20 procedure afgesproken. Zo die vraag niet wordt gesteld dan zal ik toch om stemming vragen, maar ik wil graag eerst het antwoord horen. De motie sluit precies aan bij datgene wat de nieuwe regering in het regeerakkoord heeft gezegd. Men wil een adempauze voor de lonen en daar past deze motie precies in. (De hear Jansma: Tri je jier?) De heer Jansma wordt nu ineens wakker. Ik stel het duidelijk, deze nieuwe regering wil graag een adempauze en ik vind dat deze motie daarin wel past. Ik merk dat er algehele consternatie bij de frac tie van het CDA is. (Gelach) De heer Visser heeft gezegd dat hij bang is dat de rendementen van de bedrijven in gevaar komen. Ik wil graag van de heer Visser weten hoe hij die opmerking heeft bedoeld. Frigas heeft volgens mij toch eigenlijk niets met de gasprijs te maken. Bij een nieuwe inkoopprijs wordt ook de verkoopprijs ver hoogd, maar dat heeft met het rendement van Frigas niets te maken. De heer Visser zou misschien ande re bedrijven bedoelen. In ieder geval heeft datgene wat de heer Visser aanhaalde geen betrekking op Frigas. Het is duidelijk dat onze fractie zich achter het standpunt van de drie wethouders van de PvdA stelt. Onze vertegenwoordiger in de aandeelhoudersvergadering kan daaruit het standpunt van de raad proeven en daarom is volgens mij de motie die door de PvdA en PAL is ingediend overbodig. De heer Van der Wal: Uit het feit dat ik de door de heer Meijerhof ingediende motie namens mijn fractie mede heb ondertekend, blijkt wel dat wij het eens zijn met de inhoud van die motie en met het betoog van de heer Meijerhof. Mijn betoog kan ik dus kort houden. Onze motivering om de aardgasprij- zen voor een bepaalde periode te bevriezen komt nog steeds voort uit de bezorgdheid over de langza merhand steeds - ik zou haast zeggen extreem - hoger wordende woonlasten en het te snel groeiend aan deel van de aardgaskosten daarin. Een verhoging van het tarief met 6% voor 1983 lijkt op zich vrij re delijk. In 1981 was er sprake van een tariefsverhoging van 15%. Er is dus des te meer reden om de mo tie, zoals die zojuist is ingediend en die eigenlijk zegt dat de motie van het vorig jaar gehandhaafd blijft, te ondersteunen. Ik ben blij te horen dat de motie steeds bredere steun in deze raad krijgt. Ook ik heb niet begrepen wat de heer Visser bedoelt met de rendementspositie van Frigas. De bru tomarge in de tariefstelling, waar de rendementspositie sterk van afhankelijk is, staat namelijk los van de totale verhoging die het tarief doormaakt of van de bevriezing van het tarief en staat los van de on derhandelingen over de brutomarge die de rendementspositie van, in ons geval, Frigas bepaalt. Ik be grijp niet dat dat een reden kan zijn om tegen deze motie te stemmen. Mevrouw De Jong: In 1981 heb ook ik de motie van de PvdA en PAL over de bevriezing voor drie jaar van de aardgasprijzen ondertekend. Het zal duidelijk zijn dat er voor mij geen reden is om inmid dels van standpunt te veranderen. Ik ben het dus eens met het standpunt van de drie wethouders van de PvdA. De andere helft van het college komt het standpunt van de VEGIN zakelijk gezien juist voor. Ik proef uit de raadsbrief dat er sprake is van een geringe prijsverhoging. Een geringe verhoging is ook een verhoging en elke verhoging voor de consument drukt op de woonlasten die nu al, voor met name de so ciaal zwakkeren, haast niet meer zijn op te brengen. Naar mijn gevoel is het een verhoging teveel en het zal daarom duidelijk zijn dat ik het met het standpunt van de drie wethouders van de PvdA volledig eens ben De heer Buurman: Ik wil kortheidshalve verklaren dat ik het, gezien de aangevoerde argumenten in deze raadsbrief, eens ben met het collegestandpunt. De heer Miedema (weth.): Gezien de ontwikkeling van de woonlasten is het een goede zaak dat dit agendapunt veel aandacht krijgt. Ik wil in dit kader een paar algemene opmerkingen maken. Uit de stukken is wel duidelijk geworden dat er een goed maar ook een langdurig overleg tussen de VEGIN en de Gasunie is. Het is erg positief dat er overleg is, want dat geeft de afnemers, dat zijn dus ook de ge bruikers, een vorm van inspraak. Een inspraak die de laatste twee jaar ook duidelijk resultaten heeft gehad. Als men zich het feit in herinnering terugroept dat de verhoging van juli 1982 niet is doorge gaan, dan is dat voor een niet onbelangrijk deel aan dit overleg te danken. Het voorstel dat nu gedaan wordt is een duidelijk voorstel, wat voldoende uit de stukken en ook uit de opmerkingen die gemaakt zijn blijkt. Dat de voorgestelde verhoging niet groter is, is voor een groot deel te danken aan het ge voerde overleg. Wij, dat is het hoofdbestuur van de VEGIN, zijn het overleg ingegaan in het midden van dit jaar nadat de juli-verhoging was afgewezen. De minister van Financiën zat toen nog te denken aan een verhoging van 10 cent per 1 januari 1983. Door frequent, langdurig en volhoudend te onder handelen ligt nu dit voorstel op tafel. Als de heer Meijerhof zich afvraagt hoe groot het verschil is en welk verschil er zit tussen het voorstel van de meerderheid en dat van de minderheid van het college, 21 dan is daarop alleen maar het volgende antwoord te geven. Het verschil tussen het ene standpunt, dat voor de