14
plaats nog niet is opgevuld, dan opnieuw binnen de stuurgroep te bekijken of er voor de duur van het
experiment een andere regeling getroffen kan worden waarbij gecompenseerd kan worden in vrije tijd
en er daardoor een kracht, bijvoorbeeld op basis van een halve formatieplaats, kan worden aange
trokken. Ik zou graag het antwoord van de wethouder hierop willen horen.
De heer Boelens: Onze fractie vindt het voorstel met betrekking tot de bereikbaarheidsregeling in
de maatschappelijke dienstverlening een goede zaak. Wij gaan daarom gaarne akkoord met de extra sub
sidie die voor het experiment met een 7 x 24 uurs bereikbaarheidsregeling aan de Stichting Maatschap
pelijke Dienstverlening Leeuwarden toegekend dient te worden. Het college is van plan een stuurgroep
in te stellen teneinde de samenwerking tussen gemeentepolitie en hulpverleners te bevorderen. Wellicht
kan in deze stuurgroep ook de taak die de politie momenteel vervult en de taak die men binnen de voor
gestelde vooralsnog experimentele bereikbaarheidsregeling toegewezen krijgt onder de loupe worden ge
nomen. Een en ander is in feite ook niet een politietaak, hetgeen in de gegeven situatie echter wel
praktisch is.
Mevrouw Waalkens: Als derde spreekster in de rij kan ik weer wat korter zijn. Wij zijn blij dat dit
raadsvoorstel er nu ligt. Ook wij onderschrijven de vraag waarom de politie wel kan doorverwijzen en
de telefonische hulpdienst en de artsen niet. Wij kunnen daarmee alleen akkoord gaan als een en ander
een budgettair neutraal karakter heeft.
Mevrouw Van der Werf: Na jarenlang pleiten komt er dan eindelijk een 7 x 24 uurs bereikbaarheids
regeling. Ik ben natuurlijk erg blij dat het zover is, hoewel ik moet constateren dat het een trieste zaak
is dat een dergelijke regeling zo lang op zich heeft moeten laten wachten. Het particulier initiatief
heeft wat deze bijzonder belangrijke zaak betreft weinig initiatieven getoond. Ik kan mij echter nie;
aari de indruk onttrekken dat ook het college in dezen een weinig voortvarend beleid heeft gevoerd.
Reeds jaren stond een dergelijke bereikbaarheidsregeling in de beleidsplannen vermeld. Toen in februari
1979 dienaangaande door de raad een motie werd aangenomen werd kennelijk pas echt geloof gehecht
aan het onderzoek van de wijkagent waaruit bleek dat er dringend behoefte is aan een 7 x 24 uurs be
reikbaarheidsregeling.
Ik heb nog een paar opmerkingen; ik vind het vreemd dat dit experiment zich alleen beperkt tot die
hulpaanvragen die bij de politie binnenkomen. Men moet niet opnieuw een groep hulpvragers in de kou
laten staan. Om het experiment enige realiteitswaarde te geven lijkt het mij gewenst om vanaf het begin
ook andere hulpaanvragen die via de telefonische hulpdienst of de huisartsen binnenkomen te honoreren.
Ik zou dan ook het verzoek van mevrouw Otsen willen ondersteunen om dit punt nog eens in de stuur
groep aan de orde te stellen. Wat mij betreft hoeven wij het niet te hebben over het wel of niet uitbrei
den van de verwijzing, maar alleen over de technische uitvoering daarvan. Technisch gezien kan ee en
ander nog wel wat problemen geven, onoverkomelijk lijken ons die problemen echter niet.
Mevrouw De Jong: Een 7 x 24 uurs bereikbaarheidsregeling is vaak bepleit door de meeste fracties.
Ik ben dan ook bijzonder blij dat dit voorstel er eindelijk ligt. Het is toch eigenlijk wel beschamend dat
dat zo lang heeft geduurd.
Mijn enige punt van kritiek is dat ik zo spoedig mogelijk de verbreding van de doorverwijzing ver
wezenlijkt wil zien. Het moet mogelijk zijn dat de huisarts of iemand anders die met een noodsituatie
wordt geconfronteerd kan doorverwijzen.
De heer De Vries (weth.): Wij zijn blij met de algemene waardering die er bestaat om met dit expe
riment een begin te maken. Ik geef toe dat de aanloop daartoe wat lang is geweest en dat het een vr j
moeizame zaak is geweest. Ik wil nog graag het feit in herinnering brengen dat er in 1979 onder verant
woordelijkheid van de toenmalige portefeuillehouder een studie is gemaakt waarbij wij tot de conclusie
kwamen dat een 7 x 24 uurs bereikbaarheidsdienst een zeer kostbare aangelegenheid zou zijn wanneer
wij die als gemeente van de grond zouden tillen. Daarna zijn de eerstelijns hulpverleningsinstellingen
driftig bezig geweest om te proberen dienaangaande gezamenlijk een oplossing te vinden. Die plannen
waren niet rijp voor uitvoering. Uiteindelijk is naar aanleiding van het rapport van de politiepsycholoog
deze kwestie opnieuw in een stuurgroep terecht gekomen. In dat kader nu kunnen wij inderdaad een be
gin maken met een experimentele bereikbaarheidsdienst. Ik zeg met nadruk "experimentele", want de
bereikbaarheidsregeling is een smalle regeling.
