42
gedegen discussie in de commissievergadering kunnen spreken dan wij de vorige keer hebben kunnen
doen.
Gister werd er onmiddellijk gezegd dat de beslissing niet kan worden uitgesteld, onder andere in
verband met de voortgang van de woningbouw. Ik heb geprobeerd daarover wat informatie in te winnen.
Ik ben op basis daarvan tot de conclusie gekomen dat een en ander toch wel iets minder hard te inter
preteren valt als gister werd gesteld. Het blijkt namelijk dat het niet zo'n enorme vaart loopt met de
woningbouw in de betreffende deelgebieden. Voor 66 premie-koopwoningen van het Bouwfonds is nog
geen bouwvergunning afgegeven en Beter Wonen heeft haar plannen nog helemaal niet klaar, die zijn
uiterst vaag. De plannen van de OBEM, waarbij het gaat om 125 woningen, zijn verder. Maar dat is
het dan ook. Dan nog zou men kunnen zeggen dat wij, om een en ander door te kunnen laten gaan, nu
het krediet moeten verstrekken om op 1 november ook inderdaad los te kunnen. Dat klopt, denk ik, als
je dezelfde bouwplanning hanteert zoals die tot nu toe is gehanteerd, namelijk eerst de hele affaire van
leidingen enz. afronden - zaken dus die samenhangen met de stadsverwarming - en dan beginnen te
bouwen. Ik heb met deskundige mensen op dit gebied gesproken die mij verzekerden dat wat dat betreft
ook wel een flexibeler bouwplanning gehanteerd zou kunnen worden, in die zin dat men eerst bepaalde
delen zou kunnen afronden waardoor men alvast met de bouw zou kunnen beginnen, een wat meer inge
schoven bouwplanning dus. Dat gaat natuurlijk wel het nodige overleg vereisen. Als dat ook niet zou
kunnen, dan nog is de datum van 1 november niet zo'n enorm hard punt. ledereen weet dat dan de tijd
van herfst en winter begint. Er wordt een regeling in de bouwwereld gehanteerd, waaruit blijkt dat het
aantal werkbare dagen in de maanden die dan komen een behoorlijk stuk kleiner is als de werkbare da
gen in de zomermaanden. Dus wat dat betreft zou uitstel tot bijvoorbeeld 1 januari of 1 februari niet
zo'n enorme ramp hoeven te zijn. Een ander punt is natuurlijk dat uit uitstel schadeclaims zouden kun
nen voortvloeien. Dat zou dan moeten op basis van afspraken in een voorlopig koopcontract. Ik heb niet
kunnen achterhalen in hoeverre die voorlopige koopcontracten er al zijn en wat daar in staat omtrent
boetebepalingen. Misschien kan de wethouder daarover nog duidelijkheid geven. In ieder geval hebben
wij niet kunnen achterhalen wat er aan schadeclaims zou kunnen ontstaan. Uit gesprekken met mensen
die hier dagelijks mee te maken hebben blijkt echter dat het maar de vraag is of zo'n schadeclaim geëf
fectueerd zou worden, omdat dat een niet al te gebruikelijke zaak is in deze wereld. Mijn conclusie is
dan ook dat het beslist geen ramp is om met betrekking tot de woningbouwplanning de beslissing over de
stadsverwarming uit te stellen tot eind augustus.
Een ander punt waarover ik toch ook nog eens informatie heb ingewonnen en waarover ik gisteren
ook al heb gesproken, betreft de vraag hoe de nieuwe provinciale staten reageren op de met de stoom-
variant samenhangende bouw van een nieuwe vuilverbrandingsinstallatie. Vanmiddag is er een commis
sievergadering van de afdeling Milieu van de provinciale staten geweest. Ik heb begrepen dat daar in
informatieve zin over dit punt is gesproken. Van de zijde van het college van gedeputeerde staten is
toen gesteld dat de onderhandelingen op dit moment beslist niet verder zijn dan verkennend, dat er wel
een breed bestuurlijk overleg gaande is, maar dat men nog nergens mee akkoord is gegaan. Wat ook
naar voren kwam in de commissievergadering was dat er door de aanwezige leden wel enorm grote twij
fel werd uitgesproken over de bouw van een nieuwe VVI. Het zou zelfs zo kunnen zijn dat een en ander
op een eerstvolgende commissievergadering besproken moet worden. Opnieuw informatie waardoor het
risico dat ik gister vermoedde wordt bevestigd. Reden om de beslissing uit te stellen tot eind augustus,
om op basis van de gesprekken die in augustus plaatsvinden toch wat meer duidelijkheid over een en an
der te krijgen.
