64 Ten aanzien van punt III van het besluit verzoeken wij b. en w. de voorstellen die uit de post On voorzien worden gefinancierd achteraf in de betrokken commissies te brengen. Tenslotte wil ik dank zeggen aan allen die aan de totstandkoming van dit programma hebben bijge dragen Mevrouw Van der WerfHet Programma Sociaal-cultureel Werk 1982 nodigt uit tot het maken van legio evaluerende opmerkingen, die ik de raad nu echter zal besparen. Wij krijgen namelijk binnenkort de evaluatie van deze hele planning in de raad. Het gaat hier om een concretisering van het Sociaal- cultureel Plan op basis van subsidieverzoeken. In grote lijnen kan ik wel met het programma instemmen, alleen wil ik opmerken dat dit programma ook een aantal punten bevat waar wij bij de behandeling van het Sociaal-cultureel Plan tegen hebben gestemd. Een van deze punten is bijvoorbeeld het peuterspeel- zaalwerk dat vrijwilligerswerk zou moeten zijn - daar zijn wij het pertinent niet mee eens - en de be zuinigingen die bij de herwaardering hebben plaatsgevonden. Zo zijn er nog wel enkele punten, maar daar zal ik niet verder op ingaan. Ik heb nog een paar punten waarvan ik toch wel wil vermelden dat er mijns inziens geen juiste toetsing van de subsidieverzoeken aan het plan heeft plaatsgevonden. Door het Centraal Orgaan Leeu warden (COL) is een bezwaarschrift ingediend aangaande subsidie voor educatieve activiteiten in het Rengerspark en in de Schepenbuurt. Ik vind het niet juist dat die subsidie niet wordt toegekend. B. en w. zeggen dat het totale subsidiebedrag een bepaald bedrag hoger is dan beschikbaar zou zijn bij toe passing van een accres van 6% op het in 1981 toegekende maximale subsidie. Mijns inziens klopt dat niet, want het gaat hier om vormings- en ontwikkelingswerk voor welk werk het bedrag wordt ontleend aan het opbouwwerk. Ik ben het met de heer Heere eens dat het WV-WAO project in Schieringen wel subsidie zou moe ten krijgen. Volgens mij past het project wel degelijk binnen de uitgangspunten zoals wij die hebben vastgesteld voor het vormings- en ontwikkelingswerk, namelijk een methodische benadering van de te bereiken leerdoelen. Wat deze punten betreft kan ik dus niet met het programma instemmen, voor het overige kan ik dat wel Mevrouw De Jong: Ik betreur het dat het Programma Sociaal-cultureel Werk 1982 zo vertraagd ge reed is gekomen. Gezien de structurele en praktische problemen heb ik daar echter wel begrip voor, In grote lijnen ga ik akkoord met het in de raadsbrief voorgestelde. Wel wil ik nog even stilstaan bij het culturele werk zelf dat moeilijke tijden doormaakt. Op alle fronten worden noodzakelijke bezuinigingen doorgevoerd, maar bij de Stichting Sociaal Kultureel Werk Leeuwarden (SSKWL) komen de klappen wel erg hard aan. De SSKWL heeft in de loop der tijd weinig meer overgehouden van datgene wat er een aantal jaren geleden was. Kon een beroeps kracht, als die nu in de bejaardenzorg of in de peutersfeer werkzaam was, toen nog het merendeel van de tijd besteden aan zijn of haar doelgroep, tegenwoordig wordt meer dan de helft van de tijd besteed aan administratieve zaken als het invullen van jaarplannen en programma's en aan beheersfuncties. Dit alles moet ook nog vrij vlug gebeuren door gebrek aan collega's. Het sociaal-cultureel werk heeft te lijden gehad van twee soorten bezuinigingen. Ten eerste de uitgebreide bureaucratie waar veel kostbare tijd in gaat zitten. Ten tweede de verminderde subsidies van de overheid waardoor er minder formatie plaatsen zijn. Als ik daar nog bij voeg het feit dat er op het gebied van sociaal-cultureel werk de laat ste tijd meer in plaats van minder werk is, dan tekent zich de positie van de SSKWL wel heel moeilijk af. Immers, meer mensen komen op bejaarde leeftijd en toch zijn er minder bezigheidsactiviteiten voor bejaarden. Steeds meer volwassenen hebben de laatste tijd behoefte er wat bij te doen en toch is er minder geld voor volwassenenwerk. Dit plaatje is vrijwel voor alle groeperingen te schetsen. Het wordt wel heel duidelijk dat de SSKWL er moeilijk voor staat. Over de hele linie wordt bezuinigd en het is ook D'66 duidelijk dat de SSKWL daaraan haar steentje moet bijdragen. Toch is het van belang te beseffen waarop bezuinigd wordt en waartoe dat kan leiden. Ik wil dan met name stilstaan bij het jongerenwerk. Op dit werk wordt behoorlijk of onbehoorlijk bezuinigd. Een jongerencentrum met als doelgroep de LBO-jeugd en de MAVO-jeugd wordt gedwongen te fuseren met een jongerencentrum met een toch heel andere doelgroep, namelijk de werkloze jongeren. In beide centra verdienden twee beroepskrachten hun brood. Eigenlijk zou men denken dat na de fusie in het nieuwe centrum vier beroepskrachten zouden komen te werken. Met de wetenschap dat er overal bezui nigd moet worden, wordt er daarom aan gedacht om een kostbare arbeidskracht in te leveren waardoor er drie arbeidskrachten over zouden blijven. Drie blijkt echter ook te veel. Na fusie mogen er slechts twee beroepskrachten werken. Nogmaals, bezuinigen moet. Wij ontkomen daar niet aan, maar beseffen wij wel wat dat betekent voor de jongeren? Wij willen toch niet dat er van het jongerenwerk weinig 65 