18 De heer Van der Wal: In aansluiting op wat de heer Heere heeft gezegd zijn wij ons eerlijk gezegd ook nog niet bewust van het instituut lokale omroep. Wij zijn ons wel bewust van initiatieven op het gebied van de lokale omroep, maar van een instituut is volgens ons nog geen sprake. Ik denk ook dat dit alsnog in de raadsbrief afgezwakt moet worden, want een eventuele taak voor de raad in het ter zake voeren van een beleid moet nog worden geregeld. Waar wij nu voor staan is het beoordelen van de aan vraag van de Omroepvereniging Aquarius c.s. aan de eis van representativiteit. Nu zijn er nog geen duidelijke criteria waaraan getoetst kan worden of een organisatie wel of niet voldoende representatief geacht kan worden. Noch in de Omroepwet zijn die criteria te vinden noch als gemeente hebben wij criteria aangelegd. Het college zegt dat de verklaring geen precedent mag scheppen en dat het hier een eenmalige zaak is. Hoe beoordeelt men latere verzoeken voor eenmalige of meermalige uitzendingen als de betreffende aanvragen een vergelijkbare programma-opzet hebben - de PvdA gebruikt kennelijk, waarschijnlijk ook bij gebrek aan criteria, de programma-opzet als een toets voor representativiteit - en het ledenaantal door deze uitzending gestegen is? Hoe kunnen wij later waarmaken dat men toen wel representatief was en op dat moment niet meer? Kortom, wij begeven ons wel enigszins op glad ijs. Het zal later moeilijker worden om een dergelijke aanvraag te weigeren. Onze vraag is dan ook hoe b. en w. zich voorstellen om de raad beter te betrekken bij het opstellen van de criteria voor de representati viteit en welke andere taken er aan het gemeentebestuur op dit gebied toegerekend kunnen worden. Hoe gaan wij een en ander in de toekomst, ik denk dan aan de nabije toekomst, regelen? Mevrouw De Jong: Ik zet ook vraagtekens bij wat in het besluit staat, namelijk dat de Omroepver eniging Aquarius voldoende representatief geacht wordt. Ik vind dat een heel moeilijke zaak, maar ge zien het feit dat het hier gaat om een eenmalige uitzending - wij spreken over een experiment - stem ik van harte in met het voorstel. De Voorzitter: Ik wil eerst een algemene opmerking maken. Wij zien deze uitzendingen duidelijk als een experiment en als een eenmalige zaak. Aan de Omroepvereniging Aquarius is duidelijk meege deeld dat men, wanneer de raad met dit voorstel instemt en de minister bereid is een zendmachtiging af te geven, geen enkele aanspraak hieraan kan ontlenen om in de toekomst te worden aangemerkt als de lokale omroep. Een van de sprekers heeft deze uitdrukking ook gebruikt. De Omroepvereniging Aquarius is hiervan op de hoogte. Ik ben het verder met de heer Van der Wal eens over de kwestie van de criteria. Wij zijn op dit ogenblik nog niet zover. Een en ander is ook landelijk in beweging. Door vroegere bewindslieden zijn wel een aantal kanttekeningen en opmerkingen gemaakt, maar er zijn nog geen definitieve voorstellen en is er dus ook geen Leeuwarder probleem. Wel zal nader moeten worden uitgewerkt welke speelruimte en mogelijkheden wij als gemeenteraad straks hebben binnen bepaalde meer landelijk aan te geven lij nen. Ik wil van deze gelegenheid ook gebruik maken om te zeggen dat wij van mening zijn dat het in Nederland eerst duidelijk moet worden en zijn of er een zo strikte scheiding moet zijn tussen de regio nale omroep en de lokale omroep voor wat betreft de uitvoering. Ik heb de indruk dat de heer Van der Wal een en ander, hij heeft daarover een erg duidelijk standpunt ingenomen, geënt heeft - zoals ook in kabinetten wel gebeurt - op de situatie in met name de grote steden en dergelijke in het Westen des lands. Ik kan mij best indenken dat men wat betreft de uitvoering in de toekomst gebruik maakt van de apparatuur, de outillage en de mensen van Radio Fryslan en dat men een afzonderlijke programmaraad krijgt. Ook kan ik mij best indenken dat men naast een programmaraad voor de regionale omroep een programmaraad voor de lokale omroep krijgt waarbinnen zich dan het programma afspeelt. Ik wil hier over geen enkel standpunt innemen, maar er zou uitgedokterd moeten worden of er wel of niet gecom bineerd kan en moet worden. Het zou in ieder geval erg efficiënt zijn om op een bepaald moment ge bruik te maken van dezelfde apparatuur. Dat probleem is in discussie. Wij hebben daarover wel eens een oriënterend gesprek gehad met Radio Fryslan, maar wij komen daar geen stap verder mee omdat eerst landelijk moet worden uitgemaakt wat het standpunt van de regering is of er al of niet een strikte schei ding moet zijn. Ik kom nu terug bij de Omroepvereniging Aquarius. Het kan niet ontkend worden, dat er