22 Mevrouw Van der Werf heb ik eigenlijk in de inleiding van mijn verhaal al geantwoord waarom wij voor deze wijze van het ontwikkelen van een milieubeleid hebben gekozen. Wij zijn niet begonnen mei het beschrijven van de hele grote lijnen en daarna met het steeds verder indikken hiervan. Wij zijn echter heel praktisch begonnen met de beschrijving van de wettelijke voorschriften om van daaruit con crete voorstellen te doen. Hier komt dan straks wel degelijk een prioriteitsstelling aan te pas, name lijk wanneer wij concreet weten wat wij tegenoverelkaar moeten zetten. Mevrouw Van der Werf heeft ook een opmerking gemaakt over de coördinatie met de provincie. Er zijn heel duidelijke afspraken gemaakt dat de provincie, wanneer er klachten binnenkomen die het mi lieubeleid van de gemeente betreffen, contact zoekt met Bouw- en Woningtoezicht. De coördinatie loopt dus van de provincie naar Bouw- en Woningtoezicht. Mevrouw De Jong heeft opgemerkt dat de heer Bijkersrna stelt dat de bedrijven niet door de milieu wetgeving moeten worden verstikt en dat omgekeerd het milieu niet verstikt moet worden door de activi teiten van de bedrijven. Ik denk dat wij het er wel met elkaar over eens zijn dat wij daar een goed evenwicht in moeten zien te vinden. Deze nota is daartoe een goede aanzet. De heer Bijkersrna: Ik ben de wethouder dankbaar voor de uitvoerige wijze waarop hij op mijn op merkingen is ingegaan. De laatste opmerking van de wethouder aan het adres van mevrouw De Jong is niet helemaal juist. Ik heb niet gezegd dat bedrijven niet moeten verstikken. Ik heb gezegd dat het mi lieubeleid niet verstikkend moet werken voor bedrijf en voor mens. De wethouder hoeft hierop echter niet weer in te gaan. Op mijn opmerking over de reinheid van de gemeente heeft de wethouder gezegd dat hij zich elke morgen wast. In de nota staat het woord "reinheid" tussen aanhalingstekens. Ik gebruik daarom dat woord ook maar. Op bladzijde 25 van de nota staat dat de "reinheid" van de stad - ik heb gezegd de gemeente - niet optimaal is. Ik heb ook gezegd dat de reinheid van de gemeente niet optimaal is en ik heb daarbij gewezen op de chaos bij de parkeerplaats voor fietsen op de Oude Veemarkt. In de Commis sie voor de Dienst Reiniging en Brandweer hebben wij meerdere malen aan de orde gesteld dat die par keerplaats moet worden opgeruimd. Ik heb er met verschillende mensen over gesproken, maar iedereen vraagt wie dat dan moet doen. Daar zit het college voor en daarin zit een wethouder die dat moet doen, althans die moet dienaangaande regels geven. Daarom heb ik gezegd, mijnheer de voorzitter, dat ook de gemeente moet zorgen voor de reinheid van de stad. De Voorzitter: Kan de raad instemmen met de aanbevelingen en conclusies zoals die in hoofdstuk VI van de nota zijn geformuleerd? De Raad stemt hiermee in. Punt 14 (bijlage nr. 169). De Voorzitter: Dit punt luidt: Prioriteitsstelling ten aanzien van te realiseren buurtvoorzieningen in ISR-gebieden. Ik stel voor ook de brief van de wijkraad Molenpad e.o. van 8 april 1982 - de brief is inmiddels te uwer kennis gebracht - bij de discussie te betrekken. Mevrouw Munsterman-Schotsman: De fractie van de PvdA gaat akkoord met de raadsbrief betreffen de de prioriteitsstelling ten aanzien van te realiseren buurtvoorzieningen in ISR-gebieden. Naar aanlei ding van de brief van de wijkraad Molenpad e.o. van 8 april 1982 wil ik hierop even nader ingaan. De wijkraad maakt zich uiteraard bezorgd over de toekomst van het buurthuis. In de brief wordt aangegeven dat er door het Woningbedrijf in het geheel niets wordt gedaan aan het onderhoud van de huidige ac commodatie vanwege het feit dat verbouwing van de accommodatie steeds in het vooruitzicht is gesteld. Ais de prioriteitsstelling zoals die in de raadsbrief wordt omschreven door het rijk wordt overgenomen dan is de consequentie voor de wijk Molenpad e.o. dat nog langer gebruik moet worden gemaakt van de huidige accommodatie. De concrete vraag is dan ook wat er kan gebeuren aan het onderhoud van de huidige accommodatie, als Molenpad e.o. door de prioriteitsstelling hiervan langer gebruik moet ma