceel en de woning waar de heer Fen nema woont aankopen en tevens een stuk waterleidingterrein dat niet bebouwd is en waaronder ook geen kelders zitten. Naar mijn mening kan dit stuk waterleidingterrein vrij gemakkelijk worden aangekocht. Er is een perceel terrein benodigd van 2.600 m2. Wanneer u dan tevens de geplande fietstunnel en de aansluitende weg op de zuidtangent in oostelijke richting verlegd, wint u tussen het waterleidingterrein en de oude Boksumerweg een stuk terrein van ongeveer 9.000 m2. Hierdoor kan aan een perceel weiland dat tussen het waterleidingterrein en de oude Boksumerweg ligt 9.000 m2 grond worden toegevoegd. Hoewel de grond gemeente-eigendom is kunnen wij een dergelijk grote oppervlakte terrein stellig beter verpachten dan een kleiner perceel grond. Een en ander zou ook nog een stukje voordeel voor de ge meente kunnen opleveren. Ook het gedeelte van de weg dat verlegd moet worden zal misschien wat meer kosten. Ik kan dat echter niet inschatten, maar allicht zijn aan een ander tracé ook andere kosten verbonden Ik heb twee moties voor mij liggen. De eerste motie betreft de aankoop van het perceel en de wo ning waar de heer Fennema woont. De tweede motie betreft de verlegging van het tracé van de paral lelweg van de zuidtangent. Ik wacht eerst het antwoord van de wethouder af. Afhankelijk van zijn ant woord zal ik de moties al dan niet indienen. De heer Rijpma (weth.): Deze problematiek is niet nieuw. Het bezwaarschrift van de heer Fennema is op tijd ingediend en er is op tijd commentaar namens de gemeente op dat bezwaarschrift geleverd. Dit commentaar is bekeken in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening. De heer Fennema heeft zijn be zwaren in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening kunnen toelichten. De conclusie van het gesprek in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening was dat de zaak beter zo zou kunnen blijven als die op het bestemmingsplan is ingetekend. De consequenties van de moties die de heer Janssen misschien zal indienen zijn op dit moment niet te overzien. Ik weet niet wat de financi'éle consequenties zijn wanneer iemand een huis aanbiedt met een stuk tuingrond dat gelegen is op een terrein waarop ook andere belan gen gelden. Ik denk daarbij dan aan het waterleidingbedrijf. Ook al zou de kelder niet onder het per ceel liggen, dan zou de weg toch wel dichter bij de voorziening terechtkomen. In hoeverre het water leidingbedrijf zich destijds in de verkoopcontracten tegen een en ander gedekt heeft, weet ik niet. De heer Janssen heeft mij vrijdag voorlopig ingelicht en vanmorgen hebben wij erover nagepraat. In de mij resterende uren heb ik niet kunnen vaststellen wat de rechten en plichten en de mogelijkheden ter zake zijn. Ik kan wel zeggen dat de waarde van het huis en tuingrond een veelvoud is van de opbrengst die men ontvangt als men een groter stuk weiland verpacht. De verpachting van weiland is een kwestie van 13 een paar honderd gulden per jaar per ha. Van de pachtopbrengst moeten de waterschapslasten en andere lasten nog af. Gekapitaliseerd brengt zo'n verpachting slechts één of twee keer tienduizend gulden op, terwijl de aankoopprijs van huis en tuingrond waarschijnlijk een veelvoud van dat bedrag is. Ik kan op dit moment niet overzien welke consequenties er zijn voor de technische uitwerking van het plan als de fietstunnel op een andere plaats gelegd wordt. Wanneer hier plotseling een motie op ta fel komt te liggen die zou worden aangenomen, dan heeft een en ander overleg tengevolge waardoor dit bestemmingsplan op losse schroeven komt te staan. Een bestemmingsplan waarover geen zekerheid be staat kan men zeker niet verder in procedure brengen. Van