11 10 De Voorzitter: Misschien mag ik nog een enkele opmerking maken over de vraag wat er gebeurt wanneer er problemen zullen komen tussen de sportverenigingen en de CCF over de verplaatsing van de clubgebouwen. U mag er van uitgaan dat de akte van ruiling met de CCF pas zal worden verleden nadat overeenstemming is bereikt over de verplaatsing van de clubgebouwen. Een en ander is een onderdeel van de overeenkomst. De CCF heeft ons toegezegd dat zij overeenstemming zal bereiken met de sport verenigingen. Wij zullen de CCF vragen - wij kunnen dat niet eerder doen dan nadat de raad akkoord gaat met het voorstel - snel die overeenstemming te bereiken. Komen er troubles dan zullen wij inder daad gedwongen zijn om een zekere bemiddeling te verlenen. Nogmaals de verplaatsing van de club huizen is een onderdeel van de overeenkomst. Nadat overeenstemming over die verplaatsing is bereikt, zal de akte worden verleden. Daar kunt u gerust op zijn. De heer Meijerhof: Na de uitvoerige en degelijke beantwoording door de wethouder wil ik heel kort zijn. Ik heb één antwoord van de wethouder gemist. Ik had namelijk een vraag gesteld over het voort zetten van het leerlingenproject in het sportpark Kal verdijkje. Welke zekerheden zijn er op dit moment dat het project gecontinueerd kan worden? De hear Jansma: Nei dy ütdruklike tafoeging fan jo, mynhear de foarsitter, haw ik neat mear te freegjen De Voorzitter: Ik weet dat wethouder De Vries bezig is met hetgeen waarnaar de heer Meijerhof vraagt. Ik heb van hem begrepen dat er op gerekend mag worden dat er tijdig genoeg velden in het plan Kal verdijkje klaar zijn. Wij krijgen daar dan geen troubles mee. Daar mag u echt op vertrouwen. Ik weet dat wethouder De Vries een en ander uitdrukkelijk heeft toegezegd, toen wij met deze onderhan delingen bezig waren. Daar zijn voldoende waarborgen voor. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 9 (bijlage nr. 77). De Voorzitter: Dit punt heet: Ontruiming van het perceel Kanaalweg 217. De heer Bijkersma: In de raadsbrief stelt u voor om het college, ingevolge het bepaalde in de arti kelen 177, eerste lid, en 212 van de Gemeentewet, te machtigen tegen de heer Kooistra een gerechte lijke procedure tot ontruiming van het perceel Kanaalweg 217 in te stellen. Als ik echter het besluit lees dan luidt dat inhoudelijk toch iets anders dan hetgeen in de raadsbrief wordt voorgesteld. In het besluit staat namelijk: "...te bepalen dat burgemeester en wethouders beoordelen en beslissen..." Naar mijn gevoel betekent een en ander dat er binnen het college nog eens over gepraat gaat worden. Is het gesprek en de beoordeling binnen het college een technisch-administratief-juridische kwestie of zal er nou eens echt een keer over worden gepraat of al dan niet tot ontruiming wordt overgegaan? Het spijt mij te moeten constateren, maar in het verleden zijn de beslissingen van het college wel eens aar zelend geweest. Ik kan wel een aantal gevallen naar voren halen, maar dat zal ik niet doen. Er werden altijd dreigbrieven geschreven in de trant van: wij zullen dit en wij zullen dat doen. In het raadsvoor stel wordt gevraagd het college te machtigen om een rechtsgeding in te stellen. U zult dat verzoek dan ook uit moeten voeren. Een en ander staat ook in artikel 177 van de Gemeentewet. Het college zal echter eerst weer beoordelen of een rechtsgeding zal worden gevoerd. Ik wacht uw antwoord af, mijn heer de voorzitter. De Voorzitter: De heer Van Kats vertelt mij zojuist dat de in het besluit opgenomen tekst de forme le formulering is krachtens de Gemeentewet. Een en ander houdt in dat wij gaan procederen. (De heer Bijkersma: Maar waarom staat er dan in het besluit "beoordelen"?) In het besluit is de tekst opgenomen zoals die in de Gemeentewet is opgenomen. U moet maar van mij aannemen dat wij gaan procederen. Dat is voor u het belangrijkste, mijnheer Bijkersma. (De heer Bijkersma: Een besluit is toch ook een vastlegging van iets, mijnheer de voorzitter?) U gelooft mij toch wel, mijnheer Bijkersma? (De heer Bijkersma: Natuurlijk geloof ik u, mijnheer de voorzitter. Ik vraag mij echter af waarom u een ander besluit maakt dan u voorstelt. Als u het woord "beoordelen" uit het besluit haalt, dan ben ik helemaal content. Een en ander ligt dan ook vast voor de geschiedschrijving.) In artikel 177 van de Gemeente wet staat: "De raad beoordeelt en beslist.Deze bevoegdheid van de raad mag krachtens artikel 212 van de Gemeentewet worden overgedragen aan b. en w. Het overdragen doet de raad door middel van het besluit. Wij hebben in het besluit dezelfde woorden gebruikt zoals die ook in de Gemeentewet staan. (De heer Bijkersma: Dat is dan uw vertaling. Het woord "machtigen" is een duidelijker omschrij ving. Ik ben nu echter wel content, mijnheer de voorzitter.) