14
huur van het pand en krijgt opdracht van het beleid, zonder dat de raad hierin wordt gekend, de woning
onbewoonbaar te maken. Kraakacties, politie-optreden tegen de krakers, verontwaardigde buurtbewo
ners en de gebruikelijke discussie over de hoeveelheid ingezette agenten zijn het resultaat. Initiatieven
van diverse kanten moeten voorkomen dat soortgelijke geschiedenissen - over het pand Kanaalstraat 20
hebben wij in de raad ook afspraken gemaakt - weer zullen gaan plaatsvinden. Het is mij op dit ogen
blik onduidelijk waarom het antwoord op de reeds door mij genoemde vragen van de PAL-fractie zo lang
op zich heeft moeten laten wachten. Beleid wordt toch vooraf bedacht? Er is achteraf toch geen be
denktijd nodig om dat beleid toe te lichten? Over het aantal ingezette agenten komen wij met zijn al
len toch niet uit, tenzij volmondig wordt toegegeven dat dat er tenminste 20 geweest zijn.
Ik wil graag reageren op een aantal passages uit de antwoorden die het college op onze vragen ge
geven heeft. Ik heb al gememoreerd dat er duidelijk gereageerd wordt, blijkbaar op grond van verwach
tingen, op het feit dat het pand binnen afzienbare tijd moet worden afgebroken. Nu hebben wij vaker
gereageerd op grond van verwachtingen, hetgeen ons helaas een aantal goedkope woningen van onze
voorraad gekost heeft. Ik kan slechts een paar recente gevallen noemen. Wij kennen allemaal de ge
schiedenis van de Dekamabuurt. Een heel recent geval is dat wij op grond van verwachtingen de FBTO
hebben toegestaan om de panden aan de Snekerkade te slopen. Deze verwachtingen komen op dit mo
ment blijkbaar niet uit. Wij zitten nu met een parkeerterrein en het is nog maar de vraag of b. en w.
inrichtingseisen gaan stellen.
Op dit moment willen wij duidelijk verklaren dat wij als fractie er uitermate belang aan hechten
dat niet op grond van verwachtingen woningen aan het woningbestand worden onttrokken, maar dat op
basis van concrete bouwplannen met bijbehorende bouwvergunningen gebouwen en woningen aan het
woningbestand worden onttrokken.
Het huidige regeringsbeleid en de daarin gevatte bezuinigingen geven een duidelijke onzekerheid
over de toekomstige bouw van het Lienward College. Wij hebben ons bijzonder kwaad gemaakt over een
passage in een van de antwoorden op de door de PAL-fractie gestelde vragen. In het antwoord op vraag
A3 staat onder anderen: "In verband daarmee was het Woningbedrijf bezig met het uitvoeren van diverse
werkzaamheden in dat pand. Door het kraken werden de werkzaamheden van het Woningbedrijf in het
pand belemmerd. Onder de gegeven omstandigheden was er sprake van lokaalvredebreuk." Als wij con
stateren dat die de werkzaamheden bestonden uit het onklaar maken van het sanitair, het openbreken
van vloeren en het vernielen van deuren dan heb ik toch wel behoefte aan een herformulering van het
woord "lokaalvredebreuk". Voor mijn gevoel is het tegen de beslissing van de raad in moedwillig slopen
van een nog voor bewoning geschikte woning en het stukslaan van sanitair, vloeren en deuren van een
woning die nog bewoonbaar is en waar bewoners voor zijn, de meest uitdrukkelijke vorm van lokaalvre
debreuk. Ik denk dat een lokaal niet meer in zijn vrede gebroken kan worden dan door de vloer open te
breken en het sanitair te breken. Bovendien vind ik, daarop heeft de heer Schagen met de bouwverorde
ning in de hand naar verwezen, het standpunt ten aanzien van sloop erg formeel. Volgens mij betekent
het destructief onttrekken aan zijn bestemming niets anders dan sloop.
Wij zijn als fractie erg verontwaardigd over het feit wat hier gebeurd is. Er is al weer een goedko
pe woning aan het woningbestand onttrokken, waarvoor duidelijk huurders en belangstellenden waren.
