8
uitging van het handhaven van asfalt op de Nieuwestad. Wij hebben begrepen dat door technische
moeilijkheden het bestaande asfalt opengebroken moet worden en dat er nu dus toch een klinkerbestra
ting kan komen. Ook met de veel betere wandelmogelijkheden op de in zones ingedeelde trottoirs gaan
wij akkoord en wij hopen dat dit hele gebied straks na deze grote herinrichting, na het herstel van de
walmuren en na de aanleg van de riolering goed zal functioneren. Tenslotte is ook aan onze wensen
voor meer fietsenstalling tegemoet gekomen en zijn wij zeer tevreden over het feit dat er naast de Waag
ook nog een aardig terras komt. Wij hebben echter toch ook nog een vraag aan het college.
Waarom moeten de winkeliers in dit plangebied het niet gesubsidieerde deel, te weten 50%, van de
aanpassing van de lichtmasten voor hun rekening nemen? Als de winkeliers dit deel moeten betalen, dan
schept dat ook een precedent voor bewoners van toekomstige stadsvernieuwingsgebieden. Ook zij moe
ten dan meebetalen voor het gedeelte dat niet door de rijksoverheid wordt betaald. Alvorens wij ak
koord kunnen gaan met datgene wat op bladzijde twee van de raadsbrief vermeld staat, willen wij eerst
graag antwoord hebben op deze vraag. De aanpassing van de lichtmasten is naar wij vernomen hebben
niet door de winkeliers gevraagd, maar is door de Dienst Stadsontwikkeling ontworpen hetgeen voor ons
dan ook een reden is dat de kosten van die aanpassing moeten worden betaald uit de middelen voor de
stadsvernieuwing
De winkeliers hebben nogmaals aangedrongen op betere bewegwijzering. Deze wens heb ik ook in
een commissievergadering ondersteund en als fractie ondersteunen wij nu ook deze wens. Een reden
daarvoor is dat het bevoorradingsverkeer een nog al ingewikkelde weg dientaf te leggen om zijn waren
in dit gebied af te kunnen leveren. Men moet voorkomen dat de chauffeurs moeten zoeken en moeten
vragen naar de weg, want dat kan verkeersvertraging, opstopping en tijdverlies geven. Met de motive
ring van het college dat een betere bewegwijzering verkeeraantrekkend zou werken kunnen wij niet in
stemmen. Voor de fietsers vinden wij het een gevaarlijke situatie dat het autoverkeer dat van het Scha-
vernek komt eerst over de noordzijde van de Nieuwestad wordt geleid om daarna, via de Duco Martena-
pijp, over de zuidzijde van de Nieuwestad zijn weg te vervolgen. Wij willen hier dan ook onze voor
keur uitspreken voor een autoroute over de hele zuidzijde van de Nieuwestad. Overigens kunnen wij
met het plan akkoord gaan.
De heer Niemeijer: Ook onze fractie wil haar instemming betuigen met en haar waardering uitspre
ken over de voorliggende plannen. Een en ander heb ik ook al in de Commissie voor Openbare Werken
uitgesproken. Wat dat betreft sluit ik mij bij de vorige sprekers aan en dan met name bij de heer Janssen
die het volgens mij het mooist gezegd heeft. Ik vind hetgeen hij gezegd heeft zo mooi dat wij eigenlijk
moeten overwegen om in een eventueel te maken folder zijn woorden op te nemen. Volgens mij doet dit
plan recht aan de historische binnenstad en wij hopen dat de bezoekers, om welke reden ook, in grote
getale naar de binnenstad zullen komen en de inrichting weten te waarderen. Hopelijk komen de bezoe
kers dan ook op de fiets want dat is niet alleen voor de mensen gezond maar ook voor de bomen die in
het plan zijn opgenomen.
