28
Mevrouw De Jong: Ik wil beginnen met mijn overtuiging uit te spreken dat het college wel degelijk
alle moeite heeft gedaan om binnen te halen wat er binnen te halen viel. Het is echter teleurstellend
dat het toch zo tegenviel. Het is vooral teleurstellend voor de bewoners van de betrokken gebieden,
maar in feite ook teleurstellend voor ons omdat de beslissing van de minister bepaalde consequenties met
zich meebrengt.
Bij het Molenpad valt het op dat er blijkbaar geen afspraken nodig zijn voor het aantal parkeer
plaatsen en op zich vind ik dat een verheugende zaak. De parkeernorm lijkt soepel hanteerbaar en ik
hoop dat dit een belofte voor de toekomst inhoudt en dat een en ander huizensparend zal werken. Naar
mijn mening is dit het enige lichtpuntje dat bij deze korting valt op te merken.
Er wordt opnieuw onderhandeld met Vomil over het bedrijf Boelens Glas en dat is een goede zaak.
Gezien echter de verkeersoverlast die de wijk wordt aangedaan door dit bedrijf achten wij het noodza
kelijk dat het bedrijf uit de wijk verdwijnt, zo nodig op kosten van de gemeente. Bovendien lijkt door
het verplaatsen van Boelens Glas de verkeersoverlast zodanig af te nemen dat het inkorten van de tuinen
bij de huizen aan het Molenpad niet nodig zal zijn.
Er is de wijk toegezegd dat er geen ontsluiting van het bedrijf Ruba aan de zuidzijde van het Mo
lenpad zou plaatsvinden. Wij menen dan ook dat alles wat mogelijk is moet worden gedaan om deze toe
zegging gestand te doen.
Wat betreft de gemengde bebouwing op het ambachtsschoolterrein moeten wij vaststellen dat daar
aan helaas vanwege de financiële invulling van het plan niet lijkt te ontkomen. Ik ben echter wel van
mening dat het groengebied moet worden gehandhaafd tot op het moment dat het tot stand komen van
een gemengde bebouwing een reële mogelijkheid is geworden. Dit zijn mijn opmerkingen over het Mo
lenpad.
Teleurstelling alom ook voor de bewoners van de Vegelinwijk. Geen straatverbetering, de Knoop-
straat eruit, de Spoorstraat eruit enzovoort. Het is allemaal al gezegd door de leden van de andere frac
ties. Het is hoogst merkwaardig dat juist de maatregelen voor de verkeersveiligheid, die toch zo'n hoge
prioriteit heeft in stadsvernieuwingsgebieden, uit het plan zijn gegooid. Voorbeelden hiervan zijn de
Knoopstraat en de Spoorstraat. De heer Schagen heeft al gezegd dat een oplossing mogelijk zou zijn als
de 30 km-wet werd ingevoerd. Wij hebben dit punt ook in ons verkiezingsprogramma opgenomen. Op dit
moment zitten wij echter nog met de problemen. De PvdA heeft een motie ingediend over de Spoorstraat
en ik zal die motie ondersteunen. Zo ook het tweede gedeelte van de PAL-motie. Voorts wil ik het col
lege vragen naar zijn financiële commentaar op het rapport dat is uitgebracht door het wijkcomité Ach
ter de Hoven/Vegelin want ik denk er over ook de door PAL in dezen ingediende motie te ondersteunen.
De heer Rijpma (weth.): Ik zal niet op alle beschouwingen ingaan, want ik heb begrepen dat die
ook bedoeld zijn om ten opzichte van de fractie iets meer duidelijkheid te verschaffen, maar er zijn en
kele knelpunten. Die knelpunten wil ik noemen en ter zake de richtingen aangeven die naar het oordeel
van het college mogelijk zijn. Een eerste knelpunt is het bedrijf Boelens Glas. Er is opnieuw overleg ge
voerd met de diverse rijksinstellingen die gedecentraliseerd in het Noorden werken en er is als uitgangs
punt gekozen dat de milieuhinderlijkheid van het bedrijf toch veel groter is dan oorspronkelijk werd
verondersteld. Het bedrijf is bij de provincie aangemeld als een milieuhinderlijk bedrijf met eerste ur
gentie. Afgesproken is dat er nog een verdere onderbouwing komt van de stukken die wij inmiddels heb
ben ingeleverd. Wanneer een en ander wordt geaccepteerd, zou de urgentie van uitvoering door de ISR-
aanwijzing worden bepaald. Ik zeg niet dat alles nu in kannen en kruiken is, maar ik zeg wel dat het nu
gehanteerde uitgangspunt aanzienlijk gunstiger perspectieven opent voor verplaatsing van het bedrijf
dan eerder het geval was.