De raad is hierin grotelijks gepasseerd. Wij zouden ook graag zien dat het hier, zoals de heer Schagen
heeft gezegd, een "slip of the pen" is. Maar wat ons dan verdriet is dat daarover in de beantwoording
van de vragen niets van terug te vinden is. Als men op deze manier met elkaar probeert met beleid om
te gaan, dan verwacht je dat in zo'n situatie op een bepaald moment ruiterlijk toegegeven wordt dat er
fouten zijn gemaakt en dat er dan gezegd wordt wat er in het vervolg zal gebeuren. Ik heb er echter al
duidelijk op gewezen dat de beantwoording de zaak eerder verdoezelt en dichtsmeert en dat er een
standpunt wordt ingenomen alsof men van de prins geen kwaad weet.
Mijnheer de voorzitter, het is ook u wel bekend dat schriftelijke vragen vaak het karakter hebben
van een soort waarschuwing: b. en w. let op het beleid, want wij hebben daar problemen mee. Het be
leid heeft duidelijk niet de behoefte gevoeld om naar die waarschuwing te luisteren. De krakers kregen
na een keer niet luisteren naar een waarschuwing meteen de politie op hun dak.
Tot slot heb ik nog een aantal vragen. Wij willen graag de vorm weten van het huurcontract van de
huidige bewoners van de panden Kanaalstraat 20 en 22 en de toezegging die zij gekregen hebben om
trent de toekomst van de woningen. Is het krediet voor het wind- en waterdichthouden en het in stand
houden van de panden Kanaalstraat 20 en 22 inmiddels besteed? Zo niet, wanneer wordt dat krediet dan
besteed? Wat gebeurt er met de panden Kanaalstraat 24 en 26? Ik wil ook graag de toezegging dat in
het vervolg, wanneer de uitvoering afwijkt van het door de raad geformuleerde beleid, een en ander
eerst in de raad wordt gebracht en dat die uitvoering niet weer buiten de raad omgaat en zeker niet als
die uitvoering geen enkel spoedeisend karakter heeft.
15
Mevrouw De Jong: Ik sluit mij volledig aan bij het grote ongenoegen dat zojuist door de twee vori
ge sprekers is geuit. Ook ik wil protest aantekenen tegen de manier waarop een raadsbeslissing ten uit
voer is gebracht en ik wil het college met klem verzoeken in het vervolg een raadsbeslissing niet meer
met de slopershamer te beslechten.
De heer Miedema (weth.): Het is nogal wat wanneer drie sprekers hun ongenoegen, misnoegen en
grote ongenoegen uitspreken. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik daar wel enig begrip voor heb. De
raad heeft in februari 1982 een krediet beschikbaar gesteld voor het in stand houden van de panden Ka
naalstraat 20, 22 en 24. Er is subsidie aangevraagd en de raad mag er van uitgaan dat de raadsbeslissing
wordt uitgevoerd. Ik vind dat een terechte vraag. Wat is er gebeurd? Er is een duidelijke indicatie ge
maakt wat de herstelwerkzaamheden moeten gaan kosten. De raadsbeslissing is genomen tegen de ach
tergrond dat deze panden nog vijf jaar zouden kunnen functioneren. Op basis van deze gegevens heeft
de raad de beslissing genomen. Nadere berichtgeving van zowel het Lienward College als uit Den Haag
hebben b. en w. tot een vrij grote zekerheid gebracht. Ik moet de heer Niemeijer echter toegeven dat
die zekerheid nooit 100% is en dat men zich bij dit soort indicaties nog wel eens pleegt te vergissen. Er
zijn namelijk toch vrij duidelijke indicaties dat het terrein binnen twee jaar bouwrijp dient te worden
opgeleverd wil het betrokken kunnen worden bij de nieuwbouw van het Lienward College. Op dat mo
ment deed zich een nieuw feit voor in die zin dat het college toen wist dat de woningen binnen twee
jaar moeten worden gesloopt omdat het vrij zeker is dat het terrein dan bouwrijp moet worden opgele
verd.
