6
Punt 8 (bijlage nr. 39).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke or
dening voor een perceel grond aan De Tilbarten hoek Goutumerdyk te Goutum.
De heer Van der Wal: Dit voorbereidingsbesluit is ook in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening
aan de orde geweest. Hoe is het overleg met Dorpsbelang Goutum over deze kwestie geweest? Welk
standpunt is door b. en w. aan Dorpsbelang Goutum overgebracht?
De heer Geerts (weth.): Als bij ons een bouwvergunning wordt aangevraagd dan wordt die op zijn
merites bekeken. In dit geval is gebleken dat de bouwaanvraag in strijd is met het geldende bestem
mingsplan. Daarom hebben b. en w. beslist om de raad voor te stellen om op grond van artikel 19 van
de Wet op de ruimtelijke ordening een procedure te starten opdat de bouwvergunning verstrekt kan wor
den. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat een en ander niet in strijd is met een goede bestemming.
Deze beslissing is gepubliceerd zodat iedere rechthebbende zijn mening daarop kan geven. Bovendien
wordt de mogelijkheid geboden om zijn mening in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening te geven.
Wij hebben Dorpsbelang Goutum schriftelijk op de hoogte gesteld van deze mogelijkheid. Dorpsbelang
Goutum heeft geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid, dus neem ik aan dat men geen behoefte had
om het een en ander over deze zaak naar voren te brengen. Overigens is er verder geen overleg geweest
met Dorpsbelang Goutum.
De heer Van der Wal: Ik had al gedacht dat er geen overleg was geweest. Ik vind dat wel een beet
je eigenaardig te meer daar het college, als ik goed ben ingelicht, regelmatig gesprekken voert met de
verenigingen voor dorpsbelang. Nu in dit toch niet onbelangrijke geval het bestemmingsplan gewijzigd
moet worden, zou het toch in de lijn der verwachting liggen dat Dorpsbelang Goutum hierbij wordt be
trokken en wordt geïnformeerd. Natuurlijk is het waar dat iedere burger ten aanzien van procedures en
besluiten waar het hier om gaat inspraak heeft en bezwaren kan aantekenen. Volgens mij is het juist het
karakter van het regelmatig overleg met de verenigingen voor dorpsbelang in zijn algemeenheid dat dit
soort zaken daar eerst worden besproken. Waarom wil men anders dat overleg voeren? Men kan natuur
lijk altijd wel zeggen dat eventuele belangrijke veranderingen via de procedures worden geregeld.
Ik vind dat het college in het vervolg bij dit soort niet onbelangrijke veranderingen van bestem
mingsplannen eerst met de betreffende vereniging voor dorpsbelang, in dit geval mef Dorpsbelang Gou
tum, contact moet opnemen. Een dergelijk overleg krijgt dan ook wat meer inhoud, wat meer body. In
de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening heeft de heer Timmermans al opgemerkt dat de commissie te
weinig inzicht is geboden in hetgeen er eigenlijk staat te gebeuren. Wij hoeven niet het hele bouwplan
op het welstandsaspect te beoordelen want daar is een andere commissie voor, maar in de Commissie
voor de Ruimtelijke Ordening moet in het vervolg toch wel aan de orde worden gesteld hoe het bouw
plan in het straten pa troon wordt gerealiseerd. De informatie dienaangaande moet dus in de Commissie
voor de Ruimtelijke Ordening aanwezig zijn.
De heer Geerts (weth.): Het gaat om een besluit om op grond van artikel 19 van de Wet op de ruim
telijke ordening de bouw van een zestal huizen mogelijk te maken. Deze huizen worden aan een reeds
bestaande weg gebouwd. Het is niet te doen gebruikelijk dat wij voorbereidingsbesluiten en procedures
op grond van artikel 19 van de Wet op de ruimtelijke ordening vergezeld doen gaan van allerlei concre
te plannen. Wij willen namelijk verhinderen dat zaken door elkaar worden gehaald. De mogelijkheid
om de woningen te realiseren moet door de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening worden getoetst.
Over de wijze waarop de woningen gebouwd moeten worden, over de vormgeving enz., moet de Com
missie voor de Welstandszorg zich buigen. Het is niet gebruikelijk om procedures op grond van artikel
19 van de Wet op de ruimtelijke ordening in allerlei overleggroepen aan de orde te stellen.
Het overleg met Dorpsbelang Goutum is vrij lang geleden, in mei, gevoerd. Tussentijds hebben wij
geen overleg gehad, zoals met andere verenigingen voor dorpsbelang wel het geval is. Ik kan wel zeg
gen dat wij, wanneer het overleg nu zou hebben plaatsgevonden, deze kwestie zeker als agendapunt
zouden hebben ingebracht. Wij vonden echter de importantie van dit voorstel niet zo groot om daarvoor
een bijeenkomst met het dorpenoverleg te beleggen. Om deze reden is een en ander dus niet in het
overleg geweest.
