38
king van de voorzitter dat het de bedoeling is de commissie vooral te belasten met het formuleren van
hetgeen men op papier wil hebben. (De Voorzitter: Dat zal de eerste activiteit van de commissie moeten
zijn, mijnheer Heere.) Een uitvoerige discussie over de vraag of er überhaupt een nota moet komen acht
ik - gelet ook op de discussie die wij dienaangaande hebben gevoerd - overbodig.
De heer Bijkersma: De heer Heere heeft verwoord en in het besluit datgene veranderd wat wij ook
bedoeld hebben te zeggen. (De heer Heere: Ik heb voorgesteld om het besluit te veranderen, mijnheer
Bijkersma.) Ik kan met een en ander wel instemmen. Ik heb ook iets gezegd over het opleidingsaspect
van mensen. Vele jonge nieuwe ondernemers stranden vanwege het feit dat de voor hun bedrijf benodig
de mensen met een bepaalde opleiding niet aanwezig zijn. Ik kan mij voorstellen dat iemand afkomstig
uit een bepaalde sector niet in de commissie zitting moet nemen, omdat dat vertragend zou werken.
Toch wil ik er op wijzen dat het opleidingsaspect niet vergeten wordt. Men kan namelijk wel trachten
werkgelegenheid te realiseren, maar als er geen mensen zijn die in een bepaalde sector willen en kun
nen werken - mensen met een bepaalde technische of andere achtergrond - dan heeft men natuurlijk neg
niets aan die werkgelegenheid.
Mevrouw Van der Werf: De suggestie van de heer Heere met betrekking tot de wijziging van het be
sluit, kan ik ondersteunen. Wij zullen er voor pleiten dat ook de vakbeweging een vertegenwoordiger
krijgt in de Commissie voor de Werkgelegenheid. Ik kan mij ook aansluiten bij de manier waarop de
heer Heere de woorden van de voorzitter heeft geïnterpreteerd met betrekking tot hetgeen de commissie
gaat doen
Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Wij hebben in eerste instantie niet gereageerd, omdat wij het
eens zijn met het voorstel van b. en w. Wij kunnen ook wel achter de suggestie van de heer Heere stacn
om het woord "ten minste" in het besluit op te nemen. In de fractie hebben wij het ook gehad over het
opnemen van werknemers in de Commissie voor de Werkgelegenheid. Wij zijn toen tot de conclusie ge
komen dat er dan ook werkgevers aan de commissie zouden moeten worden toegevoegd. Op zich hebbei
wij daar geen bezwaar tegen. Wij hebben ons wel gerealiseerd dat men - wanneer men werkgevers en
werknemers aan de commissie toevoegt - te maken krijgt met verschillende zuilen. Men moet natuurlijk
wel een werkbare commissie houden. Vooralsnog willen wij graag van start gaan op de manier zoals b.
en w. die op dit moment voorstellen.
De Voorzitter: Ik zou de raad met klem willen vragen de laatste woorden van mevrouw Brandenburg
over te nemen. Het woord "ten minste" lost de zaak niet op. Als wij straks tot de conclusie komen dat
er ook werknemers en werkgevers in de commissie moeten zijn vertegenwoordigd dan zullen wij ook
moeten invullen waar die vandaan moeten komen. Bij uitbreiding van de commissie komen er ten minste
zes leden bij: drie werkgevers en drie werknemers. Als uit de praktijk blijkt dat er ook werkgevers en
werknemers in de commissie zitting moeten nemen, dan is het echt geen moeite om het instellingsbesluit
aan te passen. Dat is vrij simpel. Wij kunnen ons dan ook beraden op de vraag waar de werkgevers en
werknemers vandaan moeten komen, want wij hebben ook te maken met de takken handel, industrie en
bankwezen. Ik stel voor om te starten zoals wij nu voorstellen. (De heer Bijkersma: Ik vind de suggestie
van de heer Heere om het woord "ten minste" in het besluit op te nemen juist.) Daar lost u niks mee op.
mijnheer Bijkersma, want dan moet het instellingsbesluit worden aangepast. (De heer Bijkersma: Dan
hebt u dat nu meteen aangepast, mijnheer de voorzitter.) Ik stel voor tot stemming over te gaan.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 32 t.e.m. 36 (bijlagen nrs. 69, 57, 58, 56 en 90).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 37a (bijlage nr. 53).
Benoemen van een tweetal leden van de Raad voor de Volkshuisvesting.
Aanbeveling van burgemeester en wethouders:
a. vacature de heer P.A. Wiersma:
de heer Tj. Boringa te Leeuwarden.
Benoemd wordt de aanbevolene met 31 stemmen (3 stemmen blanco).
39
Voordracht van het bestuur van de Stichting Woningstichting St. Joseph:
b. vacature de heerA.J.J. Demmers:
de heer J.J. Sinnema te Leeuwarden.
Benoemd wordt de voorgedragene met 31 stemmen (3 stemmen blanco).
Punt 37b (bijlage nr. 54).
Benoemen van een lid van het bestuur van de Stichting Volkscrediet.
Voordracht van burgemeester en wethouders:
de heer C. IJsbrandij te Goutum.
Benoemd wordt de voorgedragene met 31 stemmen (3 stemmen blanco).
Punt 37c (bijlage nr. 74).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Benoemen van twee leden van het algemeen bestuur van de Stichting
Het Nieuwe Stadsweeshuis.
De heer De Jong: In de raadsbrief wordt iemand voorgesteld die helemaal niet bestaat, mijnheer de
voorzitter. Er wordt gesproken over de heerW. Go'énga, Harlingerstraatweg 3b, Leeuwarden. Zijn juis
te naam en adres luiden: de heerW. Goïnga, Harlingerstraatweg 2b, Leeuwarden.
De Voorzitter: Wij zullen die fout herstellen, mijnheer De Jong.
Aanbeveling van burgemeester en wethouders:
a. vacature de heer W. Goïnga:
1. de heer W. Goïnga te Leeuwarden;
2. de heer mr. L. Tuin te Leeuwarden.
b. vacature de heer mr. Tj.H. Kingma:
1. de heer mr. Tj.H. Kingma te Oranjewoud;
2. de heer P.H.J. Geestman te Goutum.
Benoemd worden de heer Goïnga met 31 stemmen (3 stemmen blanco) en de heer Kingma met 31
stemmen (de heer Geestman 3 stemmen).
Punt 37d (bijlage nr. 76).
Voordracht lid Commissie Vleeskeuringsdienst van de Regio Friesland-Noord.
Aanbeveling van burgemeester en wethouders:
de heerW. Miedema te Goutum.
Besloten wordt tot de voorgestelde voordracht met 31 stemmen (3 stemmen blanco).
Punt 37e (bijlage nr. 84).
Benoemen leden van het bestuur van de Stichting tot beheer en exploitatie van de Théskinkerij
Prinsetön en het complex Zalen Schaaf.
Voordracht van de Culturele Raad:
1. vacature mevrouw M. Holleman:
a. mevrouw M. Holleman te Leeuwarden;
b. mevrouw R. Kruiderink te Leeuwarden.
2. vacature de heer J. ter Horst:
a. de heer J. ter Horst te Leeuwarden;
b. de heer D. van Duuren te Leeuwarden.