33
38
Punt34 (bijlage nr. 209).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
De Voorzitter: Ik stel voor morgenavond om 8 uur de vergadering voort te zetten.
De Voorzitter schorst, om 23.55 uur, de vergadering tot 8 juni 1982, 20.00 uur.
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van dinsdag, 8 juni 1982.
RAADSVERGADERING van dinsdag, 8 juni 1982, aanvang 20.00 uur.
(vervolg van de vergadering van 7 juni 1982)
Aanwezig 29 leden.
PvdA de dames E. Brandenburg-S joerdsma, H.J. de Haan-Laagland, H.A. Munsterman-Schotsman,
C.J.M. Otsen, G. Visscher-Bouwer, G. Vollema-Doevendans en T. Wielinga-Graansma en de he
ren J. ten Brug (weth.), G. Buising, ir. C.G.H. Geerts (weth.), J.F. Janssen, H. Meijerhof, A.
Pronk en G. de Vries (weth.).
CDA de dames A. Willemsma-de Jong en J.E.M.T. Zondag-Demes en de heren B. Bilker, T.A. Boelens,
D.E. Heere, H. Jansma, W. Miedema (weth.), ir. C.L. Rijpma, N. Sterk, P.J. Sijbesma en L. Vis
ser.
VVD mevrouw M.A. van Dijk-van Terwisga en de heer J. de Beer.
PAL mevrouw J. van der Werf en de heer P.D. van der Wal.
Afwezig: de dames J. de Jong (D'66) en M.A.D. Waalkens (VVD) en de heren J. Bijkersma (VVD), H.
ten Hoeve (PvdA), C. de Jong (CDA), J. Knol (PvdA), mr. H.S. Pruiksma (CDA) en J. Schagen (PvdA).
Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester.
Secretaris de heer mr. W.J.G. Reumer.
Voorts zijn aanwezig: de heren Joh. Kooistra, plv. hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Zaken,
mi H.A. Lassche, adjunct-secretaris, en drs. A.J. Mewe, plv. hoofd van de afdeling Sociale Zaken en
Welzi jnsaan gelegenheden.
De Voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom op deze vergadering van de raad die een voortzet
ting is van de vergadering van gisteravond. Er zijn nog enkele agendapunten blijven staan, waar wij
vanavond denkelijk wel binnen een redelijke tijd uit kunnen komen. Wij zijn toegekomen aan punt 35
dar, evenals de daarop volgende punten, betrekking heeft op de problematiek van de commissies en ra
den. U heeft hierover een raadsbrief ontvangen en ook, enige tijd geleden al, de Evaluatienota structu
rering commissies en raden die is uitgebracht door de Commissie Een Goede Raad.
Punt 35 (bijlage nr. 190).
De Voorzitter: Dit agendapunt luidt: Structurering commissies en raden.
De heer Meijerhof: Als het voorstel dat vanavond aan de orde is wordt aangenomen, zijn de functio
nele raden na twaalf jaar bestaan exit. Dit feit heeft de meest uiteenlopende reacties opgeleverd en de
vraag die ik dan ook zou kunnen stellen is of men in 1970 met het instellen van de functionele raden
een verkeerde beslissing genomen heeft. De Evaluatienota structurering commissies en raden die ten
grondslag ligt aan het voorstel dat het college ons vanavond doet, geeft daarop echter een duidelijk
woord. Op bladzijde zeven van de nota wordt al aangegeven dat met name de decentralisatie van het
welzijnsbeleid (van rijk naar gemeente) en de in dat kader noodzakelijke planning en programmering
van welzijnsvoorzieningen en -activiteiten een behoorlijke groei van commissies ten gevolge heeft ge-
f De groei van deze commissies, naast de in 1970 ingestelde functionele raden, die evenals een groot
dee van deze raden het terrein van het welzijn bestrijken, bracht met zich mee dat er duidelijk sprake
is van doublures. De nota geeft op bladzijde zeven al aan dat er in feite een permanente discussie is ge
weest over de structurering van raden en commissies, een discussie die van het rapport „Structurering
functionele raden en commissies" via de discussie over de procedureverordening specifiek welzijn nu
uiteindelijk belandt bij deze nota. Ik sta hier even wat uitvoeriger bij stil omdat ik bij de behandeling
van cieze nota in bepaalde functionele raden toch wel geluiden heb vernomen dat deze structurering van
commissies en raden aan de orde kwam in het kader van de bezuinigingen die in Leeuwarden plaatsvin-