15 worden uitgevoerd, omdat die niet door andere middelen kunnen worden gedekt. Nu is er een voorstel van "Achter de Hoven" om het herstel van de walmuren die het college in de prioriteitenstelling naar voren haalt, namelijk de walmuren van Oosterkade en Oostergrachtswal, maar te laten vervallen. Onze fractie vindt dat niet een goede zaak. De helft van die walmuren is reeds hersteld. Het andere deel is echt aan restauratie toe. De walmuren zijn er daar al tijden heel slecht aan toe; er is sprake van een onveilige situatie. Het herstel moet worden aangepakt. Bovendien zou de binnenstad, bij het laten ver vallen van deze werkzaamheden, twee keer worden gepakt. Op de plannen voor de binnenstad - de be schikking daarvoor is al afgekomen, maar wij hebben die nog niet behandeld - is namelijk ook heel sterk gekort. Het door "Achter de Hoven" voorgestelde lijkt ons niet een goede zaak. Welke mogelijk heden zijn er om iets te doen aan de moeilijke situatie die in Molenpad en Vegelin is ontstaan? Is er een mogelijkheid via de "honderd miljoen operatie" uit het Fonds voor stadsvernieuwing? Wij hebben een en ander buiten de ISR gelaten, omdat wij met de ISR-gelden andere dingen wilden doen. Wanneer kunnen wij de herziene stadsvernieuwingsnota tegemoet zien? Die herziene nota moet er nu eigenlijk wel komen. In het zwartboek van het Molenpad kan men lezen welke overlast de bedrijven Jelco en Boelens in de wijk opleveren. Is het ook mogelijk nu al tegen die ontoelaatbare overlast op te treden door middel van bijvoorbeeld de Politieverordening, een aanschrijvingsbeleid of controle? Tenslotte nog een punt dat, hoewel geen noodzaak, toch annex is met deze beslissing. De kwestie van de buurtvoorzieningen voor Molenpad, Vegelin en de binnenstad lijkt bevroren. Op welke wijze wordt deze kwestie opnieuw aan de orde gesteld? Krijgen wij een afweging waarin opnieuw prioriteiten worden gesteld? Hoe stelt het college zich voor om een en ander aan de raad te presenteren? De heer Sijbesma: De behandeling van dit stuk in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening werd beheerst door een tweetal zaken. In de eerste plaats de handelwijze van de minister en in de tweede plaats de vraag of er al of niet ruimte voor verschuivingen binnen de plannen of tussen de plannen on derling was. In de Beleidsnota stadsvernieuwing geeft u al aan dat het doel van de ISR is ervaring op te doen met het nieuwe financi'éle instrumentarium dat de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing moet worden. Ook wordt aangegeven dat een knelpunt bij de toepassing van de ISR is dat het rijk, net zoals dat bij andere rijkssubsidieregelingen het geval is, het tot zijn taak rekent de plannen gedetailleerd te beoordelen. Met de mond wordt in dit geval dan marginale toetsing beleden. Vaak worden hierdoor echter na lang durige procedures verkregen resultaten van inspraak van de bevolking in het verdere verloop van de pro cedure geheel of gedeeltelijk teniet gedaan, terwijl - overigens geheel in overeenstemming met onze eigen beleidslijnen - de eis wordt gesteld dat de plannen in goed overleg met de belanghebbenden moe ten worden opgesteld. De ruimte die de minister nu voor zich zelf neemt, hadden wij niet voor mogelijk gehouden. Het is op zijn zachtst uitgedrukt zeer teleurstellend. Bieden deze regelingen dan zoveel ruimte? Inspraak wordt op die manier een farce. Wij blijven met de vraag zitten of wij op locaal niveau zo kunnen werken. Overigens, medio vorig jaar kon door het college worden voorkomen dat plannen voor de nu aan de orde zijnde wijken voor langere tijd in de ijskast zouden worden gezet. De door de raad vastgestelde