18 De heer Bijkersma: Mevrouw Brandenburg brengt in haar motie naar voren dat er geen overlast mag worden veroorzaakt in de straat achter het complex. Aan de voorkant van het complex wonen echter ook mensen en wij zien niet in waarom die wel de overlast zouden moeten gedogen en de mensen aan de achterkant niet. Wij zullen derhalve tegen de motie stemmen. De heer Van der Wal: Wij zullen wel voor de motie stemmen. Mevrouw De Jong: Ik zal voor de motie stemmen, omdat het in ieder geval een poging is de Bagijne- straat te ontlasten van verkeer. Ik zal ook met het voorstel van b. en w. meestemmen. Gezien de hoge aankoopprijs heb ik de vage hoop dat er een zeer exclusieve tent in het pand wordt gevestigd en dat de klanten derhalve niet per brommer zullen arriveren! Ik hoop maar dat die hoop bewaarheid wordt. De Voorzitter: Inhoudelijk ga ik niet meer op het onderwerp in. Ik ben van mening dat ik zojuist bij de discussie wel duidelijk ben geweest. Ik wil alleen naar aanleiding van deze motie nog opmerken dat u goed de consequenties van uw eventuele daden moet inzien. Als u de motie van mevrouw Brandenburg en de heer Schagen aanneemt, zullen wij opnieuw in overleg moeten treden met betrokkene. U moet er zich echter van bewust zijn dat hij dan natuurlijk niet meer gebonden is aan datgene wat thans is over eengekomen. De onderhandelingen beginnen dan volkomen opnieuw. Als èn de motie èn het college voorstel worden afgestemd spreken wij niet meer met deze man en zoeken wij een nieuwe koper. Ik zeg dit even voor alle duidelijkheid. U moet goed weten wat u doet als u voor of tegen iets stemt. Ik breng nu de motie van mevrouw Brandenburg en de heer Schagen in stemming. De motie van mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma en de heer Schagen wordt verworpen met 21 tegen 13 stemmen. De Voorzitter: Wij zullen nu stemmen over het voorstel van b. en w. Het voorstel van b. en w. wordt aangenomen met 24 tegen 10 stemmen. Punt 9 (bijlage nr. 207). De Voorzitter: Aan de orde is het voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening voor de plangebieden Cambuursterpad e.o., Molenpad e.o., Achter de Hoven/Vegelin en Zeeheldenbuurt. De heer Van der Wal: Het is met name voor de gebieden Molenpad, Cambuursterpad en Achter de Hoven een vrij trieste zaak dat de voorbereidingsbescherming per 25 juni 1982 afloopt. Het college had de raad beloofd de ontwerp-bestemmingsplannen tijdig ter visie te leggen. Verlenging van het voorbe reidingsbesluit zou in dat geval niet nodig zijn geweest. Nu wordt er weliswaar aansluitend wel weer een voorbereidingsbescherming ingesteld, maar daar tussenin zit de zogenaamde juridische minuut. Mijn vraag die hieruit voortvloeit is welke op 25 juni 1982 nog geldende bouwaanvragen b. en w. hebben be reikt voor deze gebieden. Voor dergelijke plannen zal op 25 juni 1982 alleen nog maar de Bouwverorde ning als toetsmiddel gelden. De heer Rijpma (weth.): Tot op dit moment zijn er geen grote bouwaanvragen binnengekomen, (De heer Van der Wal: Hoe zit het dan met de nieuwbouwplannen voor de Driehoek? Die hebben toch ter vi sie gelegen?) Ik had de indruk, maar dat is een dommigheid van mij, dat de vraag van de heer Van der Wal op het Molenpad, Achter de Hoven en de Zeeheldenbuurt sloeg. Voor het gebied Cambuursterpad heeft het bouwplan van de Woningvereeniging Leeuwarden ter visie gelegen, gepresenteerd door de Ver eniging voor Volkshuisvesting. Dit bouwplan zal op 25 juni 1982 overeenkomstig de Bouwverordening worden beoordeeld. De heer Van der Wal: Daar ging het mij in feite om, want straks bij punt 1 9 komt de brief van de ge bruikerscontractanten in de Driehoek aan de orde. Men heeft samen met de wi jkvereniging en de huur ders nog weer een renovatieplan in voorbereiding, doch door deze handelwijze van b. en w. wordt de hele raad in feite buiten spel gezet. Wij moeten het aan de goedertierenheid van de Woningvereeniging Leeuwarden overlaten of men wel of niet gebruik maakt van het door b. en w. veroorzaakte lek, maar ik heb de indruk dat men daarvan wel gebruik zal maken. Als raad zijn wij dan helemaal buiten spel gezet. Het RO-management, dat hier al tien jaar draait en dat ons enige tonnen per jaar kost, heeft niet kun 19 nen bereiken dat dit soort lekkages wordt voorkomen en dat de raad op de juiste plaats en de juiste tijd de juiste beslissingen kan nemen. Iets dergelijks geldt ook voor het Molenpad, doch daar kom ik straks wel op terug. Ook daar hebben wij ons door een veel te lakse aanpak - wij kunnen hier in plaats van over management misschien beter over mismanagement spreken - buiten spel laten zetten. Ik vind dit een