6
De heer Janssen: Wanneer de brief van de Wijkvereniging Bilgaard er niet geweest was, dan zou
ik wellicht het woord niet hebben gevraagd. Nu wil ik deze kwestie echter toch even onder uw aandacht
brengen, mijnheer de voorzitter. De werkgroep Ruimtelijke Ordening van de Wijkvereniging Bilgaard
vraagt in de brief om aan het begin van de pleinen de trottoirs door te trekken over de rijbaan, zodat
de veiligheid van de spelende kinderen niet in gevaar komt. Binnen de Commissie voor Openba're Wer
ken hebben wij tot nog toe de regeling gevolgd dat wij, wanneer er een bepaalde straat op de schop
komt of wordt herstraat, proberen de trottoirs door te trekken. Ik wil het college vragen om in de
Commissie voor Openbare Werken te bekijken of in dit geval het doortrekken van de trottoirs ook moge
lijk is en, zo ja, dat ook toe te staan. Ik denk dat het doortrekken van de trottoirs niet sterk prijsver
hogend zal werken. Mocht dat echter wel zo zijn, dan zullen deze kosten - gelet op het krediet dat
voor de uitbreiding van de parkeergelegenheid nodig is - niet veel voorstellen.
De heer Sterk: Ik kan mij bij de vraag van de heer Janssen aansluiten om het verzoek van de Wijk
vereniging Bilgaard nog even in de Commissie voor Openbare Werken aan de orde te stellen.
De heer Rijpma (wetn.): Ik zal een en ander morgen in de Commissie voor Openbare Werken aan de
orde stellen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging
van de wethouder.
Punt 14 (bijlage nr. 129).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 15 (bijlage nr. 130).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Gevolgen ISP-arbeidsplaatsenplan voor de welzijnssector.
De hear Jansma: It giet my efkes om de meiwurker dy't oarspronklik foar Hippo pland wie. Ik wol
ris meiinoar oerlizze wa't dêr foar yn it plak komme kin. Wy tinke dan benammen oan in meiwurker
dy't wurkje kin foar minsken dy't oansluten binne by de Stichting Volkscrediet. By de provinsje leit in
oanfraach foar in twatal funksionarissen dy't ynskeakele wurde kinne by it wurk oangeande de skuld-
sanearring en de budzjetadvisearring. Yn dizze seal hawwe wy wol faker de problematyk dat oangeande
besprutsen. It sjocht der nei ut dat der fan de kant fan de provinsje gjin minsken foar dit wurk beskikber
steld wurde kinne. Soe't in goede saak wêze kinne om de Stichting Volkscrediet te helpen oan in funk -
sionaris no't de funksionaris foar Hippo net komt? Yn Os fraksje hawwe wy ek noch praat oer de maat-
skiplik wurker dy't by de Stichting foar Maatskiplike Tsjinstferliening komt. Is der faaks in mooglikheid
dat dizze persoan mear ynskeakele wurdt by de krisisopfang? De krisisopfang is hjoed-de-dei ek in
probleem. Kin hjir wat oer sein wurde?
Mevrouw Otsen: Als fractie hebben wij toch behoefte om bij dit raadsvoorstel een korte opmer
king te plaatsen. Wij zijn het eens met de overwegingen die het college hanteert om de ISP-arbeids-
plaatsen te accepteren. De overwegingen zijn van inhoudelijke aard. Bovendien wordt door het accep
teren van de iSP-arbeidsplaatsen in bescheiden mate de werkgelegenheid bevorderd. Toch moet het ons
ook van het hart dat de voorstellen die bij dit agendapunt en bij agendapunt 16 behoren moeilijk met
elkaar te rijmen zijn. Aan de ene kant is er een rijksbeleid dat arbeidsplaatsen toekent, terwijl aan de
andere kant het rijksbeleid instellingen dwingt om via bezuinigingen van rijkswege personeel te laten
afvloeien. Het moet ons inziens toch aan het rijk duidelijk te maken zijn dat dat op den duur geen
zoden aan de dijk zet.
Rest mij nog één vraag. In de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden heeft de wethouder gezegd
dat binnenkort de toewijzing van de formatieplaats voor een opbouwwerker ten behoeve van de culturele
minderheden verwacht mag worden. Ik zou willen vragen of de wethouder hierover op dit moment al
iets naders kan zeggen.
Over de suggestie van de heer Jansma om de formatieplaats ten behoeve van Hippo toe te laten
vloeien aan de Stichting Volkscrediet zouden wij op dit moment nog geen uitspraak willen doen. Het
is ons bekend dat ook Krats/Biels om een formatieplaats heeft gevraagd. Wat dat betreft zouden wij daar
over eerst een uitspraak willen afwachten.
Mevrouw Waal kens: Wij brengen nu de verzoeken ten aanzien van de op bladzijde één van de
raadsbrief onder punt 2 genoemde kracht opnieuw naar voren. Deze verzoeken zijn ook al in de Com
missie voor Welzijnsaangelegenheden geuit. Ik stel voor dat wij, wanneer wij alsnog over deze kracht
kunnen beschikken - van de wethouder heb ik begrepen dat dat nog helemaal niet zeker is -, hierover
in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden gaan praten. Ik ben van mening dat wij niet nu al de
koek moeten verdelen zonder dat wij weten of wij die kracht zullen krijgen.
