8 er een overleg tot stond komt tussen de huidige bewoners, zo mogelijk de toekomstige bewoners, de ge meente en de opdrachtgever om er voor te zorgen dat in de toekomst de verdere inrichting van de woon omgeving van betere kwaliteit wordt. Er resteert mij nog een opmerking over de inrichting van het bestemmingsplan. Het is duidelijk dat de Eebuurt en met name ook de Spanjaardslaan in niet geringe mate het beeld van de wijk naar buiten toe zullen bepalen. Wij gaan er daarom vanuit en wij achten het ook noodzakelijk dat het bestemmings plan zeer nauwkeurig stedebouwkundige randvoorwaarden zal formuleren voor met name de wanden van de Eebuurt en de Spanjaardslaan. De figuratie die op dit moment in de plantekening staat aangegeven voor het kantoorgebouw heeft in dit opzicht nauwelijks onze instemming. Wij gaan er dan ook vanuit dat er een betere stedebouwkundige situering en vormgeving zal worden vastgesteld in het te maken be stemmingsplan De heer Sijbesma: Wij hebben hier weer een plan dat bijgesteld moet worden. Toch is onze eerste conclusie dat de duidelijkheid die er nu is als positief beoordeeld moet worden. Ten aanzien van het plan zelf moet worden uitgegaan van beperktere financiële middelen. Dat afwegende is handhaving van houthandel Van Driesum op zich acceptabel. Wij zijn met het college van mening dat voor de duide lijkheid de knoop moet worden doorgehakt en dat dit bedrijf moet worden ingepast bij de invulling van dit gebied. Het ligt het meest voor de hand om de niet meer voor onderwijsvoorzieningen benodigde terreinen te bestemmen voor woningbouw. Zo kan ook het Dekamabuurtje weer in deze sfeer teruggebracht wor den. Een en ander laat echter onverlet de in een eerder stadium genomen beslissing ten aanzien van de huidige woningbouw. Om zuiver bouw- en woningtechnische redenen is destijds al geconcludeerd dat handhaving van de huidige woningen ongewenst is. Instandhouding van deze woningen tot 1986 vergt een niet verantwoord bedrag. Het is daarom een goede beslissing om op korte termijn een herhuisves tingsplan te maken. Het bedrijf van Cohen is nogal problematisch, het is niet goed inpasbaar. Het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft de deur op een kier laten staan en wij hopen dat het het college lukt deze deur open te krijgen. De ligging van dit gebied, enerzijds bij een stuk open terrein en anderzijds dicht bij de binnenstad, vraagt om een goede invulling, al zal ook hier de harde financiële randvoorwaarde wel weer haar be perkingen kennen. Wat ons betreft kan er een poging worden gedaan om enige differentiatie in de wo- ningbouwgrootte aan te brengen. Wij onderstrepen nogmaals het feit - dat staat overigens ook al in de raadsbrief - dat bij de invulling ruimte zal worden geschapen voor bejaardenwoningen. De huidige pro blematiek ten aanzien van de bejaardenhuisvesting en zeker de vergroting daarvan in de toekomst vra gen om die ruimte. Hoewel de wethouder in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening al een toezegging heeft ge daan, wil ik voor de volledigheid nog zeggen dat wij vinden dat de invulling van het kantoorpand aan de Spanjaardslaan naar maat en schaal moet passen bij de omgeving. Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Met betrekking tot de aanpassingen kunnen wij instemmen met de handhaving van de huidige situering van houthandel Van Driesum. Het moet voor houthandel Van Drie sum duidelijk zijn dat het hier om een definitief standpunt van de gemeente gaat, zodat men ook verder plannen zal kunnen ontwikkelen. Dat er nu ook op de huidige plaats van het Dekamabuurtje een woonbestemming kan worden gelegd heeft onze instemming, gezien de nabijheid van het hoger onderwijscentrum en het stadscentrum. Wij gaan ermee akkoord dat hier speciaal het accent komt te liggen op huisvesting van een- en tweeper soonshuishoudens. In dit plan zouden wij ook een aantal bejaardenwoningen willen zien opgenomen. Wij zouden tegen de investering van zulke hoge bedragen in de oude huizen stemmen en wij zijn dus voor een actieve sanering en voor een herhuisvestingsplan voor de huidige bewoners van het Dekama buurtje. Wij gaan ervan uit dat de huurders op de normale wijze worden behandeld. Verder houden wij de wethouder aan de destijds door zijn voorganger aan onze fractiegenoot De Beer gedane toezegging voor wat betreft de vormgeving van het kantoorgebouw op de hoek Rengerslaan/ Spanjaardslaan. Wij houden de wethouder aan de toezegging dat dit kantoorgebouw zal passen bij de bestaande bebouwing van de Spanjaardslaan, die toch wel kwetsbaar is, en dat het gebouw qua vormge ving niet zal detoneren op genoemde hoek. Wij willen ook graag dat er in het plan grote zorg zal worden gegeven aan de woonomgeving, al zijn wij ons ervan bewust dat de financiële beperkingen, met name voor het onderhoud van de woonom geving, een grote rol spelen. 