10 Commissie Openbare Orde ter discussie gesteld kunnen worden, ware het niet dat er een vergadering is afgelast. Dit rapport komt in de eerstvolgende vergadering op de agenda en daar zal naar ik hoop dan ook wat meer worden ingegaan op datgene wat in het korps heeft plaatsgevonden na de bijeenkomst waarop is gedoeld met alle leden van het korps. Ik verzeker de raad dat er wel aan een en ander wordt gewerkt, het rapport ligt echt niet in de la. Enkele leden hebben ook kanttekeningen geplaatst bij een rapport waarvoor wij een werkgroep heb ben ingesteld. De werkgroep is ondertussen bezig en beraadt zich op de vraag wat er binnen het Cam- buurstadion moet gebeuren. Het werk dienaangaande moet men, als ik het zo mag noemen, met de be nen staande op de grond doen. Wij hebben de werkgroep zodanig samengesteld dat alle facetten naar ik hoop worden ingecalculeerd. Als er voorzieningen moeten worden getroffen waarvoor een krediet be schikbaar moet worden gesteld, dan komen wij stellig met een en ander bij de raad terug. Ik hoop dat er voorzieningen worden getroffen die met zich meebrengen dat wij de situatie onder controle kunnen hou den. Ik hoop dat de wens om kooien bedoeld in de zin zoals die hier en daar in den lande bestaan met links, rechts, voor en achter tralies, geen onderdeel van de plannen zal zijn. Het zou heel erg zijn als wij op sportvelden zo ver met maatregelen moeten gaan. Ik wil op dit punt momenteel niet verder in gaan, maar de raad weet wat mijn voorlopig idee daarover is. Over deze kwestie moeten wij ons pas uitspreken wanneer de deskundigen met elkaar rapport hebben uitgebracht. Het lijkt mij beter dat wij dan wat dieper ingaan op deze kwestie dan op dit ogenblik. Ik kan wat dit punt betreft ook niet meer dan een eerste reactie geven. Mevrouw Brandenburg heeft in haar uiteenzetting het feit genoemd dat zij zich er over verbaasd heeft dat er in de bussen vanaf het station naar het stadion geen politie aanwezig was. Dat is wel het geval geweest. Dienaangaande hebben wij zelfs een deal met de directie van de FRAM gemaakt. De FRAM was bereid om te rijden op voorwaarde dat er politiebegeleiding in de bus aanwezig zou zijn het geen ook gebeurd is. Dat ondanks het feit dat er politiebegeleiding aanwezig was een aantal supporters kans zag boven op de bus te komen in plaats van in de bus te blijven is op zichzelf een boeiend feno meen. Een en ander neemt echter niet weg dat er wel degelijk politie in de bussen aanwezig was. Als ik mijn notities zo overzie dan heb ik volgens mij wel gereageerd op datgene wat niet in mijn nota staat en wat uwerzijds te berde is gebracht. De heer De Beer: Ik ben van mening dat u, mijnheer de voorzitter, een gedeelte van mijn verhaal een beetje uit elkaar hebt gerafeld en daarom zal ik dat nog een keer voorlezen. Ik heb gezegd: "Door nu alleen maar te constateren dat dat had moeten gebeuren maakt u, mijnheer de voorzitter, zich er ge makkelijk af. Op het constateren had moeten volgen dat bij de minste twijfel men het zekere voor het onzekere zou moeten nemen en de ME achter de hand had moeten hebben." Ik verwijt u niet dat u on zorgvuldig bent geweest en dat u zich van de hele affaire gemakkelijk hebt afgemaakt, maar ik consta teer alleen. Verder heb ik gevraagd of u nog plannen heeft om een brief te schrijven aan de gemeente raad van Idaarderadeel en aan de NS en de FRAM. Wij hebben de supporters wel in Grouw gedumpt - dat was op dat moment misschien de beste oplossing -, maar ik kan u vertellen dat een en ander in Idaarderadeel wat vreemd is overgekomen. De heer Buurman: Ik heb niet gesproken over het feit dat de burgerij geen vertrouwen meer in de politie zou hebben, ik heb gezegd dat het vertrouwen in de politie is gekwetst. Met de voorzitter ben ik het eens dat sport een recreatieve gebeurtenis is waarbij in principe geen ME hoort. Bij normale om standigheden zijn wij het natuurlijk volledig met u eens, mijnheer de voorzitter. Mijn kritiek heeft zich gericht op de leiding omdat die niet van tevoren zorgvuldig heeft geïnformeerd. Men heeft wel geïnfor meerd naar het aantal supporters, maar men heeft te weinig geïnformeerd naar het gehalte van diegenen die hier de boel op stelten hebben gezet. De Voorzitter: Ik wil nog even een paar kanttekeningen maken bij wat de heer De Beer heeft ge zegd. Bedankt voor uw toelichting op uw betoog in eerste instantie, mijnheer De Beer. Ik heb persoonlijk contact gehad met de burgemeester van Idaarderadeel. De raad weet dat men in Idaarderadeel wat rap was met conclusies. Ook heb ik contact gehad met de directie van de FRAM. Er is ook goed contact geweest met de NS. Ik verzeker de raad dat geen van de drie instanties op een brief van ons zit te wachten. Wij hebben het nogal druk en daarom schrijf ik, alleen uit praktische overwe gingen en niet uit principiële overwegingen, liever geen brieven die overbodig zijn. Ik denk dat ik met deze kanttekeningen ook ben ingegaan op de punten die ik heb laten liggen. De nota wordt voor kennisgeving aangenomen. 