De heer Geerts (weth.): Ik wil eerst een opmerking maken over de arbeidsplaats die aan Hippo
is toegewezen, maar die dus niet wordt opgevuld. De heer Jansma heeft de suggestie gedaan om
deze arbeidsplaats over te hevelen naar de Volkskredietbank. Ik wil voorop stellen dat het natuurlijk
niet zo is dat wij vrij kunnen beschikken over arbeidsplaatsen die niet ingevuld kunnen worden. In prin
cipe zijn wij die arbeidsplaatsen kwijt. Wij kunnen alleen bij het ministerie er op aandringen dat wij
een bepaalde plaats toch op de een of andere wijze mogen invullen. De kans van slagen om deze plaats
ingevuld te krijgen is groter wanneer wij die benutten voor een zelfde sector als waaruit deze plaats
afkomstig is. Mevrouw Otsen heeft gezegd dat voor Krats/Biels ook een arbeidsplaats nodig is. Krats/
Biels zit in dezelfde sector waarin Hippo ook zat. Volgens mij is de kans van slagen om de arbeidsplaats
die oorspronkelijk aan Hippo is toegewezen te krijgen groter wanneer wij Krats/Biels voor die plaats
voordragen in plaats van de Volkskredietbank. Voor beide instellingen is een plaats nodig, de mogelijk
heid om die plaats in de wacht te slepen is echter groter voor Krats/Biels dan voor de Volkskredietbank.
Mevrouw Otsen heeft ook nog opgemerkt dat het nogal een vreemde zaak is dat het rijk aan de ene
kant bezuinigt op de maatschappelijke dienstverlening en op het sociaal-culturele werk en aan de andere
kant het verlies aan arbeidsplaatsen dat die bezuiniging zal opleveren compenseert door dit arbeids-
Jaatsenplan. Dit beleid is niet volledig doorzichtig. Wat dat betreft deel ik de vragen van mevrouw
Otsen dan ook.
Dan stap ik over naar de opmerking die gemaakt is over de arbeidsplaats voor een opbouwwerker
en behoeve van de culturele minderheden. Wij hebben vanmiddag met een aantal mensen van het
Ministerie van CRM een bespreking gehad. Uit dit gesprek is naar voren gekomen dat er per één april
een beschikking is verstuurd waarin staat vermeld dat wij over een arbeidsplaats voor de culturele
minderheden kunnen beschikken. Deze arbeidsplaats is dus ingevuld.
De vraag van de heer Jansma over de Stichting voor Maatschappelijke Dienstverlening (MADI) is
voor wethouder De Vries bestemd.
De heer De Vries (weth.): Ik wil nog even een opmerking maken over de Volkskredietbank. Er is
iderdaad sprake van een benauwende situatie wanneer wij naar het werk zien dat momenteel op deze
Yistelling afkomt. Het gaat dan om de steeds toenemende problematiek rond de schuldsanering en de
schuldbemiddeling. In mijn kwaliteit van voorzitter van de Volkskredietbank heb ik hierover contact
gehad met gedeputeerde staten. De betreffende gedeputeerde heeft ons gemeld dat de Volkskredietbank
voor wat betreft een arbeidsplaats via het ISP in de hoogste regionen op de reservelijst is geplaatst. Nu
in de eerste fase niet alle iSP-arbeidsplaatsen worden benut, is er misschien een mogelijkheid dat de
Volkskredietbank alsnog één of twee functionarissen toegewezen krijgt. De Volkskredietbank werkt
namelijk voor 34 Friese gemeenten.
Met betrekking tot de opmerking van de heer Jansma over de crisisopvang en de 24 uur-bereikbaar
heidsdiensten kan ik meedelen dat wij op het ogenblik in een fase verkeren waarin wij tot een afron
dend overleg zijn gekomen. Er is een werkgroep ingesteld die over deze problematiek heeft gerappor
teerd. De datum voor een vergadering hierover is inmiddels vastgelegd. Als de heer Jansma vraagt in
oeverre het mogelijk is dat de MADI door toewijzing van een extra kracht haar werk gemakkelijker kan
laten verlopen, dan vind ik dat dat een zaak is die wij met elkaar nog eens op de tong moeten proeven.
Ik ben er zeker van dat de MADI deze arbeidsplaats heeft aangevraagd tegen de achtergrond van een
overlopend aantal behandelingsgevallen. De MADI zou anders sowieso niet voor een arbeidsplaats in
aanmerking komen. Wij zullen echter overleggen. De mogelijkheid is wellicht ook nog aanwezig om in
het kader van de tweede fase van het ISP-arbeidsplaatsenplan deze zaak opnieuw onder ogen te zien,
teneinde na te gaan in hoeverre een en ander financieel tot een goed sluitend plaatje kan worden ge
maakt. Wij weten in ieder geval dat er een bedrag in de orde van grootte van 50.000,nodig zal
zijn om deze crisisopvang een basis te geven. Daarover zullen wij u binnenkort nader informeren.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toe
zegging van wethouder De Vries.