62 voor de tussenschoolse opvang en dat de ouders en leerkrachten daar zelf voor moeten zorgen. Als de tussenschoolse opvang gekoppeld zou worden aan het continurooster dan is dat een kwestie - wethouder Ten Brug heeft dat ook al uitgelegd - van wat langere duur. Als wij niet in staat zijn om de tussen schoolse opvang goed te organiseren en het is één januari 1983, het tijdstip waarop de tussenschoolse opvang van het kinderdagverblijf aan het Jacobijnerkerkhof moet zijn afgebouwd, dan ligt er op dat moment een nieuw feit dat wij kunnen bekijken bij het opstellen van het programma voor 1983. Want waar wij op het ogenblik mee bezig zijn is het programma 1982 dat geldt tot een januari 1983. Als blijkt dat onze uitgangspunten niet gerealiseerd kunnen worden dan ligt er een nieuw feit dat wij kun nen bekijken bij de vaststelling van het programma 1983. Het is dan ook de tijd om ons te beraden op de vraag hoe wij op een en ander moeten reageren. De door mevrouw Van der Werf ingediende motie wil il< nu ontraden. Het aannemen van de motie zal tot gevolg hebben dat wij een bedrag in de orde van grootte van 35.000,op het kleed moeten brengen. De vragen van mevrouw Vollema en van me vrouw Van der Werf heb ik hiermee wel beantwoord. De heer Boelens heeft gezegd dat hij geen antwoord heeft gekregen op zijn vraag over de Regen boog. Ook daarvoor geldt dat wij samen met alle betrokkenen alert moeten zijn op de mogelijkheden die zich aandienen in de vorm van schoolgebouwen of anderszins en dat wij op die wijze willen zorgen dat er ook voor de Regenboog op korte termijn een oplossing gevonden wordt. De Voorzitter: Handhaaft u uw motie, mevrouw Van der Werf? (Mevrouw Van der WerfJa.) Dan breng ik nu de motie van de dames Van der Werf en De Jong in stemming. De motie van de dames Van der Werf en De Jong wordt verworpen met 22 tegen 4 stemmen. Mevrouw Van Dijk was tijdens de stemming niet in de raadzaal aanwezig. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg ging van wethouder Ten Brug. Mevrouw Vollema—Doevendans heeft inmiddels de vergadering verlaten. Punt 32 (bijlage nr. 307). De Voorzitter: Dit punt luidt: Vaststellen Programma Sociaal-cultureel Werk 1982. Mevrouw Da Haan-Laagland: Aan de orde is het Programma Sociaal-cultureel Werk 1982, het eerste programma dat is gebaseerd op het Sociaal-cultureel Plan 1982-1985. Als ik evenredig aan de dikte van het programma een verhaal zou moeten houden, dan zou dat behoorlijk lang worden. Dat zal ik maar niet doen, niet alleen gezien het feit dat iedereen wel vergadermoe zal zijn na zo'n lange raadso ienda maar vooral gezien het feit dat de discussie in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden vrij uitvoe rig is geweest. Die discussie kan wellicht worden meegenomen bij de behandeling van het Programma Sociaal-cultureel Werk 1983. Er is ontzettend veel werk verricht door allerlei organisaties om diverse formulieren in te vullen, door verschillende werkverbanden en door de mensen van de afdeling SZW. Wij willen hiervoor onze waardering uitspreken. Terzijde wil ik nog opmerken dat het feit dat de mensen in de werkverbanden onlangs wel op de hoogte zijn gesteld van het raadsbesluit tot opheffing van de werkverbanden maar daarbij niet een bedankje hebben gehad voor hun verrichte werkzaamheden waarschijnlijk op een mis verstand berust. Het geheel van werkzaamheden heeft geleid tot een goed overzicht van sociaal-cultu rele activiteiten over het jaar 1982. Het programma wordt ons in een laat, gezien de tijd van het jaar te laat, stadium aangeboden, al hebben wij begrip voor de achtergronden die in de raadsbrief dienaangaande zijn genoemd. Wij zijn van mening dat het programma 1983 toch op zijn minst aan het eind van dit jaar moet worden behandeld. Wordt die planning gehaald of gooien nieuwe bezuinigingen van rijkswege opnieuw roet in het eten? In dit programma is in grote lijnen sprake van ongewijzigd beleid ten opzichte van vorige jaren. Dat was ook overeengekomen in het plan dat wij vorig jaar hebben aanvaard, reden waarom wij nu geer voorstellen tot wijziging willen aanbrengen. Wel vinden wij dat er een meer rechtvaardige verdeling van middelen en menskracht moet komen. De huidige verschillen tussen de diverse wijken, die nou sens duidelijk bij elkaar zijn gezet op pagina 78 van de Nadere standpuntbepaling en nota van wijzigingen behorend bij het Programma Sociaal-cultureel Werk 1982, zijn ons inziens te groot. Wat betreft de ac commodaties betekent een en ander dat het programma 1982 ten aanzien van de ISR-accommodaties niet 63 gehaald zal kunnen worden. Wij hebben onlangs in deze raad prioriteit gegeven aan een accommodatie in Achter de Hoven ten koste van accommodaties in de binnenstad en in het Molenpad. Is de keuze van de raad inmiddels door het Ministerie van CRM gehonoreerd? De heer Heere: De vaststelling van het Programma