Een tweede knelpunt in het gebied Molenpad is de Ruba. Wij hebben niet de mogelijkheid een
bouwplan dat voor 25 juni 1982 is ingediend te toetsen aan het bestemmingsplan. Wel bestaat de moge
lijkheid een dergelijk plan te toetsen aan de Bouwverordening en ook daarin zijn gelukkig enkele regels
die het zonder meer uitvoeren van een bouwplan bemoeilijken. Bovendien is er op het ogenblik een
overleg gaande om een verdere uitbreiding niet aan de zuidzijde van het Vliet te realiseren, maar aan
de noordzijde. De gesprekken hierover zullen op korte termijn worden voortgezet.
Verder is bij het gebied Molenpad de inrichting van het ambachtsschoolterrein nog aan de orde ge
weest. Het heeft helemaal geen zin te discussiëren over het tijdstip waarop die voorzieningen moeten
worden gerealiseerd. Het uitvoeringsplan loopt tot een bepaalde datum en op die datum - misschien met
enkele maanden respijt als daarvoor redenen zijn - moet worden afgerekend. Indien wij op dat moment
de inkomsten voor dat terrein niet hebben gebeurd, leiden wij zelf schade en wij menen derhalve dat het
beter is initiatieven te nemen om te komen tot het ontwikkelen van een goed bouwplan op de beide
daartoe bestemde plaatsen. Samen met de schoolbouwplannen zal het geheel een goede afsluiting van
het Molenpad gaan vormen naar het Vliet en naar de Bote van Bolswertstraat toe.
29
Ik kom nu toe aan de Vegelinbuurt. Het eerste punt is de 6,3 ton waarover gesproken is. De minister
heeft in zijn beschikking vermeld dat de inrichting van het openbare deel van de woonstraten tot de
helft moet worden beperkt en hij heeft in het destijds ingediende plan allerlei financiële correcties aan
gebracht. De meeste correcties zijn, op basis van de genomen besluiten, correct, maar de minister - of
zijn ambtenaren - heeft zich op enkele punten ook nadrukkelijk vergist. Men heeft dingen afgetrokken
die niet moesten worden afgetrokken en die derhalve niet in overeenstemming zijn met de beslissing en
men heeft dingen laten staan die moesten worden afgetrokken volgens de beslissing van de minister. Bij
de woonstraten, waarvan de in te richten oppervlakte tot de helft moet worden teruggebracht, heeft men
een bedrag te weinig in de correctie opgenomen, doch bij de buurtontsluitingswegen - dat zijn de Eerste
Vegelindwarsstraat, een gedeelte van Achter de Hoven en een gedeelte van de Spoorstraat - is teveel ge
corrigeerd. Die correcties, het ene teveel en het andere te weinig gekort, zijn wel ongeveer met elkaar in
evenwicht. Een en ander heeft derhalve niets te maken met de Knoopstraat en de Spoorstraat. De bedra
gen voor de Knoopstraat en de Spoorstraat zijn in de beschikking van de minister niet aanwezig. In het
aanwijzingsrapport is de Knoopstraat wel weer opgenomen en uit gesprekken die inmiddels met de rijks
instanties zijn gevoerd blijkt dat het niet is uitgesloten dat men alsnog het belang inziet van de herin
richting van de Knoopstraat. Over de Spoorstraat heeft nog geen afrondende discussie plaatsgevonden,
doch gehoord hebbende de discussie in de Commissie RO en de discussie in deze raad ga ik ervan uit dat
er, ook van de zijde van het college, geen bezwaar bestaat tegen het aanbrengen van een correctie in
de Spoorstraat op de door de bewoners aangegeven manier. Ik heb alleen laten checken of het aantal
strekkende meters damwand correct is. De DSO heeft mij daarop geadviseerd het aantal strekkende me
ters iets op te voeren en dat zal het bedrag, bij een bepaalde uitvoering, op ca twee ton brengen. Het
zou nog iets goedkoper kunnen wanneer voor een andere uitvoering wordt gekozen, maar wij vermoeden
dat de Nederlandse Spoorwegen tegen die uitvoering bezwaar zuller, maken. Gezien de lengte en func
tie van de Spoorstraat, gezien ook het tekort aan parkeerplaatsen dat in het totale plan nolens volens,
ondanks de gemeente, is ontstaan, lijkt het mij juist om in afwijking van het raadsvoorstel een correctie
aan te brengen op de Spoorstraat en daarvoor het bedrag dat wij van de minister vragen voor het betref
fende gebied met ongeveer twee ton te verhogen.