Kunnen de bezoekers hun fietsen echter ook kwijt? Enkele van de vorige sprekers hebben daarin
hun vertrouwen al uitgesproken, maar ik heb daarover in de commissie vragen gesteld. Ik heb gevraagd
hoeveel stallingplaatsen voor fietsen in de plannen zijn opgenomen, waarop deze aantallen zijn geba
seerd en of daaraan onderzoek is voorafgegaan. Op deze vragen is in de Commissie voor Openbare Wer
ken het volgende geantwoord - ik citeer nu even uit de notulen van de commissievergadering -: "De ra
ming van het aantal benodigde fietsenstandaards blijkt niet op onderzoek te berusten, wel zijn er tellin
gen verricht." Op de vraag hoeveel fietsenstandaards er ongeveer komen is mij toegezegd dat ik daar
over binnenkort antwoord zou krijgen. Tot nu toe heb ik dat antwoord niet gekregen. Ik weet niet of er
nog geteld wordt, maar ik wil daarover graag wat naders horen. Wat wil ik hiermee zeggen? Op zich is
in de uitgangspunten goed met de fiets rekening gehouden. Over het aantal benodigde fietsenstandaards
heb ik al het een en ander geciteerd, dus daarover hoef ik verder mijn standpunt niet te geven. Wij
hebben in het verleden bij de behandeling van de nota over het parkeerbeleid al eens voorzichtig aan
gegeven dat men prachtige boeken vol schrijft over aantallen auto's, waar men moet parkeren en welke
voorzieningen er moeten komen en gevraagd of men dat ook voor de fietsers doet. Er is toen gezegd dat
men daar een heleboel aan doet. Ik krijg toch het idee dat wij dit soort zaken een beetje onderwaarde
ren. Anderzijds heb ik mij er in de plannen wel van overtuigd dat er reserveruimte is opgenomen. Het
gaat mij er meer om om op dit moment even een tendens aan te geven.
Ik wil nogmaals onze waardering uitspreken over de plannen. Het lijkt mij niet zinvol om de op
merkingen die ik in de betreffende commissie heb gemaakt hier nog eens allemaal te herhalen. Wij kun
nen in zeer grote lijnen met dit plan akkoord gaan.
De heer Buurman: De uitvoering van deze plannen zal de aantrekkelijkheid van het Leeuwarder
winkelapparaat stellig verhogen. De centrumfunctie die Leeuwarden geacht wordt in te nemen wordt
hierdoor aanzienlijk versterkt. Wij kunnen van harte instemmen met de herinrichting van het kernwin
kelgebied, het lijkt ons kerngezond.
Mevrouw De Jong: Ook van mijn kant alle waardering voor de plannen. Hier is goed overleg ge
pleegd en wij zien aan de plannen die voor ons liggen dat er met goed overleg nog wel eens wat van de
grond kan komen. Ik wil mij aansluiten bij de suggestie van de heer Janssen over de leerlingenbouw
plaats. Deze suggestie wordt volgens mij door de hele raad ondersteund. Wil het college alstublieft alle
moeite doen om een en ander te realiseren, want het is meer dan hard nodig. Over voldoende plaatsen
voor het stallen van fietsen wil ik zeggen dat er in ieder geval aandacht is besteed aan het fietsenpro-
bleem en dat vind ik al een hele stap vooruit. Ik ben blij dat ik in de toekomst met mijn fiets naar de
Nieuwestad kan gaan. Het feit dat er voldoende plaatsen voor het stallen van fietsen moeten komen wil
ik graag onderstrepen. Ik ben ook bijzonder blij en gelukkig met het te realiseren straatprofiel van de
Wirdumerdijk. Tenslotte, mijnheer de voorzitter, het hele plan heeft mijn instemming.
