14 gegeven, dan moeten wij een en ander toch verder in detail in de commissie aan de hand van kaarten en bestemmingsplannen bekijken. Als het gaat over een verbinding tussen Hemrik en Kleinegeest, dan zijn wij daar voorstanders van, maar ik kan zo niet bekijken of dat kan via de route die mevrouw Visscher zojuist voorstelde. De heer Buurman: Zonder enige toelichting wordt in de raadsbrief gesteld dat er geen fietspad over de FroskepolIe richting Ouddeel moet worden aangelegd. Ik zou graag van de wethouder willen horen welke argumenten hier gelden. In afwachting daarvan zou ik alvast het volgende willen stellen. De be woners van Aldlan-Oost moeten, om maar een voorbeeld te noemen, om bij het Ouddeel te komen via Camminghaburen omrijden; een fietstocht van minstens een half uur, hemelsbreed 5 d 10 minuten. Om nu de fietsrecreatie te bevorderen voor de gewone man met zijn confectiepakkie an, met in zijn tas zijn van moeder de vrouw meegekregen boterhammen, de man die zich de luxe van een auto niet of niet meer kan permitteren, meen ik dat het aanbeveling verdient wanneer er een fietspad richting Ouddeel komt - op de kaart als nr. 9 aangegeven -, maar dan op zo'n manier dat de Froskepol Ie als recreatiege bied niet in ernstige mate wordt belast. Ik denk bijvoorbeeld aan een fietspad over de Froskepolle dat verboden is voor bromfietsen, of aan een fietspad langs de Froskepolle aan een van de zijden van het Woudmansdiep Mevrouw De Jong: In grote lijnen ben ik het volledig eens met deze raadsbrief. Mevrouw Visscher heeft een suggestie gedaan en wil de zone tussen Camminghaburen en Groene Ster ruilen tegen een re- creatiestrook bij Lekkumerend. Daar wil ik volledig mee instemmen. Ik hoop dat mevrouw Visscher hier voor een motie indient; ik zal die mede ondersteunen. Ook met de suggestie voor een alternatieve fietsroute van Flemrik naar Kleinegeest ben ik het eens, want ik ben ook geen voorstander van een fietspad over de Froskepolle. Ik wacht de reactie van de wethouder af over het voorstel van mevrouw Visscher met betrekking tot het heffen van bruggeld op zondag. De heer De Vries (weth.): Ik wil beginnen met de beantwoording van de laatste vraag van mevrouw Visscher, waarin zij vroeg wat de status van dit recreatiebasisplan is. Flet plan is opgesteld met mede werking van een twaalftal gemeenten. De intentie ervan is dat men heeft geprobeerd de grensoverschrij dende recreatiebelangen ten opzichte van elkaar te inventariseren en te kijken hoe enkele losse einden op het terrein van de recreatie kunnen worden samengevoegd. Daarbij is naar de kant van de gemeenten gevraagd bij de vaststelling van de eigen recreatieplannen met de in het rapport vermelde uitgangspun ten rekening te houden. Wat wij vanavond doen is dus ook niet meer dan het geven van een voorlopige beschouwing over datgene wat in het recreatiebasisplan aan mogelijkheden is opgesomd. Wij hebben als gemeente de vrijheid om planologisch gezien datgene in te kleuren wat wij nodig achten. Er wordt ech ter vanuit gegaan dat wij rekening houden met andere belangen die het terrein van de recreatie raken. Wij hebben vanavond ook geen behoefte aan moties en uitspraken van de raad, omdat datgene wat ten aanzien van Leeuwarden op het terrein van de recreatie is aangekondigd terug komt in een eigen recre atienota. Men is druk bezig met het opstellen van die nota, die vermoedelijk de raad nog in de loop van dit jaar kan bereiken. Wij kunnen dan aan de hand van de eigen doelstellingen toetsen in hoeverre die het recreatiebasisplan raken en in hoeverre wij daar met elkander rekening mee kunnen houden. Ik geloof dat mevrouw Visscher gelijk heeft wat haar opmerking over Lekkumerend-Oost betreft. Niets weerhoudt ons om in het eigen recreatiebasisrapport straks nog eens te kijken of er in dat gebied inderdaad mogelijkheden zijn om voor de bevolking bepaalde recreatieve wandel- of misschien fietspa den te plannen voor de naaste toekomst. Mevrouw Visscher heeft wat het Groene Ster-plan sec betreft gezegd dat haar fractie er geen be hoefte aan heeft om het overgangsgebied nog verder in te vullen. Wij zijn er door deskundigen die wij daarover raadplegen op geattendeerd dat er hier en daar toch nog wel enige aanpssingen mogelijk zijn die het geheel wat verbeteren. Wanneer wij daar echter, nut en offer tegen elkaar afwegende, van af zien, dan is dat een zaak die in de nabije toekomst nog wel eens nader kan worden bekeken. De heer Buurman zegt dat hij niet precies begrepen heeft waarom wij het fietspad over de Froske polle zo rigoureus hebben afgewezen. Welaan, iedereen die de Froskepolle kent weet dat dit gebied - vooral het tweede deel - rijk aan natuur is en een enorme vogelpopulatie heeft. Wanneer men een rij wielpad midden door dat gebied zou trekken, dan zou dat een en ander niet ten goede komen. Mevrouw Visscher heeft een andere mogelijkheid aangegeven, die door de heer Van der Wal is ondersteund. Het is inderdaad mogelijk een pad te plannen in het verlengde van de Hemrik over het Ouddeel; men komt dan in de Kleinegeest. Dit zou een prachtige route zijn waardoor men enorm veel kilometers door een natuurlijk stiltegebied zou kunnen rijden, want de Kleinegeest - iedereen die het kent zal het beamen - is op zichzelf prachtig. 