Wij komen niet met een voorstel om weer een knik bij Achter de Hoven in te voeren. Ik meen dat
de DSO zeer goed in staat is om op basis van de huidige kostencalculatie een aanvaardbare oplossing
voor die plaats te creëren.
De herinrichting van de Knoopstraat is in het plan opgenomen en wat betreft de herinrichting van
de Spoorstraat wordt een correctie aangebracht op datgene wat in de stukken staat. De 6,3 ton is noch
aan de Spoorstraat, noch aan de Knoopstraat toegerekend, maar is een verschuiving van de inrichting
van de woonstraten naar een buurtontsluitingsweg, hetgeen in overeenstemming is met de aanwijzing van
de minister. Het gaat hier niet over wijkontsluiting maar over buurtontsluiting. De wijkontsluiting, de
Knoopstraat en de Spoorstraat samen, vergt nog eens zes ton extra. Naar mijn mening is ons voorstel dus
danig geamendeerd dat er toch een redelijke vernieuwing in de gebieden Molenpad en Achter de Hoven/
Vegelin zou kunnen ontstaan. Wat de financiering betreft zou ik met nadruk willen wijzen op het feit
dat alles wat aan deze twee gebieden zou worden toegerekend, een tekort veroorzaakt bij volgende ge
bieden. Ik acht het daarom niet verstandig reeds op dit moment over fondsen te beschikken die eigenlijk
aan anderen toekomen. Het is ook niet nodig reeds nu fondsen te vormen want het gewijzigde plan, dat
grotendeels in overeenstemming is met de richtlijnen van de minister, wordt opnieuw aan de minister
voorgelegd en de minister zal ons in de loop van dit jaar meedelen of hij het plan, zoals wij het nu in
dienen, wel of niet accepteert. Op het moment dat de eventuele niet-acceptatie de raad niet zint, is
het nog altijd mogelijk om uitgaven van vandaag af te wegen tegen de noodzaak van uitgaven in de
toekomst.
De heer Schagen: Ik heb uit de woorden van de wethouder begrepen dat het college de motie die
mevrouw Brandenburg en ik hebben ingediend in feite wil overnemen. Het is mij nog wel onduidelijk wat
er met die 6,3 ton is gebeurd. De wethouder spreekt over vergissingen hier en vergissingen daar die el
kaar in evenwicht houden, maar daarmee hebben wij nog geen 6,3 ton op het kleed gekregen. Hij praat
ook over geld dat van de inrichting van woonstraten naar een buurtontsluitingsweg is gegaan en dan zou
het verhaal van de wijk wel kloppen. Ik heb daar tegenover gesteld dat geld dat bedoeld is voor het
herinrichten van woonstraten niet moet worden gebruikt voor buurtontsluiting. Ik begrijp nog steeds niet
wat er aan de hand is met die 6,3 ton. Ik wil de wethouder vragen of hij in tweede instantie over dit
punt nog een goede uitleg kan geven, anders neig ik ertoe voor de motie van PAL te stemmen.
en aanzien van de Ruba hoop ik dat het college zinvol kan onderhandelen, want anders hebben wij
er een probleem bij in de wijk Molenpad en wij hebben al genoeg narigheid met Boelens Glas.