46 Of andersom natuurlijk.) Als de PvdA daarin voorop wil lopen, mag dat van mij. (De heer Ten Brug (weth.): De PvdA loopt altijd voorop.) Wij wachten maar af. Een ander punt is de opmerking van de heer Heere die zegt dat hij voor de representatiedemocratie is, die is gebaseerd op een stukje vertrouwen dat de kiezers aan de gekozenen overdragen of toekennen. Ik herinner mij dat twee jaar geleden, toen wij de discussie hadden over het project- en contactgroe pensysteem, werd gezegd dat een representatiedemocratie juist zo goed kon functioneren omdat de be volking van Leeuwarden niet alleen maar om de vier jaar zijn stem kon uitbrengen, maar de laatste jaren ook alle mogelijkheden had om tussentijds te beïnvloeden. Wij vinden het juist dat tussentijds beïnvloe den moet kunnen op momenten dat de mensen nog iets te beïnvloeden hebben. Nu gebeurt het vaak dat er pas in een veel later stadium, als er al een enorm proces van denkwerk, beleidsvoorbereiding en dis cussie heeft plaatsgevonden, eens een keer sprake is van openbaarheid. In feite kunnen de mensen dan niets anders meer dan, zoals de heer Heere ook zelf zegt, kennis nemen van wat de fractie vindt. Juist dat systeem willen wij aanvechten! (De heer Heere: De mening van de fractie wordt mede-bepaald doof wat wij van de mensen horen. Wij staan open voor wat de mensen zeggen. Het feit dat wij eenmaal per vier jaar worden gekozen, betekent niet dat wij nooit meer naar iemand luisteren. Integendeel! Ik ben het met mevrouw Van der Werf eens dat het nemen van een beslissing tijd kost. Wij moeten daarover eerst nadenken en alle bekend zijnde gegevens en factoren worden daarbij mee-overwogen. Dat wil echter niet zeggen dat inspraak niet meer mogelijk is.) De mensen die hun stem uitbrengen moeten toch in staat worden gesteld te beoordelen hoe u uw werk heeft gedaan. Ik ben van mening dat daarbij ook hoort dat men kan zien wat er in uw fractie allemaal beweerd en gezegd en gedaan wordt en dan niet alleen maar op de momenten dat het allemaal al geknipt en genaaid is. (De heer Heere: Wij hadden het nu over commissies en niet over fracties.) De voorzitter zegt dat in Leeuwarden in principe alle verga deringen openbaar zijn en dat de PAL-motie niet zoveel voorstelt. De heer Meijerhof wees echter al op de passage op bladzijde 21 van het rapport. De voorzitter vertelt maar de helft van de feiten. Hij zegt dat de opvolgers van de functionele raden, ook al zijn dat adviescommissies aan b. en w., ook in het openbaar zullen vergaderen. Dat betreft echter de helft van de commissies. De andere helft vergadert in beslotenheid als zij als commissie van advies en bijstand fungeren. Waar het hier om gaat is het feit dat in de Commissie Een Goede Raad en ook in het rapport heel duidelijk werd gesteld dat de bestaande ma te van openbaarheid niet mocht worden teruggeschroefd. Dat zou gebeuren als de functionele raden, die nu adviescommissies aan b. en w. worden, in beslotenheid zouden vergaderen. Daarom is besloten dat die commissies in het openbaar zullen vergaderen en dat zelfs een aantal commissies van advies en bijstand openbaar zullen vergaderen. De paar commissies van advies en bijstand die nu in beslotenheid zullen vergaderen, zijn echter wel die commissies die eerst functionele raden waren. (De Voorzitter: Er zijn er nog meer. U heeft het rapport niet goed gelezen.) Ik heb het rapport wel degelijk gelezen. Ik heb zelf in de Commissie Een Goede Raad gezeten. (De Voorzitter: U heeft minstens 10% van de inhoud van het rapport overgeslagen en dat is jammer.) Tot slot een opmerking over het project- en contactgroepensysteem. De voorzitter pikt er wel een groep uit, Huizum-Dorp, waar alles optimaal is gegaan. Hij moet ook maar eens naar de andere wijken, zoals Huizum-Bornia, de Hollanderwijk, het Molenpad en Achter de Hoven/Vegelin, gaan. Daar kan men wel andere verhalen vertellen over het project- en contactgroepensysteem. Het mag inmiddels vel duidelijk zijn dat wij onze motie handhaven. Mevrouw Van Dijk-van Terwisga: Wij zijn tegen de motie van PAL over de openbaarheid van ge meentelijke commissievergaderingen. Wij menen dat het in de nota voorgestelde voldoet aan de normen van wat er openbaar moet zijn. Onze fractie is van mening dat een zekere beslotenheid in een eerste stadium van beleidsvorming soms wel nodig is. Er zijn zoveel commissies openbaar dat de achterban vol doende geïnformeerd kan zijn» De Voorzitter: Een punt waarover mevrouw Van der Werf en ik het nooit eens zullen worden is da+ van de openbaarheid. Dat is ook helemaal niet erg. Uit lange ervaring weet ik dat