een aantal mensen bijzonder actief is bij die omroepvereniging. Tegenover het departement verklaren wij niet dat de Omroepvereniging Aquarius representatief is voor de lokale omroep. Wij zeggen dat wij deze om roepvereniging voldoende representatief achten voor deze uitzending. Die verklaring geven wij af aan de minister en wij wachten af of de minister op grond van die verklaring bereid is om een zendmachti ging af te geven. Als hij op grond van die verklaring een zendmachtiging geeft kan men daarop in de toekomst geen aanspraak maken en kan men ook niet stellen dat er van een precedent sprake is. Op ba sis van dit standpunt zijn ook de gesprekken met de Omroepvereniging Aquarius gevoerd. Ik wil nu nog even ingaan op de opmerkingen van de spreekster en sprekers. 19 De opmerkingen van mevrouw De Haan deel ik volledig. Zij heeft een aantal punten genoemd waar ik volledig achter sta. Op de meeste opmerkingen van de heer Heere ben ik indirect al ingegaan. De door hem genoemde streep zullen wij niet zetten. Ook ben ik het met de heer Heere eens dat wij de nodige voorzichtigheid moeten betrachten Op de opmerkingen van de heer Bijkersma heb ik ook in zijn algemeenheid al geantwoord. Ook op de opmerkingen van de heer Van der Wal over de criteria ben ik al ingegaan. Wij zullen ons daarover nog nader moeten verdiepen; natuurlijk wordt er over een en ander in de gemeenteraad ge discussieerd. Zodra er landelijk enige tekenen komen zullen wij ons op deze kwestie beraden, ledereen zal namelijk moeten weten, of het nu de Omroepvereniging Aquarius is of iemand anders, binnen welke kaders een aanvraag zal worden beoordeeld. Wij kunnen met deze kanttekening en in de zin zoals ik het zojuist stelde zonder veel risico de verklaring afgeven. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt35 (bijlage nr. 319). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt36 (bijlage nr. 346). De Voorzitter: Dit punt luidt: Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van het Woningbedrijf, de Dienst Stadsontwikkeling, de Dienst voor Sport en Recreatie en het Electriciteitsbe- drijf voor het dienstjaar 1982. Dienst voor Sport en Recreatie, punt 1. De heer Bijkersma: Ik ben tegen punt één Vervanging sportvloer Kalverdijkje op bladzijde twee van de raadsbrief. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de heer Bij kersma wenst te worden geacht te hebben gestemd tegen punt één van de wijziging van de begroting voor de Dienst voor Sport en Recreatie. De Voorzitter schorst, om 21 .10 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 21.40 uur, de vergadering. De Voorzitter: Er is nog een punt dat niet op de agenda staat; dat gebeurt niet zo vaak in deze raad. Voordat ik echter aandacht aan dit punt ga schenken, zou ik via mijn rechterbuurman - het Reg lement van Orde verbiedt nu eenmaal om te spreken met mensen op de publieke tribune - mevrouw Ten Brug willen feliciteren met haar verjaardag. (Applaus) Ik wil beginnen met op te merken dat niet een gering aantal raadsleden, namelijk 11 van de 37, vandaag voor het laatst een vergadering van de raad bijwoont. Namens de raad zou ik graag enige woorden tot hen die afscheid van ons nemen, althans in dit werk, willen richten. Het is voor mij de vierde keer dat ik dit mag doen en tevens ook de laatste keer. Het is boeiend te constateren dat er, na dit afscheid, nog maar vier raadsleden zijn tot wie ik geen afscheidswoord heb behoeven te richten ge durende mijn periode als burgemeester. Van de nu scheidende raadsleden zijn er drie slechts een zeer korte spanne tijds lid van de raad geweest, omdat zij tussentijds - nu ongeveer een jaar geleden - hun intrede deden. Drie leden hebben één periode van vier jaar deel uitgemaakt van de raad, één acht jaar, twee twaalf jaar, één zestien jaar en één vier en twintig jaar! U ziet met welk een grote divergentie in tijd raadsleden de gemeente dienen. Enige van de nu scheidende raadsleden zouden nog weieens terug kunnen keren, gelet op de plaats die zij innemen op de verkiezingslijsten van hun partij. Daartoe behoort dan het jongste scheidende raadslid, de heer Bilker. Op 8 september van het vori ge jaar trad hij als lid van de raad toe. Met enthousiasme is hij aan het raadswerk begonnen. Hij hield zich vooral bezig met volkshuisvesting en culturele aangelegenheden. Hij was, naar ik heb kunnen con stateren, vol goede moed bezig zich in deze materie in te werken en zich daarin te verdiepen, maar moet die taak, in ieder geval voorlopig, beëindigen als gevolg van de minder gunstige uitslag voor zijn partij bij de laatst gehouden gemeenteraadsverkiezingen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 10