7
aan de orde gesteld had moeten worden. Als het gemeentebestuur werkelijk van mening is dat het het
bedrijfsleven wil steunen, dan zal het gemeentebestuur samen met het bedrijfsleven in het kader van de
wetten naar wegen moeten zoeken om het bedrijfsleven te steunen. Als het college daarover, gezien de
drukte van de tijd van het jaar, nog niet tot een oplossing is gekomen, dan neem ik dat het college niet
kwalijk. Ik ben echter een beetje verwonderd over een opmerking van de heer Miedema bij de beant
woording van vragen van mevrouw Van der Werf over punt J. van de rondgezonden mededelingen. De
heer Miedema zegt daarbij dat hij de mensen die de brieven hebben geschreven heeft gevraagd bij hem
te komen om over de problematiek van de kernenergie te praten, ik vind het uitstekend dat de heer
Miedema op deze wijze handelt. Wat mij echter zo verbaast is het feit dat - Montakontechniek BV zegt
dat overigens zelf ook - het door de gemeente gevoerde beleid tot stand is gekomen zonder dat enige
inspraak van betrokkene mogelijk is geweest. Ik vind het prachtig dat u mensen bij u laat komen om be
langrijke zaken te bepraten. Maar dat u dan ook niet Montakontechniek BV hebt uitgenodigd voor een
gesprek om eens te bekijken hoe het door Montakontechniek gevraagde kan worden gerealiseerd, stelt
mij teleur. Uit de brief van Montakontechniek BV heb ik begrepen dat zo'n gesprek niet heeft plaatsge
vonden. Als het gesprek wel heeft plaatsgevonden, dan had ik dat graag ergens in gelezen of van u wil
len horen.
Met de heer Heere ben ik van mening dat er naar wegen gezocht moet worden om via de normale
procedure te bekijken of er ook nissenhutten geconstrueerd kunnen worden. De procedure van behande
ling van een bouwaanvraag heb ik eens uitgezocht. Ik ben de ambtenaren die mij daarbij hebben gehol
pen daarvoor zeer erkentelijk. De normale behandelingsprocedure van een bouwaanvraag is als volgt:
Na indiening van de bouwaanvraag gaat de aanvraag naar Bouw- en Woningtoezicht die de technische
aspecten bekijkt. Daarna gaat de aanvraag om advies naar de Welstandsadviescommissie. Deze commis
sie stuurt de bouwaanvraag met een advies naar het college. Het college kan dan een beslissing nemen
over de vraag of het het advies van de Welstandsadviescommissie wel of niet overneemt. U zegt dat u
altijd het advies van de Welstandsadviescommissie overneemt. Ik wil u echter het feit in herinnering
brengen dat u enkele maanden geleden het positieve advies van de Welstandsadviescommissie over de
kantorenbouw aan de Westersingel aan de kant hebt gezet. U zult misschien gemotiveerde redenen heb
ben gehad om dat advies aan de kant te zetten, maar het is in ieder geval duidelijk dat u van het advies
van de Welstandsadviescommissie kunt afwijkenWanneer u niet van dat advies wilt afwijken, dan kunt
u een en ander altijd nog terugverwijzen naar de raad. In de raad kan dan worden gediscussieerd over
de vraag of er een nissenhut gebouwd mag worden om de werkgelegenheid te bevorderen en om die be
drijven die echt wel iets betekenen - dat geldt zowel voor de firma waar het hier om gaat als ook voor
andere bedrijven - te steunen met daadwerkelijk beleid.
Ik wil u wijzen op een artikel in de Leeuwarder Courant waarin staat dat de raad van Westdongera-
deel een en ander wel heeft begrepen en de bouw van nissenhutten heeft toegestaan. Ik begrijp niet dat
u daartoe in uw wijsheid niet bent gekomen. Ik hoop dat u, ook na de uitnodiging van de heer Heere,
naar wegen zoekt om te bekijken of er nissenhutten gebouwd kunnen worden. Ik heb anders het idee dat
Montakontechniek BV nu wel heeft begrepen dat zij via de normale procedure een aanvraag voor de
bouw van een nissenhut kan indienen. Ik wil uw antwoord dan wel eens horen!
Mevrouw Zondag— Demes is inmiddels ter vergadering gekomen.
Mevrouw De Jong: Ik kan in grote lijnen instemmen met hetgeen de heren Heere en Bijkersma naar
voren hebben gebracht. Ook ik ben van mening dat er in dit geval strak wordt vastgehouden aan het
reeds ingenomen beleid. Er is echter een tijd aangebroken waarin wij ons moeten afvragen of wij ons
ook soepeler moeten opstellen ten opzichte van het bedrijfsleven. Het bedrijfsleven kampt namelijk met
grote investeringsmoeilijkheden en de werkloosheid is in Leeuwarden erg groot. Ik denk toch dat wij
moeten trachten om soepel op dit probleem in te spelen. De heer Heere heeft een suggestie gedaan om
de problematiek van de nissenhutten door te spelen naar de nieuw in te stellen Commissie voor de Werk
gelegenheid. Ik wil zijn suggestie graag ondersteunen.