Sociaal-cultureel Werk 1982, het eerste pro gramma in het kader van het Sociaal-cultureel Plan 1982-1985, markeert een belangrijk punt in het planproces van de Procedureverordening Specifiek Welzijn. Dat dit programma ons wat later bereikt dan aanvankelijk was voorzien is gelet op de omstandigheden wel te vergeven. Het is een zware tocht ge weest die naar de mening van mijn fractie met goed gevolg is volbracht. Daarvoor past een compliment aan wethouders en aan ambtelijke medewerkers. Tegelijkertijd stel ik vast dat er nog wel veel te doen is en dat er ook nog wel wat te wensen overblijft. In het voorliggende programma zitten nogal wat onze kerheden. De wat willekeurig aandoende bezuinigingspolitiek op rijksniveau is daarvan een zeer be langrijke. Aangenomen moet worden dat in de toekomst een meer structurele dekking van het tekort zal worden gevonden dan de nu voorgestelde. Een voorstel waarmee wij overigens voor 1982 wel kunnen in stemmen. Voorts kunnen bij de realisering van de voorgenomen decentrale voorzieningenstructuur vraagtekens worden gezet. Met name denk ik hierbij aan de ontwikkeling van bewonersorganisaties, de accommoda- tieproblematiek en de verdeling van middelen en menskracht in de plangebieden. Een dergelijke struc tuur kan met name zonder de aanwezigheid van financiële middelen al gauw verworden tot een geldver slindend doel op zichzelf. Ook hier is, mede gezien de penibele financiële situatie, eenvoud het ken merk van het ware. Een soortgelijke opmerking geldt voor de op dit moment in analyse zijnde planpro cedure en voor de in bewerking zijnde subsidieverordening. De mensen in het veld zijn het meest gebaat meteen heldere doorzichtige structuur die via korte lijnen een maximaal rendement oplevert, hetgeen een goede doelstelling voor volgende programma's lijkt. De nadere standpuntbepaling waarin de ingediende bezwaarschriften zijn verwerkt maakt duidelijk dat intensief overleg tussen de gemeente en de instellingen veel onduidelijkheden en vermeende proble men kan oplossen. Daarmee moet in de komende jaren zeker worden voortgegaan. Met de gemaakte keuzen kan mijn fractie zich wel verenigen, met uitzondering van het werklozen- project Schieringen. Daaraan zouden wij nog wel graag wat willen doen en wij dringen er dan ook bij de wethouder op aan om na te gaan of daar nog iets mogelijk is. Ten aanzien van de subsidie aan Hippo, waarover ik zoëven sprak zonder een naam te noemen, vraag ik mij af hoe het verder moet met het project Inktwerk. Ressorteert dat project voortaan onder de Stichting project Mensen zonder werk en hoe gaat dat dan financieel? Wij zouden het erg jammer vin den dat dit project mee ten onder zou gaan. Afsluitend, mijnheer de voorzitter, kom ik tot de conclusie dat mijn fractie akkoord gaat met het Programma Sociaal-cultureel Werk 1982 met inachtneming van de opmerkingen die ik daarbij heb ge maakt. Mevrouw Waalkens: Zoals reeds in de raadsbrief is vermeld heeft de procedure die is gevolgd bij de totstandkoming van het Programma Sociaal-cultureel Werk 1982 geruime tijd in beslag genomen. Er is veel werk verzet door de werkverbanden, de functionele raden, de betrokken instellingen, de ambtena ren en de raad zelf. Stap voor stap is tot deze programmavaststelling gekomen die bijna de gehele raadsperiode in beslag heeft genomen. Steeds is onze mening of visie gevraagd. Wij willen om wille van de tijd en de lange agenda nu in het kort op enkele punten ingaan. Wij zijn het eens met de zienswijze dat de subsidieverordening eigenlijk een wezenlijk onderdeel dient te zijn van dit programma en wij hopen dat de toezeggingen over het snel gereed zijn van deze verordening gestand kunnen worden gedaan. Er zal verder gezocht moeten worden naar goed hanteerbare afwegingscriteria die nu in veel gevallen nog ontbreken. Het steeds weer opgelegd krijgen van kortin gen door het rijk is een slecht te verteren zaak, hetgeen een niet te programmeren vertraging in taak stelling bij de beleidsuitvoerders en de betrokkenen geeft. Het heeft onze instemming dat het tekort dit jaar wordt opgevangen door middel van de gereserveerde gelden voor Hippo. Helaas zal er volgend jaar naar een structurele oplossing moeten worden gezocht. Ruimte voor nieuwe activiteiten zal er voorlopig niet inzitten Wij gaan in principe akkoord met de antwoorden van b. en w. op de bezwaarschriften. Nogmaals wordt opgemerkt dat wij als VVD een buurt- en wijkgerichte organisatiestructuur met daarbij een vast bedrag per inwoner voor activiteiten een te starre opzet vinden. Ten aanzien van punt II van het besluit zullen de te subsidiëren instellingen of groeperingen ach teraf een goede financiële verantwoording moeten kunnen geven. Daar waar bekend is dat het financië le gedeelte van het beheer zwak is dienen strakke afspraken te worden gemaakt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 32