18 ingediend te handhaven. Een motie die inhield om de gasprijzen drie jaar te bevriezen. Hoe groot is het verschil tussen het standpunt van de meerderheid en de minderheid van het college? Het is te simpel om te zeggen dat dat verschil 3 cent per m3 is oftewel ongeveer 96,per jaar. Ik denk dat de verschil len niet eens zo ver uit elkaar liggen. De motie die op 1 juni 1981 is ingediend was ingegeven door de angst en de bezorgdheid over de ontwikkeling van de gasprijzen van met name de laatste jaren. De strekking van die motie was dan ook om de prijs drie jaar te bevriezen zodat er ten eerste een periode gecreëerd werd waarin gezocht kon worden naar een ander mechanisme om de prijs vast te stellen en dat ten tweede toch enigszins de sterke stijging van de voorgaande jaren zou worden geneutraliseerd. Wat is er in feite na de discussie in deze raad en ook elders gebeurd? In de VEGIN is een uitvoerige discussie geweest die erin heeft geresulteerd dat er een notitie van het hoofdbestuur is geweest waarin duidelijk is gekozen voor de marktwaarde. De kostprijsfilosofie werd daar niet aangehangen. Men heeft duidelijk niet gekozen voor een koppeling met het prijsindexcijfer voor het levensonderhoud, maar men heeft dui delijk gekozen - deze keuze is ook in overeenstemming met het standpunt van de Gasunie en van het Ministerie van Economische Zaken - voor hantering van de marktwaarde. Waar loopt het standpunt van de VEGIN uiteen ten opzichte van het standpunt van de Gasunie? Wat is de koppeling ten opzichte van huisbrandolie voor met name de kleinverbruikerstarieven? Als wij nu de uitwerking van de VEGIN als standpunt zouden nemen dan leidt, zoals in de raadsbrief staat aangegeven, de uitwerking van dit sy steem tot kleinverbruikerstarieven die slechts in zeer geringe mate afwijken van de thans gehanteerde; ook een prijsdaling behoort tot de mogelijkheden. De conclusie is dan dat er ten opzichte van 1983 een overeenstemming is tussen de in 1981 ingediende motie en de uitwerking van het standpunt van de VEGIN. Het VEGIN-standpunt is trouwens verder uitgewerkt en ik kan mij niet aan de indruk onttrek ken dat dat gebeurd is om in de buurt te komen van het voorstel dat het Ministerie van Economische Za ken gedaan heeft, namelijk om te komen tot een verhoging van 3,2 cent per m3. Volgens mij is het hoofdbestuur van de VEGIN door de bocht gegaan omdat men wist dat het Ministerie van Financiën een voorstel heeft gedaan voor een stijging van 10 cent per m3. 3,2 cent is dan natuurlijk een aardige mee valler. Mijn fractie is echter van mening dat de motie die vorig jaar is ingediend en de standpunten die daaraan ten grondslag liggen nog onverminderd van kracht zijn. Toch willen wij wel kwijt dat er in VEG IN-verband iets aan de zaken is gedaan en dat men een duidelijk standpunt heeft ingenomen over de vraag welke filosofie men wil volgen. Wij zijn het alleen niet met de uitkomsten dienaangaande eens. Daarom willen wij de motie die in 1981 is ingediend en door de raad is aangenomen vanavond op nieuw indienen. Ik heb namelijk het idee dat vanavond het voorstel van de meerderheid van het college in stemming is. Als wij het met dat voorstel niet eens zijn dan moeten wij dat door middel van een motie tot uitdrukking brengen. Ik zal de motie even voorlezen. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 1 novem ber 1982, gelezen het voorstel van het college van b. en w., gasprijzen, bijlage nr. 427, kennis genomen hebbende van het standpunt van de algemene vergadering van de VEGIN dd. 24 juni 1982 dat de marktwaarde richtsnoer moet zijn voor de bepaling van de klein- en grootverbruikerstarieven van aardgas, kennis genomen hebbende van de uitwerking die het hoofdbestuur hieraan heeft gegeven voor het kleinverbruikerstarief 1983, gelet op de motie die 1 juni 1981 door de gemeenteraad is aangenomen met betrekking tot de gas prijzen, is van mening dat deze motie nog van kracht is en verzoekt het college dit standpunt in te brengen in de aandeelhoudersvergadering van de NV Frigas met het doel het standpunt uit te dragen in de algemene ledenvergadering van de VEG IN De motie is mede-ondertekend door de heer Van der Wal. De heer Visser: Dit agendapunt geeft mijn fractie aanleiding vooraf een opmerking te maken over de discussie over de gasprijzen tijdens de raadsvergadering van 1 juni 1981 Een verdeelde raad aan vaardde toen de motie van de heer Van den Eist en mevrouw Van der Werf die een bevriezing beoogde van de aardgaspri jzen voor een periode van drie jaar. Dit standpunt kreeg geen of weinig gehoor in de kort daarna gehouden algemene ledenvergadering van de VEGIN. Onze fractie hecht eraan te verklaren dat zij in beginsel positief staat tegenover de uitvoering van moties die om welke reden dan ook niet de instemming van de fractie hebben. Nu met de motie van vorig jaar het beoogde doel echter niet is be 19 reikt en er evenmin sprake is van een koppeling in prijsvaststelling in 1982 en in 1983 op basis van een uitspraak van de raad, is mijn fractie van mening dat de morele binding aan die uitspraak is komen te vervallen. Hierdoor is een open situatie ontstaan en in dat kader hebben wij het collegevoorstel beoor deeld. Uit de stukken is gebleken