De heer Geerts (weth.): Ik ben erg blij met het feit dat de raad zijn tevredenheid over dit plan en
over de wijze waarop het plan tot stand is gekomen heeft uitgesproken. Het is een heel goede zaak waar
wij mee bezig zijn en een en ander is het geld dubbel en dwars waard. Met dit plan wordt iets aan het
hart van de binnenstad gedaan. De heer Janssen heeft in dit verband terecht de woorden "pacemaker"
en "facelift" gebruikt, want wij moeten iets doen aan de binnenstad. Wij hebben in de plannen heel
nadrukkelijk het primaat van het autoverkeer teruggedrongen, hetgeen wij destijds ook al hebben ge
daan toen wij beslissingen hebben genomen over het verkeerscirculatieplan. Ook nu hebben wij dat
weer gedaan door de schaal zodanig te doen zijn dat fietsers en voetgangers voldoende gelegenheid
krijgen om hier te vertoeven in tegenstelling tot wat in het verleden het geval was. De schaal is ook
aangepast doordat wij klinkerbestrating gebruiken in plaats van asfaltverharding, hetgeen op zich een
heel goede zaak is. Met dit plan zullen wij volgens mij de economische kracht van de binnenstad ver
sterken. Wij hopen dat de mensen nog meer de binnenstad zullen gaan bezoeken. Persoonlijk vind ik dat
er al van een hele verbetering sprake is ten opzichte van ongeveer drie jaar geleden toen je vanwege de
uitlaatgassen nauwelijks op de Nieuwestad kon verkeren. Nu al kun je echt constateren dat het gebied
veel begaanbaarder is en een gebied is waar het veel beter toeven is. Ik denk dat wij juist met de uit
voering van dit plan het winkelapparaat kunnen steunen en dat het plan ook belangrijk is voor het hart
van de oude binnenstad.
Ik wil nu ingaan op de door sprekers gestelde vragen. Door alle sprekers is gevraagd of een deel
van het werk ook als leerlingenbouwplaats kan worden uitgevoerd. In de Commissie voor Openbare Wer
ken heb ik al gezegd dat ik het een goede zaak vind wanneer jonge mensen, die nog niet in de gele
genheid zijn geweest om werkervaring op te doen, hierbij betrokken zouden kunnen worden. Het is wel
wat moeilijk om de suggestie ten aanzien van de leerlingenbouwplaats als keiharde voorwaarde bij de
aanbesteding van het werk te stellen. Ik denk dat dat ook niet moet, maar wij zijn wel van plan om
heel nadrukkelijk naar voren te brengen dat wij het zeer op prijs stellen dat de aannemer, die het werk
zal uitvoeren, leerlingen in de gelegenheid zal stellen om de voor hen zo noodzakelijke ervaring te
kunnen opdoen. Een en ander moet niet in de advertentie over de aanbesteding worden opgenomen,
want ik denk dat men het laten uitvoeren van een deel van het werk als leerlingenbouwplaats niet als
een voorwaarde kan opnemen. Wel kan er van de kant van de gemeente alles aan gedaan worden om dit
belangrijke probleem onder de aandacht van de aannemers te brengen, hetgeen ook is gebeurd bij de
verbouw van de voormalige Prins Frederikkazerne. Op basis van overleg met de aannemer die de ver
bouw van de kazerne zal uitvoeren en de betreffende woningbouwvereniging is er voor gezorgd dat er
een paar leerlingenbouwplaatsen komen. Het is een goede zaak dat een deel van het werk waar het hier
om gaat als leerlingenbouwplaats wordt uitgevoerd. Van onze kant zullen wij er alles aan doen om de
aannemer aan te moedigen van deze mogelijkheid gebruik te maken.
Er is melding gemaakt van een goed overleg met de belanghebbenden. Gedurende de gehele ont
wikkeling van het plan heeft overleg plaatsgevonden, ook over de verlichting. Er worden armaturen ge
plaatst die zo fraai zijn dat ze boven de norm "sober en doelmatig" uitsteken; dat kost wat extra geld.
Dat geld krijgen wij voor een deel terug via subsidies. Het resterende deel van het geld moet door an-
1 en worden opgebracht, in dit geval door de belanghebbenden te weten de winkeliers in het plange
bied. Ik heb overigens begrepen dat die belanghebbenden het hiermee eens zijn. Er is overleg gevoerd
en men is, net als de winkeliers van de Peperstraat, bereid wat extra kosten voor zijn rekening te ne
men. Ik ken de problemen dus niet en ik heb ook begrepen dat er uit het overleg niet naar voren is ge-
omen dat er problemen zouden zijn. Er is sprake van een wat bijzondere situatie, er zijn wat bijzonde-