32
heersovereenkomst daarmee natuurlijk wel verbonden is. Dat zal waarschijnlijk betekenen - cijfers Daar
over bestaan bij mijn weten nog niet, maar die zullen ooit wel komen - dat, als het GEB uit de beheers
structuur wordt gelicht en wordt overgeheveld naar de provincie, op termijn de winstpositie van Frigas
daardoor wordt beïnvloed. Wij vragen ons af of dat in positieve dan wel negatieve zin het geval zal
zijn. Als dan toch bij de verdergaande discussie over het Coconut-rapport gesproken zal worden over de
consultaties van Nutsbedrijven, dan is daar op zich uiteraard alle begrip voor op te brengen. Van onze
kant uit zal dan naar de kant van de provincie toe wel de nadruk gelegd moeten worden op het onder
brengen van het PEB in een soort van NV-vorm met de gemeente Leeuwarden in een min of meer groot
aandeelhouderschap. Dat betekent dan niet alleen beïnvloeding van het beleid, maar ook mee beïnvloe
ding van het tarief. Naar mijn smaak zou dit punt in ieder geval moeten worden ingebracht in de ko
mende onderhandelingen.
Ik zal mijn verhaal niet langer maken dan nodig is. Het is alleen wel zo dat, als je nu naar Postbus
51 op de tv kijkt en alle goede raadgevingen die over je worden uitgestrooid ter harte neemt, ik mij,
dit allemaal gelezen hebbende, niet aan de indruk kan onttrekken dat de last van energiebesparing op
dit punt wel op de lagere openbare bestuurslaag wordt afgewend. Wij realiseren ons echter ook zeer wel
dat het niet doenlijk is om, nu wij zo ver zijn, te zeggen: Wij stoppen ermee. Dat kan niet, dat kan be
leidsmatig niet, het kan ook op financiële gronden volstrekt niet. Het is dan ook om die reden dat mijn
fractie met de raadsbrief, bijlage nr. 277, akkoord gaat, zij het dat wij de aanloop van Leeuwarden uit
liever anders, positiever en financieel gunstiger hadden gezien.
Mevrouw Waalkens: Toen wij begonnen met de stadsverwarming voor te bereiden en een en ander in
de raad werd behandeld, is onze fractie - misschien helaas - de enige geweest die toen al vraagtekens
zette bij de beheersvorm en de financiële risico's. Het is jammer dat wij nu op één lijn zitten met de
heren Pruiksma en Knol inzake de.risico's die wij nu lopen.
Wij zijn als fractie niet tevreden, om niet te zeggen ontstemd, over de manier waarop het stadsver
warmingsproject wordt behandeld. De commissie van advies aan b. en w., de Commissie voor het Ge
meentelijk Electriciteitsbedrijf en de commissie van advies aan de raad - de Commissie voor de Finan
ciën - worden op de valreep ter vergadering geroepen. Of betrokkenen wel of niet aanwezig kunnen
zijn bij een zo belangrijke vergadering wordt niet onderzocht. Ter vergadering worden door de wethou
der de meest relevante gegevens geleverd. Enige bestudering vooraf, standpuntbepaling aan de hand van
aangedragen gegevens of overleg met daarbij betrokkenen was te enen male niet mogelijk. Hoe is het
dan mogelijk om ja te zeggen op de punten I en II van het raadsbesluit? Ten aanzien van punt I heeft
een ingenieursbureau in opdracht van de NEOM het KEMA-rapport doorgelicht en rendabel gevonden.
Ons ontbreekt te enen male de manier waarop dit bureau dit onderzoek heeft verricht. Ons zijn daarover
totaal geen stukken toegezonden. Welke aannames zijn hierbij van toepassing geweest? Er zijn immers
vele onzekerheden waarover toch criteria moeten zijn vastgesteld. Besprekingen met de CCF hebben nog
geen concrete plannen en cijfers opgeleverd. Stel dat de CCF zich financieel anders opstelt dan op bud
gettair neutrale onderhandelingsbasis? Wat heeft dit voor consequenties? Dit bedrijf zal er naar ik aan
neem financieel beter van willen worden als het betrokken wordt bij de stadsverwarming. Wat voor con
tracten zijn er nu eigenlijk gemaakt met de NEOM en het Ministerie van Economische Zaken? Tijdens
de commissievergadering werd gesuggereerd dat beiden hun gelden kunnen terugtrekken als Leeuwarden
niet verder gaat met de stoomvariant. Zijn wij dan zo in het nauw gemanoeuvreerd? Wij kunnen niet
akkoord gaan met punt I van het raadsbesluit inzake verdere ontwikkeling van de stadsverwarming op
basis van stoomopwekking, want ons ontbreken te enen male nadere gegevens.