Onze algemene conclusie is dat het risico van het uitstellen van de beslissing geringer is als het ri
sico van een onjuiste beslissing op dit moment, op basis van onvoldoende informatie.
Omtrent de motie van de PvdA, die nog niet is ingediend, zou ik de suggestie van de heer Pruiksma
willen ondersteunen, namelijk om over die motie pas na de pauze te beslissen, zodat ook ik tijd heb om
een en ander nog wat beter te bekijken. Het is wel zo dat ik de motie zou willen aannemen, maar dan
mee zou willen geven aan het college als standpunt van de raad in de onderhandelingen die verder zul
len worden gevoerd om op basis van meerdere informatie pas in augustus een definitieve beslissing te ne
men, dus ook omtrent de investering die wij nu zouden moeten doen.
Mevrouw De Jong: Gisteren zei de wethouder dat de beslissing om tot stadsverwarming door middel
van de warmwatervariant over te gaan berustte op een rapportage die heel reëel leek. Pas naderhand
blijkt dat de warmtevraag lager ligt en er op termijn sprake is van een lagere gasprijs. Dan verwijs ik
weer naar het Centrum voor Energiebesparing. Gisteren heb ik in eerste instantie al gezegd dat dit cen
trum om advies is gevraagd en, in tegenstelling tot de KEMA, tot de conclusie kwam dat de opzet niet
optimaal was en te grote risico's met zich meebracht. In gesprekken heeft het Centrum voor Energiebe
sparing juist steeds die lagere warmtevraag in discussie gebracht, met name vanwege een betere woning
43
isolatie. Bovendien heeft het twijfels geuit wat betreft de gehanteerde en aangehouden gasprijs. Ach
teraf blijkt dus dat de rapportage van de KEMA wel degelijk tijdig is doorprikt.
Nu ligt er weer een rapportage van de nieuwe opzet met de stoomvariant. Het gaat, zo wordt ge
zegd, om investeringen van 142 miljoen gulden. De wethouder zei dat het project misschien tot een
goed einde is te brengen. Ik zet even dat "misschien" af tegen die 142 miljoen. De investering zou ge
zamenlijk - Ministerie van Economische Zaken, NEOM, gemeente Leeuwarden en provincie - worden
gedragen. Wat echter blijft zijn de gemeenschapsgelden, of die nu uit Den Haag, van de provincie of
uit Leeuwarden komen, het blijven miljoenen die door ons allen moeten worden opgebracht. Met als re
sultaat dat het "misschien" tot een goed einde is te brengen.
Gisteren heb ik gezegd dat bij de stoomvariant wordt uitgegaan van de bouw van een heel nieuwe
Wl. De nog maar pas draaiende installatie wordt dan overbodig. Kapitaalvernietiging, heet dat in
goed Nederlands. Maar om hoeveel kapitaal gaat het dan precies? Dat wil ik graag weten. Wat kostte
de VVI, die dus nu net draait, precies? Hoe ligt het met de huidige boekwaarde van de bestaande in
stallatie? Vooral wil ik graag weten hoe het vernietigd kapitaal dan wordt weggeboekt. (De heer Knol:
Door de schoorsteen!) Ja, dat zal dan wel moeten.
Dan kom ik op de nieuw te bouwen VVI met een eigen warmtekrachtkoppeling. Ik heb gelezen in
de stukken dat de totale investering voor de afvalverbrandingsinstallatie - turbine, installatie en hulp-
warmteketels - is geraamd op 99,3 miljoen. Als ik bedenk dat de investering voor hulpwarmteinstallaties
met een capaciteit van 66,6 Megawatt op zo'n 8 d 10 miljoen komt, dan kom ik op zo'n groffe 80 mil
joen voor een nieuw te bouwen vuilverbrandingsinstallatie. Of is dat inmiddels achterhaald door weer
een nieuwe variant? Hoe zit dat eigenlijk? Ik zie ook bedragen staan van 61 miljoen zonder rookgas
wassing en 67 miljoen met rookgaswassing. Een en ander is nogal verwarrend en ik zou hier graag wat
meer van willen weten. Misschien zit ik wel helemaal op het verkeerde spoor; in dat geval hoor ik
graag wat de uitkomst dan wel is.