Naast het proces dat wij nu op gang brengen is er nog een ander initiatief. In het kader van de
geestelijke volksgezondheid zal de Sociaal Psychiatrische Dienst namelijk een centrale rol spelen,
waarbij de verschillende instellingen op het terrein van de hulpverlening en van de opvang van drug-en
15
drankslachtoffers handelend kunnen optreden. Wij weten niet in hoeverre of dit experiment en de andere
plannen elkaar te gelegener tijd zullen kruisen en of wellicht deze zaak mogelijk in één bedding ge
bracht kan worden. Wij kunnen ons voorstellen dat dat wel het geval zal zijn. De stuurgroep die wij in
stellen zal er dan ook alert op moeten zijn in hoeverre het mogelijk is om een meer brede regeling op te
zetten zodat wij aan alle cliënten die daarvoor in aanmerking komen de hulp kunnen bieden die gewenst
is. Het gaat hier dus om een experiment op vrij smalle basis. De in te stellen stuurgroep zal moeten be
kijken of een verdere coördinatie van de hulpverlening mogelijk is in combinatie met hetgeen er vanuit
de hoek van de geestelijke volksgezondheid tot stand kan worden gebracht.
Het is op zich zelf juist dat de vijf mensen die bij de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening
Leeuwarden ingeschakeld worden om de bereikbaarheidsdienst te vervullen de overuren liever in vrije
tijd gecompenseerd willen hebben. Het bestuur van de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Leeu
warden heeft heel consequent deze proefperiode gekozen. De aanvraag voor een ISP-kracht is nog in
behandeling. Wij weten echter nog niet wanneer en of deze aanvraag zal worden gehonoreerd. Vandaar
dat wij niet langer met de bereikbaarheidsdienst willen wachten. Ook onder druk van uw raad hebben
wij gezegd nu met het experiment te beginnen en te kijken in hoeverre het in de praktijk invulbaar is
via deze weg de juiste hulpverlening op gang te brengen.
Natuurlijk is het zo dat deze problematiek in het verlengde van de politietaak ligt. Het zou op
zich zelf prachtig zijn als ook in een breder kader signalering mogelijk is; niets staat dat in de weg.
Wanneer zich in een gezin op een bepaald moment een crisissituatie voordoet dan zullen in de meeste
gevallen de eerste signalen daarover echter bij de politie terechtkomen. Vandaar dat ik persoonlijk niet
zie waarom wij nu al verbreding zouden moeten overwegen. Wat er in de toekomst dienaangaande aan
mogelijkheden is zullen wij graag in combinatie zien met hetgeen er vanuit de hoek van de geestelijke
volksgezondheid komt.
Ik hoop dat de 7 x 24 uurs bereikbaarheidsdienst zal aantonen dat die in een behoefte voorziet. Wij
zullen hiermee ervaring moeten opdoen. Wij verwachten dat de 24 uurs bereikbaarheidsdienst in een be
hoefte voorziet, hoewel wij dat niet weten. Te zijner tijd zullen wij graag de raad en de daarvoor in
aanmerking komende raadscommissie informeren over de gang van zaken dienaangaande en u op de
hoogte houden over de ontwikkeling van dit stuk zorg.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 21 en 22 (bijlagen nrs. 260 en 259).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 23 (bijlage nr. 253).
De Voorzitter: Aan de orde is thans: Preadvies inzake door de BBK Friesland ingediende bezwaren
tegen het organiseren van een Kunstbeurs in de Evenementenhal.
Mevrouw Otsen: De eerste brief van de Beroepsvereniging van Beeldende Kunstenaars Friesland
(BBK) is niet zo aardig. In deze brief neemt de BBK afstand van de voorgestelde Kunstbeurs en bericht
dat men kunstenaars heeft opgeroepen om deze manifestatie te boycotten. Daarnaast vraagt men om te
komen tot een totaal beeldend kunstbeleid in Friesland waarbij een aantal maatregelen worden voorge
steld. Inmiddels is er een tweede brief van de BBK Friesland binnengekomen, die weliswaar gericht is
aan het adres van wethouder De Vries. Deze brief komt er in feite op neer dat de BBK mee wil doen aan
een kunstmanifestatie., De BBK spreekt ook over de opzet die men zich dienaangaande voorstelt. De BBK
is bereid om mee te doen aan een opzet van een tentoonstelling van met name BKR-werk (Beeldende
Kunstenaars Regeling) dat afkomstig is uit de provincie Friesland. Het gaat dus in feite om kunstwerken
die van ons allemaal zijn. In ieder geval lijkt het ons goed dat die kunstwerken eens worden tentoonge-
st d om op die manier zoveel mogelijk mensen, waaronder ambtenaren, bestuursleden van instellingen,
gemeentebesturen en dergelijke, in staat te stellen op de hoogte te komen van de mogelijkheden die het
BKR-werk biedt.
Wij zijn het eens met de beslissing van het college om de Kunstbeurs door te laten gaan. De sugges
tie van de BBK zien wij als een waardevolle en belangrijke aanvulling op deze Kunstbeurs. Onze vraag
is aan ook of het college bereid is tot een gesprek met de organisatoren van de Kunstbeurs en met de
BE om de mogelijkheid van realisering van die suggestie te bekijken. Wij zouden dat op dit moment
graag willen bepleiten.
k wil ook graag even ingaan op het op bladzijde twee van de raadsbrief onder ad één gestelde.