plannen zijn integraal getoetst. Elk onderdeel is door de minister op zijn argumentatie en op het daarbij behorende prijskaartje beoordeeld en al of niet goedgekeurd. Dat noemt de minister dan corrigeren! Na de vergadering van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening is ook duidelijk ge worden dat de gecorrigeerde posten niet door verschuiving in prioriteit binnen het plan of tussen plannen onderling alsnog goedgekeurd kunnen worden. Omdat de minister voor een iets groter bedrag plannen goedkeurde dan hij geld had, mag de gemeente nu aangeven welke onderdelen van andere plannen doorgeschoven kunnen worden. Door rekenfouten en door een berekeningswijze die afwijkt van de gang bare ten aanzien van de walmuren langs de Oostergrachtswal - die zijn notabene al hersteld; dat herstel is overigens in goed overleg met de minister gebeurd en ook als zodanig vastgelegd - en die van de Oosterkade, valt er nog een gat van 1,6 miljoen gulden. De betaling van de kosten van herstel van de walmuren Oostergrachtswal en het herstel van de walmuren Oosterkade hebben ook onze hoogste priori teit, nu binnen de goedgekeurde plannen mogelijk geschoven kan worden met een post die beschikbaar is voor parkeervoorzieningen in de binnenstad. Een en ander betekent dan ook dat wij accepteren dat de verbetering van de walmuren Emmakade en het niet uit de pacht nemen van de kwekerij Achter de Ho ven doorgeschoven worden tot 1986, onder de voorwaarden die het college in de raadsbrief stelt. Wij wachten de nadere analyse van de goedgekeurde onderdelen af. Het college verwacht dat de analyse eind maart/begin april 1982 is afgerond. De wijken geven in een brief andere prioriteiten aan dan wij zojuist hebben gedaan. De wijken ge ven onder andere als prioriteit aan: het verplaatsen van de glashandel en van Jelco, een goede oplos sing voor de Spoorstraat en de herinrichting van de Knoopstraat. Het betreffen hier allemaal niet goed gekeurde planonderdelen, die dus op geen enkele wijze voor rekening van het rijk kunnen worden uit gevoerd. Nu die weg is afgesloten meent mijn fractie dat wij in principe alleen de goedgekeurde plan onderdelen moeten uitvoeren. Ook vinden wij dat niet bij voorbaat van een aanvulling van de plannen ten laste van het Fonds voor stadsvernieuwing moet worden uitgegaan, zoals in de laatste brief van de wijkorganisaties wordt voorgesteld. Achter de Hoven en Molenpad krijgen aanmerkelijk minder geld dan was gevraagd en waarop was gerekend. In andere delen van de Schil-Oost waar stadsvernieuwing moet worden gepleegd zijn ook knelpunten. Daarvoor is, althans voorlopig, geen geld. Bovendien staat door onze financi'éle perikelen ook het Fonds voor stadsvernieuwing onder druk. Wij zijn van mening dat het plan voor de stadsvernieu wing in zijn totaliteit opnieuw moet worden bekeken en afgewogen. Ik hoop dat het lukt de teleurstelling spoedig te verwerken en dat er met nieuwe moed aan het werk wordt gegaan om binnen de ons gegeven ruimte toch een goed stuk vernieuwing van Molenpad en Achter de Hoven/Vegelin te verwezenlijken. De heer De Beer: Sinds 1977 is erg veel moeite en tijd besteed aan de planontwikkeling van de wij ken Achter de Hoven/Vegelin en Molenpad. Een en ander gebeurde door de wijk, door de ambtenaren en door de raadsleden. De ambitieuze plannen moesten in een later stadium, toen Leeuwarden als ISR- gemeente was aangewezen, nogal behoorlijk uitgekleed worden. Dit gebeurde ook mede door de op- en aanmerkingen van de provinciale Commissie Stads- en dorpsvernieuwing in Friesland. Vooral bij de plannen voor het Molenpad heeft dit gespeeld en in mindere mate ook bij Achter de