dat de VEGIN intussen het initiatief genomen heeft om tot een andere prijsvorming van het tarief voor aardgas voor kleinverbruikers te komen met accentverlegging van huis brandolie naar stookolie. De door de VEGIN gekozen marktwaardebenadering is echter door de Gasunie van de hand gewezen met als gevolg dat voor 1983 prijsvaststelling op basis van andere uitgangspunten dient plaats te vinden, uiteraard met handhaving van de huisbrandoliepariteit. De standpunten van par tijen blijken nogal uiteen te lopen. Het college-standpunt beoogt het op zakelijke gronden volgen van het voorstel van het hoofdbestuur van de VEGIN. Dit voorstel houdt een stijging van ruim 6% in. Ik wil hierover het volgende zeggen. Vorig jaar heeft de fractie van het CDA zich ten aanzien van de gasprijzen uitgesproken voor de wenselijkheid van het hanteren van het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie. Nu het voorstel zich voor 1983 op of ongeveer op dit niveau beweegt is dit voor mijn fractie aanleiding om het voorstel van het college te volgen, te meer nu een rigoureuze stijging achterwege kan blijven. Een systeem van be vriezing van de gasprijzen zoals dat wordt voorgestaan door drie wethouders van de PvdA komt ons irre- eei voor. Zonder de gemeente Leeuwarden in een uitzonderingspositie te plaatsen, zou bij bevriezing het rendement van de bedrijven in meer of mindere mate onder druk komen te staan, met alle gevolgen daarvan voor de deelnemende partijen. Hoewel de raadsbrief wel gewag maakt van een mogelijke brutomargeverbetering voor de gasbedrij ven wordt niet ingegaan op de rendementspositie. Een en ander is mogelijk verklaarbaar door het feit dat het college van mening is dat uiteindelijk toch tot verhoging zal worden besloten. Niettemin willen wij de aandacht op dit punt vestigen met de opmerking dat er ons inziens voor wat Frigas betreft een re latie bestaat tussen rendement en reservering. In dit verband is voorheen gewezen op de noodzaak van het kritisch beoordelen van de reserveringsmethode binnen Frigas. Het is duidelijk dat hiermee de statu taire reserve wordt bedoeld en bij gebleken noodzaak of wenselijkheid zal mijn fractie op dit punt te rugkomen. Blijft nog over de zojuist door de heer Meijerhof ingediende motie die inhoudelijk niet verschilt van de op 1 juni 1981 ingediende motie. Het zal duidelijk zijn uit mijn betoog dat ons standpunt in de zen niet gewijzigd is en dat wij deze motie dus niet zullen steunen. De heer Bijkersma: De discussie vorig jaar over de motie was wat verwarrend want er zijn conclusies uit getrokken die er helemaal niet uit getrokken hadden moeten worden. Ik heb dat uit de woorden van de neer Visser ook weer geproefd. Ik wil beginnen met mijn betoog over deze raadsbrief. Mijn fractie kan zich verenigen met de stellingname van de drie wethouders van de PvdA zoals die in de raadsbrief is verwoord, hetgeen wel een toelichting vereist. Bij de behandeling vorig jaar van de betreffende motie heeft de fractie van de VVD tegengestemd. Wij hebben niet tegengestemd omdat wij het inhoudelijk niet met de motie eens waren, wij hebben duidelijk gezegd dat wij dat wel waren, maar omdat er procedurefouten zijn gemaakt die de zaak zo tegenstrijdig maakten als maar kon. Bovendien was de motie een slag in de lucht omdat er immers geen aandeelhoudersvergadering meer plaats zou vin den tussen de datum van het indienen van de motie en de VEGIN-vergadering. Ik heb toen zelf deze motie aan de orde gesteld en ook verdedigd in de Raad van Commissarissen. Een en ander had eigenlijk geen zin omdat de Raad van Commissarissen geen aanbeveling doet. De aandeelhoudersvergadering, waar wij lid van zijn, kan het bestuur een min of meer bindende opdracht geven, wat ook nu kan. Vanavond kan de raad zich uitspreken over het wel of niet accepteren van de verhoging van de gasprijzen. Er komt nog een aandeelhoudersvergadering. Een aantal jaren geleden hebben wij hier vast gesteld dat de procedure in de aandeelhoudersvergadering zo zou zijn dat onze vertegenwoordiger daar in het aan hem ter kennis gebrachte standpunt van de raad daar uitvoert. De raadsbrief eindigt niet in een besluit. Als de voorzitter straks zou vragen aan de raad wie voor het standpunt is van de wethouders Lp /ries, Geerts en Kessler, dan kan onze vertegenwoordiger in de aandeelhoudersvergadering daaruit proeven wat het standpunt van de raad is. Dan is er duidelijkheid. Omdat wij het het vorig jaar inhou delijk met de motie eens waren en het nu nog zijn, wil de fractie van de VVD met het standpunt van de diie wethouders van de PvdA meegaan. Ik ben ervan overtuigd dat u, mijnheer de voorzitter, als u straks aan het eind van de discussie aan de leden van de raad de vraag zult stellen welk standpunt de raad wil dat onze vertegenwoordiger in de aandeelhoudersvergadering uitdraagt - er is namelijk geen raadsbesluit aan ons voorgelegd -, dan het standpunt duidelijk zult kunnen proeven. Dan is ook de motie die door de fracties van de PvdA en PAL is ingediend overbodig geworden. Ik vraag de voorzitter daarom om eerst die vraag te stellen, want wij hebben immers een aantal jaren geleden de zojuist door mij aangehaalde

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 10