het voor een goed<* meningsvorming over bepaalde problemen die nog geen enkele gestalte hebben een goede zaak is dat men tegenelkaar aan kan praten om zo met elkaar iets op te bouwen. Op die manier kan men met elkaar tot een standpuntbepaling komen zonder dat er later meteen wordt teruggegrepen op de eerste opmerkin gen en uitlatingen. Dit is de reden waarom wij in Leeuwarden een stelsel hebben om nog onrijpe vruch ten in beslotenheid te bespreken. In dat stadium worden nooit beslissingen genomen. Het is een soort be spreking om tot meningsvorming te komen. B. en w. houden rekening met die mening, concretiseren de problemen en de besluitvorming heeft in Leeuwarden dan in volle openbaarheid plaats. Dat is een groot goed en gelukkig voldoen wij daaraan. Ik voel voor de geleidelijke meningsvorming in plaats van alias direct op straat gooien en daarover verschillen mevrouw Van der Werf en ik van mening, maar dat mag 47 gelukkig in Nederland. Ik denk dat wij de discussie hiermee kunnen afsluiten. Ik breng thans de motie van mevrouw Van der Werf en de heer Van der Wal over de openbaarheid van de gemeentelijke commis sievergaderingen in stemming. De motie van mevrouw Van der Werf en de heer Van der Wal wordt verworpen met 25 tegen 4 stem men. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 36 (bijlage nr. 191). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt37 (bijlage nr. 192). De Voorzitter: Aan de orde is de wijziging van de Verordening commissies van advies en bijstand aan burgemeester en wethouders. De heer Meijerhof: In artikel 1, tweede lid, wordt een wijziging aangebracht. Mij is opgevallen dat er op staat "op voordracht van burgemeester en wethouders", terwijl er tot nu toe altijd heeft gestaan "op aanbeveling van b. en w.". Naar mijn mening bestaat er een wezenlijk verschil tussen "op aanbeve ling" en "op voordracht". Als b. en w. met een voordracht komen en de gemeenteraad is het niet met die voordracht eens, kan de raad op dat moment niet iemand anders kiezen, want dan zullen b. en w. eerst met een nieuwe voordracht moeten komen. Ik denk dat er in "op aanbeveling" wat meer rek zit en dat daarbij de raad eventueel met eigen kandidaten kan komen voor een benoeming. Ik zou graag willen weten wat precies de reden is geweest om deze zinsnede te wijzigen. De Voorzitter: De enige reden dat wij meenden deze zinsnede te moeten wijzigen is de constatering dat dit punt in de diverse verordeningen niet op dezelfde manier was geregeld. Wij hebben gemeend dat het juister was er "op voordracht van" van te maken. De raad benoemt altijd. Wanneer de raad echter een voordracht van b. en w. niet aanvaardt, moet er inderdaad opnieuw overleg worden gepleegd en kan er niet op hetzelfde moment iemand anders worden benoemd. De wijziging is niet zozeer aangebracht om principiële redenen, maar is meer uit het oogpunt van systematiek gebeurd. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 38 (bijlage nr. 193). De Voorzitter: Dit punt luidt: Vaststelling instellingsbesluiten commissies van advies en bijstand aan burgemeester en wethouders en de mede daaruit voortvloeiende wijziging van Verordeningen van com- sies belast met beheersbevoegdheden. Ik moet u tot mijn geweldige spijt zeggen dat er een paar fouten in de besluiten zijn geslopen. Ik zoI de fouten even noemen, want de raad moet de besluiten en verordeningen vaststellen. In besluit nr. 6641, dat betrekking heeft op de Commissie voor de Monumentenzorg, is per abuis on der artikel 2, lid 1, vermeld: Voor de benoeming van drie niet-raadsleden wordt gedacht aan: drie leden afkomstig uit de kring van de Commissie voor de Welstandszorg, te weten: -één iid van die commissie, deskundig op het terrein van de monumentenzorg; - één lid van die commissie, stedebouwkundige; - één lid van die commissie, die daarin is benoemd op grond van zijn kennis en belangstelling voor de maatschappelijke aspecten van de welstandszorg." Dit gedeelte hoort als voetnoot onder het besluit te staan als een toelichting op het artikel. Hetzelfde probleem doet zich voor bij besluit nr. 6643, inzake de Commissie voor Emancipatie aangelegenheden. Het gestelde dat na de eerste twee regels van artikel 2 komt, namelijk: Voor de benoeming van drie niet-raadsleden wordt gedacht aan: vrouwen uit de kring van: - de bij "lot Opbouw" aangesloten organisaties van vrouwen; - het onderwijsveld; organisaties van vrouwen, welke niet bij "Tot Opbouw" zijn aangesloten" hoort als voetnoot onder het besluit te staan als een toelichting op het artikel.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 24