4 Niettegenstaande dat wil ik de raad eerst mededeling doen van het feit dat de wethouders Heere en Geerts vandaag hun verjaardag vieren. Ik wil hen daarmee van harte feliciteren en ik ben ervan over tuigd dat ik dat namens de gehele raad doe. (Applaus) Voordat de raadsvergadering begon heb ik twee verzoeken gekregen om vanavond nog twee punten, die niet op de agenda staan maar die wel spoed hebben, te behandelen. Volgens het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Leeuwarden moet ik aan het begin van de vergade ring vragen of de raad aan de twee verzoeken wil voldoen. Als de raad met de verzoeken instemt, dan kunnen wij de twee punten aan het eind van de vergadering behandelen. Het eerste verzoek is van mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma en de heer Pruiksma waarin wordt ver zocht om aan de agenda toe te voegen het punt: Instellen van een vertrouwenscommissie. Ik constateer dat de raad ermee instemt dat dit punt vanavond nog wordt behandeld. Het tweede verzoek is van de dames Brandenburg-Sjoerdsma en Vlietstra dat luidt: "Geachte bur gemeester. Hierbij verzoekt de fractie van de PvdA u om aan de agenda van de raadsvergadering van 13 december 1982 toe te voegen het punt: "Bijstand aan 16- en 17-jarige werklozen" (zie de brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan b. en w. dd. 3 december 1982)." Deze kwestie komt op zeer korte termijn aan de orde in de Kamer. Kan de raad ermee instemmen dat ook dit punt vanavond nog wordt behandeld? De heer Bijkersma: Ik vind het tweede punt heel belangrijk, maar er is toch wel enig overleg over nodig binnen de fractie. Ik heb er namelijk bezwaar tegen dat men geheel onvoorbereid over een derge lijke problematiek gaat discussiëren. De Voorzitter: Dit punt komt aan het eind van de vergadering aan de orde, dus kunt u er misschien zelfs tijdens twee pauzes over praten. Ik constateer dat de raad ermee instemt dat ook dit punt vanavond nog wordt behandeld. Mevrouw Visscher—Bouwer is inmiddels ter vergadering gekomen. Punt 1. De Voorzitter: Dit punt luidt: Beëdiging loco-secretaris. De adjunct-secretaris is helaas ziek. De raad weet wellicht dat er twee ambtenaren als loco-secretaris zijn aangewezen. Om de bevoegdheid te hebben te kunnen tekenen moeten zij als zodanig worden aangewezen door b. en w. en moet men in de raad de eed of de beloften en de verklaring afleggen. De heer Van Harinxma thoe Slooten is loco-se cretaris, de heer IJsbrandij was loco-secretaris. Het is de raad stellig bekend dat de heer IJsbrandij in middels de dienst heeft verlaten. B. en w. hebben voor hem in de plaats aangewezen de heer drs. H. Sikkema. Ik neem aan dat de raad hiertegen geen bezwaar heeft. Ik zou de heer Sikkema willen ver zoeken even naar voren te komen. De heer Sikkema legt in handen van de voorzitter de voorgeschreven beloften en verklaring af. Punt 2. De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. Punt 3. Rondgezonden mededelingen. Sub A t.e.m. D. De berichten, de mededelingen en de uitspraak worden voor kennisgeving aangenomen. Sub E. De Voorzitter: Dit punt luidt: Brief van 13 november 1982 van de heer J.W. van den Berg, Tjerk Hiddesstraat 29, alhier, inzake de onderhandelingen tussen het Grondbedrijf DSO en de betrokkene over de aankoop door de gemeente van de autoboxen met grond achter de panden Veestraat 31 t.e.m. 5 De heer Dubbelboer: Het college stelt voor om de brief van de heer Van den Berg voor kennisgeving aan te nemen. Naar de mening van de VVD-fractie is het antwoord van b. en w. niet helemaal juist. Wel is het juist dat er met betrokkene overleg is gevoerd over de verkoopprijs van de panden. Uit de brief van de heer Van den Berg blijkt echter dat de verkoop van de panden geen soelaas biedt voor zijn bedr Tsvoering. In de omgeving is geen vervangende ruimte aanwezig voor de opslag van de goederen die de heer Van den Berg op dit moment in de panden heeft opgeslagen. Het college gaat volgens mij in de beantwoording dan ook voorbij aan de opmerking van de heer Van den Berg over de afbraak en het gebruik van zijn eigendommen. Door of namens de gemeente zijn namelijk vernielingen aangericht aan de eigendommen van de heer Van den Berg zonder dat daarover overleg is gepleegd. Bovendien zijn de panden of de grond niet aangekocht door de gemeente. De ver nielingen die zijn aangericht bestaan uit het weghalen van een deel van de betonverharding van het terrein van de heer Van den Berg, het stukrijden van een stenen rioleringsbuis en het stuktrekken van een electriciteitskabel die naar de panden van de heer Van den Berg leidt. In verband hiermee lijkt mij het voorstel van het college om de brief van de heer Van den Berg voor kennisgeving aan te nemen niet juist. Ik wil het college voorstellen om de brief van de heer Van den Berg te beantwoorden en in het ant woord te vermelden dat hem wordt toegezegd dat de vernielingen aan zijn eigendommen worden hersteld en dat, naast het door het college bedoelde overleg over de verkoopprijs, een overleg over eventuele andere oplossingen op gang wordt gebracht. De heer Geerts (weth.): Het verwondert mij dat deze kwestie toch niet in het reine is gekomen. Mij is meegedeeld dat er, nadat de brief door de heer Van den Berg geschreven is, nog met hem gesproken is en dat er in ieder geval over het punt dat men elkaar niet zou begrijpen geen problemen zijn. Ook is mij niets bekend van aangerichte vernielingen. Ik hoor dat nu pas voor het eerst en het is wellicht goed dat ik in voorkomende gevallen even gewaarschuwd wordt, want dan kan ik inlichtingen over een en ander inwinnen. Het is noodzakelijk dat er gronden van de heer Van den Berg worden aangekocht en daarover vindt op het ogenblik overleg plaats. De door de heer Van den Berg geschreven brief zou bij dit overleg betrokken worden. Mij is niets bekend van overeenstemming tussen degenen die namens de gemeente op treden en de heer Van den Berg. Het is in ieder geval wel duidelijk dat het overleg gaande is. Ik zal aan degenen die namens de gemeente aan genoemd overleg deelnemen de opmerkingen van de heer Dub belboer meegeven. De Voorzitter: Ik stel voor de brief van de heer Van den Berg niet zonder meer voor kennisgeving aan te nemen. Het antwoord op de brief laten wij afhangen van het overleg dat de heer Geerts zonet heeft genoemd. Misschien kunnen wij afspreken dat de wethouder van de resultaten van dat overleg me dedeling doet in de Commissie voor het Grondbedrijf. Uit die mededeling blijkt dan wel of de kwestie al of niet bevredigend is opgelost. Kan de raad met deze procedure akkoord gaan? Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van de voorzitter met inachtneming van de door hem ge dane toezegging. Sub F. De brief wordt voor kennisgeving aangenomen. Sub G en H. 'e verzoeken en de brief worden in handen gesteld van b. en w. om preadvies. Sub I. De brief wordt voor kennisgeving aangenomen. Sub J. e Voorzitter: Dit punt luidt: Adres van 11 november 1982 van de bewoners van de Kanaalstraat inzake de gemeentelijke panden Kanaalstraat 20 t.e.m. 26.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 3