Hoven/Vegelin. Uit de raadsbrief blijkt dat de benodigde ruim 15 miljoen gulden niet aanwezig is; er is maar 13 miljoen gulden beschikbaar. Er is een gat van ongeveer 2,1 miljoen gulden. Vergeleken met het oorspronkelijke gat van 29 miljoen gulden is dit tekort inderdaad weinig. Ik ben echter bang dat wij in de komende tijd, ik bedoel dan niet jaren maar maanden, wel vaker zullen merken dat er aanzienlijk minder geld be schikbaar is dan wordt gevraagd. Kijken wij naar de totale gelden die voor Leeuwarden beschikbaar zijn gesteld, dan komen wij er nog niet eens zo slecht af. Met uw voorstel om 1,6 miljoen gulden uit de stelpost voor parkeervoorzieningen in de binnenstad te gebruiken voor het herstel van de walmuren gaan wij akkoord. De pot van 3,1 miljoen gulden voor parkeervoorzieningen is overigens een merkwaardige pot. Slechts een deel van deze gelden kan, althans volgens de raadsbrief en wanneer de voor de voorzieningen geldende normen worden gehanteerd, in Leeuwarden worden gebruikt. In deze "parkeerpot" resteert na aftrek van de 1,6 miljoen gulden nog een bedrag van 1,5 miljoen. Is het ook wenselijk te onderzoeken of er nog voor andere doeleinden van dit bedrag gebruik kan worden gemaakt? In de diverse brieven die wij hebben gekregen wordt gesproken over prioriteiten. Deze prioriteiten zullen ongetwijfeld nog wel ter sprake komen bij het overleg tussen contact- en projectgroepen. Wij wachten de resultaten van dit overleg dan ook af. De heer Van der Wal: De beschikking van de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 31 december 1981 voor het Molenpad en Achter de Hoven/Vegelin zal, naar wij vrezen, grote ne gatieve gevolgen hebben voor het hele stadsvernieuwingsproces in Leeuwarden. Zozeer zelfs, dat wij vrezen dat bij het doorzetten van dit rijksbeleid de stadsvernieuwing in gevaar komt. Er is grof gekort op de benodigde gelden. In eerste instantie is de aangevraagde VRO-subsidie voor het Molenpad van 13 miljoen gulden teruggebracht naar 6,4 miljoen gulden en is de aangevraagde subsidie voor Achter de Hoven/Vegelin van 16,6 miljoen gulden teruggebracht naar 8,8 miljoen gulden. In tweede instantie is er nog een keer 2,2 miljoen gulden getemporiseerd, zodat het uiteindelijke bedrag van 13 miljoen gul den werd bereikt. Op zich is dit korten al ernstig genoeg. Gezien de gelden die Leeuwarden reeds in het kader van de stadsvernieuwing heeft ontvangen, is een en ander echter wel begrijpelijk. De heer Ten Hoeve noemde ook het bedrag van 18 miljoen gulden ten opzichte van de beschikbare 56 miljoen gulden. Veel erger is volgens ons de manier waarop door het ministerie is gekort en de slappe wijze waarop het college daarop heeft gereageerd. Het wordt hoog tijd dat de gemeente en de betrokken bewonersor ganisaties zich fel afzetten tegen deze ergerlijke vorm van betuttelarij uit Den Haag. Tot in detail is er in Den Haag, in dit geval Zoetermeer, beoordeeld wat wel en wat niet kan worden geaccepteerd. Er is niet alleen geschrapt op de criteria sober en doelmatig, maar er is ook domweg geschrapt om het totaal bedrag beneden de 13 miljoen te drukken. Een en ander is mij vanmiddag telefonisch door een van de betrokken ambtenaren toegegeven. Deze beschikking verschilt ook duidelijk van vorige ISR-beschikkingenIn de vorige plannen kon je nog wel met wat goede wil enigszins de criteria sober en doelmatig aflezen. In deze plannen is zon der inspraak van de raad, laat staan van de bewoners, ingegrepen. Er heeft een zeer gedetailleerde toetsing plaats gevonden in plaats van een marginale toetsing, zoals door een van de vorige sprekers is

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 8