15 Mevrouw Visscher heeft een vraag gesteld ten aanzien van de openstelling van bruggen op zondag en dan met name op de route richting Dokkum in noordelijke richting. Deze kwestie is hier al eerder aan de orde geweest en is, nut en offer afwegende, op financiële gronden afgewezen. Er is berekend dat een en ander 30.000,-- moest kosten. Mevrouw Visscher zegt dat, met een beperkte openstelling, het tarief dan maar zo hoog moet zijn dat de recreant zelf voor de kostendekking zorgt. Dan moet er wel een groot bedrag per boot worden gevraagd. Dit is een zaak die ik graag in het kader van de verde re recreatieve voorzieningen en misschien straks bij de begrotingsbehandeling nog wel eens opnieuw on der ogen zou willen zien. Er zitten wel bepaalde kanten aan waar wij niet zonder meer aan voorbij kunnen gaan. Aan de andere kant is het zo dat er ook door de VVV druk wordt uitgeoefend. In oostelij ke richting zijn er wel uitvalsmogelijkheden door een beperkte openstelling. Wij kunnen echter niet precies inschatten of er zich in noordelijke richting een dergelijk groot aantal schepen in het weekend zal bewegen dat wij inderdaad tot een kostendekking zouden kunnen komen. Ik wil het ook graag nog eens met de deskundigen in ons apparaat opnemen. De heer De Beer heeft nog eens aangegeven hoe je door bijvoorbeeld bepaalde parallel vaarten aan te leggen een stuk oeverrecreatie kunt bevorderen. Ik denk dat hij daarin gelijk heeft en dat er ook binnen de daarvoor bestemde overlegorganen wel oog zal zijn voor dit punt. Een en ander wordt ook ge noemd in deze nota. De heer De Beer vraagt zich af of wij niet moeten komen tot een overlegorgaan, waarbij hij dan diverse instanties noemt. Ik denk toch dat De Marrekrite wel het centrale lichaam is dat bevoegd is om met betrekking tot de hele waterrecreatie en oeverrecreatie het voortouw te nemen en dat men dat in de praktijk ook wel doet. Ik denk dat De Marrekrite specifiek met al de instellingen die de heer De Beer noemde regelmatig om de tafel zit. Met de door mij gegeven antwoorden heb ik ook wel de vragen van mevrouw De Jong beantwoord. De Voorzitter: De heer De Vries heeft al gezegd dat wij vanavond geen behoefte hebben aan mo ties. Dat slaat dan op de punten die betrekking hebben op onze eigen gemeente. Met de vanavond ge houden discussie wordt stellig bij de verdere uitwerking van de plannen rekening gehouden. U zou wel moties moeten indienen - even formeel pratende - als het om punten gaat die grensoverschrijdend zijn. Het is natuurlijk wel eerlijk om De Marrekrite en de andere gemeenten te laten weten met welke punten wij niet kunnen instemmen. Als het om punten gaat die binnen de eigen gemeente blijven, dan kunnen die straks bij de eigen uitwerking worden besproken. (Mevrouw Visscher—Bouwer: Dat zou dan zijn bij de brug bij het Ouddeel, waar wij dat weggetje willen aanleggen.) (De heer Van der Wal: Dat is tussen Groene Ster en Camminghaburen.) (Mevrouw Visscher—Bouwer: Dat is ook ons gebied niet, dat is ook zo; dat is dus grensoverschrijdend.) De heer De Vries (weth.): De brug bij het Ouddeel is een zaak van onszelf, daar grenzen wij zelf aan, daar kunnen wij zelf initiatieven voor ontwikkelen wanneer wij dat willen. Wij hebben al een fietspad lopen langs de industriewegen, dus dat ligt al heel logisch in de lijn. Het stuk tussen Cammin ghaburen en Groene Ster hoort straks in het kader van de herziening van de gemeentegrenzen bij Leeu warden en daarmee kunnen wij dan zelf naar bevind van zaken handelen. (De Voorzitter: Ik had er even bij moeten zeggen: met uitzondering van de Groene Ster.) Mevrouw Visscher—Bouwer: Ik wil nog graag een opmerking maken over het bruggeld, want er is waarschijnlijk een misverstand. Met mijn suggestie om bij het binnenkomen van de stad bruggeld te hef fen bedoelde ik niet dat dat alleen op zondag zou moeten, maar de hele week. Er zijn vijf bruggen en ik noemde zo een bedrag van 5, Bruggeld van een gulden per brug is tegenwoordig natuurlijk heel normaa I De Voorzitter: Dit lijkt mij een boeiend punt om eens over te praten in de Commissie voor Sport en Recreatie of straks in de afdeling van wethouder De Vries. In het kader van de bezuinigingen is het erg boeiend een en ander aan de orde te stellen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 10a (bijlage nr. 383). De Voorzitter: Aan de orde is thans: Onderhoud wandbeplating Frieslandhal. De heer Pruiksma: Een minderheid van mijn fractie heeft nogal wat problemen met dit voorstel. Wij hebben er op zich begrip voor dat het college zegt, nu de Commissie voor de Welstandszorg een oordeel

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 8