De Voorzitter: Ik stel voor dat wij in de nieuw in te stellen Commissie voor de Werkgelegenheid in
alle rust, dus niet zo opgewonden als thans het geval is, over de problematiek van de bouw van nissen
hutten gaan praten. Als deze commissie met goede argumenten komt, dan leggen wij deze argumenten
naast de goede argumenten die in het kader van de ruimtelijke ordening op tafel zijn gelegd. Wij zullen
deze argumenten tegen elkaar afwegen. Het kan dan zijn dat een en ander aanleiding geeft tot een her
overweging. Uw suggestie dienaangaande volg ik dan ook op. (De heer Bijkersma: De heer Heere heeft
ook gevraagd om de beantwoording van de brief aan Montakontechniek BV op te schorten. Geschiedt
dat nu ook?) Wij zijn altijd bijzonder correct, mijnheer Bijkersma. Wij zullen Montakontechniek BV
berichten dat zij, gelet op de discussie in de raad, vooralsnog geen antwoord krijgt. (De heer Bijkersma:
Ik dank u vriendelijk, mijnheer de voorzitter.)
Ten aanzien van sub K. van de mededelingen wordt besloten overeenkomstig de toezegging van de
voorzitter.
De Voorzitter: Ik zie dat mevrouw Van der Werf nog een vraag wil stellen.
Mevrouw Van der WerfOp bladzijde drie van de mededelingen zijn ook de voor de raadsleden ter
inzage gelegde stukken en brieven opgenomen. Over de bij punt vier genoemde brief van 21 december
1981 van de heer H.J. Redezus inzake een actie tegen de honger in de wereld, heb ik een procedurele
vraag. In deze brief, die gericht is aan de gemeenteraad, worden enkele concrete vragen aan de raad
gesteld. De vragen zijn misschien niet allemaal even duidelijk geformuleerd, maar ik heb er toch moei
te mee dat de brief op deze wijze wordt afgedaan. Ik zou u daarom willen verzoeken om deze brief als
nog op de agenda van de volgende vergadering te plaatsen met een preadvies, zodat de raad zich daar
over kan beraden
De Voorzitter: Ik kan nu de argumenten wel noemen waarom het verzoek van de heer Redezus niet
gevolgd zal worden, maar het lijkt mij beter om die argumenten op papier te zetten. Ik zeg u toe dat
deze brief de volgende keer op de agenda van de raad zal worden geplaatst met een preadvies van b. en
w. Een discussie daarover lijkt mij op dat moment zinvoller dan wanneer ik nu spontaan reageer.
Punten 3 t.e.m. 7 (bijlagen nrs. 37, 32, 31, 36 en 41).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 8 (bijlage nr. 49).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke or
dening ten behoeve van de aanleg van een speelterrein op het plantsoen aan de Goudsbloemstraat. Bij
dit punt dient tevens de aan u uitgereikte notitie van de heer Kempenaar te Leeuwarden te worden be
trokken
De heer Boelens: Onze fractie gaat akkoord met het voorstel dat u hier doet. Wij behouden ons
echter wel het recht voor om nieuwe aspecten - ik doel dan op bezwaarschriften die nu officieel kunnen
worden ingediend en op financiële lasten die nog komen en nog niet bekend zijn - tegenover elkaar te
zetten en die in een afweging te betrekken. Ik zal een en ander toelichten. Vanuit de buurt is het be
grijpelijk - dat heeft de enquête ook uitgewezen - dat zij kiest voor de aanleg van deze speelgelegen-
heid. Voor de omwonenden van het speelterrein spelen er andere belangen. Wij vinden dat wij ook aan
die belangen voldoende aandacht moeten besteden en dat deze belangen eigenlijk in de procedure moe
ten worden meegenomen.
De Voorzitter: Ik begrijp dat de heer Boelens nu filosofeert over hetgeen zijn fractie in een later
stadium zal doen. (De heer Boelens: Ja, mijnheer de voorzitter.)
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 9 (bijlage nr. 38).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Gewijzigd bouwplan voor winkel-, kantoor- en woonruimte op het
terrein gelegen aan de Sint Jacobsstraat-Gouverneursplein-Grote Hoogstraat.
De heer Van der Wal: Inderdaad gaat het hier maar om vrij kleine afwijkingen ten opzichte van het
bouwplan zoals dat in de raad van 22 juni 1981 is aangenomen. Toen waren wij tegen het voorstel, dus
ook nu zijn wij daartegen. Behalve eerdere bezwaren, die ik wel als bekend mag veronderstellen, blijkt
ook nog uit de toelichting die de architect in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening heeft gegeven
dat de passage tussen het kantoorblok en het woonblok alleen op winkeluren geopend zal zijn. Een van
de oorspronkelijke doelstellingen van het destijds aangenomen plan, namelijk het bevorderen van de ver
wevenheid van dit gedeelte van de binnenstad met de rest van de binnenstad, blijkt alleen op winkel
uren belangrijk te zijn. Buiten de winkeluren geldt deze verwevenheid ten opzichte van de binnenstad