6 Mevrouw Van der WerfNaar aanleiding van dit punt wil mijn fractie nog wel een paar dingen kwijt. In de eerste plaats willen wij benadrukken dat het gedrag van de supporters van FC Den Haag op 11 september 1982 ook ons behoorlijk heeft verontrust en dat wij dat gedrag volstrekt niet te pruimen vinden. De vraag die daarbij wel onmiddellijk opkomt is: wat is er toch aan de hand, in wat voor maat schappij leven wij dat dit gedrag wordt opgeroepen? Want, dat willen wij in de tweede plaats bena drukken, het wil er bij ons niet in dat men de oorzaken van een dergelijk gedrag alleen maar bij de be treffende jongeren zelf zou moeten zoeken. Wat dat betreft hoeft men maar te bedenken dat een maat schappij, die zonder meer honderdduizenden mensen als nutteloos aan de kant schuift, hoe dan ook de rekening gepresenteerd krijgt. Het vandalisme op de voetbalvelden en daarbuiten is geen verschijnsel dat uit de lucht komt vallen. Het heeft alles te maken met de economische crisis waarin wij verkeren. Wij vinden het belangrijk om dergelijke verbanden te blijven leggen omdat het duidelijk maakt dat op lossingen in de vorm van hard politie-optreden, er op los slaan, de knoet er over en wat er allemaal de afgelopen weken nog meer, vaak in veel scherpere bewoordingen, is beweerd, ons inziens een illusie zijn. Bovendien is het bestrijden van afwijkend en agressief gedrag met geweld niet de vorm van con flictbeheersing die wij voorstaan. Natuurlijk vinden ook wij dat dit soort gedrag bestreden moet worden, maar het middel moet niet erger zijn dan de kwaal. Mijn fractie heeft op grond van dergelijke overwe gingen geen vragen gesteld over het vermeende falen van de politie tijdens de rellen, maar wel over de kraakactie in de Maria Louisastraat waar de politie, blijkens onze informatie, onnodig geweld heeft ge bruikt. Gegeven de situatie vindt mijn fractie dat de politie bij de Cambuurrellen voor een juiste aanpak heeft gekozen, hoe moeilijk dat voor de betrokken politiemensen ook is, want men moest immers wel heel wat over zich heen laten gaan. Een en ander wil niet zeggen dat het beleid en het optreden van de politie bij deze rellen vlekkeloos is geweest. In het algemeen kan men achteraf constateren dat er spra ke is geweest van een beoordelingsfout, een duidelijke onderschatting van de potentiële risico's die zich hebben geuit in te weinig politiebegeleiding in de bussen, te weinig mensen bij het fouilleren en dergelijke. Deze beoordelingsfout wordt in feite door de burgemeester en de korpsleiding ook toegege ven, daarover zijn wij het dus eens. Het inzien dat er sprake is van een beoordelingsfout mag evenwel niet leiden tot de gedachte dat de ME ingezet had moeten worden of dat dat in het vervolg zou moeten gebeuren. Een gedachte die, in tegenstelling tot wat de heer De Beer van de VVD concludeert, volgens mij ook niet uit deze nota spreekt. Ten eerste zou immers het inzetten van de ME nog een grotere esca latie, met waarschijnlijk veel meer gewonden en veel meer materiële schade, veroorzaakt hebben omdat de ME nu eenmaal agressie oproept. Ten tweede, wat had de ME moeten doen? Er op los slaan? Hoe wij daarover denken heb ik al gezegd. Wat dan wel? Tenslotte willen ook wij deze toestanden niet en die kunnen natuurlijk weer voorkomen. Het is een goed initiatief dat er een werkgroep aan de slag is die deze vraag moet beantwoorden. In ieder geval lijkt het ons goed dat dit soort supporters van de bezoe kende clubs zoveel mogelijk gescheiden worden van de andere supporters. Waarschijnlijk zal dat bete kenen dat er daarvoor in het stadion voorzieningen moeten worden getroffen. Of een en ander in de vorm van zogenaamde kooien moet kan ik op dit moment niet overzien, maar kooien lijken mij nogal een nare oplossing. Voorlopig