de voorzitter hebt u gehoord dat het subsidi- entenoverleg grotendeels is afgerond en dat de technische gesprekken binnenkort zullen worden voortge zet. Hierna kunnen pas de suggesties die de heer Janssen doet besproken worden. Ik zou de raad willen voorstellen om het bestemmingsplan te laten zoals het is en het college de mogelijkheid te geven om in een later stadium aan de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en misschien aan de raad te rapporte ren of de financi'éle aspecten terzake behapbaar zijn. Mocht het dan zo zijn dat een beperkte verleg ging van een van de tracé's plaatsvindt en deze verlegging een wijziging van het bestemmingsplan met zich meebrengt, dan zal het een postzegelwijziging zijn. Gezien de weinige belangen die hiermee ge moeid zijn - het zijn er maar enkelen die daadwerkelijk bij deze wijziging betrokken zijn - neem ik aan dat mijn voorgestelde procedure eenvoudiger en beter te overzien is dan de weg die de heer Janssen wil bewandelen. De heer Janssen: De heer Rijpma eindigt met de woorden "de weg die de heer Janssen wil bewande len". Op dit moment zijn mijn suggesties de enige weg om zover te komen dat reclamant min of meer in het gelijk wordt gesteld. Een en ander is eigenlijk de feitelijke bedoeling van mij. De wethouder heeft toegezegd na te gaan in hoeverre mijn suggesties financiële consequenties hebben. De wethouder is be reid om een en ander in te brengen in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en mogelijk ook in de raad. Ook ik kan de financiële consequenties van mijn alternatieven niet overzien. Dat zeg ik bij voorbaat, want ik ben niet ter zake kundig en ik weet ook niet welke problemen er uit het overleg zul len rollen. Op dit moment wil ik echter akkoord gaan met de toezegging van de wethouder. De wethouder heeft gezegd dat de pachtsom van de 9.000 m2 grond vrij laag zal zijn. Ik heb nog wel een suggestie ten aanzien van de bestemming van die grond. Aan de overkant van de Van Harinx- mabrug zal straks een stuk tuingrond als zodanig verdwijnen. Volgens mij is het de moeite van het over wegen waard om een gedeelte van de 9.000 m2 grond tot volkstuincomplex te bestemmen. De Voorzitter: Uw laatste suggestie kan door de heer Rijpma worden meegenomen, mijnheer Jans sen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg ging van de wethouder. Punten 14te.m. 17 (bijlagen nrs. 6, 20 22 en 28). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 18 (bijlage nr. 23). De Voorzitter: Dit punt luidt: Subsidiëring in restauratie/rehabilitatiewerkzaamheden. Mevrouw Visscher—Bouwer: Ik wil graag een opmerking maken over de wandschilderingen in het pand Nieuweburen 111. In de raadsbrief staat dat in de jaren '50 olieverfschilderijen uit dit pand zijn verwijderd en dat die veilig zijn gesteld door het Fries Museum. De huidige eigenaar van het pand Nieuweburen 111 heeft de schilderijen onder voorwaarden van het Fries Museum teruggekregen. Hij wil de schilderijen laten restaureren en vraagt derhalve om een subsidie. Mijn vraag is wie nu eigenlijk de eigenaar van de schilderijen is. Mevrouw Waalkens: Mevrouw Visscher is, net als ik, lid van de Commissie Monumentenzorg. Tot mijn verdriet zijn wij schriftelijk gevraagd om onze mening te geven over bepaalde punten. Het blijkt nu toch wel weer dat het beter is dat wij vergadertechnisch bij elkaar komen. Ik heb nog een opmerking over de subsidie aan de eigenaar van het pand Tuinen 9. In wezen is het pand Tuinen 9 geen beschermd pand; het pand staat echter tussen twee beschermde monumenten in. In de raadsbrief wordt voorgesteld om aan de eigenaar van dit pand 5.000,stimuleringssubsidie te ver-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 7