De heer De Jong: Er worden in het uitvoeringsplan Over de Kelders/Minnemastraat een drietal loca ties genoemd die de woonfunctie in dat gebied moeten versterken. Ten aanzien van de hoek Voorstreek/ Minnemastraat wordt gedacht aan 27 wooneenheden in de premie-huursector met op de begane grond een winkel- of mogelijk zelfs een horecabestemming. Nu er nog geen vastomlijnde plannen zijn voor bebouwing, verdient het onzes inziens aanbeveling ook een kantoorbestemming niet uit te sluiten. Wij hopen dat het college ons voorstel in dezen wil volgen. In de Commissie RO is geïnformeerd naar de functie van het pand Over de Kelders 4. Op functie- kaart nr. 5 is dit pand ingekleurd als horecabestemming. In het verslag van de Commissie RO staat echter dat het bestemmingsplan de mogelijkheid zal bieden in dit pand een winkelfunctie uit te oefenen. Om misverstanden te voorkomen willen wij graag de bevestiging van het college dat het pand Over de Kel ders 4 een winkelbestemming heeft en blijft houden. Wij hebben uit de stukken begrepen dat het college een onderzoek wil instellen naar de vraag of afsluiting van de Korfmakersstraat gewenst is. Wij vinden dit een zeer zinvolle zaak want het zou, om dit stukje binnenstad verkeersluw te maken, naar onze mening zeer terecht zijn de Korfmakersstraat van de Voorstreek naar het postkantoor open te houden. Anders moet men, wanneer men bijvoorbeeld van het parkeerterreintje aan de Minnemastraat afkomt en men woont in de Marijkestraat, helemaal de Voor streek over om via het Hoeksterend en het Hoeksterpad de richting zuid te kunnen nemen. Als wij de Korfmakersstraat open houden in de door mij genoemde richting is het autoblik veel sneller de binnen stad uit. Wij hebben nu eenmaal dit parkeerterreintje aan de Minnemastraat en naar mijn mening dient dit zinvol te worden gebruikt. Wethouder Rijpma heeft gezegd een onderzoek te willen laten instellen naar de afsluiting van de Korfmakersstraat en wij zijn dan ook zeer belangstellend naar de uitslag daar van. De wethouder heeft eveneens in de Commissie RO de toezegging gedaan met de FRAM te spreken over de busroute. Ik hoor nu dat mevrouw Brandenburg de bussen over de Turfmarkt wil laten rijden. Het lijkt mij echter dat de FRAM er niet zo enthousiast over zal zijn om zes bussen per dag in beide richtin gen over de Turfmarkt te laten rijden, die ook nog de hoek van de Tuinen naar de Turfmarkt moeten ma ken. Naar mijn mening hebben wij een tweede Schrans in dat stukje binnenstad niet nodig. Het voorstel betreffende de ontsluitingsroute via de Ossekop en de Uniabuurt en het voorstel om de aanwezige parkeerplaatsen op de Brol te handhaven, vinden bij ons erg veel instemming» De heer De Beer: Bij het beoordelen van dergelijke plannen is een van onze criteria altijd de be reikbaarheid van het gebied. Wij vinden dat de binnenstad wel verkeersluw moet worden gemaakt, maar desondanks te allen tijde bereikbaar moet blijven. Zolang niet overduidelijk blijkt dat het verkeer door de Uniabuurt en de Korfmakersstraat de binnenstad teveel overlast bezorgt, stellen wij voor de beide routes open te houden. Wij zijn voorstander van het handhaven van de 12 parkeerplaatsen op de Brol, gezien de beperkte mogelijkheden tot parkeren in deze buurt. Wij zijn derhalve tegen de motie van de PvdA. Wij zijn van mening dat de voetgangers voldoende ruimte en gelegenheid hebben om van de ene kant naar de andere te komen. Wij willen het college vragen bij nieuwbouw aan de Minnemastraat te