meer overblijft dan het runnen van een jeugdkroeg? Tijd voor echt jongerenwerk, met inbegrip van wat individuele hulpverlening, is er praktisch niet. Laat staan dat er nog iets overblijft van de preventieve werking die er van het jongerenwerk zou moeten uitgaan. De fuserende centra hebben niet de moeilijk ste jeugd als doelgroep, nog niet. Ik vind het echter toch een benauwende gedachte dat na de fusering een ongerencentrum wel geteld zes uur in de week voor de schoolgaande jeugd open is. Dit voorbeeld zal ongetwijfeld voor de meeste SSKWL-onderdelen, zoals peuterwerk, volwasseneneducatie, jongeren- en bejaardenwerk, gelden. Wat blijft er over van hetgeen wij ons hadden voorgesteld? De SSKWL be hoort te werken met mensen die streven naar ontplooiing en bewustwording met als doel zich happy te voelen. Een dringend beroep, laat het niet zover komen dat de SSKWL dreigt te moeten werken met jaarplannen en begrotingen die toch niet door de gemeente gehonoreerd kunnen worden. De SSKWL hoort datgene te hebben waar men in feite voor in het leven is geroepen: tijd voor mensen. De heer Geerts (weth.): Er is waardering geuit door de spreeksters en spreker. Dat is terecht, want er is veel werk verricht. Het is betreurd dat het programma zo laat is gekomen. Niet alleen de gemeen telijke herwaarderingsoperatie heeft daarmee te maken gehad, maar ook de onverwachte bezuinigingen van het Ministerie van CRM die in vrij laat stadium op ons afkwamen. De bezuinigingen hebben een dekkingsproblematiek opgeleverd die nu opgelost is door een eenmalige korting op de Hippo-subsidie. Een en ander is uiteraard geen structurele dekking. Wij zullen in 1983 met het water voor de dokter moeten en dat houdt in dat wij de bezuinigingen van volgend jaar en ook de bezuinigingen die dit jaar uit de Hippo-subsidie gedekt zijn zullen moeten doorberekenen. Een en ander zal dan neerkomen op mogelijk een extra bezuiniging van drie ton op dit werk. Ik deel de zorg van mevrouw De Jong dat daardoor toch wel een grote aanslag op het sociaal-cul tureel werk wordt gedaan, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik ook niet zie hoe het, gegeven de financi ële omstandigheden, anders moet. Dit programma is ten opzichte van het voorontwerp op een aantal we zenlijke punten aangepast. Aanpassingen die te maken hebben met de samenhang en de systematiek van het programma. Ook is de gedachte van een waarderingssysteem voor activiteiten losgelaten. De evalu atie van de planprocedure zal in dit najaar gebeuren. De heer Heere heeft daar terecht op gewezen. Wij hebben er al eens vaker over gepraat dat deze zaak zo doorzichtig en eenvoudig mogelijk moet zijn. De planningsprocedure zoals die nu in de evaluatie naar voren komt is daarop ook gericht. Ik con stateer dat er opmerkingen gemaakt zijn waaruit zorg spreekt. Ik wil twee opmerkingen naar voren ha len. In de eerste plaats de opmerking van de heer Heere over het werklozenprojeet Schieringen. Me vrouw Van der Werf heeft hierover ook opmerkingen gemaakt. De betreffende aanvraag voor subsidie in het kader van het vormings- en ontwikkelingswerk voor volwassenen is niet gehonoreerd omdat deze aanvraag niet voldoet aan de vier volgende criteria. De activiteiten moeten bewust gericht zijn op het bereiken van bepaalde leerdoelen, moeten een procesmatig karakter en een zekere tijdsduur hebben, moeten methodisch zijn opgebouwd en moeten een zekere samenhangende groep betreffen. Wat wordt met dit project bedoeld? Voorlopig beperkt de aanpak zich tot het bij elkaar brengen van de betrokke nen om een zekere vertrouwensband te scheppen. Ik heb de vier criteria expliciet opgesomd om aan te tonen dat de aanvraag toch niet aan die criteria voldoet. Daarom hebben wij de aanvraag bij de nadere standpuntbepaling dan ook afgewezen. De tweede opmerking betreft de educatieve activiteiten in het Rengerspark en in de Schepenbuurt. Wel, wat is er gebeurd. De opbouwwerksubsidies zijn in de afgelopen jaren vaak vermengd met subsidies die voor educatieve voorzieningen werden gebruikt. Het COL heeft een en ander in zijn voorstel ge schoond en kreeg daardoor meer ruimte voor de opbouwwerkactiviteiten in het kader van het vormings- en ontwikkelingswerk. Men heeft aparte aanvragen ingediend voor educatieve activiteiten. Het college heeft daarvan gezegd dat die aanvragen niet voldoen aan de criteria die ik zojuist heb genoemd. Als het echter zo is dat subsidiëring van reeds bestaande educatieve activiteiten in het budget van de vorige jaren plus 6% accres is in te passen dan is subsidiëring nog mogelijk, anders zal men moeten voldoen aar, de criteria die gesteld worden aan educatieve activiteiten. Zo niet dan kunnen wij de subsidie niet toekennen. Dit is de reden van de nadere standpuntbepaling ten aanzien van de educatieve activiteiten in het Rengerspark en in de Schepenbuurt. Mijnheer de voorzitter, ik ben misschien niet op alle vragen ingegaan, ik heb in wat algemene zin geantwoord. Op de twee concrete voorstellen die gedaan zijn heb ik echter wel geantwoord. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 35 en 36 (bijlagen nr. 288 en 310). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 33