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 10, 11 en 12 (bijlagen nrs. 88, 89 en 67). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 13 (bijlage nr. 60). De Voorzitter: Dit punt luidt: Vaststellen van een Verordening route gevaarlijke stoffen. Mevrouw Van der Werf: Al verschillende keren heeft de PAL-fractie er op aangedrongen dat er een dergelijke route wordt ingesteld. Wij zijn daarom blij dat deze route er nu komt. De ernstige ongeval len die zich bij het vervoer van gevaarlijke stoffen kunnen voordoen in aanmerking genomen, is een dergelijke route natuurlijk niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat. Ook een ter inzage ge legd artikel uit de Consumentengids maakt duidelijk dat een route voor het vervoer van gevaarlijke stof fen de kans op ongelukken nauwelijks lijkt te verkleinen. Uiteindelijk zal alleen een vermindering van het vervoer van gevaarlijke stoffen tot een oplossing leiden. Als gemeente hebben wij daar helaas nau welijks invloed op, behalve dan door een goed vestigingsbeleid. Wat dat betreft zijn er in het verleden nogal domme dingen gedaan, met name met betrekking tot de vestiging van LPG-tanks in de bebouwde kom. De ter inzage gelegde kaartjes, waaruit blijkt welke route de LPG-tankwagens buiten de vastge stelde route om moeten volgen - onder andere vlak langs de binnenstad - om bij de tankstations te ko men, maken weer eens duidelijk hoe belangrijk het is dat die tankstations verdwijnen. Uit een bericht in de krant heb ik begrepen dat er gelukkig weer een LPG-tankstation ontmanteld wordt. Een en ander is te danken aan een snel ingrijpen van de Inspecteur van de Volksgezondheid, die ten tijde van de ver lening van een hinderwetvergunning kennelijk beter bij de tijd was dan b. en w. Wat de route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen eventueel wel aan voordelen biedt zijn: een gemakkelijker controle, een snellere localisering en daardoor een adequatere reactie bij mogelijke rampen. Ik heb zojuist ge zegd "eventuele voordelen", want die voordelen hangen wel af van een aantal zaken. Ik heb dienaan gaande een paar vragen. Hoe zijn b. en w. van plan de naleving van de verordening op het gebruik van de verplichte route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen te controleren? Hoe zijn wat dat betreft de ervaringen in andere steden waar die route al bestaat? Bestaat er bij de instanties die betrokken zullen raken bij een eventuele ramp voldoende zicht op de problemen die zich kunnen voordoen? Wordt de be volking die aan de route woont ook geïnformeerd over alles wat samenhangt met die route? Ik denk daarbij dan aan de noodzaak van een dergelijke route, aan de keuze van het traject - die volgens mij voor de vaststelling van de route aan de orde had moeten komen -, en aan de wijze waarop de bevol king moet handelen bij eventuele ongelukken en dergelijke. Bij dat laatste bedoel ik niet een open baarmaking van het rampbestrijdingsplan - wij hebben er al eens eerder een discussie over gehad dat dat niet kan -, maar men zou heel goed de mensen die aan zo'n route wonen kunnen informeren over hoe ze moeten handelen bij eventuele gevaarlijke situaties die kunnen ontstaan. Uit het antwoord op de schriftelijke vragen die wij vorig jaar hebben gesteld over de nu aan de or de zijnde problematiek, bleek ons dat het aantal meldingen voor het vervoer van ontploffingsgevaar!ijke stoffen (voor de krijgsmacht) in 1980 - het aantal meldingen was toen 49 - bijna is verdubbeld ten op zichte van het aantal meldingen in 1979, toen er 25 meldingen werden geregistreerd. Wij vragen ons af of deze stijging toevallig is of dat het een stijging is die zich dit jaar voortzet of zich stabiliseert. Wij vinden een en ander een zeer negatieve ontwikkeling. Wat zijn dat voor gevaarlijke stoffen? Wijst die ontwikkeling op een intensiever gebruik van de vliegbasis? Een en ander is dan in tegenstelling tot het geen altijd beweerd wordt. Voor onze fractie is dit een argument te meer dat de vliegbasis, die hier on aanvaardbaar gevaarlijk ligt, verplaatst moet worden. Deze bewering hebben wij reeds vaker geuit. Wij hebben ons er over verbaasd dat dit voorstel niet in de Commissie voor Volksgezondheid en Mi lieuhygiëne aan de orde is geweest. De problematiek rond met name de LPG-stations - deze problema tiek hangt nauw samen met dit voorstel - staat namelijk wel regelmatig ter discussie in die commissie. De heer Bijkersma: In deze raad is al eens eerder gevraagd hoe het zit met de route voor het ver voer van gevaarlijke stoffen door de scheepvaart. Ik begrijp dat een en ander niet in deze raadsbrief is opgenomen omdat het hier om vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg gaat. Ik stel deze vraag nog een keer aan het college.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 6