6 discriminerende leuzen voor grote groepen van de bevolking kunnen zijn. Ook moet worden beargumen teerd hoe dergelijke leuzen bepaalde fascistische tendensen, die er op dit moment zijn doordat er toch een stukje discriminerende propaganda is, kunnen versterken. Nogmaals, ik wil een en ander heel na drukkelijk beperken tot datgene waar het in deze brief om gaat. De Voorzitter: Ik handhaaf datgene wat ik zojuist heb gezegd. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van de voorzitter. Punten 2 t.e.m. 5 (bijlagen nrs. 392 394 403 en 395). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 6 (bi j lage nr. 389). De Voorzitter: Dit punt luidt: Verkoop van een ten oosten van en aan het Fioringras gelegen per ceeltje grond. De heer Buurman: Een van de vaste voorwaarden bij de verkoop van grond is dat de begrenzing van het verkochte ter plaatse is aangegeven door de landmeetkundig ambtenaar van de Dienst Stadsontwik keling van de gemeente Leeuwarden. Toen de grond van Fioringras 17 is verkocht is ook de begrenzing van het verkochte aangegeven. De plaats van het te stichten gebouw, de rooilijn en dergelijke, is aan gegeven door onze ambtenaar van Bouw- en Woningtoezicht. Bijna tien jaar nadat het gebouw is ge sticht vindt er nog een ambtshalve kadastrale opmeting plaats en wordt er ondanks alle uitzettingen, op metingen en aanwijzingen van gemeentewege een afwijking van vier m2 geconstateerd. iDe verkoop- bedingen van de gemeente zeggen duidelijk dat over- of ondermaat tengevolge van de nog ambtshalve plaatsvindende kadastrale opmeting van het verkochte geen aanleiding kan geven tot verhoging of ver laging van de koopsom. Ik vraag mij af of dit voorstel zo zonder meer door de raad kan worden aan vaard, ook al zou er reeds overeenstemming tussen partijen tot stand zijn gekomen. De gemeente is hierin een nogal sterke partij. Als de raad echter van oordeel is dat dit stukje grond moet worden be taald dan dient er toch wel aandacht te worden besteed aan het feit dat er voor deze tekortkoming een in verhouding hoge prijs moet worden betaald. Ten eerste lijkt mij de grondprijs van 100,per m2 aan de hoge kant. Ten tweede komen de kosten van de ambtshalve opmeting voor rekening van de koper. Bij elkaar kost deze vier m2 de koper ongeveer 200,per m2. Hoe het ook zij, dit voorstel lijkt mij zo zonder meer niet aanvaardbaar en ik wacht daarom met belangstelling de motivering van de wethouder af. De heer Geerts (weth.): De landmeetkundig ambtenaar van de Dienst Stadsontwikkeling zet de ka vel uit en er vindt met een ambtenaar van het Kadaster overeenstemming over de grenzen van de kavel plaats. Het beding in de akte dat over- en ondermaat geen aanleiding kan geven tot wijziging van de koopsom slaat hierop dat, wanneer later uit de kadastrale berekening blijkt dat een kavel niet x m2 maar x+y m2 groot is, de y m2 niet betaald hoeft te worden. Er is hier evenwel iets anders aan de hand. Hier is een grens aangewezen waarmee de eigendomsgrens vaststaat. Er is geconstateerd dat iemand ge bouwd heeft over deze grens heen, met andere woorden er is gebouwd op gemeente-eigendom. De ge meente kan dan twee dingen doen. Men kan zeggen dat men het gedeelte van het gebouw dat op ge meente-eigendom staat moet afbreken, maar men kan ook zeggen dat het stuk grond dat gemeente-ei gendom is en waarop is gebouwd alsnog moet worden gekocht. Degene die over de eigen eigendomsgrens heen heeft gebouwd en het niet in eigendom zijnde stuk grond wil kopen moet de normale kosten - 100,per m2 is niet zoveel - en ook de kosten die nodig zijn om de akte op te-maken betalen. Het gaat inderdaad bij deze oppervlakte om een dikke prijs, maar dat heeft te maken met de kosten van het maken van de akte. Het zal niet veel in prijs verschillen of er een akte wordt gemaakt voor vier m2 grond of voor 20 m2 grond, gezien de werkzaamheden die er dienaangaande nodig zijn. Het beding van over- en ondermaat gaat hier niet op. Er is hier duidelijk geconstateerd dat de eigendomsgrens niet door de bouwer is aangehouden. Het niet in eigendom zijnde stuk grond wordt alsnog verkocht tegen een mijns inziens niet onredelijke prijs. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. 