zeer schandalige zaak. Wij kunnen moeilijk tegen het herinvoeren van voorbereidingsbesluiten stemmen en dat zullen wij dan ook niet doen, doch ik zou b. en w. willen vragen wat wij moeten denken van het standaardzinnetje in de raadsbrief dat men verwacht de ontwerp-bestemmingsplannen binnen twee jaar ter visie te kunnen leggen. Welke garanties kan het college ons geven? De heer Rijpma (weth.): De kwalificaties die de heer Van der Wal gebruikt laat ik voor wat ze zijn. Er is in het betrokken gebied een goede samenwerking geweest tussen alle belanghebbenden, waaronder de autochtone bevolking. De voorbereiding voor het bestemmingsplan is inmiddels zover gevorderd dat het ontwerp-bestemmingsplan ter beoordeling naar de Commissie ex artikel 8 is gezonden en dat bete kent dat u binnen een termijn van maanden tot vaststelling van het bestemmingsplan kunt overgaan. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 10 (bijlage nr. 223). De Voorzitter: Ik stel nu aan de orde de vaststelling van het uitvoeringsplan voor het gebied Over d( Kelders/Minnemastraat. Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma: Ik wil een paar kanttekeningen maken bij het rapport over het uitvoeringsplan Over de Kelders/Minnemastraat en de eerste kanttekening gaat over het volkshuisves tingsaspect. Wij gaan akkoord met het voorstel Poststraat/Minnemastraat, namelijk handhaving van de monumenten aan de Poststraat en sloop van de panden aan de Minnemastraat. Die sloop is dan ten be hoeve van 22 eenkamerwooneenheden, vervat in het plan van de Stichting Studenten Huisvesting. Per soonlijk had ik op die plaats liever iets gebouwd zien worden dat meer allure had - ik heb dat ook in de Commissie RO gezegd -, maar ik weet best dat de keuze op dit moment is of een gat in de bebouwing of een van de aangegeven mogelijkheden. Wij gaan ook akkoord met het voorlopig niet realiseren van de woonbestemming aan de Herestraat/hoek Ciprianussteeg en zijn het derhalve eens met de aanleg van een viertal parkeerplaatsen daar. Misschien is het wel beter om op deze plaats openbare parkeerplaatsen aan te leggen. Als een motie die ik straks wil indienen over de Brol wordt aangenomen, lijkt het mij in ieder geval verstandiger om hier geen gebruikersparkeerplaatsen aan te leggen maar openbare parkeerplaatsen. Wij zijn het eens met de handhaving van het parkeerterreintje aan de Voorstreek/Minnemastraat. Men denkt er toch nog aan boven het parkeerterrein iets te bouwen. Wij zouden willen pleiten voor een ho recabedrijf met terras op dat punt aan de Voorstreek. Wij menen dat een attractiepunt daar niet overbo dig is. Wat de woonfunctie aan de Voorstreek betreft willen wij pleiten voor kleine woningen voor ge- Jinnen en niet specifiek voor werkende jongeren en studenten. Het lijkt ons een prettige plek om te wo nen voor iets oudere mensen. Er valt daar in ieder geval iets te beleven. Ik kom nu toe aan de verkeerssituatie. Wij stellen voor de verbinding tussen de lus Minnemastraat en de lus Turfmarkt via de Korfmakersstraat te laten bestaan in één richting, namelijk van west naar oost. Ik begrijp uit de raadsbrief dat het college hierover op dit moment geen beslissing neemt. Wij de len de mening van het college dat de verkeerslus Blokhuisplein/Berlikumermarkt/Over de Kelders voor lopig wel gehandhaafd kan blijven. In de Commissie RO is door de heer Van der Wal nog een suggestie gedaan die erop neer kwam dat er een combinatie van twee lussen zou komen, zodat het stukje Over de ders tussen Brol en Vispijp ook autoverkeersvrij zou worden. Ik weet niet of hierover al een beslissing is genomen. De wethouder heeft toen gezegd dat het college dit voorstel zou bekijken. Een deel van deze fractie is van mening dat de Brol wel moet worden ingericht tot verblijfsgebied, overigens zonder daaraan enorme kapitalen te besteden. Zij zijn van mening dat de zeven parkeerplaat sen aan de noordkant van de Brol moeten worden opgeheven. Wij zijn ook voorstanders van een busroute over de Turfmarkt. De bus gaat dan vlak achter de winkels langs. Overigens heeft de wethouder in de Commissie RO gezegd dat de FRAM hierover nog met een visie komt. Ik vraag derhalve naar de hardheid van dit punt. Ik heb een motie gemaakt over de Brol en die motie wil ik nu graag voorlezen. "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 7 juni 1982, behandelende het uitvoeringsplan Over de Kelders/Minnemastraat, besluit de Brol te bestemmen tot verblijfsruimte en de zeven parkeerplaatsen aan de noordzijde te laten vervallen." De motie is mede-ondertekend door mevrouw Visscher-Bouwer.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 10