8
danks het feit dat de huurders een oproep hebben gekregen waarin het doel van de bijeenkomst stond,
zijn er van de ruim 4.400 huurders ongeveer 55 gekomen.
Tijdens de bijeenkomst hebben twee vragen een rol gespeeld, namelijk de vraag wat een huurders-
raad is en de vraag wat de huurdersraad kan doen. Bij de tweede vraag ging het om de algemene be
leidspunten en de algemene financiële punten. Als voorzitter van de bijeenkomst heb ik bij herhalina
gevraagd of men zo'n huurdersraad een goede zaak vond. Men was het daar unaniem over eens. De con
clusie in het verslag van de bijeenkomst dat unaniem door de vergadering besloten is dat de instelling
van een huurdersraad een goede zaak is, is dan ook een juiste weergave. Een discussiepunt was nog wel
of de huurdersraad ook een alibifunctie heeft. Op een gegeven ogenblik zou namelijk kunnen blijken
dat het directe overleg tussen individuele huurders en huurdersorganisaties van wijken waar wordt gere
noveerd of waar groot onderhoudsprojecten aan de gang zijn door de huurdersraad wordt gefrustreerd.
Tijdens de bijeenkomst heb ik bij herhaling gezegd dat dat overleg gehandhaafd blijft. Als er in een
wijk concrete zaken aan de orde zijn, dan wordt er overlegd tussen het Gemeentelijk Woningbedrijf en
de huurders. Daar komt geen huurdersraad aan te pas, die is voor algemene beleidszaken. Ik heb reeds
gezegd dat de vergadering unaniem was over het instellen van een huurdersraad. Nu het raadsvoorstel
klaar is komen de huurdersgroepen van het Gemeentelijk Woningbedrijf met een voorstel waarin men
zegt dat men niet aan de oprichting van een huurdersraad mee wil werken. Men doet dit wel in een erg
laat stadium, want men heeft een jaar de tijd gehad. Ik vind het ook jammer dat men op deze wijze met
de zaak omgaat, want wij hebben op de bijeenkomst duidelijke afspraken gemaakt.
Er zijn ongeveer 4.400 huurders. Mevrouw Van Dijk heeft gevraagd hoeveel huurders zich achter
het voorstel van de huurdersgroepen van het Gemeentelijk Woningbedrijf hebben gesteld. Dat zijn er
ongeveer 2.100. Persoonlijk ben ik van mening dat het niet een goede zaak is dat wij, wanneer ongeveer
de helft van de huurders zegt niet mee te doen aan het instellen van een huurdersraad, een en ander
doorzetten. Wij moeten ons maar eens beraden over de vraag of het inderdaad zinvol is vanavond het
voorstel aan te nemen.
De heer Schagen heeft gezegd dat de huurdersraad niet als buffer mag dienen tussen het Gemeente
lijk Woningbedrijf en zijn huurders. Ik heb reeds gezegd dat dat ook niet de bedoeling is. De huurders
raad praat, naast het overleg dat in concrete gevallen nodig is, alleen over de algemene beleidszaken.
De heer Schagen heeft ook gezegd dat dat overleg beter gestructureerd moet worden. Hij noemt daarbij
dan zaken als agendering, notulering, onderwerpen die moeten worden besproken, enz. Ik wil best na
gaan of het overleg op de een of andere wijze beter gestructureerd kan worden.
De heer Bilker heeft ook gezegd dat de rechtstreekse contacten met het Gemeentelijk Woningbe
drijf door het instellen van een huurdersraad niet gefrustreerd mogen worden. Wij vinden ook dat recht
streekse contacten bij concrete renovatieprojecten mogelijk moeten blijven. De heer Bilker vraagt ver
der wat het gewicht is van een advies van de huurdersraad aan de Commissie voor het Woningbedrijf, Als
de Commissie voor het Woningbedrijf van dit advies wil afwijken dan moet dat wel gemotiveerd gebeu
ren. Zowel het advies van de huurdersraad als dat van de Commissie voor het Woningbedrijf komen bij b,
en w. terecht die dan een beslissing nemen. Het advies dat hier binnen is gekomen is nogal zwaarwich
tig. Als het advies door de Commissie voor het Woningbedrijf wordt overgenomen dan is er verder niets
aan de hand.
