8 stiet dat de CCF yn goed oerlis mei de sportferienings in regeling treffe moat foar it ferpleatsen c.q. it nij bouwen fan de klubhuzen foar rekken fan de CCF. It is my bekind dat hjiroer munling oerlis west hat. Oant no ta is dêroer lykwols fan de kant fan de CCF neat op papier kommen, hoewol't soks wol troch de sportferienings frege is. It is net sa dat dizze ferienings de CCF yn it foaren net op syn wurd leauwe wol Ie, mar it liket de ferienings suverder ta dat ien en oar skriftlik fêstlein wurdt. Wy binne fan betinken dat hja dêroan winliken wol gelyk hawwe. No't it ferpleatsen c.q. it nij bouwen fan de klub huzen net neier yn de riedsbrief en yn it beslüt oantsjut wurdt, is üs fraach oan it kolleezje om der be- nammen op ta te sjen dat de regeling dy't neamd is under I, sub 3, fan it beslot sadanich is dat de sport ferienings foldwaande oan harren gerak komme. Fan'e middei hat der noch oerlis west tusken de kuor- balferiening Ljouwert en de CCF. In fertsjinwurdiger fan de kuorbalferiening hat my ferteld dat men net ta in oerienstimming kommen is. Oer fjirtjin dagen komt men wer byinoar. Us fraach is dus oft it kol leezje der op ta sjen wol dat der in ridlike regeling komt. Wol it kolleezje der net te lang mei wacht- sje? Ik wol ek noch wat oandacht besteegje oan de brief dy't op Os tafels lei fan it wykkomitee Sche- penbuert fan 16 febrewaris 1982. Dizze brief hawwe wy oars ferline wike ek al op in oare wize yn us besit krigen. Soe de wethalder strak yngean kinne op benammen de punten 3, 4 en 5? Punt 3 giet oer de nije untslutingswei dy't oanlein wurde sil om't de oerlêst fan it ferkear yn de Tsjalkstrjitte te grut wurdt. Punt 4 giet oer it ferpleatsen fan it wykgebouw, oer it boartersplak foar de bern en oer de feiligens fan benammen de eastkant fan dy nije dyk. Punt 5 giet oer it oerlis oer de ynrjochting en funksje fan de Tsjalkstrjitte. Wy wachtsje mei belangstelling de réaksje fan it kolleezje oer ien en oar of. Mevrouw Vollema— Doevendans is inmiddels ter vergadering gekomen. De heer De Beer: U zult begrijpen, mijnheer de voorzitter, dat vele vragen, die ook bij ons leven, reeds gesteld zijn. Wij zijn blij dat de gemeente met de CCF overeenstemming over de grondtransactie heeft kunnen bereiken. Het is niet alleen voor de CCF maar ook voor de gemeente erg belangrijk dat het bedrijf daar de mogelijkheden krijgt om uit te breiden waar men dat zelf graag wil. De vragen die reeds gesteld zijn blijven natuurlijk overeind staan. Een van de vragen die ook bij ons is gerezen gaat over punt I, sub 3, van het besluit. Wij vinden eigenlijk dat de gemeente, wanneer het goede overleg uiteindelijk toch niet zo goed blijkt te zijn, hier een taak in heeft. De wethouder komt hierop zo met een, naar ik aanneem, wel terug. De heer Van der Wal: Aanvankelijk waren wij nogal kritisch gestemd over deze voorstellen toen ze ons voor het eerst ter ore kwamen. Blijkens de ter inzage gelegde stukken en ook blijkens de ene reactie die ons als raadsleden heeft bereikt, heeft het overleg er in geresulteerd dat de meeste bezwaren zijn gladgestreken. De voorgaande sprekers hebben naar aanleiding van de brief van het wijkkomitee Sche- penbuurt al de nodige vragen gesteld. Ik zal die vragen niet herhalen, maar ik onderschrijf ze wel. Ik wil nog wel opmerken dat wij, vooropgesteld dat de vragen naar tevredenheid worden beantwoord, ook nog te maken krijgen met de procedures in het kader van de ruimtelijke ordening. Wij zullen de ingeko men bezwaren - laten wij hopen dat die niet komen - op hun eigen merites beoordelen. Ondanks het feit dat wij akkoord gaan met deze grondtransactie willen wij ons - wanneer er bezwaren