Ten aanzien van punt II, het samenwerkingsverband, heb ik nog het volgende op te merken. Onder
handelingen inzake een breder samenwerkingsverband kunnen eerst plaatsvinden als bekend is wat wij
willen en vooral wat wij nog kunnen. Dan kunnen wij onderhandelen. Maar hoe is de visie inzake het
Coconut-rapport? Welke inspraak inzake energievoorziening willen wij behouden? Hoe gaan wij verder
met Frigas? Die komt helemaal niet aan de orde in dit stuk. Welke aanpassingen kunnen wij in het con
tract PEB-GEB aanbrengen door middel van de arbitragecommissie? Ik heb inmiddels in de krant gelezen
dat wij het contract niet per 1 juli hebben opgezegd. Wat hebben de voorwaarden van het PEB voor con
sequenties ten aanzien van het personeel van het GEB? Voor deze mensen is op deze manier een zeer
onzekere tijd ingegaan. Dit is ons inziens niet juist. Wat heeft de PEB-voorwaarde inzake uitbreiding
van warmteleveringsgebied voor consequenties ten aanzien van het autonoom bepalen van energieleve
ring door de gemeente Leeuwarden zelf? Ook hier weer veel vraagtekens, vragen en onzekerheden, ze
ker ook voor de betrokken personeelsleden die niet een speelbal mogen worden van een slechte onder
handelingspositie van Leeuwarden.
De heer Pruiksma heeft ook al gesproken over de financiering van NEOM en Ministerie van Econo
mische Zaken, Ik heb begrepen dat de NEOM en het Ministerie van Economische Zaken stellen dat in
hun contracten een warmwatervariant wordt genoemd. Nu wij de stoomvariant willen toepassen, zouden
33
deze contracten helemaal niet meer gelden en zouden nieuwe contracten moeten worden opgesteld. Ik
ben bang dat wij op deze manier volledig in de hoek zijn gedrukt en nauwelijks meer van enig samen
werkingsverband of onderhandelingspositie kunnen uitgaan. Ook op dit punt kunnen wij dus niet akkoord
gaan met het gestelde in de raadsbrief.
De punten III en IV, de financiën, zijn deze keer niet gekoppeld aan enige voortgang van studies of
samenwerkingsverbanden. Wij willen betrokkenen niet in de kou laten staan en gaan dan ook akkoord
met het krediet voor de aanleg van de benodigde onderdelen van de warmwatervariant en het krediet ten
behoeve van het inschakelen van het organisatiebureau Twijnstra en Gudde.
Ik hoop dat wij als Leeuwarden niet naakt tegen de muur staan met dan misschien nog wat stoom om
ons heen.
Mevrouw Van der WerfDe raad wordt gevraagd akkoord te gaan met de verdere ontwikkelingen van
de plannen om te komen tot de stadsverwarming op basis van stoomopwekking. B. en w. zeggen in de
raadsbrief: "Naar onze mening heeft de nadere rapportage voldoende uitgewezen dat aan de opwekking
van stoom in de vuilverbrandingsinstallatie ten behoeve van stadsverwarming de voorkeur moet worden
gegeven boven de productie van warm water en dat voorts de stoomvariant op basis van de huidige in
zichten financieel verantwoord is." Ik kan in feite niet anders zeggen dan dat b. en w. dan verder zijn
als ik.