De bedragen die zijn toegezegd aan subsidie zijn erg mager. Wij kunnen aan subsidie krijgen voor
het pand Kanaalstraat 20 3.210, voor het pand Kanaalstraat 22 2.616,en voor het pand Ka
naalstraat 24 4.206, Op een gegeven moment kwam het pand Kanaalstraat 24 leeg. Indicaties
hebben geleerd dat de kosten om het pand enigszins bewoonbaar te maken ongeveer 28.000,zouden
bedragen. Het college heeft toen besloten om dit pand niet opnieuw te verhuren - 28.000,-- voor
twee jaar is een volstrekt irreële prijs -, een en ander aan de orde te stellen in de Commissie voor het
Woningbedrijf en een begin te maken met de procedure. Toen is datgene gebeurd waarover vanavond
gesproken wordt, namelijk het kraken van het pand. De gemeente heeft gemeend beslissingen te moeten
nemen; de normale lijn van die beslissingen is onderbroken. Als de heer Schagen zegt dat hier een ver
gissing is gemaakt en dat hij bereid is die te zien als een "slip of the pen" dan zeg ik dat die uitdruk
king er misschien een benadering voor is. Ik weet echter niet welke benadering anders gekozen had
moeten worden. Wij hebben gemeend datgene te moeten doen wat wij hebben gedaan.
Er zijn enkele vragen gesteld over de toestand van de panden Kanaalstraat 20 en 22. Het pand Ka
naalstraat 20 is in november opnieuw verhuurd op basis van een saneringscontract. De huurders weten
dat men op het moment dat het Lienward College het pand moet gebruiken de woning moet verlaten. Al:
het pand Kanaalstraat 22 vrijkomt dan is het college van mening dat ook die woning opnieuw verhuurd
wordt. Willen deze twee panden nog een aantal jaren meegaan dan zal er wel een vrij groot bedrag
moeten worden besteed voor het in stand houden van de woningen. Voor deze panden gaat het om een
bedrag van ongeveer 24.000, hetgeen in feite te veel is voor twee jaar. Zolang men geen 100%
zekerheid heeft dat deze panden inderdaad over twee jaar afgebroken moeten worden, is het volgens mi
een goede zaak de opknapbeurt uit te laten voeren. In de vergadering van de Commissie voor het Wo
ningbedrijf van woensdagavond zal hierover een discussie worden gevoerd. Wij stellen voor om deze
werkzaamheden wel uit te laten voeren.
Er is ook nog een opmerking gemaakt over het slopen van de panden Kanaalstraat 24 en 26 ten be
hoeve van een parkeerterrein. Deze kwestie is eerder in de raad aan de orde geweest. Bij de behande
ling in de raad van 22 februari 1982 van het raadsvoorstel ten behoeve van het beschikbaar stellen van
een krediet voor het in stand houden van panden aan de Kanaalstraat is door mevrouw Zondag van het
CDA gesteld dat het pand Kanaalstraat 26, gezien de risico's, moet worden afgebroken. Er is toen ge
steld, ik zou dat op dit moment opnieuw willen stellen, dat een gat in die straat ook niet zo best is en
dat een enigszins aanvaardbare oplossing voor de tussenmuur weer extra kosten met zich meebrengt.
Mijn visie op dit moment is dat het het verstandigst is om de panden Kanaalstraat 20 en 22 bewoonbaar
te houden tot het moment van afbraak en de andere panden te laten staan zoals zij staan.
De heer Niemeijer heeft een aantal opmerkingen gemaakt over de hardheid van de plannen van het
Lienward College. Ik heb daar al een opmerking over gemaakt en ik kan dienaangaande geen zekerheid
geven. Wij zullen met bepaalde indicaties rekening moeten houden, wat wij ook gedaan hebben.
De heer Niemeijer zegt verder dat er opnieuw een nog bewoonbare en goedkope woning aan de
voorraad is onttrokken. Ik ben het met die manier van spreken niet eens, mijnheer de voorzitter. Als
deze woning voor een korte tijd wind- en waterdicht gemaakt zou worden en de kosten daarvan bedra
gen ongeveer 28.000, dan heb ik er wat moeite mee als er over een bewoonbare woning gesproken