mochten ko men - niet automatisch gebonden achten aan dit besluit. Wij willen dan duidelijk de handen vrijhouden. Mevrouw De Jong: Ik wil mijn waardering uitspreken voor het feit dat er op een dergelijke vrij in grijpende en dusdanig voorbewerkte transactie toch weinig reacties zijn binnengekomen. Alle bezwaren die aanvankelijk aan de transactie kleefden zijn vrijwel ondervangen. Een en ander is toch wel een woord van waardering waard. Door de andere fracties zijn vragen gesteld. Ik wil mij daar graag bij aansluiten. Wel wil ik nog de aandacht vestigen op de brief van het wijkkomitee Schepenbuurt van 16 februari 1982, waarbij ik met name de in de brief genoemde punten 3 en 4 - bij punt 4 gaat het mij vooral om de veiligheid van de kinderen - wil onderstrepen. De heer Rijpma (weth.): Ik wil de raad hartelijk dankzeggen voor de waardering die heeft doorge klonken. Wij hebben wat de ruimtelijke indeling van de grondtransactie betreft een globale overeen komst getroffen. Wanneer u op de tekening ergens een weg op ziet uitmonden of een kruising een be staande weg ziet kruisen, dan komt dat doordat er aan de vraag op welke wijze het tracé het beste kan lopen nog onvoldoende studie - ik had bijna willen zeggen nog geen enkele studie, maar dat is niet he lemaal waar - ten grondslag ligt. In het contract dat wij hebben afgesloten is aangegeven hoe de toede ling van de gronden in principe zal geschieden. De detaillering moet echter nog tot stand worden ge 9 bracht. Een en ander betekent dat de aansluiting op de Tjalkstraat, de afsluiting van de Tjalkstraat enz. nog in de daarvoor aangewezen commissies ter bespreking moet komen en dat de tekeningen dienaan gaande met de wijk Schepenbuurt doorgenomen zullen worden. De CCF zal uiteraard ook een bevredi gende oplossing voor haar toevoer moeten vinden. Kortom, wij zullen de detaillering in de komende maanden proberen af te ronden. De opdracht daartoe is reeds aan de dienst gegeven, met de opmerking dat men pas mag starten zodra de raad dit voorstel heeft aanvaard. Wat ons betreft kan de dienst morgen al starten. Als er op de tekening een weg is getekend die door het wijkgebouw het Skiphus loopt, dan wil dat nog niet zeggen dat die weg op die wijze wordt gerealiseerd. Het geeft echter wel aan dat op de ge noemde plaats de ruimte krap is. Het is daarom best mogelijk dat het beter is om het Skiphus gedeelte lijk te verplaatsen of op te schuiven. Het is ook mogelijk dat er in het kader van de afsluiting van de Tjalkstraat een plekje beschikbaar komt, dat zich beter leent voor de plaatsing van het Skiphus. Ik moet zeggen dat het Skiphus nu in een heel vreemd hoekje temidden van opslag en nissenhutten staat. Wan neer men het Skiphus een beetje een goed aanzien wil geven, dan kan ik mij indenken dat men het ge bouw - als het kan - op een andere plaats wil situeren. De kosten van verplaatsing van het wijkgebouw - het is geen hecht bouwwerk - zullen volgens mij wel binnen de overdrachtskosten die wij hebben ge kregen te vinden zijn. Wij zullen ter zake met de wijk Schepenbuurt goed overleg voeren. Dan stap ik over naar de Regenboogstraat. Deze straat moet worden afgesloten. In het kader van de reconstructie van de Pieter Stuyvesantweg en de Julianastraat is er geen enkele mogelijkheid om de Re genboogstraat ter plaatse open te houden. Wanneer er op de Pieter Stuyvesantweg een verkeerslichten installatie komt die onder andere de aansluiting van het verkeer van de Willem Lodewijkstraat op de Ju lianastraat moet regelen, dan zal het kruispunt vlakbij de spoorwegovergang worden gerealiseerd. In principe zijn wij het er met de CCF over eens geworden dat de afsluiting van de