2
punt
8.
9.
10.
11
12.
13.
14.
15.
16.
omschrijving bijlage blz.
Garanderen van een geldlening voor de renovatie van Aldlanstate. 355 3
Verdaging van de beslissing op het bezwaarschrift van de Belangenvereniging
Oranjewijk. 350 3
Vaststellen rechtspositiereglement onderwijzend personeel Gemeentelijk Mu
ziek Instituut Leeuwarden. 351 3
Verlenging gemeenschappelijke regeling met betrekking tot de subsidiëring
van de Stichting Frysk Orkest. 356 3
Gemeenschappelijke regeling tussen de provincie Friesland en de Friese ge
meenten ter uitvoering van het provinciaal afvalstoffenplan Friesland. 354 4
Vaststellen van het exploitatiekostenbedrag, als bedoeld in artikel 187, le
lid van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967 over het jaar 1979. 353 4
Verzoeken om medewerking ingevolge artikel 72 van de Lager-onderwijswet
1920, juncto artikel 183 van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967, en
artikel 50 van de Kleuteronderwijswet. 349 4
Instellen van een drietal rechtsgedingen in het kader van het geschil met de
Stichting International Theatre Research Group Kiss. 257 4
Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begroting van de Dienst
Stadsontwikkeling voor het dienstjaar 1982. 35] 5
De Voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom op deze vergadering van de raad. De heer Sterk
is verhinderd om de vergadering bij te wonen.
Punt 1.
De notulen worden ongewijzigd vastgesteld.
Punt 2.
Rondgezonden mededelingen.
Sub A, B en C.
De berichten, de rapporten en de brief worden voor kennisgeving aangenomen.
Sub D.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Sub E.
De Voorzitter: Dit punt luidt: Brief van 20 augustus 1982 van de Raad voor het Filiaal- en Groot
winkelbedrijf en het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel betreffende de consequenties van met name
verkeerscirculatieplannen voor het goederenvervoer.
De heer Bijkersma: Het college stelt voor om de Raad voor het Filiaal- en Grootwinkelbedrijf en
het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel te berichten dat bij de voorbereiding en de uitvoering van
verkeersplannen ook de consequenties en de verkeersbeperkende maatregelen voor met name het goede
renvervoer in de overwegingen worden betrokken. Over de verkeersmaatregelen wordt advies gevraagd
aan de Adviescommissie voor Verkeersaangelegenheden waarin ook een vertegenwoordiging van de
3
Leeuwarder Ondernemers Vereniging is opgenomen. Ik wil even ingaan op een detail uit de brief van 20
augustus 1982 van de voorzitter van de Raad voor het Filiaal- en Grootwinkelbedrijf en het Centraal
Bureau Levensmiddelenhandel. Op bladzijde twee van deze brief staat dat maatregelen met betrekking
tot de verkeerscirculatie, gezien de passage in de Handleiding voor de inrichting van een Verkeerscir
culatieplan behorende bij de Ministeriële richtlijn, getoetst moeten worden op hun gevolgen voor het
goederenvervoer. Een en ander is ook een verplichting voor de gemeentelijke autoriteiten. Het voorstel
van het college is de toetsing dienaangaande in de Adviescommissie voor Verkeersaangelegenheden te
laten geschieden. Ik kan mij daarmee wel verenigen, hoewel de Leeuwarder Ondernemers Vereniging
een adviserende stem heeft in deze adviescommissie. Ik wil de wethouder van Economische Zaken vra
gen of het dienstig is om bij het maken van verkeersplannen in de ruimste en de engste zin van het
woord ook het advies te vragen van de Overlegcommissie Midden- en Kleinbedrijf. Ik heb namelijk het
gevoel dat de middenstanders uit onze stad vinden, gezien datgene wat tot ons komt, dat zij op een wat
laat ogenblik geïnformeerd worden.
Mijn concrete vraag is dus of het mogelijk is om bij de voorbereiding en uitvoering van verkeers
plannen naast de Adviescommissie voor Verkeersaangelegenheden waarin de Leeuwarder Ondernemers
Vereniging is vertegenwoordigd, ook de Overlegcommissie Midden- en Kleinbedrijf te informeren over
de gevolgen van de verkeersplannen en die met hen te bespreken. Ik denk dat wij met een en ander
meer tegemoet komen aan de opdracht van de minister om een duidelijke toetsing.
De Voorzitter: Ik kan mij herinneren dat de destijds aan de orde geweest zijnde verkeersplannen
- de heer Eijgelaar had die portefeuille toen nog - ook in de door de heer Bijkersma genoemde commis
sie ter sprake zijn geweest en ook uitvoerig zijn toegelicht door onze verkeersdeskundigen. Regelmatige
beslissingen over inrijverboden en dergelijke komen in de Adviescommissie voor Verkeersaangelegenhe
den aan de orde. Wezenlijke verkeersplannen zijn dus toen in de door de heer Bijkersma genoemde com
missie besproken. Ik neem aan dat wethouder Miedema er geen bezwaar tegen heeft dat wij dergelijke
plannen wederom in de Overlegcommissie Midden- en Kleinbedrijf aan de orde stellen.
De heer Bijkersma: Ik ben blij met uw antwoord, mijnheer de voorzitter. Het antwoord aan de Raad
voor het Filiaal- en Grootwinkelbedrijf en het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel zal moeten wor
den aangevuld met de opmerking dat in voorkomende gevallen ook de Overlegcommissie Midden- en
Kleinbedrijf zal worden gehoord. Het antwoord voldoet dan beter aan de praktijk.
De Voorzitter: U heeft gelijk, mijnheer Bijkersma. Wij zullen een en ander aan het voorgestelde
antwoord toevoegen.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van
de voorzitter.
Sub F.
De Voorzitter: Dit punt luidt: Bezwaarschriften van 23 augustus 1982 van het Centraal Orgaan
Leeuwarden tegen: 1 een aantal subsidiebeschikkingen op grond van het Sociaal-Cultureel Programma
1982; 2. de afkondiging van een vacaturestop. De bezwaarschriften zijn ingetrokken en behoeven dus
niet verder te worden behandeld.
Punten 3 te.m. 10 (bijlagen nrs. 358 348 352, 360 359 355 350 en 351).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 11 (bijlage nr. 356).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Verlenging gemeenschappelijke regeling met betrekking tot de subsi
diëring van de Stichting Frysk Orkest.
De heer Pruiksma: Mijn fractie vindt het voorstel van het college een erg goed voorstel met name
omdat het de discussie over het Frysk Orkest in ieder geval een jaar over de datum van één januari 1983
heentiItEen en ander laat vooralsnog de vraag over de financiering van het Frysk Orkest in essentie
onbeantwoord, maar ook daarvoor zal er in die tijd ruimte zijn. Het lijkt mij overbodig te herinneren
aan het standpunt dat mijn fractie heeft ingenomen bij de laatste herwaarderingsoperatie. Aannemen van