Dan heb ik nog een vraag. Is het juist dat er bij nieuw te bouwen woningen is uitgegaan van een
warmtevraag van 59,4 GJ? Als dat waar is, dan klopt dat wel met de huidige norm, maar de planning
loopt tot na 1990. Uit informatie die ik heb ingewonnen concludeer ik dat de Nationale Woningraad
steeds meer oog krijgt voor de Deense isolatienorm en dat strookt volledig met wat het ministerie voor
ogen staat. Het streven is er op gericht om in 1990 de norm tot 30 GJ per nieuwbouwwoning terug te
dringen. Als dat het geval is - ik heb eigenlijk geen reden om daaraan te twijfelen - dan komt op dat
moment natuurlijk wel de warmtevraag in het geding. Als die warmtevraag in 1990 namelijk 30 GJ zou
zijn, dan scheelt dat nogal wat met de huidige norm. Als wij die 30 GJ dan niet halen, dan wordt er
toch wel naar gestreefd om de warmtevraag 30%-40% terug te dringen. Naar mijn gevoel kom je met
deze berekening over een paar jaar weer in het schip te zitten.
Gisteren uitte ik kritiek op de KEMA. De wethouder zei dat het hem verdriet deed dat ik daarover
sprak zoals ik deed. Ik wijs in dit verband op de Haarlemmermeer-rapportage, die ook net van de hand
van de KEMA is verschenen. In dat zo recente rapport is niet eens de wijziging in de Bouwverordening
met betrekking tot verscherpte isolatie opgenomen. Die regeling is in september 1981 van kracht gewor
den en heeft naar ik dacht voldoende publicatie vooraf gehad. Ik blijf dan ook volledig achter mijn be
toog van gisteren staan. Ik wil er nog aan toevoegen dat een ontwikkelingsbureau naar mijn idee in der
gelijke grootschalige projecten wel visie moet tonen.
De NEOM begint belang te stellen in een kleinschaliger opzet van collectieve vormen; mijns in
ziens een heel belangrijk punt. Het project Bergen op Zoom met zo'n 800 woningequivalenten is daar
een goed voorbeeld van. Dit blijkt trouwens ook een visitiekaartje van de NEOM te zijn. Ik moet er bij
zeggen dat dit project door de KEMA is berekend, dus dat is even een pluim op de hoed naar de KEMA
toe. Ik kom dan op de visie die de NEOM naar voren brengt en ik citeer wat de heer Van Luyt van de
M namens de NEOM in de Jaarbeurshallen in mei 1982 heeft gezegd. Hij zei dat, gezien het grote
scala van mogelijkheden om bij nieuwbouw door verregaande isolatie en warmteterugwinning uit venti-
Ictielucht en dergelijke energie te besparen, het op langere termijn mogelijk is de warmtebehoefte zo
danig terug te dringen dat het de vraag is of het opzetten van grootschalige warmtenetten zin heeft,
daar waar nog geen warmtebron aanwezig is. Als ik dit hoor, dan begin ik nog meer twijfels te krijgen
aan de hele opzet zoals die ons is gepresenteerd.
Er is ons steeds gezegd dat, als wij nu ophouden, ons dat 10 miljoen kost. Hoe zit dat eigenlijk met
die 1 0 mi Ij oen? Het is mij niet helemaal duidelijk wat ons dan precies 10 mi Ij oen kost en waarom. Er
liggen op dit moment buizen voor de stadsverwarming in CamminghaburenEr zou mijns inziens bekeken
kunnen worden of wij met behulp van deze buizen, eventueel uitgebreid met meer buizen om een be
paald circuit te krijgen, op een kleinschaliger manier te werk kunnen gaan; een soort wijkverwarming
dus. Met name de NEOM heeft daar op dit moment enorme belangstelling voor en ook ervaring mee en
kan daar wellicht suggesties voor geven.