ken. De heer Geerts (weth.): Met het accepteren van de prioriteitsstelling bestaat de kans dat het Mo lenpad vooreerst niet aan de orde komt. Dat is overigens nog niet zeker. Uit gesprekken met het Mini sterie van CRM is gebleken dat het zinvol was om ook een prioriteitsstelling aan te geven voor het rea liseren van buurtvoorzieningen in ISR-gebieden. Bij het toekennen van gelden zou men dan een en an der ook meenemen. Het is nog niet zeker dat er gelden voor de accommodatie voor Vegelin worden tce- 23 gekend. De ene accommodatie kost natuurlijk veel meer dan de andere. Ik weet ook niet helemaal ze ker of dat feit een rol zal kunnen gaan spelen. Wij gaan er echter voorlopig vanuit dat de accommoda tie voor Vegelin als eerste aan bod komt en dat dat in 1982 zal zijn. Ik weet niet zeker of wij volgend jaar weer een beschikking zullen krijgen. Als wij niet een beschikking krijgen dan houdt dat voor Mo- lenpad in - Molenpad staat in de prioriteitsstelling als derde genoemd - dat men in de komende drie, vier jaar niet aan bod komt. Er is een delegatie van de wijkraad bij mij geweest en die heeft mij duide lijk gemaakt dat er aan het buurthuis enkele elementaire voorzieningen ontbreken en dat er gesproken kan worden van een stuk achterstallig onderhoud. De opmerkingen van mevrouw Munsterman zijn niet helemaal onterecht. Het Woningbedrijf heeft wat het onderhoud van het buurthuis betreft steeds een te rughoudend beleid gevoerd vanuit de gedachte dat er in 1982 een volledige verbouwing van het buurt huis zou plaatsvinden. Ik heb tegen de delegatie van de wijkraad gezegd dat wij even moeten afwach ten of er inderdaad geen beschikking komt voor Molenpad. Daarna moeten wij weer met elkaar praten, waarbij wij dan op een rijtje moeten zetten welke voorzieningen er noodzakelijk zijn om het gebruik van het buurthuis voor de komende vier jaar mogelijk te maken. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 15, 16 en 17 (bijlagen nrs. 152, 159 en 153). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 18 (bijlage nr. 161). De Voorzitter: Aan de orde is thans: Aanvaarding van een schenking door de Stichting Je Main- tiendrai/Friesland en de BV Friese Pers van een bronzen borstbeeld van Dr. Anne Vondeling. De heer Bijkersrna: Namens de gehele raad wil ik mij aansluiten bij datgene wat gesteld is in de raadsbrief. Wij vinden dat de Friese Pers en de Stichting Je Maintiendrai/Friesland samen met de kun stenaar gezorgd hebben voor een erg traditioneel uitziend monument ter nagedachtenis aan de heer Von deling. Wij kunnen ons alleen maar verheugen in dit gebeuren en wij verzoeken het college dan ook de dank van de raad over te brengen in de richting van de schenkers. De Voorzitter: Dat zullen wij erg graag doen, mijnheer Bijkersrna. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 19, 20, 20a en 21 (bijlagen nrs. 156, 155, 171 en 157). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 22 (bijlage nr. 170). De Voorzitter: Dit punt luidt: Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van di verse takken van dienst voor het dienstjaar 1982. Gemeentebegroting. Mevrouw Van der Werf: Ik wil graag een stemverklaring afleggen. Op bladzijde 5, onder punt 1, sub b, gaat het over de aanschaf van een tiental vuistvuurwapens voor de politie. Mijn fractie is tegen bewapening van de politie. Wij willen geacht worden tegen dit onderdeel te hebben gestemd. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de PAL-frac- tie wenst te worden geacht te hebben gestemd tegen onderdeel 1b van de gemeentebegroting. De Voorzitter: Voor wij het laatste punt van onze agenda behandelen zou ik nog even willen stil staan bij het vertrek van de heer Van Kats. Ik wil de heer Van Kats vragen nog één keer naast mij te komen zitten. De heer Van Kats is deze hele week nog aanwezig om ons te helpen; hij houdt dus moe dig vol tot de laatste dag. Het is verder stellig bekend dat de heer Van Kats morgen een afscheidsrecep tie heeft in de Nassauzaal waar een ieder welkom is. Vanavond is hij echter hier voor het laatst bij een

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 12