motie is, en het andere standpunt, dat tegen de motie is, is het handhaven van de overlegsitua tie. Handhaven van het gesprek is erg belangrijk voor de toekomst. Mocht de landelijke VEGIN-verga- dering de motie zoals die hier is ingediend volgen, dan geeft dat de minister alle ruimte om volstrekt z n eigen gang te gaan, hetgeen voor de ontwikkeling van de woonlasten een erg slechte zaak zou zijn. Ik wil hier echter direct aan toevoegen dat dan uiteindelijk natuurlijk de Tweede Kamer gaat be slissen en dat daarvan een andere opstelling verwacht zou kunnen worden. Ik wil nu een reactie geven op de vragen en de opmerkingen die geplaatst zijn. De heer Meijerhof heeft een vraag gesteld over het verschil in standpunten. Ik heb daarop reeds geantwoord. De heer Meijerhof zegt verder dat hij duidelijk de indruk heeft dat het hoofdbestuur van de VEGIN door de bocht is gegaan. Ik heb die indruk niet. Als men vanuit een positie van 10 cent terug gaat naar 2,7 cent, dan blijft het praten over de laatste 0,3 cent als aanbod - gezien de verschillen die men heeft overbrugd en het feit om uiteindelijk tot overeenstemming te komen en de minister niet alleen te laten beslissen - een kwestie van redelijk onderhandelen. Ik denk dat een en ander geen kwestie is van al of niet door de bocht zijn. De heer Meijerhof zegt ook dat hij het niet met de uitkomsten eens is. Ik heb daar goede nota van genomen. Een aantal fractievoorzitters en sprekers namens fracties zijn hem daarin gevolgd. Ik ben benieuwd hoe straks de discussie bij het agendapunt over de leges gaat verlopen, want daar zit namelijk in verhouding dezelfde verhoging in. (De heer Bijkersma: Dat is nu toch niet aan de orde?) Het gemeentelijk bedrijf kan niet draaien zonder enige verhoging en ook de gaswereld zal dat niet kunnen. In dat kader heeft de heer Visser een opmerking gemaakt over de rendementspositie. Van een aantal kanten is gezegd dat die in het geding is. Ik denk dat die rendementspositie zeker in het geding is Doordat de verhogingen, die de Gasunie bepleit en de minister vaststelt, de laatste jaren zo groot zijn, is de dekking van de vaste kosten van de gasbedrijven duidelijk achtergebleven. In dit voorstel zit een stuk dekking voor de vaste kosten en een stuk brutomargeverbetering. Ik geef de heer Van der Wal toe dat de brutomargeverbetering in feite niet uit deze prijs komt, maar als er geen verhoging is, is de kans dat er een brutomargeverbetering komt niet aanwezig. Volgens mij is die koppeling duidelijk aan wezig. Gezien het landelijk beeld dat er reeds een aantal gasbedrijven is dat niet meer renderend kan draaien, is de rendementspositie van de gasbedrijven duidelijk in het geding. Dat is dan ook een van de overwegingen waarom de meerderheid van het college het voorstel doet dat onderaan op pagina 1 van de raadsbrief staat. Ik citeer: "Gelet op de door de VEGIN aangevoerde argumenten en het feit dat hier mede de verhoging van de gasprijzen beperkt blijft, menen wij dat er geen bezwaar bestaat om het standpunt van de VEGIN te volgen." De heer Bijkersma heeft gezegd dat de ingediende motie onder de adempauze valt en dat de opmer king over het rendement hem niet duidelijk is. Ik hoop dat een en ander hem nu iets duidelijker is ge worden, maar aan zijn reacties te zien heb ik daar mijn twijfels over. De heer Bijkersma komt hierop denk ik in tweede instantie wel terug. De heer Van der Wal heeft zijn bezorgdheid uitgesproken over de ontwikkeling van de woonlasten. Ik deel die bezorgdheid volstrekt. Wij menen echter dat de verhoging die nu door krachtige onderhan delingen is bereikt op een aanvaardbare hoogte zit. Gezien de ontwikkeling van deze tijd zal er toch iets moeten gebeuren. Wel is de afspraak gemaakt dat men eenmaal per jaar over een verhoging zal spreken Mevrouw De Jong en de heer Buurman hebben zich bij de andere sprekers aangesloten. Mevrouw De Jong is het eens met de bevriezing van de aardgaspri jzen en de heer Buurman volgt het collegestand punt. De Voorzitter: Ik stel voor om op te houden met praten en over te gaan tot stemming. De heer /Meijerhof: Ik wil toch even gebruik maken van de tweede instantie, mijnheer de voorzitter. De wethouder overtrekt de zaak in zijn beantwoording volgens mij een beetje. Hij zegt dat er 10 cent werd gevraagd, dat men nu op het ministerie al op 3,2 cent zit en dat er dus leuk is onderhandeld. Ik -n het daar niet mee eens. Wij zitten hier natuurlijk in een soort tweesporenonderhandeling. Aan de ene kant het parlement en het ministerie die proberen zoveel mogelijk voor elkaar in de wacht te slepen en aan de andere kant de minister van Financiën die het heeft over een prijsverhoging van 10 cent. Wij weten allemaal dat gas, naast de belastingheffing, een belangrijke inkomstenbron voor het rijk is. De 'Ocent speelt daarin dus een duidelijke rol. Het Ministerie van Economische Zaken heeft natuurlijk an dere problemen aan zijn hoofd als er over 10 cent of over 3,2 cent wordt gepraat. Wij hoeven daarbij alleen maar te denken aan de industrie en aan de glasbouw. Ik vind het wel een beetje overtrokken om N' eggen dat er dankzij het overleg dat de VEGIN in de loop van dit jaar al heeft gehad met de Gas-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 11