moeten wij de rapportage van de werkgroep met betrekking tot dit punt maar afwachten. Verder lijkt het ons dat in ieder geval voorwerpen waarmee gegooid en gesmeten kan worden verwijderd moeten worden, dat er in het vervolg meer mensen moeten zijn bij het fouilleren, dot het door de controle glippen onmogelijk gemaakt moet worden en dat de begeleiding van stadion naar station en omgekeerd met meer menskracht moet gebeuren. Mijn laatste opmerking betreft de interne gang van zaken bij de politie. Uit de voorliggende nota en uit de kranten blijkt dat er ook onder het politiepersoneel nogal wat ontevredenheid bestaat over de gang van zaken. Ons inziens heeft dat alles te maken met de hiërarchische organisatie van het politie apparaat waardoor het uitvoerend personeel ook inderdaad alleen maar uitvoert en niet betrokken wordt bij de meningsvorming en de besluitvorming die ten grondslag liggen aan bepaalde uitvoerende maatre gelen die, zoals in dit geval, aan hen worden opgedragen. De burgemeester constateert een en ander kennelijk ook gezien het feit dat hij een aantal voorstellen doet om het overleg met de dienstcommissie te verbeteren. Wij zullen dat overleg nauwlettend en op de voet volgen, evenals trouwens de uitvoering van het Beleidsplan voor de politie, waar mevrouw Brandenburg ook al op doelde, dat er immers in moet resulteren dat er een meer horizontale organisatie tot stand komt. Kortom, wij hebben geen behoefte om onze afkeuring uit te spreken over het optreden van de poli tie in de gegeven situatie en wij zullen voor eventuele andere maatregelen de rapportage van de ge noemde werkgroep afwachten. Mevrouw De Jong: Achteraf spreken is natuurlijk altijd gemakkelijk, dat is ook in de nota gesteld. Achteraf valt echter toch te concluderen dat er taxatiefouten zijn gemaakt. De beleidsmensen hebben 7 de situatie verkeerd ingeschat; voor de agent op het slagveld ontstond een toestand die niet meer in de hand was te houden of te krijgen. Resultaat: niet alleen grote materiële schade maar zelfs mensen, waaronder drie van onze eigen politiemensen, die lichamelijk letsel opliepen. En toch zijn er geen aanhoudingen verricht. Juist dat heeft het rechtsgevoel van de Leeuwarder bevolking een knauw gege ven. Wat ik in de eerste weken na de rellen heb gezien en geproefd is dat het publiek het de agent op de straat heel duidelijk heeft laten weten dat het rechtsgevoel een knauw heeft gekregen. Daarom is het bemoedigend dat de burgemeester in een nota onder anderen zo open heeft gereageerd op de communi catieproblemen binnen het korps. Ik vind het een heuglijke zaak dat die in de nota zijn aangesneden want het is goed dat dergelijke zaken aan de orde worden gesteld. De aanzet tot een beter overleg lijkt gegeven, hetgeen ik wil zien als winst die uit de Cambuurschade is te halen. Ook is er overleg gestart met een werkgroep om herhaling van een dergelijke escalatie te voorkomen. Om bij voorbaat een vol gende keer ME in te zetten lijkt mij geen goede oplossing, evenals het in gebruik nemen van de zoge naamde kooien. Een goede opvang bij de controle lijkt mij zonder meer gewenst zodat ongefouiIleerd binnengaan tot de onmogelijkheden gaat behoren. De heer Buurman: Achteraf, het is al een paar keer gezegd, weet iedereen wat had moeten gebeu ren Dat is over het algemeen juist. De kritiek is gemakkelijk, de kunst is moeilijk. Daarmee kunnen wi echter de kritiek niet doen verstommen en zullen de argumenten het moeten doen. De burgerij prikt er door heen wanneer er in de Voorlopige verklaring van de korpsleiding van de gemeentepolitie Leeu warden inzake de gang van zaken rond de voetbalwedstrijd SC Cambuur-FC Den Haag van zaterdag avond 11 september 1982 wordt verklaard dat bij de korpsleiding begrip bestaat voor