9 De heer Van der Wal: In grote lijnen zijn wij het eens met het huidige stadsvernieuwingsplan Cam- straburen-Zuid zoals dat nu voor ons ligt. Behalve een zwaar accent op de onderwijsvoorzieningen is er, vergeleken met het ontwerp-bestemmingsplan dat destijds door de meerderheid van deze raad is aange nomen, veel meer woonfunctie en bedrijvigheid in het gebied gekomen. Daarmee is dan ook de reden vervallen waarom ik destijds tegen het ontwerp-bestemmingsplan heb gestemd. Als men ziet hoe gemak- kelijk de raad nu unaniem een toch vrij fundamentele wijziging op het gebied van de ruimtelijke orde ning in dit stadsvernieuwingsgebied accepteert, dan vraagt men zich af waarom de raad dat destijds ten aanzien van het nu aangehaalde beleid over de evenwichtige functieverdeling niet heeft gedaan. Maar goed, "better let as net". Onze tevredenheid over deze gang van zaken wordt echter behoorlijk vergald door de gang van za ken rond het Dekamabuurtje. Het Dekamabuurtje bestaat uit een 37-tal woningen. Honderden, zo niet duizenden woningen van hetzelfde type als de woningen van het Dekamabuurtje zijn te vinden in Hui- zurr-West, in de Vogelwijk, in de Westerparkwijk en dergelijke. Het gaat om woningen uit ongeveer 1920, 1930. In de raadsbrief wordt geconcludeerd dat de woningen in het Dekamabuurtje niet meer te handhaven zijn, hetgeen geweten wordt aan de slechte onderhoudstoestand van de woningen. Toen on geveer tien jaar terug de onderwijsplannen aan de orde kwamen en de gemeente langzamerhand is be gonnen met een aankoopbeleid in het Dekamabuurtje, is er van mijn kant - ik zat toen weliswaar in een ander fractieverband dan nu - al op aangedrongen om deze woningen toch te blijven onderhouden. Een en ander is ook min of meer toegezegd. Die toezegging is door het college keihard herhaald toen wij eind 1979 begin 1980 een groot complex van een particuliere eigenaar aankochten. De toenmalige wet houder De Pree heeft de raad verzekerd dat het normale onderhoud aan de woningen die in gemeentebe- zit kwamen zou worden uitgevoerd. Als het zou kunnen zou de gemeente een deel van het onderhouds- geld via de instandhoudingsregeling terugkrijgen. Er is echter niets van die toezegging terechtgekomen. Integendeel, sinds die tijd zijn de verslechtering van het woongenot en de onderhoudstoestand van de woringen in versnelde mate doorgegaan. De woningen konden niet meer worden gehandhaafd, omdat mer op die plaats te gei'soleerd zou wonen. Het is hoogst eigenaardig dan nu in de raadsbrief te lezen dat in dit gebied de woonfunctie zeer goed te handhaven valt. De evenwel in essentie goede woningen die er destijds nog stonden zijn door het gemeentebeleid de vernieling ingejaagd. Het laatste halfjaar is de toestand van de woningen zelfs zodanig verslechterd - door brand, men heeft de woningen laten leegstaan en slecht dichtgespijkerd, het toegezegde onderhoud is totaal niet uitgevoerd - dat een van de bewoners zich genoodzaakt heeft gezien om naar de rechter te stappen om het onderhoud, op grond van het huurcontract dat zij met de gemeente heeft, alsnog uitgevoerd te krijgen. Die zaak loopt nog steeds in hoger beroep en wordt, zo luidt mijn laatste informatie, ook doorgezet. De bewoners schrijven ook in hun brief dat zij zich geïntimideerd voelen door ambtenaren van de gemeente. B. en w. ontken nen dat. Ik zal daarvan op dit moment geen "welles en nietes" spelletje maken. Feit is wel dat uit de, vaak emotionele, verhalen die ons met name het laatste jaar hebben bereikt duidelijk blijkt dat deze bewoners zich tenminste geïntimideerd hebben gevoeld. De intimidatie was dan wellicht niet met goed keuring van b. en w., maar de praktijk was wel zo. Mevrouw Brandenburg heeft in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening het excuus aangevoerd dat het rijk ons in deze richting zou hebben gestuurd. Als men namens het college in de raad toezegt de woningen goed te onderhouden en men doet dat niet en men komt zelf tot de conclusie dat de woningen, omdat ze verkrot zijn, niet meer zijn te handhaven, dan is er sprake van moedwillige verkrotting. Ik kan het niet anders zien. Als men de woningen moedwillig laat verkrotten dan kan men later niet met het excuus komen dat men, als het onderwijsbeleid en de ruimtebehoefte veranderen, met slechte wo ningen zit. Het rijk heeft ons nooit verplicht onze woningen te verwaarlozen, dat excuus gaat dus niet op. Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Dat is niet beweerd.) Dat heeft u met zoveel woorden wel in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening als excuus aangevoerd. Om deze reden willen wij ons dan ook duidelijk distantiëren van dat gedeelte van de raadsbrief dat gaat over het Dekamabuurtje. Het is ons geb ken dat de toestand van de woningen met name het laatste halfjaar zo ontzettend hard is achteruit gegaan dat de woningen op dit moment niet meer te handhaven zijn. Ik moet dat tot mijn spijt vertellen. De Stichting Stadsvernieuwingskorporatie Leeuwarden heeft in 1981 de woningen bouwtechnisch in rede lijke staat en woningtechnisch in slechte staat bevonden. Op dat moment waren de woningen nog voor tien jaar te behouden voor ongeveer 13.000,per woning. Nu is dat niet meer te doen. Kortom, ik Vind een en ander een schandelijke gang van zaken en het vergalt behoorlijk de tevredenheid over het totale plan zoals dat nu voor ons ligt. Over een evenwichtiger verdeling van de functies heb ik mijn tevredenheid uitgesproken. Met de woordvoerder van de PvdA vinden wij dat een en ander ook voor de woonfunctie moet gelden. Wij zijn er voor om een redelijk aantal bejaardenwoningen en grote woningen te bouwen op die plaatsen die de heer immermans heeft aangegeven. Als hij daarvoor met een voorstel komt dan zullen wij dat onder steunen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 5