De heer Bilker heeft tenslotte nog een opmerking gemaakt over een experimenteerperiode. Wij heb
ben niet een duidelijke tijd afgesproken waarbinnen wij het functioneren van de huurdersraad moeten
bekijken. Wij laten de huurdersraad gewoon draaien en na een zekere tijd zullen wij kijken of een en
ander een zinvolle zaak is. Wij kunnen dan ook bekijken of wij met de huurdersraad door moeten gaan
of dat wij deze raad op de een of andere wijze moeten aanvullen. Volgens mij zullen wij over een paar
jaar moeten bekijken of de huurdersraad aan de verwachtingen heeft voldaan.
Mevrouw Van Dijk heeft gevraagd waarom de huurdersgroepen van het Gemeentelijk Woningbec! ijf
terugkomen op hun instemming met het instellen van de huurdersraad. Ik weet niet waarom men daarop
terugkomt, kennelijk is men er in de tussentijd anders over gaan denken. Geconstateerd kan worden ciat
ongeveer de helft van de huurders niet meer achter het voorstel tot instelling van een huurdersraad staat,
De motieven die daaraan ten grondslag liggen zijn wel uit de brieven te halen. Het is niet zo dat die
motieven tijdens de gehouden bijeenkomst niet naar voren zijn gekomen. Nadat er over deze problema
tiek was gepraat, was uiteindelijk heel duidelijk de conclusie dat de huurdersraad een goede zaak zou
zijn.
Mevrouw Van der Werf heeft gezegd dat de procedure over het totstandkomen van het voorstel zo
danig is geweest dat op geen enkele wijze samenspraak met de betrokkenen heeft plaatsgevonden over
de opzet hiervan. Ik wil er wel op wijzen dat wij het voorstel van juni 1981 hebben besproken met h t
veld. Mevrouw Van der Werf heeft ook gezegd dat over de bijeenkomst nogal verschillend wordt gespro
ken. Ik stel dat de vergadering zo duidelijk is geweest dat daarover geen verschillende interpretatie mo
gelijk is. Men is echter later op andere ideeën gekomen.
9
Verder maakt mevrouw Van der Werf een opmerking over de weerstand tegen van bovenaf opgelegde
zaken. Ik ben het met haar opmerking eens. Wij moeten vermijden dat de huurdersraad geslikt wordt om
dat er gezegd wordt dat dat een goede zaak is. Als echter huurders in zo'n grote getale vinden dat de
huurdersraad geen goede zaak is, dan moeten wij het instellen daarvan ook niet doorzetten. Het lijkt mij
goed dat wij vanavond geen beslissing nemen over het voorstel, maar dat wij gaan overleggen met de
huurdersverenigingen. Het feit ligt er natuurlijk dat ongeveer de helft van het aantal huurders geen
huurdersraad wil. Het is ook niet goed om zaken door te zetten waarmee een grote groep het niet eens
is. Een overleg met de huurdersverenigingen kan verhelderend werken. Ik ben bereid om dat overleg op
korte termijn aan te gaan.
Dan kom ik bij de door mevrouw Van der Werf ingediende motie. De motie gaat uit van een buurt
gericht gestructureerd overleg. Zo'n buurtgerichte structuur ligt moeilijk, want een en ander vraagt een
ongelofelijke organisatie. Ik heb al gezegd dat overleg altijd mogelijk is wanneer er zich concrete pro
blemen voordoen in verband met renovaties of met huizen van individuele huurders. Het lijkt mij niet zo
verschrikkelijk zinvol om per wijk een gestructureerd overleg in te stellen. Wij hebben daar trouwens
ook geen mankracht voor. Concrete problemen kunnen dus altijd rechtstreeks aan de orde komen, terwijl
algemene beleidszaken in de huurdersraad worden behandeld. Ik zou de raad willen ontraden voor de in
gediende motie te stemmen.