Regenboogstraat moet plaatsvinden. Met de NS is de bespreking daarover nog onvoldoende ver gevorderd. Met het oog op de kosten die aan een wijziging van de verkeerssituatie zijn verbonden is een en ander voorlopig buiten beschouwing gelaten. Uitgaande van het principe dat de Regenboogstraat te zijner tijd afgesloten wordt, zullen wij in de komende maanden verdere onderhandelingen moeten voeren met de CCF en de NS over het kostenvraagstuk en de technische vraagstukken dienaangaande, opdat een goede oplossing voor de verkeerssituatie op de Pieter Stuyvesantweg wordt gevonden. De CCF heeft er ook belang bij dat zij een eigen verbinding krijgt met het noordelijke fabrieksterrein. Volgens mij kan men die oplossing beter zoeken in de richting van een samenspel met de thans aanwezige spoorwegovergang, dan dat er afzon derlijke spoorwegovergangen zullen worden gecreëerd. De NS zullen tegen dat laatste mijns inziens ook grote bezwaren hebben. Dit punt is dus in de tijd vooruitgeschoven. Er wordt gecombineerd met onze studies over de aansluiting van de Willem Lodewijkstraat op de Julianastraat. Op 1 juni 1983 moeten wij zover gevorderd zijn dat de sportvelden beschikbaar zijn voor de sport verenigingen, zodat het terrein dat wij willen overdragen vrij is van gebruik en van obstakels. Tot die obstakels behoort een van de clubhuizen. Een en ander betekent dat wij, als er inmiddels geen overeen stemming met de voetbalvereniging Blauw-Wit is bereikt, niet in staat zijn om het terrein over te dra gen. Ik neem aan dat het overleg tussen de CCF en de beide sportverenigingen plaats kan vinden zonder dat de gemeente intervenieert. De berichten die mij dienaangaande hebben bereikt zijn niet ontmoedi gend. Ik druk mij dan wel heel voorzichtig uit. Wanneer een van de verenigingen of beide verenigingen assistentie nodig zou hebben bij de oplossing van de problemen, dan zijn wij zeker bereid om - met een zekere distantie, omdat het in de eerste plaats gaat tussen de CCF en de verenigingen - onze goede diensten aan te bieden. De gemeente heeft namelijk ook belang bij de oplossing van de problemen, om dat de terreinen op 1 juni 1983 vrij opleverbaar moeten zijn. Dat er naar aanleiding van dat overleg schriftelijke overeenkomsten nodig zijn, is volgens mij wel bijna vanzelfsprekend. Tussen het tijdstip dat de afspraken zijn gemaakt en het tijdstip van realisering van de objecten zal namelijk een zeker tijdsverloop zijn. Het lijkt mij onverstandig om alleen op basis van mondeling overleg tussen een aantal personen afspraken te maken over realisering van de objecten. Het is namelijk helemaal niet gezegd dat over een paar maanden dezelfde personen nog beschikbaar zijn voor dezelfde taken. Het is daarom ver standig dat - het kan denk ik ook niet anders - de resultaten van het overleg schriftelijk worden vastge legd. Met de werkzaamheden voor de wijziging van het bestemmingsplan zal zo snel mogelijk worden be gonnen. Wij zullen proberen om het overleg dat daartoe met diverse partners nodig is met voortvarend heid te voeren. Voor de technische en verkeerskundige problemen is in principe een oplossing gevonden. Volgens mij zijn daar weinig ingewikkelde problemen mee. Het bestemmingsplan zal - dat weet ieder een en ook de CCF - een eigen weg moeten gaan. Over die weg is in deze raad geen afspraak te maken die afwijkt van de wettelijke procedure. Dat zouden wij ook niet willen. Een en ander betekent dat al le partners, die bij het genoemde overleg betrokken zijn en die rechten hebben krachtens de wet, van hun mogelijkheid tot overleg en van hun rechten gebruik moeten kunnen maken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 5