Allereerst dit. In maart jI., toen deze zaak ook aan de orde was, heeft mijn fractiegenoot er sterk
op aangedrongen dat de volgende rapportage eerder en in een presentabeler vorm aan de raad, aan de
Commissie voor de Financiën en aan de Commissie voor het GEB zou worden aangeboden. Door mevrouw
Waalkens en ook door de heer Knol is reeds gezegd dat opnieuw de situatie zich voordeed dat de Com
missie voor de Financiën en de Commissie voor het GEB werden gehoord op basis van zeer summiere in
formatie: een paar blaadjes met wat cijfers en een mondelinge toelichting van wethouder en ambtenaren,
die je op dat moment niet anders dan voor zoete koek kunt aannemen. Bovendien komt opnieuw de infor
matie in een veel te laat stadium. Wij vinden dit onaanvaardbaar, zeker gezien de miljoenen-operatie
waar het hier om gaat. Op dit moment gaat het om een investering van weer 2,5 miljoen; er zullen ech
ter nog investeringen van vele miljoenen volgen. Onder de druk van stagnatie in de woningbouw voor
komen, gaan wij zonder tijd voor gedegen studie en bezinning steeds verder op de ingeslagen en zo
langzamerhand doodlopend lijkende weg. Door steeds maar verder te investeren wordt de weg terug
steeds moeilijker. Als het allemaal even rooskleurig leek zou dat niet erg zijn. Bij ons heerst echter een
steeds grotere onzekerheid over de financieel rendabele toekomst van het stadsverwarmingsproject, ook
bij toepassing van de stoomvariant. Op basis van de huidige inzichten is het financieel verantwoord. Er
is een gevoeligheidsanalyse gemaakt met de bedoeling om de invloed van wijzigingen, op basis van al
lerlei externe invloeden, in de uitgangspunten op het projectresultaat aan te geven. De vorige keer is er
a| door mijn fractiegenoot op gewezen dat het projectresultaat, als er een mogelijke cumulatie in die
wijzigingen ontstaat in factoren als de stijgende rentestand, de stijging van de aardgasprijs, de toene
mende isolatie van woningen, stagnatie in de woningbouw - zeer reëel bij de problemen die zich voor
doen bij de contingentering -, er aanmerkelijk minder gunstig zal uitzien. Daarbij is dan nog niet eens
aan de orde gekomen de mogelijke problemen die zich kunnen voordoen bij de terugloop in de afval
stroom. Ik dacht dat het zo was dat, om de VVI rendabel te laten verwarmen, de afvalstroom zal moeten
toenemen. Willen de nieuwe provinciale staten een beleid dat daarop gericht is ondersteunen, zeker nu
het gaat om de bouw van een nieuwe VVI?
Linnen mijn fractie leeft sterk de behoefte om al deze ongewisheden eens goed op een rijtje te krij
gen voordat wij doorgaan. Daar is echter geen tijd voor. Van alle kanten wordt druk uitgeoefend, wij
staan behoorlijk met de rug tegen de muur. Doorgaan, anders draaien wij alleen voor alle verliezen op.
Doorgaan betekent met de voorliggende voorstellen: nog meer investeren dan aanvankelijk de bedoeling
was. De vorige keer werd door de voorzitter van de raad gesteld dat, als b. en w. met een nieuw voorstel
bij de raad zouden komen, één ding duidelijk zou zijn. Vast zou staan dat het risico voor de raad van
Leeuwarden niet groter mocht zijn dan het risico dat de raad liep toen hij de vorige beslissing nam. Er
gt nu een nieuw voorstel, maar in feite is over die risicospreiding nog steeds niets definitief duidelijk.
B. en w. doen erg hun best om de risico's te spreiden, daar ben ik van overtuigd. Zij stellen dan ook
voor om een samenwerkingsverband aan te gaan, maar duidelijkheid is er nog niet. En dan toch al beslis
sen over de stoomvariant? De NEOM en het Ministerie van Economische Zaken willen meedelen in de
risico's, onder andere door achtergestelde leningen te verstrekken. Dan moet de raad echter wel akkoord
gaan met de voorwaarden van de provincie. Die voorwaarden liegen er niet om. Daar moet ons inziens
"og een stevig robbertje over worden gevochten. Overdracht van het GEB aan de provincie heeft - er is
ook al door anderen op gewezen - nogal wat financieel-economische en daardoor ook maatschappelijke
consequenties voor Frigas. Definitieve toezeggingen van de CCF zijn er bij mijn weten nog niet, terwijl