proberen de karakteristieke panden zoveel mogelijk te handhaven. In de Commissie RO heb ik reeds ge vraagd naar het overleg over de busroute en ik hoop dat de wethouder thans op deze kwestie zal ingaan. De heer Van der Wal: Wij gaan in grote lijnen akkoord met dit uitvoeringsplan. Er zijn een paar puntjes waarop ik nog even wil ingaan. In de eerste plaats de bebouwing op de hoek Poststraat/Minne- mastraat. In het rapport wordt een viertal alternatieven genoemd en een daarvan zou zelfs tot afbraak van het monumentale pand op de hoek - het pand heet Inde roode Os - leiden. Het afbreken van een monument lijkt mij echter wel het laatste wat in een dergelijk karakteristiek gedeelte van de binnenstad moet gebeuren. Er is al teveel verdwenen. Gelukkig staat er in de raadsbrief dat het de bedoeling is een plan te realiseren waarbij de monumenten kunnen worden gehandhaafd. Men sluit echter niet uit dat er bij het niet doorgaan van die plannen alternatieven naar voren komen. Naar mijn mening is het echter onaanvaardbaar dat daarbij de panden die op de monumentenlijst staan in het geding komen. Om dit bij voorbaat al uit te sluiten, heb ik de volgende motie gemaakt: "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 7 juni 1982, behandelende de vaststelling van het uitvoeringsplan voor het gebied Over de Kelders/Minnemastraat, besluit dat er bij het zoeken naar bebouwingsmogelijkheden voor de hoek Poststraat/Minnemastraat vanuit dient te worden gegaan dat de aldaar aan wezige en op de monumentenlijst staande panden zullen worden gehand haafd. De motie is mede-ondertekend door mevrouw Van der Werf. 21 Los van welk alternatief dan ook vind ik dat wij, als wij dit soort monumenten op de nominatie zet ten voor sloop in het geval dat gebouwd moet worden volgens het een of andere alternatieve voorstel, wel helemaal met de binnenstadsvernieuwing kunnen ophouden. Ik geef toe dat dit wel enigszins over dreven gesteld is, maar ik blijf erbij dat dit zeer gevaarlijke zaken zijn. Er is een mogelijkheid om boven het parkeerterrein op de hoek Voorstreek/Minnemastraat te bou wen. Een lichte horecafunctie op die plaats met woonbestemming, zoals mevrouw Brandenburg dat be doelt, lijkt ons wel aanvaardbaar. Het is ook wel aanvaardbaar dat er wat parkeergelegenheden in dit bouwwerk worden gecreëerd. Het parkeren moet echter op de begane grond gebeuren en dat zou beteke nen dat de noordkant van de Minnemastraat, hoe men het ook wendt of keert, een saaie parkeergevel- wand krijgt. (De heer Heere: Zit men daar op een kelder?) Men bouwt daar op een terp. Ik heb in de Commissie RO al gezegd dat men, als men de Voorstreek als peil hanteert en de vloerlijn horizontaal trekt, aan het eind van de Minnemastraat onder de grond zit. Als een en ander een beetje leuk wordt aangepakt, valt de saaiheid waarover ik sprak een stuk te verzachten. Het plan zal ooit wel eens in de raad komen, maar ik zou wel willen dat er wat rekening met mijn suggestie wordt gehouden. De verkeersstructuur wordt nog nader onderzocht. Ik heb begrepen dat daarover nu nog geen resul taten bekend zijn. Mevrouw Brandenburg heeft het door mij in de Commissie RO gedane voorstel al ver woord en wij wachten het rapport nu maar even af. Over de parkeerplaatsen op de Brol heb ik een motie gemaakt die praktisch gelijk is aan die van mevrouw Brandenburg. Die motie zal ik daarom niet indie nen, maar het spreekt vanzelf dat ik de motie van mevrouw Brandenburg zal ondersteunen. Mevrouw De Jong: Ik ben het