4 Daarnaast heeft de regering aangekondigd dat verdere beperkingen in de uitkeringen aan de gemeenten zullen moeten worden doorgevoerd van 65 miljoen gulden in 1983 oplopend tot 400 miljoen gulden in 1986 door toepassing van het profijtbeginsel op gemeentelijk niveau. Dit betekent voor onze gemeente een bedrag van enkele tonnen oplopend tot enkele miljoenen guldens per jaar, welke bedragen aan de bevolking doorberekend zouden moeten worden in de prijzen van allerlei voorzieningen. Dat houdt in dat het extra verhogen van tarieven en belastingen ten behoeve van de eigen huishouding in feite nau welijks meer tot de mogelijkheden behoort. Daarenboven wil de rijksoverheid dat de personeelsformatie per jaar met 1% wordt verminderd. Indien dat ook van de gemeenten wordt verlangd (dat schijnt wel de bedoeling te zijn) en de uitkeringen uit het Gemeentefonds dienovereenkomstig worden verlaagd, zou dat betekenen dat de reeds in het beleidsplan opgenomen taakstelling van 2.000.000,voor verla ging van de personeelsformatie nog aanmerkelijk zou worden verzwaard met alle consequenties van dien. Veel pluspunten zijn er derhalve niet aan het financiële firmament. Alleen de resultaten van een door te voeren wijziging van de financiële verhouding tussen rijk en gemeenten laten zich gunstiger aanzien dan de eerste indicaties deden vrezen. Moest eerst op dat punt op een teruggang van circa 700.000,worden gerekend en hield een tweede bericht in dat voor Leeuwarden de situatie vrijwel gelijk zou blijven, de laatst bekende berichten zijn zodanig dat Leeuwarden circa 780.000,-- per jaar meer zal ontvangen. Voorts kan het rentepercentage nog enige verbetering brengen, hoewel ook het risico van rentestijging aanwezig blijft. Enige hoop mag worden gekoesterd dat er, na nog een aanzienlijke herwaardering in het beleids plan 1984-1988, voorlopig een zekere stabilisatie zal optreden, uiteraard op een aanmerkelijk lager ni veau dan thans het geval is. Binnen het raam van de, zij het aanzienlijk geringere, financiële mogelijkheden blijft het van het grootste belang vooral de aandacht gericht te houden op structurele verbeteringen; daarbij zal de ver leiding succesjes op de korte termijn te boeken zoveel mogelijk moeten worden weerstaan. Infrastructuur. In dit verband alsmede in het belang van de werkgelegenheid is het verheugend dat de rijksoverheid voor de komende jaren de toezeggingen in het kader van de stadsvernieuwing gestand doet. Hierdoor kunnen de plannen voor de binnenstad en grote delen van de SchiI-Oost worden uitgevoerd. Het gaat hierbij om vele tientallen miljoenen guldens. Daarenboven heeft de rijksoverheid bijna 60 miljoen gulden in het vooruitzicht gesteld voor de aanleg van de zuidtangent en de daarbij behorende werken. Met de uitvoering van die werken is inmid dels gestart en zij zullen vermoedelijk in 1986 kunnen worden voltooid. Daarmee zal dan een wezenlijk element aan de hoofdwegenstructuur van Leeuwarden zijn toegevoegd. Als de meest urgente projecten welke daarna aangepakt zullen moeten worden, moeten de Oostergoweg en het Vrijheidsplein worden genoemd. Aan de voorbereiding daarvan wordt de nodige aandacht geschonken. Woningbouw. In de maanden januari tot en met oktober 1982 zijn 1 .058 woningen opgeleverd, terwijl dit jaar een totaal zal worden bereikt van circa 1 .250. De woningproduktie is het afgelopen jaar derhalve in Leeuwarden nog zeer aanzienlijk geweest en zelfs hoger dan in 1981, toen wij een totaal bereikten van 1 .127. Het aantal in aanbouw zijnde woningen is evenwel minder dan de helft vergeleken bij het vorige jaar. De leegstand in Camminghaburen bedraagt circa 375 woningen, maar mag niet als verontrustend worden aangemerkt. Gelet op het aantal in aanbouw zijnde woningen en mede als gevolg van slechts beperkte contin genten voor de sociale woningbouw, zal de produktie in 1983 aanmerkelijk lager zijn. Ook al gaat Leeuwarden in dit jaar deelnemen aan het proefproject decentralisatie volkshuisvesting, er mag niet op een groter aantal toe te wijzen woningen worden gerekend. Wiardaburen. Het bestemmingsplan Wiardaburen, dat medio 1982 door de raad werd vastgesteld, zal naar ver wachting in de eerste helft van 1983 door gedeputeerde staten worden goedgekeurd. Het plan zal echter in een latere fase worden gerealiseerd dan aanvankelijk mocht worden verwacht. Zoals het zich nu laat aanzien, zal dat pas in de jaren negentig het geval zijn. Beschermd stadsgezicht en monumenten. De binnenstad van Leeuwarden is inmiddels bij besluit van 21 oktober 1982 aangewezen als be schermd stadsgezicht. Die aanwijzing zal zeer binnenkort rechtskracht krijgen, hetgeen de nodige ge volgen zal hebben voor de totstandkoming en de inrichting van de bestemmingsplannen voor de deelge bieden van de binnenstad. 