de vele blijken van verwondering en verontwaardiging over het optreden van de politie. De burgerij verwondert zich hele maal niet meer over de politie. Zij is gekneusd en diep gekwetst in haar vertrouwen in de politie. Het rechtsgevoel van de burgerij is geweld aangedaan. In de zojuist genoemde voorlopige verklaring staat verder: "De leiding hecht eraan te verklaren dat in elk geval de individuele politieman geen verwijten kunnen worden gemaakt." Heeft iemand dat dan beweerd? Niet de politieman heeft gefaald, de leiding is tekort geschoten. Dit weet de hele burgerij, dit is de wereld op z'n kop. Verwonder u niet, verbaas u slechts. Ook zijn er vrouwelijke politie-agen- ten ngezet tegen zeer gewelddadige zogenaamde supporters uit Den Haag. Het moet niet gekker worden! Waar misplaatste emancipatiedrift al niet toe kan leiden. Hier keert toch de wal het schip? Wij leven toch niet meer in de tijd van de legendarisch dappere vrouw Kenau Simonsdochter Hasselaar ten tijde van het Beleg van Haarlem in 1572-1573? Na alles wat besproken is in de Commissie Openbare Orde lijkt het mij niet doelmatig om nu in details te treden. Alleen hoofdlijnen en een enkele opmerking zijn hier mijns inziens op zijn plaats. Het gaat hier niet om een incident of om een beoordelingsfout, het gaat om een doorgaande lijn. In de Nota over het politie-optreden voor, tijdens en na de voetbalwedstrijd SC Cambuur-FC Den Haag op 11 september 1982 wordt nogal eens gesproken over: "een niet verwachte situatie" en over "onvoorziene omstandigheden". Welnu, daar gaat het om. Dit had niet mogen gebeuren. De korpsleiding had van te voren moeten beslissen wat te doen als grove wanordelijkheden zouden uitbreken. Men had niet bij voorbaat mogen uitgaan van een zeker "mooi weer scenario". De ME had achter de hand moeten zijn. Als het optreden van de ME gevoelens van agressie oproept dan ligt dat niet aan de ME maar aan dege nen die de orde op grove wijze verstoren. Het zou wat moois worden! Moeten de zogenaamde gevoelens van agressie zwaarder wegen dan noodzakelijke bescherming van burger en in dit geval van politieper soneel? Moet het beleid van de korpsleiding niet grondig om? Wij hebben nu lang genoeg gezien hoe het niet moet. Ik denk daarbij niet alleen aan 11 september jl. Wanneer de politie bij de verstoring van de openbare orde niet consequent optreedt, gaat de burgerij van de weeromstuit het recht in eigen hand nemen. Op deze manier krijgen wij te maken met datgene wat met de juridische term "eigen richting" Wordt aangeduid, leder gaat dan doen wat recht is in eigen ogen. Straks keert de politieman die niet van de leiding mag optreden zich om en laat bijvoorbeeld degenen die met eigen hand iets tot stand hebben gebracht en dat door oproerkraaiers vernietigd of beschadigd dreigt te worden rustig hun gang gaan. Sociologen, psychologen, criminologen, pedagogen en allerlei andere soorten van logen en go gen hebben zich sinds jaar en dag bezig gehouden met de oorzaken van geweldpleging en vandalisme. In de filosofie van sommigen moet begrip getoond worden voor dit en voor dat, voor begeleiding van ge weld en dergelijke. Ik weet wel dat een en ander een landelijk verschijnsel is, maar de grens van de tolerantie - ook voor Leeuwarden - is bereikt. Het uitgangspunt moet niet zijn: niet de harde hand, maar het uitgangspunt moet zijn: handhaving van de openbare orde. De burgerij moet weten en ook zien dat de politie niet wijkt voor terreur en niet bang is als de kritiek, wanneer beheerst is opgetreden, toch weer losbarst. Wat moeten wij overigens met de sticker op de auto "Fijn dat er politie is"? De overheid mag het weten: er zijn nog kerken in Leeuwarden waar zondag aan zondag voor haar

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 4