10
De heer Knol: Ik heb ook nog een vraag, mijnheer de voorzitter. Het terugtrekken van het voorstel
houdt in feite in dat er nu verwachtingen worden gewekt omtrent zaken die in deze raad als suggesties
naar voren zijn gebracht. Ik zou graag van het college willen horen of alle suggesties die hier naar vo
ren zijn gekomen - ik noem bijvoorbeeld de suggestie over wijkgerichte corporaties - in de Leeuwarder
situatie haalbaar zijn. Op dit moment moeten wij toch weten wat er haalbaar is? Als de voorzitter zegt
dat daar nog rek in zit, dan wil ik graag horen welke rek.
De Voorzitter: Wij kunnen op dit ogenblik niets anders zeggen dan dat wij het voorstel niet intrek
ken, maar dat wij de raad voorstellen vanavond geen beslissing over het voorstel te nemen. Wij gaan
verder praten met de huurders omdat gebleken is dat er een veel grotere tegenkanting ten aanzien van
dit voorstel is dan wij aanvankelijk wisten. Uit dat overleg zullen wij onze conclusies trekken. Op dit
moment weet ik echt niet welke die zijn. Een ieder moet zijn eigen standpunt maar even vasthouden tot
de volgende discussie. Vanavond doet niemand een uitspraak. (Mevrouw Van der WerfGaat de discussie
zoals die nu gevoerd is dan gewoon door?) Ja, mevrouw Van der Werf. (Mevrouw Brandenburg—Sjoerd -
sma: Tenzij u met een ander voorstel komt, mijnheer de voorzitter.) Als wij het op dit moment aan de
raad voorgelegde voorstel zullen bijschaven, dan zullen wij dat ook motiveren. De raad kan daar dan
over discussiëren. Dat is ook logisch want anders heeft het geen zin om er over te praten. Als wij op
voorhand zouden zeggen dat wij niet bereid zijn om ook maar iets in het voorstel te wijzigen, dan zou
den wij u vanavond moeten vragen om perse een uitspraak te doen. (De heer Heere: Ik blijf iets niet be
grijpen, mijnheer de voorzitter. De brief van de huurdersgroepen van het Gemeentelijk Woningbedrijf is
al een paar weken in ons bezit. Die brief hebben wij vorige week tijdens onze fractievergadering bij de
besluitvorming betrokken. Als de voorzitter zegt dat men nog maar net kennis heeft kunnen nemen van
de brief, dan begrijp ik dat niet. Waarom heeft u dan deze discussie in de raad eerst laten starten en
daarna voorgesteld om het voorstel terug te trekken? Ik begrijp er niets van.) Er blijft bij de heer Heere
iets onbegrijpelijks. (De heer Heere: Bij mijn hele fractie, mijnheer de voorzitter. Wij willen dan ook
geacht worden te hebben gestemd tegen uw voorstel om het raadsvoorstel terug te trekken respectievelijk
niet in stemming te brengen. Onze fractie wil het raadsvoorstel wel in behandeling nemen.) Het raads
voorstel wordt niet teruggetrokken, maar aangehouden. Verlangt u stemming over mijn voorstel, mijnheer
Heere? (De heer Heere: Ja, mijnheer de voorzitter.) Wie is er tegen dat de raad vanavond geen beslis
sing neemt over het raadsvoorstel?
De Raad besluit, met inachtneming van de toezeggingen van de wethouder, met 24 tegen 11 stem
men het raadsvoorstel aan te houden totdat overleg is gepleegd met de huurdersorganisaties.
Punt 12 (bijlage nr. 189).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 13 (bijlage nr. 188).
De Voorzitter: Aan de orde is thans: Huur kantoorruimte ten behoeve van de huisvesting van de ad
ministratie van het Gemeentelijk Woningbedrijf.
De hear Bilker: Ik hoopje, mynhear de foarsitter, dat dit foorstel, nei't ik myn ferhaal halden haw,
net ynlutsen wurdt.
Sjoen de minne tastan fan it gebou fan it Gemeentlik Wenningbedriuw, de romte yn it gebou en de
stedsfernijing yn Aldegleien, is it ferbliidzjend dat der no in oplossing fun is foar de husfêsting fan it
Gemeentlik Wenningbedriuw foar de kommende tiid. De lokaasje fan it te hieren pan liket us wat de be-
rikberens oangiet tige gaadlik. Yn de riedsbrief wurdt dudlik makke dat der in keppeling lein wurdt mei
ien fan de wenningkorporaasjes yn ferban mei in foarm fan mooglike gearwurking yn de takomst. Dizze
keppeling wolle wy no net al te dudlik lizze. Yn de kommende fiif jier sil ien en oar as in aparte pro-
blematyk oan de oarder komme kinne en as sadanich sille wy dat dan beoardielje. De fraach dy't noch
oerbliuwt is hoe't it komt mei de husfêsting fan de technyske tsjinst fan it Wenningbedriuw oan de Tyn-
jedyk.