5 Voorts wil ik nog graag opmerken dat wij in overleg zijn met de Rijksdienst voor de Monumenten zorg om gelden beschikbaar te krijgen voor de zo dringend noodzakelijke restauratie van de N.H.-kerk en de daarbij behorende toren te Wirdum. Herinrichting winkelgebied. Aan de herinrichting van een belangrijk deel van het winkelgebied in de binnenstad zal binnenkort uitvoering worden gegeven. Deze herinrichting heeft plaats in het kader van de Interim Saldo Regeling en wordt gesubsidieerd door het Ministerie van Volkshuisvesting c.a. met 3 miljoen. Een drietal plan onderdelen, waaronder een luifelplan voor de Peperstraat, wordt voorts voor 50% gesubsidieerd door het Ministerie van Economische Zaken. Verwacht mag worden dat hiermede de aantrekkingskracht van het hoofdwinkelgebied stellig zal worden gestimuleerd. Het graven en wroeten in onze binnenstad mag voor het moment bijzonder lastig en vervelend zijn, het zal zowel het winkelend publiek als de bedrijven op wat langere termijn gezien zeker ten goede ko men. Stadsverwarming. Het begint er steeds meer naar uit te zien dat het project stadsverwarming in Leeuwarden geen doorgang zal kunnen vinden, zoals dat trouwens in meer steden het geval blijkt te zijn. De aanvanke lijke verwachtingen om vrijkomende warmte bij de vuilverbranding via een heetwatervariant te kunnen benutten voor de stadsverwarming, bleken financieel niet haalbaar te zijn. In het vorige jaar is inten sief nagegaan of een andere variant betere mogelijkheden zou kunnen bieden. Daarbij is gedacht aan het produceren van stoom door de vuilverbrandingsinstallatie. De inschakeling van een grote stoomafne- mende industrie was daarbij een essentiële voorwaarde. Ook deze mogelijkheid is inmiddels een niet haalbare kaart gebleken. Bij het nagaan van deze variant is het provinciaal bestuur nauw betrokken ge weest. Op zeer korte termijn zullen afrondende gesprekken plaatshebben met het Ministerie van Economi sche Zaken en de Nederlandse Energie Ontwikkelingsmaatschappij (NEOM), die financieel bij het pro ject zijn betrokken. Deze ontwikkelingen zijn in belangrijke mate mede veroorzaakt door gewijzigde prognoses over de ontwikkeling van de gasprijzen en het gasverbruik alsmede door vertraging in het tempo van de woning bouw Frieslandhal. Het tot stand komen van een Evenementenhal in het Frieslandhal-complex mag zeker worden gere kend tot de verbetering van de infra-structuurHet geeft een aanmerkelijke verruiming tot het houden van belangrijke evenementen in deze stad. Het jaarlijkse congres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten bijvoorbeeld, dat circa 2.000 bezoekers trekt, kan hier thans worden gehouden. Het con gres is dan ook voor 1984 in Leeuwarden gepland. Tevens is in dit complex een belangrijke verruiming tot stand gekomen van onze overdekte sportaccommodaties. Binnenkort wordt hier een gedeelte van het toernooi om het wereldkampioenschap handballen georganiseerd. Minder gunstig is helaas de ontwikkeling met betrekking tot de bij dit complex behorende ijshal. De financiële resultaten zijn als gevolg van tegenvallende bezoekersaantallen tot dusverre erg teleur stellend. Het lijkt zeer de vraag of exploitatie van een ijshal in Leeuwarden tot de reële mogelijkheden blijft behoren Schooladviesdienst. In mijn vorige nieuwjaarsrede kon ik melding maken van het bereikte principe-akkoord over de structuur van de schoolbegeleiding in Friesland en de daarmee gepaard gaande verlening van rijkssubsi die. Ik sprak toen de hoop uit dat het inpassen van onze Schooladviesdienst (SAD) in het Gemeenschap pelijk Centrum voor Onderwijsbegeleidingsdiensten (GCO) in 1982 zijn beslag zou krijgen. Zoals u uit de pers en uit ons antwoord op vragen uit de raad hebt kunnen opmaken, verlopen de besprekingen over de overgang van de SAD niet zo soepel als wij zouden wensen. Het is hier nu niet het moment om op de oorzaken daarvan in te gaan. Laat ik volstaan met te zeggen dat wij verwachten dat de bestaande obstakels inmiddels zijn weggeruimd in gesprekken tussen de bestuurscommissie van de SAD en het bestuur van het GCO. Ik neem aan dat de overdracht van de SAD aan het GCO in de eerste helft van dit jaar haar beslag zal kunnen krijgen. Hoger onderwijs. Met voldoening hebben wij kennis genomen van de beslissing van de minister van Onderwijs en We-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 3