22 over de verkeersstructuur en om de plussen en minnen van het ene ten opzichte van het andere af te we gen. De verkeersintensiteit in het gebied is op het ogenblik niet van dien aard dat wij tot rigoreuze maatregelen moeten overgaan. Derhalve worden dergelijke maatregelen in de raadsbrief ook niet voor gesteld. In de raadsbrief wordt wel voorgesteld het aantal parkeerplaatsen op de Brol op het huidige aantal te handhaven. Het hiervoor aangevoerde motief is dat het verblijfsgebied er niet bijzonder on aantrekkelijk door wordt en dat de betrokken ondernemers iets meer mogelijkheden hebben ten opzichte van het bezoekend publiek. Derhalve heeft het college u het voorstel gedaan het aantal parkeerplaatsen op de Brol zo goed mogelijk te handhaven. Ik zie het nut van een kantoorbestemming boven een woonbestemming op de hoek Voorstreek/Min- nemastraat niet zo duidelijk in. Bij alle tot dusver genomen raadsbeslissingen in het kader van het Struc tuurplan voor de binnenstad heeft men gezegd dat de woonfunctie in de binnenstad zoveel mogelijk moet worden bevorderd en dat het aantal kantoren zo mogelijk moet worden beperkt tot die kantoren die een loketfunctie hebben. De hoek Voorstreek/Minnemastraat is zo slecht toegankelijk voor een groot publiek dat naar mijn mening een woonfunctie in combinatie met een winkel of horecafunctie een pre heeft. Er wordt altijd gepleit voor een stad die ook in de weekeinden enig licht doet stralen uit de ramen en kantoorgebouwen doen dat noch op zaterdag noch op zondag. Ik heb daarom geen enkele behoefte mij bij de suggestie van de heer De Jong aan te sluiten. Nog even een opmerking over de openbare parkeerplaatsen aan de Herestraat. Ik denk dat wij in dit geval eerst tot aankopen moeten overgaan, want ik meen dat ze van een particulier zijn. (Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: In de raadsbrief staat dat de gemeente het terrein zal aankopen.) In dat geval kan aan de hand van de actuele situatie worden bezien welke bestemming de parkeerplaatsen zullen krijgen. De heer De Jong: Wij hebben van de wethouder gehoord dat het college ons voorstel om aan de nieuwbouw op de hoek Voorstreek/Minnemastraat naast een woon- en winkelbestemming ook een kan toorbestemming te geven niet wil overnemen. Het is niet onze bedoeling de woon- en winkelbestemming af te schaffen. Wij willen alleen maar een kantoorbestemming niet uitsluiten op die plaats. Wij zien im mers dat het daardoor ook eindelijk lukt op de hoek van de St. Jacobsstraat. Misschien geeft een kan toorbestemming naast een woon- en winkelbestemming ook op dit hoekje meer mogelijkheden. Ik wil daarom toch een motie indienen die luidt als volgt: "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 7 juni 1982, besluit bij vaststelling van het uitvoeringsplan Over de Kelders/Minnema- straat, het terrein hoek Voorstreek/Minnemastraat naast het bestemmen van woningen en winkels ook te bestemmen voor kantoren, derhalve de functie- kaart nr. 5 op deze plek blauw in te kleuren." De motie is mede-ondertekend door de heer Heere. De motie van mevrouw Brandenburg om de zeven parkeerplaatsen aan de noordzijde van de Brol weg te halen komt ons eên beetje onbegrijpelijk voor. Wij zijn het met elkaar eens dat wij de ontsluitings route via de Uniabuurt en de Ossekop open willen laten voor het verkeer. Wij moeten daarbij vaststel len, zoals ook in het rapport aangegeven, dat er in dit gebied duidelijk parkeernood heerst. Wanneer wij dan dit stukje binnenstad via de Ossekop en de Groentemarkt binnenkomen en wij kunnen op de Brol on ze auto niet kwijt, maar wij moeten wel in het Naauw zijn, moeten wij doorstromen. Wij mogen de Min- nemastraat niet in en kunnen derhalve het parkeerterreintje aan de Minnemastraat niet bereiken. In de Korfmakersstraat zijn ook nog 15 parkeerplaatsen, maar indien thans wordt vastgesteld dat wij die straat niet meer mogen inrijden van west naar oost, begrijp ik niet waar de auto's heen moeten die via de Os sekop binnenkomen. (Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma: De Korfmakersstraat open laten van west naar oost heb ik bepleit.) Neen, u wilde afsluiten. (Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma: Geen sprake van. Dan heeft u niet goed geluisterd, mijnheer De Jong.) In ieder geval wordt thans in de raadsbrief gezegd dat er een nader onderzoek zal worden ingesteld naar de eventuele afsluiting van de Korfmakersstraat. In dien wij straks echter niet meer met de auto van de Voorstreek naar het postkantoor mogen rijden, kun nen wij dat parkeerterreintje niet meer bereiken. Er