Wy kinne meigean mei de oerienstimmingen dy't berikt binne tusken de hierder en de ferhierder en
mei it krediet foar de kosten foar it ferhuzjen en it ynrjochtsjen.
De heer Knol: Het is in deze zaal bijna een gebruik geworden om flink tegen het Woningbedrijf aan
te schoppen. Men doet het immers nooit goed. Ik wil hierop nu wel een uitzondering maken. Het college
en ook de directie van het Woningbedrijf verdienen een compliment voor de wijze waarop zij kans heb
ben gezien om een goede huisvesting te realiseren. Ook de prijs die voor deze huisvesting bedongen is is
duidelijk anders dan de prijs voor de huisvesting van een andere gemeentelijke dienst waarover wij hier
kortgeleden hebben gesproken. Bovendien zijn de bijkomende kosten op dat punt ook duidelijk iets an-
jders.
De heer Geerts (weth.): De heer Bilker zegt dat het besluit waarover vanavond een beslissing wordt
genomen niet moet inhouden dat er meteen een koppeling wordt gelegd met de woningbouwvereniging
Beter Wonen. Dit besluit moet onafhankelijk zijn van een besluit tot samenwerking in wat voor vorm dan
iook met Beter Wonen. Ik ben het helemaal met de heer Bilker eens. De enige reden waarom er een op
merking over een eventuele samenwerking in de raadsbrief is opgenomen is dat de huisvestingssituatie de
samenwerking - er kunnen goede redenen zijn om daartoe over te gaan - niet in de weg mag staan.
De heer Knol wil ik bedanken voor de complimenten.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 14 (bijlage nr. 181).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 15 (bijlage nr. 179).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Verlenen van medewerking ingevolge de clubhuisregeling ten behoeve
van de uitbreiding van een kantine door de korfbalvereniging Rapiditas.
De heer De Beer: Ik wil eigenlijk deze gelegenheid aangrijpen om niet zozeer over dit voorstel te
praten maar wel over een bijkomstigheid. Nog steeds bereiken onze fractie telefoontjes en brieven over
de situatie in verschillende kantines. Het blijkt dat er nog steeds op diverse plaatsen niet helemaal ge
bruik wordt gemaakt van het doel waarvoor de kantine oorspronkelijk is opgezet. Wij hebben hierop al
meerdere malen gewezen. Als antwoord kregen wij toen te horen dat er een regeling dienaangaande zou
komen of dat er een verordening zou komen waardoor een en ander beter geregeld zou kunnen worden en
waardoor ook tegen excessen zou kunnen worden opgetreden. Mijn vraag aan de wethouder is hoe ver
men is met deze ontwikkeling en wanneer wij een voorstel van de kant van het college tegemoet kunnen
zien.
De Voorzitter: De door de heer De Beer genoemde problematiek is nu niet aan de orde. Een en ander
staat los van dit agendapunt. Er zijn ondertussen nogal wat opmerkingen over de door de heer De Beer
aangehaalde problematiek binnengekomen. Wij hebben daarover nog geen definitief standpunt ingeno
men. Wethouder De Vries kan op dit ogenblik dus ook niet namens het college zeggen wat ons standpunt
is. (De heer De Beer: Ik ben ook begonnen met te zeggen dat ik dit agendapunt aangrijp om de door mij
aangehaalde problematiek nog eens onder uw aandacht te brengen en dat wij graag binnenkort een voor
stel verwachten.) Wij zijn u daar erg erkentelijk voor, mijnheer De Beer. (De heer De Beer: Bent u intern
al druk bezig met deze problematiek, mijnheer de voorzitter?) Dat is het geval, maar u moet het woord
je 'druk" weglaten. Wij komen er op terug.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 16 (bijlage nr. 197).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Aanleg sportvelden Kalverdijkje-Noord (2e fase).
De heer Boelens: Ik wil namens onze fractie de waardering aan het college kenbaar maken voor het
voorstel dat hier wordt gedaan, temeer ook vanwege het feit dat een gedeelte van de aanleg van de ac
commodatie kan worden gerealiseerd door middel van de voortzetting van het leerlingenproject. Hier
door kunnen 18 werkloze jongeren toch nog gedurende een zekere tijd werk behouden.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.