Mevrouw De Jong heeft gezegd dat zij in het algemeen wel voor een huurdersraad is, maar dat het
instellen daarvan geen goede zaak is wanneer zo'n grote groep van huurders daar tegen is. Mevrouw De
Jong zal dan ook wel kunnen instemmen met mijn reeds gedane suggestie om het vanavond aan de orde
zijnde voorstel terug te nemen om daarmee, na beraad met alle huurdersverenigingen, nogmaals bij de
raad terug te komen.
De heer Heere: Is de door heer Geerts gedane suggestie een nieuw collegestandpunt of is dit zijn
persoonlijke mening, mijnheer de voorzitter?
De Voorzitter: Het antwoord van de wethouder is een collegestandpunt. Ik stel voor dat wij nu niet
verder discussiëren. Een en ander zal alleen maar een stuk verwarring geven. Alle facetten komen op
nieuw in de raad terug, ledereen kan zijn of haar standpunt, in afwachting van het resultaat van het na
dere overleg, recht overeind houden.
De heer Buising: Ik begrijp, mijnheer de voorzitter, dat u van plan bent om opnieuw met de huur
dersorganisaties zoals die nu bestaan in overleg te treden, mede naar aanleiding van datgene wat hier
vanavond in discussie is geweest. In discussie was tevens een onderdeel van de motie van PAL inzake het
overdragen van bepaalde beheersbevoegdheden aan de diverse huurdersorganisaties. (Mevrouw Van der
Werf: Dat staat niet in de motie.) Dan is het voor elkaar, mevrouw Van der Werf.
De Voorzitter: Ik stel voor om op dit moment echt niet verder te discussi'éren. Het lijkt ons niet zin
vol dat de raad vanavond een beslissing over het voorstel neemt nu op de valreep blijkt dat een groot
gedeelte van de huurders kennelijk moeite heeft met dit voorstel. Wij wisten dat ook niet eerder. Wij
proberen een en ander alsnog te analyseren en wij komen dan bij de raad terug met een al of niet gewij
zigd voorstel. Iedere fractie kan dus haar standpunt overeind houden. Wij trekken het voorstel niet te
rug, maar wij stellen de behandeling er van uit. Mogelijk kan het nadere overleg inhouden dat wij het
voorstel alsnog moeten corrigeren, maar dat weet ik op dit moment natuurlijk ook niet.
De heer Heere: Ik wil nog even een vraag stellen, mijnheer de voorzitter. De heer Buising heeft ge
zegd dat het nadere overleg dat het college over dit voorstel zal plegen gevoerd zal worden in de geest
van de besprekingen zoals die in de raad hebben plaatsgehad. Volgens mij kan dat niet, want daarover
heeft namelijk geen besluitvorming plaatsgehad. De heer Buising moet zijn conclusie dan ook voor eigen
rekening laten. (De Voorzitter: Daar hoeft u zich geen zorgen over te maken, mijnheer Heere.) Ik stel
het alleen maar vast, mijnheer de voorzitter, want u hebt de woorden niet tegengesproken.
De Voorzitter: Van de zijde van het college is een dergelijke opmerking niet gemaakt. Wij hebben
daar alleen kennis van genomen. Wij hebben maar één standpunt. Op dit ogenblik trekken wij het voor
stel niet in. Gelet op de opmerkingen die wij vanavond hebben gehoord, stellen wij de raad voor nu
geen beslissing over het voorstel te nemen. Wij gaan in ieder geval het overleg voortzetten. Uit dat
overleg trekken wij conclusies en komen dan bij de raad terug.