is nu al een bepaling dat wij vanaf Over de Kelders niet de Minnemastraat mogen inrijden. Als de motie van mevrouw Brandenburg wordt aangenomen, moe ten wij ook nog zeven parkeerplaatsen op de Brol missen. Ik vraag mij af waar dan de auto's heen moe ten die via de Ossekop dit gebied binnenkomen. Die mogen dan op die vijf parkeerplaatsen op de Brol parkeren! Mijnheer de voorzitter, wij zijn het volkomen met het gestelde in de raadsbrief eens dat er een groot tekort aan parkeerplaatsen is in dit gebied. Wij zullen dan ook met klem tegen de motie van de PvdA stemmen. Na het antwoord van de wethouder aangaande de bebouwing op de hoek Poststraat/Minnemastraa; gehoord te hebben, zullen wij eveneens tegen de motie van de heer Van der Wal stemmen. 23 De heer Van der Wal: Wij hebben geen behoefte aan nog meer kantoren in de binnenstad en wij zul len dan ook tegen de motie van het CDA stemmen. Wij willen ook voorkomen dat b. en w. allerlei over bodig werk gaan doen en wij stellen dan ook voor dat het college onze motie over de monumenten op de hoek Poststraat/Minnemastraat maar overneemt. Men hoeft dan niet later nog eens een keer te onderzoe ken of de panden moeten worden afgebroken. Naar aanleiding van de motie van mevrouw Brandenburg over de parkeerplaatsen op de Brol zegt de wethouder dat er in dat gebied een enorm tekort aan parkeerplaatsen is en de heer De Jong benadrukt dit nog eens. Ik heb echter nog nooit enige moeite gehad mijn auto op de Turfmarkt, de Tweebaksmarkt of de Eewal kwijt te raken tijdens of buiten de openingsuren van de winkels. Ik zie de parkeernood in dat gebied niet zo somber in. De wethouder zegt dat door het handhaven van de parkeerplaatsen op de Brol het verblijfsklimaat voor voetgangers niet wordt aangetast. Het komt er echter steeds meer in dat op de Brol andere activiteiten plaatsvinden. Enige tijd geleden speelde daar eens een bandje. Er kwam een auto aan die zowat middenin de band parkeerde, want daar was een parkeerplaats. Dit soort zaken hin dert het verbli jfsklimaat voor een op zich leuke binnenstadsactiviteit wel degelijk! Ik heb er daarom geen bezwaar tegen dat de parkeerplaatsen aan de zuidkant van de Brol gehandhaafd worden, maar aan de noordkant moeten ze verdwijnen want ze hinderen daar wel degelijk allerlei leuke activiteiten. De motie van mevrouw Brandenburg moet daarom wel worden aangenomen. Mevrouw De Jong: Naar mijn mening was de wens van de raad om de woonfunctie in de binnenstad te versterken heel duidelijk en ik begrijp daarom ook niet goed waarom het CDA een motie heeft inge diend om een kantoorfunctie op de hoek Voorstreek/Minnemastraat eveneens mogelijk te maken. Ik zal tegen die motie stemmen. Het inrichten tot verblijfsgebied van de Brol is volgens mij een zeer belangrij ke zaak en komt de binnenstad, met name de Voorstreek en omgeving, ten goede. Ik zal dan ook voor de PvdA-motie in dezen stemmen. De Voorzitter: Ik breng eerst de motie van de dames Brandenburg en Visscher over het opheffen van zeven parkeerplaatsen op de Brol in stemming. De motie van de dames Brandenburg-Sjoerdsma en Visscher—Bouwer wordt verworpen met 19 tegen 13 stemmen. De Voorzitter: De volgende motie waarover wij zullen stemmen is die van de heer Van der Wal en mevrouw Van der Werf over de handhaving van de op de monumentenlijst staande panden op de hoek Poststraat/Minnemastraat. Zoals u weet heeft wethouder Rijpma de in dit stadium van het uitvoeringsplan ingediende motie overbodig gevonden. De motie van de heer Van der Wal en mevrouw Van der Werf wordt verworpen met 28 tegen 4 stem men. De Voorzitter: Vervolgens komt de motie van de heren De Jong en Heere, die het terrein hoek Voorstreek/Minnemastraat naast het bestemmen voor woningen en winkels ook voor kantoren willen be stemmen. De motie van de heren De Jong en Heere wordt verworpen met 22 tegen 10 stemmen. De Voorzitter: Dan zullen wij nu stemmen over het collegevoorstel. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b„ en w. De heren Pruiksma en Bijkersma waren tijdens de stemming over punt 10 niet in de raadzaal aanwezig. Punt 11 (bijlage nr. 222). De Voorzitter: Dit agendapunt luidt: Bijstelling ISR-uitvoeringsplannen voor de gebieden Molenpad en Achter de Hoven/Vegelin De heer Schagen: Ik wil beginnen met het uitspreken van onze teleurstelling over de ministeriële aanwijzingsbeschikking ten aanzien van de gebieden Molenpad en Achter de Hoven/Vegelin. De plan nen zijn door de correcties van de minister behoorlijk uitgedund ten opzichte van datgene wat is inge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 12