11 Punt4 (bijlage nr. 369) De Voorzitter: Dit punt luidt: Aankoop diverse percelen. De heer Van der Wal: Mijn fractie vindt het op dit moment niet noodzakelijk dat het pand Huizu- merlaan 30 wordt aangekocht. Steeds blijkt namelijk weer dat panden, die door de gemeente worden aangekocht met het ver verwijderde doel ze af te breken voor stadsreconstructie, erg slecht worden on derhouden. Wanneer dan de plannen niet doorgaan, zoals bijvoorbeeld het geval is met het Dekama- buurtje, zouden de panden op zich planologisch gezien wel gehandhaafd kunnen blijven ware het niet dat de staat van onderhoud ondertussen zo slecht is geworden. Mede om deze reden zijn wij tegen de aankoop van dit pand op dit moment. In zijn algemeenheid wil ik nog wel vragen hoe de wethouder denkt dergelijke panden op een zodanige manier te beheren c.q. te onderhouden dat de zojuist door mij geschetste ontwikkeling zich niet voordoet. De heer Geerts (weth.): Het is bekend dat de PAL-fractie niet voor de aanleg van de Oostergoweg is, ook al zouden wij in de toekomst de voor die aanleg benodigde financiën krijgen. In dat kader is het ook consequent dat de heer Van der Wal stelt dat hij niet voor de aankoop van het pand Huizumerlaan 30 is. Het college heeft dit voorstel toch gedaan omdat het het besluit van de meerderheid van de raad da' de Oostergoweg er in de toekomst zal moeten komen uitvoert. Voor de aanleg van deze weg is aan koop van het pand Huizumerlaan 30 nodig. Tot het zover is is het natuurlijk wel noodzakelijk dat dit pai d op behoorlijke wijze gebruikt kan worden. Het dienaangaande door het Gemeentelijk Woningbe drijf te voeren beheer zal zodanig moeten zijn dat er aan minimum te stellen voorwaarden kan worden voldaan. Ik kan de raad verzekeren dat dat ook zal gebeuren. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. met aantekening dat de PAL- fractie wenst te worden geacht te hebben gestemd tegen de aankoop van het pand Huizumerlaan 30 zoals vermeld in besluit nr. 14119. Punt 5 (bijlage nr. 368). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt6 (bijlage nr. 365). De Voorzitter: Aan de orde is thans: Verkoop van een in het ontwerp-uitwerkingsplan Cammingha- buren-deelgebied II gelegen perceel bouwterrein. De heer Dubbelboer: Het zal het college niet verbazen dat het bekende artikel acht van de ver koopvoorwaarden nog steeds geen instemming bij de VVD-fractie kan vinden. Ik wil ook een opmerking maken over artikel zes van de verkoopvoorwaarden, een rudiment uit hoogconjuncturele tijden, dat nog steeds verbiedt om de op de gekochte grond gebouwde woning binnen twee jaar na gereedkomen daarvan te verkopen. Dit speculatiebeding is in mijn ogen een achterhaalde zaak. De VVD-fractie wil echter niet onmiddellijk tegen dit artikel stemmen. Wel willen wij het colle ge vragen of het bereid is om zich op niet al te lange termijn eens af te vragen of dit artikel, gezien de huidige economische situatie, uit de nu geldende verkoopvoorwaarden zou moeten verdwijnen en daarna met een standpunt ter zake in de raad te komen. De Voorzitter: U vindt het dus niet nodig om vanavond over uw laatste opmerking te discussiëren, mipheer Dubbelboer? (De heer Dubbelboer: Nee, mijnheer de voorzitter.) De eerste opmerking van de heer Dubbelboer is een routinematige opmerking, aan de tweede opmerking zal aandacht worden ge schonken De heer Geerts (weth.): Ik wil nog een opmerking maken, mijnheer de voorzitter. Artikel zes is een voorwaarde die is opgenomen in een andere tijd. Het lijkt mij echter dat het geen kwaad kan dat deze voorwaarde gehandhaafd blijft gezien het feit dat de tijd zich namelijk weer kan voordoen dat specula te in dit opzicht weer aantrekkelijk is. Op voorhand zeg ik dus dat ik niet inzie waarom wij deze voorwaarde uit de verkoopvoorwaarden zouden moeten halen. De Voorzitter: Ik geef dan nu de heer Dubbelboer ook nog de gelegenheid om te reageren op de op merking van de heer Geerts.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 6