7 Punt 7 (bijlage nr. 388) De Voorzitter: Aan de orde is thans: Verkoop van een in het bestemmingsplan Wirdum-Marwerd ge legen perceel bouwterrein aan Bouwbedrijf Van der Werff en Zijlstra BV, gevestigd te Leeuwarden. Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Wij hebben de voorwaarden zoals die in het besluit zijn opgeno men bekeken. Bij ons bestaat de indruk dat artikel 16a en b en met name artikel 16b een antispeculatie- beding is. Uit ingewonnen informatie hebben wij begrepen dat artikel 16 is gebaseerd op de richtlijnen van de staatssecretaris. Wij zouden graag van de wethouder willen horen of hij een en ander kan beves tigen omdat wij gewoonlijk bezwaar maken tegen een antispeculatiebeding. De heer Geerts (weth.): Bij premie-A-koopwoningen wordt inderdaad verwezen naar een circulaire van de staatssecretaris die overigens ook in het besluit is opgenomen. Verder is het normaal dat wij op het ogenblik een dergelijke voorwaarde, die men het antispeculatiebeding kan noemen, bij verkopen in de nieuwbouwsfeer stellen. Zo'n voorwaarde stellen wij ook in CamminghaburenWij wijken hier dus niet van de regel af. Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Ik heb deze vraag gesteld omdat ik de indruk had dat het hier om een ander speculatiebeding gaat dan in Camminghaburen wordt gebruikt, ik zie dat de wethouder zijn hoofd schudt, dus neem ik aan dat het om hetzelfde speculatiebeding gaat. Wij zullen dan ook niet te gen het voorstel stemmen. (De heer Bijkersma: De regeling van de staatssecretaris dekt dus deze voor waarde.) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 8 t.e.m. 12 (bijlagen nrs. 390 429 409 387 en 391). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 13 (bijlage nr. 397). De Voorzitter: Dit punt luidt: Nadere vaststelling van het stadsvernieuwingsplan Camstraburen- Zuid. De heer Timmermans: Ik wil beginnen met te constateren dat mijn fractie instemt met de inhoud van deze raadsbrief. Toch willen wij enkele kanttekeningen plaatsen bij de verdere ontwikkeling van dit plangebied. Wij zijn blij dat er nu eindelijk duidelijkheid is over de ruimtebehoefte van de onderwijs voorzieningen en wel omdat daarmee gewerkt kan worden aan de afronding van het bestemmingsplan en tevens omdat er gewerkt kan worden aan de uitvoering van een aantal zaken. Op zichzelf zijn wij niet ongelukkig dat de ruimtebehoefte van de onderwijsvoorzieningen wat kleiner blijkt te zijn dan aanvan kelijk is gedacht. Immers, op deze wijze ontstaat de mogelijkheid om een wat evenwichtiger opbouw van deze wijk te realiseren. Wij hebben hier te maken met een situatie die gekenmerkt kan worden als een zéér gunstige woonsituatie in de directe nabijheid van de binnenstad. De nabijheid van de onderwijsvoorzieningen maakt het tevens zeer waarschijnlijk dat er in overwe gende mate gebouwd gaat worden voor een- en tweepersoonshuishoudens. Dat nu, mijnheer de voorzit ter, is iets waar wij toch wel enige moeite mee hebben. Wij verwachten dat de opbouw van deze wijk wel eens te eenzijdig zou kunnen zijn. Daarom willen wij hier twee concrete voorstellen naar voren brengen. In de eerste plaats zouden wij graag willen dat er op de reeds bouwrijpe gronden en ter plaatse van het Dekamabuurtje een niet onaanzienlijk aantal bejaardenwoningen wordt gebouwd. In de tweede plaats achten wij het van belang dat er ook een aantal grotere woningen, eengezinswoningen, wordt gebouwd waarbij wij met name denken aan de situatie ter plaatse van het bedrijf van Cohen. Het Dekamabuurtje is reeds door mij genoemd. Het is al weer een paar jaar geleden dat er op grond van planologische en met name ook bouwtechnische overwegingen een keuze is gemaakt en wel de sane ring van het Dekamabuurtje. Met deze keuze zijn verwachtingen geschapen die ertoe hebben geleid dat de oorspronkelijke bewoners deze buurt hebben verlaten. Laten wij nu duidelijk zijn, wij hebben er geen behoefte aan om nieuwe verwachtingen te scheppen in de richting van het behoud van het Deka mabuurtje. Hj hebben geconstateerd dat er reeds nieuwbouwwoningen in deze buurt zijn gebouwd. De inrich ting van de woonomgeving heeft niet bepaald onze instemming. Wij vinden het daarom van belang dat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 4