ook in grote lijnen eens met de vaststelling van het uitvoeringsplan voor het gebied Over de Kelders/Minnemastraat. De versterking van de woonfuncties op de hoek Voor streek/Minnemastraat, hoek Herestraat/Ciprianussteeg en hoek Poststraat/Minnemastraat vind ik een zeer verheugende zaak. Naar mijn gevoel past een en ander ook precies bij onze uitgangspunten om de binnenstad weer bewoonbaar te maken en de woonfunctie te versterken. Ik zou er echter voor willen pleiten niet alleen uit te gaan van eenkamerwooneenheden, maar waar mogelijk toch ook gezinsbewo- ning mogelijk te maken, want dat lijkt mij erg goed voor een goede aantrekking van de bewoning van de binnenstad. Ik meen ook dat dit aanvankelijk ons uitgangspunt was. De handhaving van de monumenten aan de Poststraat/Minnemastraat mag eigenlijk niet ter discussie staan. Naar mijn idee moeten wij hoe dan ook proberen de monumenten te handhaven. Ik zal de door PAL ingediende motie in dezen dan ook steunen. Ook is het naar mijn gevoel een zeer goede zaak de Brol tot verblijfsgebied in te richten en daar toe de parkeerplaatsen aan de noordzijde te laten vervallen. Aangaande de busroute ben ik van mening dat die zo dicht mogelijk langs het centrum van de stad moet lopen en ik wil dan ook voor de route over de Turfmarkt pleiten. Over de verkeerssituatie zal ons nog nader worden gerapporteerd. De heer Rijpma (weth.): Wij doen in het raadsvoorstel een aantal suggesties c.q. voorstellen. Wij laten in allereerste instantie de Stichting Studenten Huisvesting uitzoeken of de 22 wooneenheden op de hoek Poststraat/Minnemastraat kunnen worden gerealiseerd. Dan moeten er aankopen plaatsvinden en op basis van die aankopen moet de raad daarna nog allerlei medebeslissingen nemen. Vanuit die optiek is de motie van de heer Van der Wal overbodig, want u krijgt het allemaal bij herhaling nog weer voor uw neus. Mocht het misgaan met de Stichting Studenten Huisvesting, dan zal er een alternatief moeten ko men, maar dat wordt u voorgelegd. U hoeft op dit moment derhalve niets vast te leggen wat onomkeer baar is. Wat de nieuwbouw op de hoek Voorstreek/Minnemastraat betreft kan ik u zeggen dat er wordt ge tracht een bouwplan te maken waarin kleine woningen voorkomen. Wij hopen alleen dat het financiële aspect ons straks niet de nek breekt. Als de woningen worden gerealiseerd, worden ze in de premie-huur sector gerealiseerd en dat betekent dat er iets meer mogelijkheden zijn. Het betekent ook dat de huren uitstijgen boven het niveau dat voor een woningwetwoning gewoonlijk wordt gebezigd. De vestiging van een horecabedrijf is niet onmogelijk. Het wordt een winkel of een horecabedrijf. Ik denk dat wij het aan het bedrijfsleven moeten overlaten de mogelijkheden die er zijn af te tasten en dat wij naar aanleiding daarvan een beslissing moeten nemen. Wat de verkeerssituatie betreft kan ik u meedelen dat het door de Dienst Stadsontwikkeling hierover te maken rapportje nog niet klaar is. Ik hoop het u nog in deze raadsperiode te kunnen laten zien. Dit zelfde geldt voor het standpunt van de FRAM over de busroute. Een en ander houdt het plan dat wij hier voor ons hebben liggen niet op, want wij nemen thans beslissingen over de hoofdstructuur. Er moeten straks toch nog allerlei uitvoeringsplannen, ook door de raad, worden beoordeeld ten aanzien van de in richting van het verblijfsgebied. Wij hebben derhalve een paar weken de tijd om ons oog te laten gaan

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 11