Overigens, dat heb ik zonet ook al gezegd, heeft Dorpsbelang Goutum alle gelegenheid gehad om
zijn mening naar voren te brengen. Men is schriftelijk op de hoogte gesteld van het feit dat deze zaak
in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening behandeld werd, hetgeen een uitstekende plaats is om de
in deze commissie zitting hebbende raadsleden van de dan al bestaande bezwaren kennis te geven. (Me
7
vrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Dat houdt dan wel in dat die raadsleden moeten weten hoe het plan er uit
ziet.) Het is een plan van zes woningen. (Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Als men met de mensen
over het plan van gedachten gaat wisselen dan moet men wel weten hoe de woningen komen te staan.
Wat dat aangaat geef ik de heer Van der Wal gel ijk(De heer Van der Wal: Ik heb al gezegd dat wij
een volgende keer informatie dienaangaande in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening willen heb
ben
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt9 (bijlage nr. 35).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 10 (bijlage nr. 34).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Herinrichting kernwinkelgebied.
De heer Janssen: Het in het voorliggende voorstel genoemde plan is in goede samenwerking met de
betrokken winkeliers tot stand gekomen en door de mensen van de Dienst Stadsontwikkeling tot een uit
stekend plan verwerkt. Mijn fractie heeft dan ook geen enkele moeite met het voorstel. Integendeel,
wij zien deze facelift als een zeer positieve zaak voor de ontwikkeling en de instandhouding van het
Leeuwarder stadscentrum en winkelgebied. Wat de technische kant van het plan aangaat hebben wij in
de Commissie voor Openbare Werken de noodzakelijk geachte vragen en opmerkingen gemaakt.
Voor één zaak willen wij toch nog even speciale aandacht vragen, namelijk de mogelijkheid om
een deel van het werk als leerlingenbouwplaats uit te laten voeren. De heer Muller heeft tijdens het
overleg met de Commissie voor Openbare Werken al toegezegd dat hij deze mogelijkheid na de aanbe
steding bij de aannemer zal aankaarten, maar die toezegging lijkt mijn fractie toch niet voldoende
hard. Ik zou dan ook graag zien dat het college in de advertentie, waarin bestek en tekeningen worden
aangeboden, vermeldt dat het in het voornemen ligt om in overleg met de aannemer te komen tot een
leerlingenbouwplaats voor dat deel van het werk dat hiervoor het meest geschikt is. Men behoeft dan
niet te wachten tot er herstrating zal plaatsvinden, want ook bij de eerste aanleg is het mogelijk om met
leerlingen te werken. In dit gezelschap hoef ik niet meer uit te leggen hoe noodzakelijk de opleiding
voor jonge straatmakers is, ondanks de nu heersende recessie. Ik hoop dat het college wat dit punt be
treft een toezegging zal doen en dat het werk spoedig een aanvang zal kunnen nemen.
Als deze plannen zijn uitgevoerd beschikt Leeuwarden over een uniek kernwinkelgebied dat vol
doende bereikbaar is en toch voldoende verkeersluw is. De fietsers hebben de beschikking over een
groot aantal fietsrekken. Door de verbreding van de trottoirs wordt het wandelend publiek uitgenodigd
tot winkelen en flaneren in de binnenstad. De gezelligheid en de charme van het winkelen zullen door
het publiek gemaakt moeten worden waarbij de aantrekkingskracht niet alleen van de inrichting uit kan
gaan maar ook van de reclame die voor dit geheel wordt gemaakt. Men kan de inrichting van dit gebied
nog zo goed verzorgen, het winkelend publiek zal hier een bepaalde sfeer aan moeten geven.
Afsluitend wil ik zeggen dat ik hoop dat tijdens de uitvoering, evenals elders in de binnenstad het
geval is, een goed overleg tot stand zal komen tussen de aannemer en de belanghebbenden en dat wij na
voltooiing van dit plan kunnen spreken van een nieuwe pacemaker voor het hart van een oud winkelge
bied.
De heer De Jong: Het is fijn dat deze herinrichting in zo'n goed overleg met de belanghebbenden
uitgevoerd kan worden. De zwakke punten bleken de Wirdumerdijk met zijn kleurloos asfalt te zijn en
de bemerkingen aangaande de parkeerplaatsen. Op andere gronden is er nu toch gekozen voor klinker
bestrating en ook zullen er straks parkeerplaatsen voor kortparkeerders worden gerealiseerd. Wij hopen
dat deze herinrichting spoedig gestart zal worden en dat, aansluitende op hetgeen de heer Janssen heeft
gememoreerd, in goed overleg met de belanghebbenden deze werkzaamheden uitgevoerd mogen worden.
Ook de suggestie die door de heer Janssen is gedaan om een deel van het werk als leerlingenbouwplaats
uit te voeren en dat bij de aanbesteding te vermelden, willen wij graag vanaf deze plaats ondersteunen.
Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Wij zijn verheugd over de goede samenwerking van de Dienst
Stadsontwikkeling met het bureau dat destijds door de winkeliers is aangetrokken en wij zijn tevreden
over de resultaten. Verheugd zijn wij ook over het feit dat er nu toch een klinkerverharding komt, na
dat aanvankel ijk niet aan de wensen van allerlei belanghebbenden kon worden voldaan en men steeds